Gelezen Bronnen 2015-2011

INLEZEN in IMPACT INVESTING


Policy
De (eind) rapporten van de G8 SocialInvestmenttaskforce.org

MARKET BUILDING
Het meest actuele en complete overzicht over de ontwikkeling van Impact Investing op dit moment (sept 2012) met een beetje VS tunnelvisie is: 

Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012 86 pag). Het werd geschreven voor de Rockefeller Foundation een (financieel) promotor van Impact Investing. Link: (pdf) Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry of The Executive Summary (Samenvatting hieronder of in IINieuws 1okt12). 

Meer beschrijvend inclusief successen en dilemma's en verschillende actoren is: Impact Investing, Transforming how we make money while making a difference. Antony Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.) (Samenvatting hieronder) In IINieuws 15okt2011

Investing for social and environmental impact: A design for catalyzing an emerging industry', Monitor Institute (2009) Link monitorinstitute Met de beroemde voorspelling dat de II markt zal uitgroeien naar 500miljard US$ en de basis voor het Rockefeller II Initiative. (Samenvatting hieronder)
IINieuws 24 maart & 4 april 2011

DEALS
Het meest actuele wereldwijde overzicht van Impact Investing deals staat in
'Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and over 2,200 Transactions'. JP Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network (14dec11, een update van het rapport van eind 2010) Link thegiin.org (samenvatting hieronder) of in IINieuws 1feb12

Jed Emerson et al van Impact Assets van/voor de 50 grootste Impact Investors publiceerde tot nu toe 10 Issue briefs over portfolio building, risk, return, private equity, emerging countries etc. Link impactassets  Samenvattingen hieronder van nr 1 t/m 8.

DEALS PROFIELEN
Op de site van het Global Impact Investing Network (GIIN): Resources & Research staan investment profiles met beschrijvingen van individuele investeringen met ook de IRIS criteria thegiin.org/profiles Samenvatting hieronder.

II & Asset classes
Wat ouder maar een interessante publicatie over impact investing in elke asset class Investing for impact case studies across asset classes, Bridges Ventures & Parthenon Group (Jan2010). Samenvatting hieronder en in In IINieuws 14april2011

II Marketing 
HOPE Consultancy onderzocht de belangstelling voor impact investing in de VS bij vermogenden. MONEY for GOOD: investing in developing countries, HOPE Consultancy (mei 2010) Er werd apart gekeken naar internationaal (geven en) investeren en mn of en wat de verschillen zijn tussen investeren in en buiten de VS. Men investeert buiten de VS mn in energie (42%), gezondheidszorg (36%), ontwikkeling-ondernemerschap-microkrediet (28%), informatie/communicatie (28%), onderwijs (27%), kinderen (24%). (P.11) NB Onderaan staat mensenrechten met 12%. In IINews21 juni2011 of op de PAGINA Gelezen 2010-2000.

Social Impact Bonds  
Deals en voorbeelden: Zie PAGINA Charity en Social Impact Bonds
Zie IINieuws-1-november-2015 ABNAMRO SIB brochure en IINieuws-15-oktober-2015 met een verslag van het 1e Nationale SIB congres van Startfoundation en de brochure SIB van fenomeen naar praktijk door Peter Scholten

In IINieuws 1mei13 marktonderzoek door Nesta naar de belangstelling voor 4 verschillende Impact Bonds op basis van investeringskenmerken als rendement, duur, instapbedrag etc. Kwalitatief vooronderzoek How do individuals become social investors? (feb 2011) gevolgd door Investing for the good of society*. (april 2011).

SocialFinance UK en dan met name de publicaties, zijn to the point, met tech guides, concrete bonds en inventarisaties van o.a. health als SIB sector.

CHARI's: Nederlandse Stichtingen & Vermogensfondsen
Circa 70 profielen van fondsenwervende instellingen en vermogensfondsen op de pagina's Charity Cases Nederland A-N en O-Z en de VS 

Een Aandeel in Maatschappelijke Ontwikkeling van Prof H Hummels. Een zeer compleet overzicht incl. literatuur en noten van impact investment visies, mogelijkheden en cases. 200 grootste fondsen werden geënqueteerd en 51 bedrijfs- en vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen deden mee. (2008, uitgeverij van Gorcum of bol.com)

De VBDO Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling onderzocht de afgelopen 3 jaar de duurzaamheid van het vermogensbeheer en impact investing door goed doelen en publiceert in december de resultaten. Link vbdo (samenvatting in IINieuws 15nov12 en IINieuws 15dec11) 2 x kwantitatief en een keer kwalitatief met aandacht voor impact investing.

Bibliotheken
theGIIN.org heeft een uitgebreid en actueel overzicht van publicaties op het gebied van impact investing (ook per sector te bekijken) door vermogens-fondsen en publiceert zelf ook. 
De EVPA, European Venture Philantrophy Association heeft een interessant knowledge-centre net als Social Finance (UK) socialfinance.org.uk/resources

2015

Social Impact Bonds: kansen en uitdagingen in Nederland, ABNAMRO, okt 2015, 68 pag.)
In IINieuws 1november15

IRIS Data brief focus op Impact objectives 
(theGIIN, okt 2015 pdf, 10 pag.)
In IINieuws 1november2015 
Amy Domini (de D in KLD 400 index) on Impact Investing \
(artikel sept 2015) 
Naar aanleiding van dit artikel schreef ik een Pulse II Thinking artikel voor IINieuws 1 oktober 2015 over de duurzame beleggers versus impact investors en goede doelen versus sociale ondernemers. 
In IINieuws  1 oktober 2015


Natural Capital and Financial Institutions, Transitioning towards a Green Economy door Sharon Hesp, New Foresight Economy en dr Caroline Leenders, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2015, pfd, 11 pag.) 

Money markets matter, Ben Bingham (21 april 2015) 
In IINieuws-15april2015
Impact Investing in South Asia door the Global impact Investing Network en  Dalberg Global Advisors (January 2015) in IINieuws-1februari2015

Materiality of Corporate Sustainability  Muhammed Khan, George Serafeim en Alex Yoong(maart 2015, pdf, 34 pag.) IINieuws-15mei2015

Linking IRIS and GRI door the Global impact Investing Network en the Global reporting Iniatitive (January 2015) in IINieuws-1februari2015

2014

Business and investors: providers and users of natural capital paper van KPMG, FFI en ACCA. Link KPMG/UK/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/Audit/natural-capital-reporting (2014, 11 pag, pdf)


The State of play of Social Impact Bonds door Ecorys en ATP Consultants (nov 2014). 
In IINieuws 15dec2014 

Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan


From Ideas to Practice, Pilots to Strategy II Practical Solutions and Actionable Insights on How to Do Impact Investing Industry Agenda Een World Economic Forum 2015 Rapport (Sept, 2014)
Real Assets Primer door Sonen Capital (Sept 2014, 23 pag.)
In IINieuws 15nov14

Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan

In IINieuws 15nov14


2013 Annual Impact Report, Impact Investing in Public Markets: Methodology, Analysis and Thought Leadership. Sonen Capital: Will Morgan, Raul Pomares & Martin Whittaker PhD. (mei 2014, 60 pag. pdf) In IINieuws 15juni2014

'Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement dissertatie van Kellie Liket aan de Erasmus Universiteit, ERIM 'Erasmus Centre for Strategic Philanthropy. (11 april 2014). In IINieuws 15april14

Social Impact Strategies for Banks: Venture Philanthropy and Social Investment, Dr Leonora Buckland met steun van de London Business School voor de European Venture Philanthropy Association. (maart 2014, 112 pag.)
In IINieuws 1mei14

“Driving Innovation through Corporate Impact Venturing: A Primer on Business Transformation” door Dr. Maximilian Martin, Impact Economy Geneva Switzerland (18Maart2014) pdf, 44pag. Preview (6 pag. pdf) Impacteconomy/Primer CIV Compleet (44 pag. pdf) Te koop voor 79US$: Impacteconomy In IINieuws 1april2014
Shifting the lens: a de-risking toolkit for impact investment, Bridges IMPACT+ Clara Barby en Joanne Gan (January 2014, 36 pag, pdf) Link Bridgesventures/De-risking reportIn IINieuws-1maart2014


2013


Creating Sustainable Apparel Value Chains: A Primer on Industry Transformation'', (Dr.) Maximilian Martin of Impact Economy, (dec 2013) 47 pag (pdf) Link ImpactEconomy

Evolution of an Impact Portfolio: From Implementation to Results Lessons from the field Sonen Capital in collaboration with the KL Felicitas Foundation. Justina Lai, Will Morgan, Joshua Newman and Raúl Pomares (Okt 2013 pdf, 70 pag.). In IINieuws 15juni2014 

Impact Investments: Perspectives for Australian Superannuation Funds. Kylie Charlton, Scott Donald, Jarrod Ormiston and Richard Seymour (oktober 2013, 28 pag, pdf) In IINieuw 1dec2013


Catalytic First Loss Capital, the Global Impact Investing Network (Oktober 2013) 36 pag., pdf theGIIN.org heeft een interessante resources pagina. In IINieuws 15okt13


From the Margins to the Mainstream,
World Economic Forum en Deloitte Touche Tohmatsu (september 2013, 40 pag.) Webpagina: WEForum Impact-investing-margins-mainstream Rapport hier. In IINieuws 15nov13

Innovating for Shared Value Angela Barmettler, Valerie Bockstette, Marc Pfitzer en Mike Stamp van FSG, Foundation Strategy Group. Artikel in Harvard Business Review september 2013 pag 2-9. HBR/innovating-for-shared-value (ExecSum), FSG.org en pdf InnovatingforSharedValue (9 pag.) In IINieuws 15nov13


Making Impact Investing investable, Dr Maximilian Martin, Impact Economy, hoogleraar bij Ashoka en Universiteit van Graz (juli 2013) In IINieuws 15sept1

Resultaat- en impactmeting voor goede doelen Op weg naar beter evalueren, meten en verantwoorden van bestedingen. Drs E.M. Ten Hoorn (juni 2013, CentraalBureauFondsenwerving) en drs W.M. Stubbe (CSR Academy) Centraal Bureau Fondsenwerving Amsterdam. Vlinderend geefgeld Schenkt het best uit onszelf Effect van vertrouwen (op de achterkant) In IINieuws 15juli13

CSR's New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of Impact Economy, dr Maximilian Martin University of St. Gallen (1April2013) of Impact Economy Working Papers ImpactEconomy/CSRNewDeal(Academic) Papers.SSRN.com In IINieuws 1okt13

In search of Gamma: an unconventional perspective on impact investing. (31jan13) Uli Grabenwarter en Heinrich Liechtenstein voor IESE Business School, Universiteit van Navarra, Spanje. In IINieuws 15sept13

The Good Investor, a book of best impact practice 2013 door Adrian Hornsby, Gabi Blumberg van Investing for Good en The Good analyst, (London, VK) januari 2013 94 pag pdf. In IINieuws 15mrt2013

2012

Path to Impact: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors Rapport: ImpactAssets/issue-briefs Bron: Impactassets/Brief 9 (2012 of later, 9 pag) In IINieuws-15okt13
Present risks, future rewards: ImpactAssets issue brief nr 8 Shared Reflections on Building the Market for Impact Investing, , door Jed Emerson en (collega) Lindsay Norcott (2012 of later) In IINIeuws 15juni13.

Increasing impact and enhancing returns: Impact Assets issue brief nr7
, Integrating Publicly Traded Water and Agribusiness Equities into Impact Investor Portfolios, Jed Emerson en Steve Falci (2012?) In IINieuws 1juni13

Putting mission investing to work, Knoepfel en Imbert van onValues  (7nov2012). Rapport voor de 2e bijeenkomst van de European Foundation Centre en de Zweedse Mistra Foundation over mission investing. In IINieuws 15dec12

Priming the Pump for Impact Investing Sectors not just firms, the Full Investment Continuum, Gaps in the Impact Investing Capital Curve en Do No Harm: Subsidies and Impact Investing. (najaar 2012) 5 blogs van het Omydiar Network door Matt Bannink, managing partner, en Paula Goldman who leads efforts to accelerate the development of the impact investing industry. IINieuws 15okt2012

A Portfolio Approach to Impact Investment, A Practical Guide to Building, Analyzing and Managing a Portfolio of Impact Investments. JP MorganChase  Social Finance and II (48p, 1oct12) In IINieuws 1feb2013

Private Equity in Emerging Markets, Exits from Aid, Steps Toward Independence, Impact Assets Issue Brief # 6 door Gerhard Pries en Vivina Berla van Sarona Asset Management Inc. En Jed Emerson VP Impact Assets. (juli 2012) In IINieuws 1mrt13

U
nifying an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Impacts Assets Brief #5. ImpactAssets issue brief explore critical concepts in impact investing, deze is een co-productie van seniors van ImpactAssets, RSF SocialFinance en Tides (12 pag, juli 2012). IINieuws 15jan2013

Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012 86 pag).Link: (pdf's) Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry of The Executive Summary (samenvatting hieronder en in IINieuws 1okt12)

From Potential to Impact, Mc Kinsey Social Sector Office (mei 2012, 68 pag) In IINieuws 15feb13

Diverse Perspectives, Shared Objective, GIIN.org Global Impact Investing Network (mei 2012) In IINieuws 15 juni 2012

Insights and Innovations: A Global Study of Impact Investing + Institutional Investors door Correlation Consulting (april 2012) In IINieuws 15juni12

Investing for Impact: How social entrepreneurship is redefining the meaning of return. Schwab Foundation (die gericht is op Social Entrepreneurs) en vermogensbeheerder Credit Suisse voor het World Economic Forum in Davos Zwitserland 2012. In IINieuws 15feb12

Beyond Microfinance Impact Investing: Financial Inclusion and Value Creation at the Base of the Pyramid* cursus beschrijving met uitgebreide leeslijst van Johns Hopkins School Advanced International Studies (2010-2011-2012) Noot van de Blogger: Van de leeslijst heb ik al een aantal gelezen&samengevat, zie deze pagina Gelezen bronnenIn IINieuws 15maart2012

2011



'Climate Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation
Mercer LCC Calpers/mercer-study-allocation (pdf, 132 pag.) Superkorte samenvatting bij IFC/Brief_Mercer (pdf, 4 pag.) 2011
In IINieuws 1nov14

ImpactAssets Issue Brief #4 ImpactAssets-50 and the Metrics Challenge: Assessing "Impact Capacity" at the Firm Level, (7pag) Jed Emerson. Executive Vice President for Strategic Development. are exploring critical concepts in impact investing. 2011(?)

ImpactAssets Issue Brief #3 Seven tactics for Risk Management by Investors Seeking to Engage in Impact Investing (7pag.) Jed Emerson, Executive Vice President for Strategic Development. are exploring critical concepts in impact investing. 2011(?)

ImpactAssets Issue Brief #2: Risk, Return and Impact: Understanding Diversification and Performance Within an Impact Investing Portfolio (zd waarschijnlijk 2011) Jed Emerson,Executive Vice President for Strategic Development et al. 2011(?)

'Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and over 2,200 Transactions'. JP Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network (14dec11, een update van het rapport van eind 2010). In IINieuws 1feb2012

Social Venturing Entrepreneurship, een plaatsbepaling. Door Henk Kievit, dissertatie (11nov11, Nijenrode Business Universiteit). In IINieuws 15mei13

Impact-Based Incentive Structures, Alignment Fund Manager Compensation with Social and Environmental Performance. The Global Impact Investing Network GIIN (nov2011). In IINieuws 1mei2012

The Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior and Performance, Working Paper 12-035 (25nov11), Harvard Business School door Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafeim. In IInieuws 15jan2012

'Financing the Future' een implementatie strategie door The Hague Financing Framework nav FMO en Tallberg Foundation meetings in maart en juni 2011. In IINieuws 15dec2011

Impact Investing, Transforming how we make money while making a difference. Antony Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.) In IINieuws 15okt11 

Guide to Impact Investing, Grantmakers in Health GPS Capital Partners (mei 2011) IINieuws 1sept2011
360 Degrees for Mission, On Values voor de MISTRA Foundation, Zweden (mei 2011) IINieuws 3aug2011

Impact Investing in Emerging Markets, Responsible Research (mei 2011) IINieuws 20juli2011
 
Impact Investing Handbook, Capventuresome (feb. 2011) In IINieuws 28april2011.

Impact Investing: Do we need to redefine fiduciary duty?', Kylie Charlton, Social Investment Fellow at the Centre for Social Impact (CSI) University of Western Australia (webartikel, maart 2011) In IINieuws 14 maart2011

The BIG idea: Creating Shared Value, door Michael Porter, Harvard Business Review January 2011. In IINieuws 14 maart2011

How do individuals become social investors? (kwalitatief en het kwantitatieve vervolgonderzoek) Investing for the good of society*. (feb en april 2011) 
Nesta, VK. 

NB Publicaties uit 2010-2000 staan hier: Gelezen-bronnen 2010-2000



2015

Social Impact Bonds: kansen en uitdagingen in Nederland, ABNAMRO, okt 2015, 68 pag.)
In IINieuws 1nov15
 
ABNAMRO (AA) gaf medio oktober haar 2e brochure uit over SIBs, jammer genoeg net na het 1e Nationale SIB congres van Startfoundation. AA neemt met haar Social Impact Fund een bijzondere plaats in Nederland (en Europa) en plaatst zichzelf dan ook in het rijtje grootbanken (mn VS) dat SIB participant is.

Voor SIB nieuws volgers en geïnteresseerden bevat de brochure weinig feitelijk nieuws, maar heel interessant zijn de onderdelen waarin bestaande (buitenlandse) SIBs worden gelinkt aan mogelijke kansen in Nederland. Ook de laatste paragraaf over het stimuleren van SIBs in Nederland bevat een aantal lobby boodschappen gericht op de overheid en prospect investeerders.

Het begin is opvallend: benadrukt wordt dat een SIB geen obligatie is en heeft veel meer risico (en rendement). De 1e gepresenteerde case is tevens de 1e mislukte SIB die van Rikers Island New York (jeugd recidvisme) om het risico te benadrukken en de rol van de chari partij (in dit geval garantiegever).

Heel interessant is dat AA een aantal voorbeelden geeft van (niet Nederlandse) SIBs en de terreinen waarin SIBs mogelijk zijn in relatie tot politieke, financiële en innovatie ontwikkelingen in Nederland. Het zijn recidive jeugdwerkeloosheid (hun eigen SIB in Rotterdam), gezondheidszorg (preventie) ontwikkelings-samenwerking en jeugdzorg. Er blijkt uit dat er op veel terreinen wordt gewerkt aan het onderzoeken of opzetten van SIBs. Zo noemt AA als SIB investeerders ook het Oranje Fonds en Oxfam Novib die (nog) geen SIB hebben afgesloten of er niet over communiceren. AA noemt verder niet de Rabobank Foundation van de 2e Nederlandse SIB (Utrecht) noch het DBL Fonds van de 3e Nederlandse SIB (Rotterdam) terwijl de brochure behoorlijk actueel is.AA noemt bij de Development Impact Bond uit India voor meisjesonderwijs nadrukkelijk de rol van niet overheid organisaties zoals chari's en ontwikkelingsbanken/organisaties als eind financier. Blogger: waarom alleen bij ontwikkelingssamenwerking als een chari een maatschappelijk doel heeft is ze toch mede probleem eigenaar en kan dus ook als eind financier optreden waarbij het risico wordt gelegd bij de investeerders en uitvoerders.

De lobby cq appèl punten van de brochure zijn:
-Verschuif de focus van (maatschappelijke) besparingen naar waarde creatie;
-Meet zoveel mogelijk factoren van de uitkomsten maar houd de uitbetaal criteria simpel;
-Focus op deals en maak deze transparant;
-(aan overheden) Betrek meer financiële professionals bij SIBs;
-Richt een (nationaal, overheids) fonds op voor SIB financiering (Blogger: zoals in het VK).
Rapport: ABN_AMRO_Rapport_Social_Impact_Bonds  (pdf, 68 pag.)  


IRIS Data brief focus op Impact objectives 
(theGIIN, okt 2015 pdf, 10 pag.)
In IINieuws 1nov15 
 
TheGIIN het Global Impact Investing Network, publiceerde een IRIS data brief met een analyse van de door 445 organisaties gerapporteerde impact doelstellingen. IRIS is de Impact Reporting and Investment Standard die bijna 5000 impact investeerders uit 148 landen gebruiken. De Impact betreft dan well-defined, achievable en specifieke sociale en /of milieu doelen die de organisaties door hun producten, diensten of strategie nastreven.

Van de 445 organisaties hebben 100 alleen sociale doelstellingen, vooral verbetering van gezondheidszorg, toegang tot financiële diensten of schoon water. Maar ook werkgelegenheid, capaciteitsopbouw, toegang tot energie, gelijke kansen/behandeling & empowerment, voedsel veiligheid, betaalbare huisvesting, toegang tot onderwijs, togang tot schoon water, preventie tegen specifieke ziekten, toegang tot informatie. In totaal werden deze sociale doelen 1000 x gemeld.

112 organisaties hebben alleen milieu impact doelstellingen zoals duurzaam gebruik van land, behoud van natuurlijke grondstoffen en voorkomen van vervuiling en behoud van biodiversiteit. Preventie en & afval management en water bronnen management. In totaal werden deze sociale doelen 400 x gemeld. 233 organisaties hebben sociale en milieu impact doelen. De sociale impact organisaties zijn gemiddeld iets ouder: gem. 12 jaar, tegen 10 jaar voor milieu impact en 7,5jaar voor dubbele impact' organisaties. Ze hebben veel meer personeel (53 tegen 13 en 10 m/v) en ze hebben 3 keer zoveel verdiend, maar zijn behoorlijk minder vaak winstgevend dan dubbele impact organisaties met 39% tegen 86%. Van de milieu impact organisaties was daarover onvoldoende data.

Financial inclusion blijft een grote deel van de markt: 64% van de organisaties levert financial services en 11% is gericht op landbouw. Geografisch is de spreiding 24% Noord, Centraal en Latijns America en het Caraïbisch gebied tegen 18% Afrika, 10% Europa en 10% Azië en Zuid Azië.



Amy Domini on Impact Investing, Green Money Journal
Amy Domini beschrijft voor GreenMoneyJournal haar visie op de ontwikkeling van impact investing. Interessant omdat zij in 1990 een van de eerste duurzame indices bedacht: de Domini 400 Social Index*. Deze Index heeft het sindsdien cumulatief beter gedaan dan de S&P 500. Zij deed dat als als een van de oprichters van KLD een research & analytics bureau. De index sluit schadelijke sectoren uit (AGTAF) en selecteert de 400 meest duurzame bedrijven in de VS.

Sinds 1991 biedt zij via Domini Social Investing LCC fondsen aan. Naast het Social Equity Fund (large-cap domestic equity), nu ook een International Social Equity Fund (large to mid-cap international equity) en Social Bond Fund (U.S. intermediate term fixed income). Domini selecteert fondsen op basis van: Environment, Human Rights, Consumer Health & Safety, Local & National Communities, Diversity en Harmful & Addictive Products. Het heeft 1,6miljard US$ onder beheer en profileert zich op de site nadrukkelijk als woman owned & managed. Meer op Domini.

Amy Domini is daarnaast partner en trustee in The Sustainability Group in Boston dat 1,1miljard US$ beheert voor High Net Worth Families en samenwerkt met Loring, Wolcott, & Coolidge Trust, LLC. een 100 jaar oud family office in Boston. Domini schreef boeken over ethisch beleggen, was bestuurslid bij verantwoordelijk beleggende fondsen en ontving twee ere doctoraten. Ze werd door Bill Clinton geëerd bij de 1e Clinton Global Initiative in 2005. Het jaar waarin TIME haar een van de 100 meest invloedrijke mensen noemde. In 2009 noemde TIME Domini een van de 25 belangrijkste responsibility pioneers. Kortom een decennia actieve en effectieve dame.

Amy Domini blikt terug op 45 jaar inspanningen van verantwoordelijke beleggers voor positieve impact resulterend in aandacht voor mensenrechten en ecologie, beleid van overheden en NGO's en de positie van kleine beleggers. Haar ijkpunt is 1975, het jaar waarin Ralph Nader op de aandeelhoudersvergadering van General Motors 9 resoluties indiende waaronder 'greater racial and environmental voices on the board'. Een onderdeel van de campagne to Make General Motors Responsible. De focus op aandcaht voor People & Planet in het ondernemingsbeleid, het monitoren van de voorgang en het meten resultaten zijn de succesfactoren. De basis voor de relatief standaard, corporate responsibility rapportages van vandaag.
Ook de gerichte campagne om het gedrag van multinationals in Zuid Afrika te monitoren gevolgd door een des investeringscampagne omdat ze Apartheid mee in stand hielden. In 1984 werd besloten om niet meer te investeren in 162 ondernemignen of 48% (?capitalisatie?) van de Standard & Poor’s 500 index. Gelukkig werd ook het verbreden van corporate accountability research een aandachtspunt zodat verantwoordelijk beleggen niet werd beperkt tot een exclusie en des-investeringscampagne. (Noot van de Blogger: anno 2015 en de integratie van ESG (risico's) is dat een terechte conclusie. Toen ik in 2011 begin met mijn onderzoek was 95% van de verantwoordelijk beleggen feitelijk beperkt tot exclusie strategieën) Thematisch onderzoek en investeren op doelstellingen als dierenrechten, vrouwelijk leiderschap, alternatieve energie vond plaats, maar versnipperde de beweging. Terwijl het brede publiek begreep dat ook investeringen een middel zijn om de wereld te verbeteren.
Peter Kinder, Steve Lydenberg en Domini samen KLD research zagen3 drempels om die perceptie te vertalen in actief beleggen. 1: duurzaam beleggen is duur omdat het duurzaamheidsonderzoek naar niet financiële aspecten tijd en geld kost en in strijd met fiduciair beheer. 2: De waardering van (niet monetaire) waarde is een uitdaging. Hiervoor was onderzoek (en standaardisering voor vergelijking en benchmarking nodig). 3: Het dynamisch debat over de beste veranderingsstrategie.

Drempel 1 het cliché duurzaam beleggen is duur werd geslecht met door de Domini 400 Social Index die de S&P heeft verslagen en dus niet duurder is dan niet sociaal geïnspireerd puur rendement gericht beleggen.. Drempel 2 werd geslecht door SOCRATES hun CRS/ESG data bank en samenwerking. Blogger: Opvallend omdat het vaak als een 'modern' instrument wordt gezien, de verzamelde kennis werd gedeeld met gelijkgestemden Drempel 3 is overwonnen doordat het (blijven) vragen om ethisch, verantwoordelijk beleid door beleggers aan ondernemingen. Blogger: Een strategie die in West Europa waarschijnlijk meer door dialoog en institutionele investeerders wordt toegepast en waarover transparant wordt gecommuniceerd. Domini merkt zelf ook op dat: The field grew abroad more rapidly than domestically.

Tegenwoordig zijn er uitgebreide data systemen Blogger: en een aparte bedrijfstak van ESG research analyse bureau's naast de in-house ESG analysten bij grote vermogensbeheerder en institutionele beleggers.
De Verenigde Naties stapte in. Er kamen standaarden en een verklaring over fiduciair beheer en ethisch beleggen. Beurzen in opkomende landen eisten transparantie en ondernemingen kwamen over de brug met corporate sustainability reports en chief sustainability officers.

Domini zet zich af tegen het curriculum van business school waarin staat dat eerste uitsluiting synoniem was aan ethisch beleggen (Blogger: maar tot 5 jaar geleden was het wel de meest toegepast strategie in Europa volgens de EuroSIF rapportages) Domini stelt terecht: Responsible investors invest, not divest en in alle asset classes, venture capital, commodities, all of them.

Domini zag de opkomst van 'impact investing' 15! jaar geleden in Europa ofwel direct investment in venture capital ideas that would make the world better. Maar didn’t like it. It ignorantly ignored the tremendous progress ethical investors had made. Tot de opkomst van “impact investing across all asset classes.” Daar gelooft Domini in omdat het ruimte biedt aan investeringen in fantastische 'oplossingen' in relatief kleine asset classes en ruimte in grote asset classes voor investeringen door 'intellectually engaged investors, such as responsibility reporting through equity purchasing.' Blogger: Met andere woorden je moet er wel wat van af weten en flink onderzoek doen.

Domini besluit dat investing across all asset classes has the effect of honoring our past and bringing our parts together in a single fabric of making the world a better place, of acknowledging that investors to have a voice, and it should be a positive voice in each investor’s own area of strength.


Natural Capital and Financial Institutions, Transitioning towards a Green Economy door Sharon Hesp, New Foresight Economy en dr Caroline Leenders, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2015, pfd, 11 pag.)



IINieuws 15augustus15 goo.gl/SD467B

Van weakness naar opportunity
Er gebeurt veel, maar er moet nog veel gebeuren, vooral een mind shift van het integreren van milieu factoren als risico factor naar milieu als ESG kans. Als we ophouden achteruit te kijken, maar op basis van huidige optredende grondstoffenschaarste en de snel groeiende technologische vooruitgang (smart data) zijn er kansen die gegrepen kunnen worden. Hiervoor is moreel leiderschap nodig van financials CEO's. Zoals Unilever's Paul Polman dat toont voor de voedings- en persoonlijke verzorgingsmiddelen (hygiëne en preventie).
Conclusie
Leenders en Hesp pleiten voor een mindshift en een forward looking methodology en komen uit bij leiderschap voor focus op ESG kansen door de integratie natural capital (waarde) in investeringsprocessen. Dit sluit nauw aan bij impact investing in groene basisbehoeften zoals (schoon, zoet) water, biodiversiteit en vertragen van klimaat verandering.
Natural Capital and Financial Institutions, Transitioning towards a Green Economy door Sharon Hesp, New Foresight Economy en dr Caroline Leenders, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Link RVO/Financial institutes and natural capital (2015, pfd, 11 pag.)

CoP Financial Institutes & Natural Capital (CoP FiNC)
De paper is tot stand gekomen door de medewerking van Nederlandse financials die deelnemen aan de Community of practice (CoP) voor de sector: de CoP Financial Institutes & Natural Capital (CoP FiNC). De Community wordt ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken die professionele ondersteuning aanbiedt door facilitators van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, in dit geval dr Caroline van Leenders, die (hiervoor) New Foresights inhuurde.


Money Markets Matter
Ben Bingham stuurde mij pre release zijn boek Money Markets Matter, impact investing to change the world, dat op 21 april, Earth Day, uitkomt. Het is te bestellen via Amazon/Making-Money-Matter-Impact-Investing. O.a. Jed Emerson, @blendedvalue schreef aan het voorwoord waarin benadrukt wordt hoe belangrijk de kennis is die Ben deelt. Van het why of impact investing naar how. En dat catalytic capital, ofwel private equity venture capital nodig is om de ontwikkeling van nieuwe impact investing sectoren en beleggingsproducten te versnellen.

Ben is CEO oprichter van 3Sisters Sustainable Management, LLC, waar hij positive impact (Scarab) Funds managed. Het heeft 5 fondsen: Microkrediet, (leningen voor) Social Enterprises, groen vastgoed, land- en bosbouw en public equity: all cap- en private equity niche solution. Bingham is certified financial planner, maar ook opgeleid als Gestalt Psycholoog, in Spacial Dynamics, BioDynamic Agriculture en Grantsmanship. Hij werkte jaren op de Waldorf (soort Vrije) scholen van zijn kinderen, maar richtte ook de Circle of Entrepreneurs system op voor peer to peer counseling, werkte voor de WallStreetGreenSummit, the longest running and most comprehensive sustainable finance event in the industry en twee technologie start-ups. Dat ging niet altijd goed. Kortom een breed ontwikkelde impact investor met lange ervaring. Hij was ook verbonden aan Robert Rubinsteins, TBLI uit Amsterdam dat wereldwijd ESG & impact investing conferences organiseert, daar (her)kende ik zijn naam van.

Ben beschrijft zijn invalshoek voor impact investing zo op LinkedIn: My focus has been to develop the best investment options for investors in the new paradigm that supports a sustainable environment and social justice in the context of meaningful diversity and cultural richness. Now I am developing the infrastructure to find, foster and fund gamechanging innovations that can resolve essential problems over time. Volgens Ben biedt zijn boek 'an inclusive overview, giving practical advice while demonstrating how to move trillions of investor dollars towards solving the world’s many dire problems'. Toch neemt hij, goed geschreven, ruim de tijd om ons te overtuigen met zijn Money lessons learned, (aanbevolen, maar ik ben ook een biografie fan) What can we do (mn Making a plan), What will inspire us?

Om de laatste 60 pagina's te eindigen met: Guiding Thoughts for Each Industry uitgespitst naar Commodities, Materials (Natural and Manufactured), Electronics and Telecom, Healthcare, Financials, Industrials, Information Technology, Real Estate, Services, Transportation, Energy and Utilities (Nonrenewable and Renewable) en verrassend eindigend met Reflections on Gold. Zo'n brede visie biedt in die 60 bladzijden niet heel concrete suggesties, maar wel veel aanknopingspunten en waarschuwt voor valkuilen. Ook interessant zijn de (online) resources en voor levenslang leren aficionados: een internationaal overzicht van relevante MBA programma's en cursussen.

Ben Bingham Money Markets Matter, impact investing to change the world, komt op 21 april, Earth Day, uit. Bestellen via Amazon/Making-Money-Matter-Impact-Investing.



GIIN Dalberg Global Development Advisors, II in Bangladesh, India, Birma/Myanmar, Nepal Pakistan en Sri Lanka. (april 2015, pdf, 13 pag.)

The GIIN publiceerde met Dalberg Global Developmetn Advisors The Landscape for Impact Investing in South Asia met landenrapporten over

II in Bangladesh, India, Nepal en Pakistan. De landenrapporten over Birma/Myanmar en Sri Lanka volgen early 2015.


De II markt in India is het grootst 5,4miljard US$ (61%) gevolgd door Nepal bijna 2miljard US$ (22%), Pakistan 955miljoen US$ (11%) bedragen en % afgerond), Myanmar (vh Birma) 17miljoen US$ (0,2%) en Sri Lanka 12miljoen US$ (0,1%). Ongeveer een dozijn Development Finance Institutions (DFIs, ontwikkelingsbanken) zijn actief in India, Pakistan en Sri Lanka. Een veel kleiner aantal 4,3 en 2 is actief in Bangladesh, Nepal en Myanmar. In de regio komt het meeste (65-95%) impact kapitaal van DFI's en direct geïnvesteerd in ondernemingen of projecten variërend in grootte. Hierdoor sturen zij de ontwikkelingen ind e markt en van impactmeting. Soms zijn ze ook actief in beleid en regelgeving advisering.

Er zijn ongeveer 50 impact investment fondsen actief in India, 11 in Sri Lanka, 9 in Bangladesh en 7 in Pakistan. De fondsen komen van DFIs, institutionele investeerders (pensioen fondsen en verzekeraars), family offices, high-net-worth individuals (HNWIs), commerciële banken en (vermogens)fondsen. Sommige family offices, HNWIs en fondsen doen ook directe investeringen.



Co existentie

Daarnaast wordt ook (grootschaliger) geïnvesteerd in ondernemingen en producten & diensten voor de Base of the Pyramid, het miljard armsten op aarde. Dat gebeurt door fondsen, banken en rijke families die start-ups financieren binnen hun netwerk(en). Veel lokale commerciële banken geven -aangestuurd door DFIs- krediet aan SMEs (vaak door verplichtende regelgeving) Impact wordt impliciet of door de potentie van de investees bereikt door werkegelenheid, de supply chain etc.
In de regio is een relatief klein deel direct gericht op impact.

Impact Investing in sectoren
Energie: 2,1miljard US$, Financial Inclusion: 1,9miljard US$, manufacturing: 1miljard US$, ICT: 585miljoen US$, Landbouw: 550miljoen US$, Gezondheidszorg: 330miljoen US$, Farmaceuten: 308miljoen US$*, Infrastructuur: 271miljoen US$, Onderwijs: 128miljoen US$, Huisvesting: 61miljoen US$, Transport: 38mijoen US$, Toerisme en Horeca: 4miljoen US$,
Anders: 649miljoen. Onbekend: bijna 1miljard US$. Op pag. 5 staat een tabel met de sectorverdeling per land. *Je ziet deze sector niet zo vaak apart vermeld, wel interessant met het ook op de ontplofte vaccin prijzen en het (niet) beleggingsbeleid van AZG.



Investeringsinstrumenten
De verdeling schuldverlening (60-70%) en deelname is klassiek, mede door de DFIs en hun lage(re) risk appetite. Buitenlandse fondsen zijn vaker mede eigenaar/aandeelhouder. Op pag. 7 staat een tabel met het investeringsinstrument per land. NB (alleen) in Pakistan is 8% Muhabarat een Islamitische kredietverlening met (toch) een fixed interest constructie. De DFIs gaan vaak voor de grote financieringen 50miljoen US$ en de andere voor kleinere deals met minder dan 1miljoen US$ in groeikapitaal en venture ondernemingen.

Uitdagingen
Het rapport geeft ook een overzicht van de niet onoverkomelijke uitdagingen zoals regelgeving, deal sourcing, scale in terms of portfolios en deal sizes. 
Regelgeving uitdagingen zijn complexiteit, variability, inefficiency en beperkingen. Tabel 3 op pag 9 geeft een overzicht van de beperkingen per financieringsinstrument en per land.
Dealsourcing is lastig(er) door de barrière tussen formele netwerken en prospects en de onervarenheid van deze prospects met externe financiering en wederzijdse verwachtingen.
Scale in terms of portfolios en deal sizes: Mn in Sri Lanka en Nepal spelen de kleine markt(en) en kleine ondernemingen een rol, hiervoor vallen ze buiten de boot bij DFIs met hun minimale investeringseisen en maximale participaties.

Link TheGIIN/resources met aparte downloaden Executive Summary,(pdf, 13 pag.) Introduction, Bangladesh, Nepal, Pakistan Sri Lanka en Mymanmar volgen nog.


Muhammed Khan, George Serafeim en Alex Yoong 'Materiality of Corporate Sustainability' (maart 2015, pdf, 34 pag.)
In IINieuws 15mei15

Effectiefste KPI's van duurzame bedrijfsvoering
George Serafeim, Harvard Business School publiceerde een nieuw onderzoek naar effectieve en ineffectieve duurzame inspanningen van bedrijven. Serafeim is een van mijn favoriete academici voor onderzoek naar de prestaties van duurzame bedrijven en dus ook voor het investeren in duurzame bedrijven. Meer in IINieuws 15feb14 en IINieuws-15jan12. Serafeim en zijn huidige mede onderzoekers Khan en Yoong keken naar de Materiality van Corporate Sustainability en deden 3 ontdekkingen:

Aandelen van bedrijven die duurzame materiële inspanningen leveren doen het (terugkijkend) beter dan aandelen van bedrijven die hier niet goed presteren. Dat suggereert dat duurzaamheid in de bedrijfsvoering de waarde (voor aandeelhouders) vergroot.

Bedrijven die minder materiële, in het onderzoek aangeduid als immateriële duurzaamheidsissues aanpakken doen het niet slechter dan bedrijven die hier slecht op scoren, wat suggereert dat de immateriële inspanningen geen (aandeelhouders) waarde verminderen. Noot van de Blogger: dit haalt weer het cliché onderuit dat duurzaam duur is voor bedrijven en beleggers. In hun introductie noemen de auteurs een serie relevante recente onderzoeken.

Tot slot: bedrijven die goed presteren op materiële duurzame inspanningen en minder op immateriële duurzame inspanningen doen het het best. Dit geeft een indicatie van de efficiency van hun duurzame inspanningen. En is dus relevant voor investeerders die duurzaamheidsfactoren meenemen in hun allocatie beslissingen.

Materieel of niet?
De million$question is dus wat zijn de (im)materiële duurzame inspanningen? Ga naar pag. 34 voor een analyse voor 6 sectoren: health care, financials, technology & communication, non renewables, transportation en services. (Link: Twitter@alcanne/photo1, Wit betekent immaterieel, licht grijs 50-50 en donkergrijs materieel.

Aanpak: De onderzoekers gebruiken de SASB (Sustaianbility Accounting Standards Board) data set, een Amerikaans systeem voor ESG data voor de SEC (zeg maar VS AFM). GISR Classificeert het als een content gericht systeem (itt proces). Wat SASB per industrie/sector materieel vindt wordt gelinked aan een indien beschikbaar MSCI KLD* gegeven. Dat is de meest gebruikte en grootste want snel groeiende ESG data set. Er zijn slechts 109 van deze materiële data combinaties, wat SASB's claim dat het alleen relevante data verzamelt onderbouwt. 

*The MSCI KLD 400 Social Index comprises companies with high Environmental, Social and Governance (ESG) ratings and excludes companies involved in Alcohol, Gambling, Tobacco, Military Weapons, Civilian Firearms, Nuclear Power, Adult Entertainment and Genetically Modified Organisms (GMO). MSCI kld-400-social-index (pdf, 2 pag.)


Bron: GISR website Ratesustainability/CorporateSustainability (pdf, 34 pag.) of Papers.ssrn.com/2575912 (idem) NB Het paper van 5maart15 stond op 12mei 2e in de top10 van meest gedownloade papers die afgelopen maand. Link Top 10 SSRN april-mei2015


II METRICS
Linking GRI and IRIS Global Impact Investing Inetwork en Global reportaing Initiative (januari, 2015)
 

DeGIIN is ook bezig om bestaande mainstream metrics te integreren met haar eigen kwantitatieve IRIS (impact reporting investment standards) een impact meting systeem. De GIIN beschrijft IRIS als een catalogus breed geaccepteerde prestatie data die leidende impact investors gebruiken om hun sociale, milieu en financiële prestaties van hun investeringen te meten. IRIS sluit aan bij bestaande meetsystemen en is beschikbaar voor meerdere sectoren. Het kijkt naar de prestaties op Financiëel, Operationeel, Product, Sector en in het bereiken van de Sociale en Milieu doelen.



IRIS werkt o.a. samen met het Global Reporting Intiative (GRI) G4 Sustainability Reporting Guidelines. Het wereldwijd gebruikte systeem voor duurzaamheidsrapportage dat gebruikt wordt door duizenden ondernemingen. Het heeft standaard (bedrijfsvoering) en specifieke (sector) disclosures. Officieel onthullignen hier in de betekenis van rapportage. Het GRI is een non-profit organisatie die financieel gesteund wordt door overheden, fondsen en internationale organisaties. Voorbeelden zijn de Swedish International Development Cooperation Agency, het Norwegian Ministry of Foreign Affairs, het (publieke) Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) en de Australian government.

GRI rapportages kunnen worden ge upload voor onderzoek en analyse, 17,561 rapporten zijn ge-upload en nog eens ruim 5000 andere duurzaamheidsrapportages. Zoeken kan in de database.globalreporting.org (organsaties/ondernemingen) en de benchmark op Framework (sector) en key performence indicators (KPI's).


De GIIN publiceert nu een rapport / website over het linken van de systemen ''waarmee het de consistentie en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsdata wil versterken en corporate reporting efficiënter en effectiever wil maken''. 

Het complementaire karakter zit hem in de combinatie van de key performence indicators (GRI) ofwel wat rapporteer je en de meetsystemen van de IRIS catalogus voor de onderliggende data. Hoe rapporteer je. Door het linken is nu afgesproken waar je de IRIS data rapporteert in het GRI systeem.



Op de website 29pagina's met KPI data zoals Client Feedback (OI5049) deze geeft aan of de organisatie een feedback systeem heeft en een feedback (klachten?) procedure en systeem en of commissie. Sluit aan bij G4-58.





2014


Business and investors: providers and users of natural capital disclosure. Een paper van KPMG ( accountants & consultants Sustainability Services UK), Flora & Fauna International (FFI) en ACCA de Association of Chartered Certified Accountants. (2014)

Zij werken samen om ''bewustwording en begrip te vergroten bij accountants van hun rol in accounting for natural capital. Eerst een definitie, want ik ben de term bij impact investing (reporting) nog nooit tegen gekomen. Natural capital zijn de onuitputtelijke en eindige natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden in productie en distributie processen. Onuitputtelijke hulpbronnen zijn wind, zon, getijden, geothermie, waterdruk, etc. Ofwel de bronnen voor hernieuwbare energie. Eindige hulpbronnen zijn grondstoffen zoals olie, gas, metalen, delfstoffen en (zoet) water. In de paper is de definitie: ‘the stock of natural ecosystems that yields a flow of valuable ecosystem goods and services’. Het zijn zowel ruwe, pure grondstoffen als producten (ecosystem goods) en diensten die gemaakt kunnen worden dankzij die ruwe grondstoffen in combinatie met... Zoals landbouw producten: denk niet alleen bijv. koffie, maar ook palmolie dat gebruikt wordt voor voedsel, cosmeticica, personoonlijke verzorging (hygiëne), diervoeder en biobrandstof. Een bos naast een rivier kan gebruikt worden voor bosbouw, maar ook vruchtbare grondvast houden en overstromingen voorkomen.



De doelstellingen van het paper zijn: -1- de voordelen aantonen van natural capital reporting, voor impact en interdependenties / afhankelijkheden; -2- Het verzamelen van natural capital reporting voorbeelden uit de praktijk bij ondernemingen; en -3- laten zien hoe ondernemingen beter kunnen voldoen aan behoeften van investeerders aan kennis en inzage in deze risico's.

Hoofdpunten: Natural capital reporting komt op, maar slechts enkele ondernemingen zijn leidend; Ondernemingen rapporteren over natural capital door groeiend inzicht in de relatie met de winstgevendheid en de waarde voor investeringskeuzes*; De manier waarop ondernemingen rapporten over natural capital is divers, dus weinig gestandaardiseerd, transparant of vergelijkbaar. Maar dat zal in de toekomst veranderen en dit zal investeerders helpen om natural capital factoren mee te nemen in hun investeringsbeslissingen. *Bij de vertaling vroeg ik me af of hiermee zowel interne en externe (bedrijfs)investeringen mee worden bedoeld als beslissingen van externe investeerders.



De uitdaging is om natural capital beter te managen, door duurzaam te ondernemen, rentmeester te zijn over natuurlijke hulpbronnen, transparant te rapporteren en om investeerders (beter) inzicht te geven in de bedrijfsvoering (risico's). De dreiging is vrij apocalyptisch waarbij ondernemingen en economieën niet langer kunnen functioneren door tekorten aan of onbetaalbaarheid van benodigd natural capital. Ondernemingen geven door hun duurzaamheidsrapportages aan hoe zij sturen op impact en afhankelijkheid van de samenleving en het milieu ofwel beschikbare natuurlijke hulpbronnen. Investeerders kunnen hun keuzes en beslissingen nemen op basis van dit beleid en dat beïnvloedt weer de ondernemingsstrategie en prestaties.

In Figuur 1 wordt getoond hoe Natural capital and business samenhangen. Vet& schuin zijn ''krachten'' en schuin ''machten''. Impacts >Natural capital use> causes> Natural capital scarcity and impacts > creates >Corporate risks> drives >Investor decision making> influences >Company performance > Impacts etc.

Figuur 2 laat zien hoe een cyclus ontstaat van natural capital management door sustainability reporting. Vet& schuin ''krachten'' en recht ''machten''. manages > Sustainable management of natural capital > reduces > Natural capital scarcity and impacts > mitigates > Reputational, operational, regulatory, supply chain risks > provides > confidence Investment sources (e.g. Banks, pension funds etc) > justifies > Organisational sustainability and natural capital strategy > manages > etc.



Door twee belangrijke rapportage systemen wordt natural capital al genoemd: de IIRC (International Integrated Reporting Council) als een van de 6 'capitals' (financial, manufactured, intellectual, human, and social and relationship). De GRI (Global Reporting Initiative) sustainability reporting guideline noemt: grondstoffen, water, biodiversiteit en afval. Ook NGO's, overheden en publiek-private netwerken werken er mee: de Wealth Accounting and the Valuation of Ecosystem Services (WAVES), de Natural Capital Coalition, Globe International, de European Environment Agency en de Britse Natural Capital Committee. KPMG signaleert dat de 4 grote accountancy bureaus met het onderwerp bezig zijn via initiatieven, eigen projecten en clientbased research. Het beschouwt het als een verbreding van de focus op grondstoffen en water management die in een klantenonderzoek in 2013 werden genoemd als issues die in megatrends de bedrijfsvoering zullen beïnvloeden.

Door twee belangrijke rapportage systemen wordt natural capital al genoemd: de IIRC (International Integrated Reporting Council) als een van de 6 'capitals' (financial, manufactured, intellectual, human, and social and relationship). De GRI (Global Reporting Initiative) sustainability reporting guideline noemt: grondstoffen, water, biodiversiteit en afval. Ook NGO's, overheden en publiek-private netwerken werken er mee: de Wealth Accounting and the Valuation of Ecosystem Services (WAVES), de Natural Capital Coalition, Globe International, de European Environment Agency en de Britse Natural Capital Committee. KPMG signaleert dat de 4 grote accountancy bureaus met het onderwerp bezig zijn via initiatieven, eigen projecten en clientbased research. Het beschouwt het als een verbreding van de focus op grondstoffen en water management die in een klantenonderzoek in 2013 werden genoemd als issues die in megatrends de bedrijfsvoering zullen beïnvloeden.



In het paper wordt gekeken naar het gebruik van palm olie, soja, rundvlees, katoen en suiker omdat ze zijn aangemerkt als prioriteit commodity/natural capital door het WereldNatuurFonds (WWF). Voor deze grondstoffen zijn (meerdere) internationale initiatieven (en standaarden) waarin de aangesloten ondernemingen rapporteren over hun gebruik/productieprocessen in hun duurzaamheidsverslagen (beleid, doelstellingen, prestaties en ambities). In het paper heeft elke grondstof een paginagroot overzicht wat de issues& impacts zijn, hoe 3 (grote) ondernemingen omgaan met de grondstof (verduurzaming doelstellingen, audits en certificering van toeleveranciers), lidmaatschappen van verduurzaming initiatieven en hoe zij hierover rapporteren (meestal GRI).  
Noot van de Blogger Bij het gebruik van suiker zijn de ondernemingen echter Bunge (Brazilië, agribusiness & food en biomassa), Coca Cola en Bacardi (alcohol), multinationals waarvan de producten een negatieve impact op gezondheid hebben. Bij Rundvlees hebben we het over een gezond product dat echter niet duurzaam is door de grote hoeveelheid plantaardig voedsel die nodig is voor de productie waarvan een deel ook geschikt is voor menselijke consumptie en basisbehoefte voedsel ondermijnt. Interessanter zou de productie van eieren en kippen zijn.


Investor relations (needs)

Investeerders hanteren verschillende manieren om inzicht te krijgen in de afhankelijkheid van natural capital van ondernemingen. Sommigen focusen op corporate engagement, appèleren om meer transparantie over het gebruik van natural capital, het aanbieden van tools& informatie, kijken naar specifieke issues, zoals water of klimaat verandering of high-impact commodities (grondstoffen). Dit geeft de diversiteit in de benadering en hun informatiebehoefte aan Er wordt veel gebruik gemaakt van kwantitatieve data en dat roept meteen de vraag op over de kwaliteit en beschikbaarheid. Investeerders hechten aan standaarden per grondstof die niet de best practice zijn, maar wel benchmarks mogelijk maken. Sommige grondstoffen / issues zijn al veel verder in standaarden en rapportage dan anderen zoals water en klimaatverandering versus biodiversiteit. Investeerders hechten aan kwalitatieve rapportage omdat het ook een teken is dat een ondernemingen integreert met haar risicobeleid. Bijvoorbeeld: EIRIS kijkt naar kwantitatieve rapportage van water consumptie maar ook naar kwalitatieve rapportage over efficiënter gebruik. Rapportage & metrics zijn terreinen waarin dialoog& engagement van investeerders een belangrijke rol spelen. Ook het doortrekken van goed natural capital management in de supply chain is een onderwerp waar investeerdes aan hechten.
Conclusie

Natural capital disclosure is uit de aard van haar doelstellingen een milieu risico's kennisinstrument voor investeerders. De impact meting blijft vooralsnog steken op niveau 2 impact bijsluiter; Dit beleggingsproduct hecht aan Environment, Social & Governance factoren en heeft de risico's geïntegreerd. Dat betekent niet dat vanuit impact investing gezien de ontwikkelingen op dit gebied minder interessant zijn. Meer inzicht in E(SG) risico's, interdependenties en (negatieve) impact scenario's kan prioriteiten agenderen voor zowel risico als kansen.



Business and investors: providers and users of natural capital paper van KPMG, FFI en ACCA. Link KPMG/UK/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/Audit/natural-capital-reporting (2014, 11 pag, pdf)


Learning from failures in venture philanthropy and social investment (European Venture Philanthopy Association, downloadbaar na gratis registratie, pdf, 80 pag., december 2014) 
In IINieuws 1mei2015


Learning from failures
Ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan onderzocht en publiceerde de EVPA European Venture Philanthropy Association:
Learning-from-failures-in-venture-philanthropy-and-social-investment. De minder leuke ervaringen van een dozijn chari's. Haar CEO Kurt Peleman legt hierboven in ''II Thinking voor Chari's'' Be bold and fail forward uit waarom 'why EVPA is celebrating failures'. Een trend in het VP wereldje gestart door de Shell en de ONE Foundation waarvan de Declan Ryan zijn team aanspoort met: 'If we are not failing, we are not taking enough risk. What failures have we had so far?'. Noot van de Blogger: Ik heb de ExSum, het begin van de introductie en de Conclusion gelezen.

De mislukkingen zijn gegroepeerd in intern, strategisch en bij de uitvoering. Meer gedetailleerd samengevat in een figuur (pag.10) die als checklist kan worden gebruikt. NB De Venture Philanthropy Organisatie (VPO) is hier een intermediair tussen donoren & investeerders en uitvoeringsorganisaties en heeft dus zelf geen of beperkte middelen. De checklist wordt toegelicht in de ExecSum pag. 10-14.

Organisatie
Fondsenwerving model (patient capital belngrijk mn bij early stage investees en sectoren)
Aansturing (managing investors expectations & multi-disciplinaire teams)
Bemensing (van multi-disciplinaire teams)
Andere belanghebbenden (bestuur versus management, maar ook pro-bono contributors en vrijwilligers en beneficiaries; de doelgroepen)

Strategisch (de specifieke bijdrage van de VPO en het meest gevoelig voor mislukking)
Investeringsfocus (realistisch? Werkbaar?)
Interventie modellen
Type Social Purpose Organisatie (vaak non-profit, het type is bepalend voor het financierinsinstrument)
Financieringsinstrumenten (giften en leningen)
Co-investeringsbeleid (doelen en waarden harmonie, maar ook lokale partners van/voor de investees)
hands on investing is key component
Note on risk: When financial drivers are related to social drivers, the
mission drift is less of a risk, so aligning the two reduces the risk of failure on one driver. p.13.

Uitvoering
Deal screening
Due diligence
Deal structurering
Investment management (een van de belangrijkste toegevoegde waarden van VP)
Exit

Opvallend: veel VPO's richten zich na verloop van tijd méér op de sociale sector op basis van hun ervaringen, goede en slechte, en/maar hierdoor kan de impact worden opgeschaald.

Op in de Introduction op pag 18 een mooie definitie 'Venture Philanthropy works to build stronger social organisations by providing them with both financial and non-financial support to increase their societal impact''. En de cyclus: 1 High engagement: support of few organisations → 2 Organizational capacity-building → 3 Tailored financing → 4 Non-financial support → 5 Involvement of networks → 6 Impact measurement → 7 Multi-year support.

En een interessante opsomming in het kader van het waarom van het onderzoek naar mislukingen:

The Benefits of transparency:
Less time spent explaining goals and strategies to potential grantees
Better, more on-target grant proposals;
More effective and informed grant-making based on feedback from grantees and other stakeholders;
Stronger and more open relationships with grantees and other non-profit organisations;
Closer relationships with other foundations, leading to more collaborative grantmaking;
Increased public trust; Bron: Parker, S., 2014, “Opening Up: Demystifying Funder Transparency”. GrantCraft. Er is ook een failures website: Admittingfailure.org met resources, cases en blogs.

Conclusie
De conclusie somt uitgebreid pag. 71–74 diverse risico's op, die ik niet allemaal vertaal. Wel bij de 1e en laatste: Fondsenwerving (Voeg rand activiteiten toe zoals consultancy voor meer inkomsten, Recycle kapitaal (revolverende fondsen en herinvesteringsafspraken, Zorg voor voldoende omvang om de management fees laag te houden, Werk mee aan de bewustwording voor VP om investeerders aan te trekken en op te voeden, Zoek naar investeerders die passen bij de investeringsstrategie) Aansturing van de investee, Staff of the VPO, Engage other Stakeholders, Investment focus, Models of Intervention, Types of SPO's, Financing instruments, Co-investment policy, non-financial support, deal screening, due diligence, deal structuring, investment management, exit (plan vooruit en 'in'; maak een plan B voor/bij gewijzigde omstandigheden; blijf de investee monitoring post-exit om de impact te beschermen.

Link: EVPA/Learning-from-failures-in-venture-philanthropy-and-social-investment (downloadbaar na gratis registratie, pdf, 80 pag.)
Samenvatting in het Engels thechanger.org/failure-report-learning-failures-venture-philanthropy-social-investment 'At last, somebody is talking about failure'.... The report also outlines concrete advice such as: Why focus and flexibility are key to succeeding in VP/SI; How to deal with the risk of investing in an SPO with an undeveloped product/service; What skills your board and that of the SPO require to be well placed for success; Why you should consider handing your management team more power in decision making; How to mitigate risk in a co-investment strategy 

The State of play of Social Impact Bonds door Ecorys en ATP Consultants (november 2014). 
In IINieuws 15december14

SIB's: Challenges & Benefits
Ecorys en ATP consultant publiceerden een rapport (pag) met een overzichtelijk ExecutiveSummary (8 pag) over de State of play of Social Impact Bonds van Britse SIB's.

De belangrijkste voordelen (toegelicht in een tabel, pag.6):
• Extra financiering door investeringen;
• Verhoging samenhang financiëel en sociaal rendement;
• Bevordering outcomes cultuur bij service dienstverleners;
• Beter (prestatie)contract management;
• Meer innovatieve dienstenlevering; en
• Meer impact bij beneficiënten

De belangrijkste uitdagingen zijn: (toegelicht in tabel op pag.7)
De rol van investeerders en intermediairen wordt slecht begrepen door toekenners en dienstverleners;
• Dienstverleners hebben moeite om het bewijs te leveren dat hun interventies succesvol zijn;
• De schaal van een SIB moet groot zijn om de investeringen (letterlijke en voorbereiding&, begeleidingskosten) waar te maken;
Een contract afsluiten dat alle partijen past.

De conclusies liegen er echter niet om. Het onderliggend bewijs voor de effectiviteit van Sibs (constructies) ontbreekt nog hoewel de ervaringen van de betrokken pioniers (investeerders, begeleiders en uitvoerders) positief zijn. Zij willen er verder mee. De onderzoekers vonden de ontwikkelingen en vooruitgang echter traag (mn buiten het door de overheid aangezwengelde traject en bijbehorende financiering) en de processen complex. Steun aan lokale SIB's in cruciaal om de beweging gaand en groeiend te houden. Ook innovatie binnen de SIB beweging is belangrijk vooral om SIBs als maatprodcut te ontwikelen zodat de verwachtingen en ambities van de diverse betrokken partijen kunnen worden waargemaakt.

Tip van James Ronicle in de LinkedIn SOCIAL IMPACT BONDS Group

 


Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan

In IINnieuws 15nov14
 
De doelgroepen zijn CIO's, Chief Investment Officers met dus veel pro II argumenten en beleidsmakers met rollen voor de overheid als market steward participant & builder. In de inleiding staat een mooie definitie van impact investment, het aligns the positive power of private capital with the social and environmental needs of society at large. Het gaat in op het huidig marktaanbod van sociale investeringen met rendement ambities en presenteert een framework voor de integratie van impact investments in a balanced investment portfolio zonder financiële doelen en fiduciaire verplichtingen van Chief Investment Officers en vermogen beheerders te compromitteren. Dit framework is gemaakt door Mads Pedersen, Head of Asset Allocation Discretionary at UBS Wealth Management. In het laatste deel voor de overheid op basis van haar rol als Market Steward, Participant en Builder, zie hiervoor het eindrapport in IINieuws-1oktober14. NB Er wordt wel uitgebreid ingegaan op drempels voor vermogensbezitters in een Matrix op basis van de huidige markt, fiduciair beheer, regelgeving etc. op pag 18-19.


De aangevoerde argumenten voor asset allocatie naar social of impact investments: kansen voor waarde gerichte investeerders, diversificatie en nieuw en snel groeipotentieel door de onderliggende echte vraag. De aanbod kant market e.e.a als responsible, duurzaam/sustainable/ESG of impact. In het laatste geval kan rendement worden gemaakt, impact winst worden afgezet tegen een daling van maatschappelijke kosten of rendement worden ingeleverd voor (meer)impact. De markt van impact organisaties en traditionele sociale sector instellingen en chari's wordt in een matrix gezet met die 3 varianten. In de matrix PE/CV fondsen, social/charity bonds, Social Impact bonds, Development Bonds en garantie stellers en zacht lening verstrekkers.



Het wijst op het grootschalig voorkomen van allerlei investeringen in sectoren (zoals gezondheid) en ondernemingen die (meetbare) impact nastreven maar als goede investering worden gezien door financieringsverstrekkers. Ook kan overheidsbeleid hier een goede randvoorwaarde zijn, bijvoorbeeld fiscale faciliteiten. Het laat zien dat impact oriented financiers (vermogensfondsen, filantropen, ontwikkelingsbanken) seed of startkapitaal geven, capaciteitsfinanciering garanderen of opschaling financieren met hogere risico neming.

De 'is het asset class?' discussie Hoewel impact investing in alle asset classes kan worden bedreven wordt het soms gezien als aparte alternatieve asset class. Dat heeft voordelen gebudgeteerde gespecialiseerde teams ervaren met impact meting, financieringsmodellen en netwerken kunnen sneller, op kortere termijn meer kapitaal aantrekken en de impact investing sector laten groeien.

Als impact investing wordt geïntegreerd moeten rendement, risico en spreiding en liquiditeit (exit's) criteria worden vast gesteld; de traditionele verwachtingen van de kapitaalmarkt. Vanwege de variatie in het aanbod en het korte track record (limited evidence base) adviseert de auteur zowel top-down (macro economische markt-specifieke criteria en asset class proxy modeling) als bottom-up (security of per deal) overwegingen mee te nemen.

Portfolio implementatie moet deal-by-deal gedaan worden vanwege de security-specifieke risico/rendement verwachtingen binnen het portfolio framework. Vanuit het top-down perspectief, benadrukt men diversificatie, spreiding over veel impact deals of fonds en sub-asset classes.

Op pag 15 staat een model portfolio met onderaan impact investments per strategie (Income 11%, Yield 8%, Balanced 12%, Growth 11%). Wanner we die vergelijken met dezelfde portfolio zonder impact investments op pag 12 verschijnen daar allemaal lagere rendementen en met minder volatiliteit.

Rendement (per jaar)
Met impact verwacht 5 jaar
4.1% 5.1% 5.9% 6.7%
Zonder impact verwacht 5 jaar
3.9% 4.7% 5.5% 6.3%
Volatiliteit
Met impact verwacht per jaar
3.6% 5.3% 7.3% 9.7%
Zonder impact verwacht per jaar
3.6% 5.5% 7.5% 10.1%



Rapport: Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan

 


From Ideas to Practice, Pilots to Strategy II Practical Solutions and Actionable Insights on How to Do Impact Investing Industry Agenda Een World Economic Forum 2015 Rapport (Sept, 2014)

Het rapport is een vervolg op het rapport van vorig jaar met daarin o.a. het Sonen Capital portfolio model waarop ik de impact bijsluiter voor beleggingsproducten heb gebaseerd. In het rapport wordt specifiek aandacht besteed aan Democratizing Impact Investing for Retail Investors, (4.1) Catalysing the Market of Socially-conscious Retail, Investors en (4.2) Creating and Distributing Impact Products for Retail Investors (pag. 17-23) Ik lees alleen dit onderdeel en maak van 4.1 een samenvattend stappenplan.

4.1 Een Stappenplan voor Retail Impact Investing

Online kanalen en platforms inzetten met lage instap bedragen; hiermee is de toegang voor private investeerders en hun financiële adviseurs door laagdrempelig;

Strategische partnerschappen voor voldoende capaciteit en efficiency (vanwege de marktopstart uitdaging);

Belangrijke doelgroepen voor investment marketing, maar vooral voor impact investing, zijn vrouwen en Millennials die hechten aan de impact van hun investeringen. Vrouwen zullen wereldwijd 70% van de 41biljoen vermogen erven en de helft van de vermogenden zijn geïnteresseerd in ES integratie tegen een derde van mannen.

Het stappenplan vervolgt aan de hand van een Community Investment Note van Calvert Foundation, een bekende ervaren SRI producten aanbieder. Met deze ervaring werkte het samen met high-impact, lokale organisaties voor betaalbare huisvesting, onderwijs en duurzame landbouw in de VS en wereldwijd die groeikapitaal nodig hebben. Investeerders krijgen tussen de 0,5% en 3% rente (fixed financial returns) gebaseerd op fair rates voor de leners. Investeerders krijgen impact rapporten zoals het aantal gecreëerde banen, gebouwde huizen, plekken op scholen en leningen aan vrouwelijke ondernemers en duurzame boeren. NB de investeerders vinden de verhalen aantrekkelijker voor dan de kale cijfers. (!)

Calvert zorgde ervoor dat de Note oogde als een obligatie want (retail) Impact investeringsproducten moeten stabiel rendement en duidelijk impact bieden. Daarnaast werkte Calvert samen met een underwriter en een distributeur van obligaties (fixed-income securities) om de Note te kunnen aanbieden bij brokers. (Want) Het (retail?) investeringsgeld zit bij Brokers dus moeten producten op maat worden aangeboden/ ontwikkeld. Bovendien werkte Calvert nauw samen met de brokers om de due diligence te doen omdat het een nieuwe en uniek product betrof. Dat koste veel tijd en de deal size 50 tot 100miljoen US$ is klein voor brokers, dus ze waren echt geïnteresseerd in innovatie als dit paste bij hun eigen missie doelstelling. Maar ze hadden weinig ervaring met duurzaam en impact investing. Calvert begin al in 2007 een samenwerking met MicroPlace, (toen) de enige online broker-dealer gespecializeerd in microfinanciering voor retail investors. In 2008 had het (al) 8000 nieuwe investeerders via MicroPlace en 30% groei in de verkoop. Men begint met 20US$ en groeit (mede door inkomenstoename) door naar 200US$ per gemiddelde investering. Blogger jammer genoeg staat hier niets over periodiek beleggen: een populair thema in Nederland en ook belngrijk voor chari fondsenwerving.


Het vrijmaken van organisatie capaciteit voor compliance, marketing, sales, customer service en administratie kan een uitdaging zijn vooral voor impact investing, daarom benadrukt Calvert strategic partnerships die complementary strengths opschalen om de sector verder te ontwikkelen.
Het begon al in 1998 met de
partnerships met high impact organisaties maar haalde met de 1e Note 10miljoen US$ op en herhaalde de exercitie voor Habitat for Humanity en VisionFund International.
Het begon in 1999 met Community Investment Partners dat due diligence, asset management, investor administratie en consulting services aanbiedt. Tegenwoordig adviseert het vooral institutionele beleggers.
Sinds 11sept2001 biedt het via haar eigen Calvert Foundation Giving Fund Donor Advised Funds aan: een fiscaal aantrekkelijk en qua doel en vermogensbeheer geoormerkt geef constructie aan (zoiets als een Fonds op Naam?) zonder dat een hierdoor eigen chari moet worden opgericht. Hieruit ontstond de non-profit ImpactAssets voor impact investing door filantropen en individuele investeerders. Het voerde de campagne 'Ours to Own' voor (fondsen)werving voor lokale doelen met impact.
4.2 Bouwen en afzetten van retail Impact Producten
Impact investing moet flink opgeschaald worden om echt betekenisvolle sociale, economische en milieu resultaten te bereiken. De huidige markt (structuur) is beperkend volgens de auteurs van TriLinc Global die impact fondsen voor institutionele investeerders managen. Ze hebben ook al enkele retail producten met impact verantwoording. 

Door het betrekken van de 75 miljoen particuliere investeerders in de US met hun 17biljoen US$ vermogen kan de markt (wel) worden opgeschaald. Volgens de auteurs van TriLincGlobal moeten impact investing producten verkocht worden ze worden niet gekocht. Om particulieren te betrekken moeten impact investeringsproducten worden aangeboden als 'gewone' beleggingsproducten qua structuur, marketing en distributie om marktaandeel te verkrijgen. Denk aan rendement(verwachting), risico en verhandelbaar zijn en aangeboden via financieel adviseurs. Als een behoorlijke omzet wordt gerealiseerd kan het omslagpunt bereikt worden waardoor ook andere (complexe?) impact investing aantrekkelijker worden.

In de VS zijn (slechts) 3.3 miljoen particuliere accredited investors waardoor de markt van potentiële impact investeerders klein is. Bovendien schakelen vermogenden adviseurs in die als 'poortwachters' werken. Direct investments daarentegen vereisen geen accredited investor status en bieden (wel) toegang aan nieuwe innovatieve alternatieve investeringen.



Kortom: deze auteurs bedrukken (ook) het aanpassen van de product structuur aan retail investeerders ervaring en verwachtingen en een effectief distributiekanaal via geregistreerde investeringsadviseurs (RIAs) en onafhankelijke broker-dealers en banken. 
 

TriLinc biedt ook een stappenplan:

Bepaal maatschappelijke problemen, uitdagingen waar (veel) privaat kapitaal een verschil kan maken door marktgerichte opschaalbare oplossingen.

Doe grondig marktonderzoek naar de financiele doelen van retail investeerders (portfolio's, strategie, activiteiten en trends).

Ontwikkel bekende producten met impact voor particuliere investeerders en bepaal een effectief systeem voor de distributeurs vergoedingen.

Registreer zo als public equity (toegankelijke, laagdrempelig)

Zoek een gespecialiseerde (groothandel) distributeur als partner met een uitgebreid afzetnetwerk.   Vul top-down macro-economische analyse voor portfolio beheer aan met diensten van (sub)adviseurs (van institutionele investeerders) over trends, risico's en kansen. Op financieel, juridisch, on-site inspecties, sector analyse, lokatiebezoeken, ESG beleid en de impact data verzameling.

Wees transparant over het rendement en de impact rapportage. Per kwartaal en jaarlijks. TriLincGlobal heeft hiervoor een eigen systeem the TriLinc Impact Measurement Engine (TIME). Dat volgt, analyseert en rapporteert. Op pag. 22 staat een gedetailleerd overzicht dat eigenlijk pook een soort stappenplan geeft.


TriLinc geeft ook aan wat ze al doende geleerd heeft: Impact Investering producten worden verkocht niet gekocht, ze moeten actief aangeboden worden en worden niet direct gevraagd. Impact Investing is (nog) onbekend, maar geen aanvullend, niche product, de trend en verwachting is dat de markt sterk zal groeien door de komende grote vermogensoverdracht aan nieuwe investeerders. (Vrouwen en Millennials) Ook al bieden sommige beleggingsadviseurs al impact producten aan, maar vooral omdat het marktconform rendement biedt en de portefeuille verbreed/spreidt.

Het managen van (grote) onvoorspelbare kapitaal instroom van particuliere investeerders vereistzowel flexibiliteit als streng zijn. Niet geplaatst kapitaal koste rendement dus zorg er voor dat de deal pipeline en het aanbod goed in beeld zijn. Een breed impact spectrum helpt hierbij.

Het creëren van public equity kost tijd en geld houd daar rekening mee.

Direct impact investment producten kunnen impact investing innoveren en de (afzet)markt snel doen groeien.


From Ideas to Practice, Pilots to Strategy II Practical Solutions and Actionable Insights on How to Do Impact InvestingIndustry Agenda

A report by the World Economic Forum Investors Industries WEF ImpactInvesting_Report_FromIdeastoPractice_II (pdf, 44 pag.)

Samenvatting van het hele rapport op de WEF site: From Ideas to Practice, Pilots to Strategy II is the second publication in the report series. In it are eight articles what are meant to expand on the topics covered in the first edition. This publication includes information on innovative products that have been designed to engage retail investors as well as frameworks to build an impact investing strategy for asset managers. It also looks at the role academic institutions can play in building the field of impact investing.


Real Assets Primer door Sonen Capital (Sept 2014, 23 pag.)
In IINieuws 15nov14
Sonen Capital publiceerde in sept 2014 een Real Assets Primer. Sonen Capital (Sonen) heeft een portfolio strategie voor impact investing ontwikkeld voor de KL Felicitas Foundation met public en private equity. Hun strategie is aangeboden aan het World Economic Forum in Davos eerder dit jaar als voorbeeld voor mainstream implementatie van impact investing. De Sonen methode was de katalysator voor de ontwikkeling van mijn impact bijsluiter, zij het dat ik er basisbehoeften en impact katalysator sectoren in heb opgenomen. Sonen hanteert sustainable en thematic en het traditionele asset allocatie model met public equity fixed income, stocks, real estate, private equity.

De belangstelling voor impact investing wordt mede aangewakkerd door de betere prestaties van duurzame beleggingen en m.n. microkrediet tijdens de financiële crisis van 2008-2009 en de zoektocht naar meer beter presterende sectoren. Paul Pomares, de directeur van Sonen zet in het voorwoord wat directer in: hij betreurt de traditionele investeerders focus op de olie & gas industrie, edelmetalen, of grondstof intensieve activiteiten zoals vastgoed ontwikkeling en conventionele landbouw die als ongewenst bij effect milieu verwoestend zijn. Met het rapport wil SC een introductie geven van de belangrijkste trends in en voordelen van sustainable real assets investing. 
 

Real Assets

De definitie van Real Assets: ze omvatten tastbare, en meestal niet financiële voorwerpen waarmee iets geproduceerd kan worden. Het kan wel cash zijn, maar dan van een betrouwbare stabiele munt. Real assets vereisen lange termijn investeringen door de productieperiode. Vastgoed is een kenmerkend voorbeeld, maar ook edelmetalen, bosland, akkerland, olie- en gas, voedsel grondstoffen etc.



Sonen kijkt naar Real Assets met vooral groene neveneffecten: Sustainable Timberland, Sustainable Agriculture, Green Real Estate, Sustainable Ecosystems en Green Infrastructure. (hieronder later meer)

Met uitzondering van de door SC genoemde real assets zijn laatste allemaal sectoren die in mijn model impact investing portfolio staan. Noot van de Blogger: En van de laatste vraag ik me natuurlijk nu af waarom eigenlijk niet? Ik vermoed dat het vooral komt door een gebrek aan bereikbare investeringen voor kleine public equity beleggers ie. Ik ben ze niet tegen gekomen. Maar ik mailde er laatst over en toen wees ik op de aandacht in dit blog smart grids voor hernieuwbare energie en ander IT gebaseerde toepassingen om energie of water te besparen binnen de infrastructuur. NB TIAA CREF noemt water treatment als voorbeeld van green infrastructure (zie bronnen)
Wat betreft de groene insteek van Sustainable Real Assets: er is een intrensiek verband van waarde creatie en duurzame bedrijfvoering wat betreft milieubewust ondernemen (energie, water, grondstoffen besparing etc) en de financiële resultaten.

De wereldwijde megatrends van grondstoffen schaarste en de toenemende vraag door bevolkingsgroei,verstedelijking en groeiende welvaart in opkomende markten stimuleren marktgedreven kansen om duurzame bedrijfsvoering te incorporeren in sectoren waar natuurlijke grondstoffen en milieu belangrijk zijn.

Sonen ziet vanuit portfolio management 5 voordelen:
Competitive Total Return: vooral door stabiele Cash Flows dus regelmatig en voorspelbaar, maar ook door lange termijn waardegroei.

Unique Value Drivers: Real assets ontlenen hun waarde aan de onderliggende goederen die in tijden van schaarste kan toenemen. Sonen kijkt ook naar potentiële waardeverhogers en het effect van beter operationeel management. Een voorbeeld: akkerland kan meer opleveren door gebruik van kunstmest waardoor ook de waarde van het land toeneemt.

Diversificatie (door lagere correlatie): Real assets hebben een lagere correlatie met andere asset classes -vooral degene die gevoelig zijn voor economische groei – maar ook met elkaar. Zie bronnen TIAA CREF

Inflatie Hedge Real assets kunnen inflatie risico verminderen en (daardoor kosten van) currency hedge overbodig maken;

Downside Protection door hun intrinsieke, innerlijke, waarde in vergelijking met de ontwikkeling van public equity bij neergaande markten.

TIAA CREF (zie bronnen) benadrukt dat de prijs “niet elastisch” is, schaarste en hogere prijzen beïnvloeden de vraag nauwelijks. Consumenten en overheden betalen wel omdat er geen alternatieven zijn. Bovendien wijst het op de geschatte verwachting dat portfolio asset allocatie kan stijgen naar 25% in Real Assets, dat heeft natuurlijk ook een prijsverhogend i.e. Waarde vermeerderend effect,

Sustainable Real Assets strategiën gaan uit van het conventionele perspectief van lange termijn benadering om de onderliggende waarde optimaal te realiseren en de ambitie om milieu en sociale voordelen te realiseren. De link met natuurlijk grondstoffen versterkt deze voordelen. Sonen noemt 5 specifieke sustainable real asset sub sectors maar benadrukt dat deze onderling wel veel verbanden hebben.
 
Duurzame bosbouw investeringen waarbij vervangingsaanplanting, groei, oogst, verwerking, distributie van producten duurzaam wordt aangepakt;
Duurzame landbouw investeringen omvatten meestal de aankoop en het managen van landbouw (boerderijen voor land- en veeteelt) en of bedrijven in de waardeketen die duurzaam opereren om financieel rendement te behalen.
Groen Vastgoed investeringen in vastgoed dat milieuvriendelijk ontworpen, gebouwd, verbouwd en gebruikt wordt door energiegebruik en broeikasgas emissies te beperken.
Duurzame Ecosystemen investeringen in land(schap) met hoge beschermings waarde (water- en voedselveiligheid) en het behouden en versterken van ecosysteem voordelen, waardoor kostbare infrastructurele voorzieningen niet (meer) nodig zijn. Denk aan de natuurlijk3 waterfiltering in onze duinen, maar dan moet je die wel schoon en in stand houden.
Groene infrastructuur investeringen in hernieuwbare energie (wind-, water-, zonne-, biomassa energie, biobrandstof etc.) verbeterde energie efficiency, recycling voor energie opwekking, afval management en recycling en de water infrastructuur.

In het rapport worden deze sub-sectoren, (supranationaal) overheidsbeleid, denktank aanbevelingen en investeringsopties uitgebreider besproken. Pag. 7-22. NB Pensioensfonds/institutionele impact investeerder TIAA CREF waarschuwt in haar Real Assets case dat: Investing in real assets requires significant technical expertise, access to capital and local partnerships in strategic locations around the globe. TIAA CREF concludeert 'Real assets zullen de belangrijkste motor zijn voor lange termijn wereldwijde economische groei in de komende decennia als de wereld(bevolking) en consumptie vraag en niveau groeien doordat armoede afneemt. Om dit bij te houden zijn investeringen in infrastructuur, energie, bosbouw, akkerland de spil die investeerders veel kansen bieden'.

Noot van de Blogger: mijn (uitkerende) TIMBER en WATER Etf's doen het goed, ik zal weer eens gaan zoeken naar Agriculture, Real Estate en Infrastructuur etf's waarin duurzame toppers de top holdings zijn.
Bronnen: Sonencapital.com/real-assets-primer-2014 (pdf, 23 pag.) TIAA CREF (2013). The Case for Real Assets. Link TIAA-Cref/real assets (pdf, 6 pag.) 
 
In IINieuws 1oktober2014 



De G8 Social Impact Investment Taskforce presenteerde medio september haar final report Impact Investment: The Invisible Heart of Markets—Harnessing the power of entrepreneurship, innovation and capital for public good en 7 onderliggende 'landen' rapporten van de grote landen. (Noot: Rusland wordt niet meer uitgenodigd). Een en ander om de wereldwijde impact investing markt te stimuleren. De Social Impact Investment Taskforce werd geïnstalleerd in de zomer van 2013 toen het VK gastheer was van de G8 en is een aparte Social Investment bijeenkomst organiseerde Zie IINieuws. De intro kan ik moeilijk weerstaan: The world is on the brink of a revolution in how we solve society’s toughest problems. The force capable of driving this revolution is ‘social impact investing’.



Nieuwe tijden, nieuwe aanpak

Een van de insteken van de Taskforce is dat de huidige tijd en toenemende sociale tekorten vragen om een andere aanpak door andersoortige organisaties die willen en kunnen opschalen. Een aansprekend argument: In de VS hebben de afgelopen 25 jaar 50.000 ondernemingen de 50miljoen US$ omzet grens overschreden en slechts 144 sociale sector organisaties. 'It is time for the social sector to start catching up'. Interessant is de 6 stappen benadering van het verzekeren van de missie van een impact seeking business op pag. 13 met o.a. Een ''gouden'' aandeel gekoppeld aan de missie en als laats'te stap het verplichten van het nastreven van de missie aan de bestuurders. Maar de grote uitdaging is om van risk en return denken te verbreden naar risk, return & impact. Op pag. 3 een overzicht van huidige impact investing markt met vragers, aanbieders en financieringsproducten.
Op pag. 33-37 is aandacht voor de rol van impact investing in inter-nationale samenwerking met ontwikkelingslanden. Met 6 aanbevelingen: 1: steun coördinatie en samenwerking tussen ontwikkelingsbanken en hun private sector agentschappen; 2: Onderzoek impact funds voor SME en op de bottom of the pyramid gerichtte ondernemingen; 3: Laat ontwikkelingsbanken hun impact investment uitbreiden; 4: Onderzoek het opzetten van een Impact Finance Faciliteit voor early-stage risk capital; 5: Moedig overheden aan om te onderzoeken hoe SIB's en DIB's bijdragen aan meer efficiëntie in social dienstverlening; 6: Onderzoek het opzetten van een DIB Social Outcomes Fund om successvolle DIB's te financieren.



Doelstellingen en aanbevelingen

Op pag 6-7 in 8 hoofdpunten de boodschap van de Taskforce, op de website staan alle aanbevelingen: Socialimpactinvestment/report-findings per hoofdstuk en op pag. 43 (pag. 25 in de pdf) staat de samenvatting van de doelstellingen en de aanbevelingen voor beleidsmakers onder de koppen Market Builder, Market Participant i.e. 'purchaser of social outcomes' en Market Steward. Ik neem hier de doelstellingen op, maar alleen de aanbevelingen die direct met de impact investment sector en investeerders te maken hebben (niet met de pipeline).


MARKET BUILDER

Doelstelling: Meer middelen en steun voor 'impact-driven'* organisaties (non profits en ondernemingen) om te groeien;Doelstelling: Meer talent naar de sector om 'impact-driven' organisaties te bouwen en versterken;

Doelstelling: Ontwikkel een impact investment cultuur, met een scala aan intermediairen die impact kapitaal beheren, professioneel advies geven en dienste verlenen aan de impact investment sector;• Creëer een sociale investeerder met een breed aanbod om de (social finance) markt te ontwikkelen, wellicht gefinancierd door nooit geclaimde tegoeden bij banken, verzekeraars en pensioen fondsen (Noot zoals de Big Society Bank en Capital zoals in het VK Zie IINnieuws-17aug11 maar duik vooral in het NAB report van de UK, link onderaan);
• Overweeg opstart (
early-stage) steun voor gespecialiseerde impact investment fondsen, intermediairen en adviesbureaus;
• Steun pogingen voor een ‘
kitemark’ (klantvriendelijk) labelling systeem voor social finance producten voor onderdelen van de markt. Noot van de Blogger: YES! een impact bijsluiter of indicator! Zie IINieuws-1juni14. Ik ben nu op voorstel van Jed Emerson (Impact Assets) bezig met een Engels artikel waarin ik de gekozen vorm toelicht en opmerkingen en suggesties van Prof Harry Hummels en de VBDO verwerk*.

Steun pogingen voor (toegang tot?) een social stock exchange (zoals in het VK (Zie IINieuws-15-juni13 (POLICY) en in het rapport staat dat in Berlijn gewerkt wordt aan een Duitse (Euro!) social stock exchange, NExT SSE (pag.13 en NAB Germany);
•Bevorder het gebruik en de ontwikkeling van innovatieve impact finance producten;

Doelstelling: Trek nieuwe investeerders aan voor de social impact investment markt: (door)

Belasting voordelen voor impact investors;
• Stimulerende regelgeving voor impact investment;
• Onderzoek wat gedaan kan worden om social impact investment naar de retail markt, particuliere investeerders te krijgen.
*Een impact driven organisatie heeft een lange termijn sociale missie met vastgestelde sociale doelstellingen en meet de impact / resultaten. Het kan een non-profit of een for-profit onderneming zijn.
MARKET PARTICIPANT 
Doelstelling: Toename van de effectiviteit van de overheid in haar rol als koper van sociale uitkomsten:
Doelstelling: Toename van investeringen door gewone investeerders in ''impact-driven'' organisaties (non profits!):• Verschaf van aanvullende financiering om de impact investment markt te stimuleren waar deze opkomt (Noot dat klinkt als start-up, kick-start of budget tekort aanvullende investeringen) of het verschaffen van first loss faciliteiten en andere garanties en investeren in een a social investment wholesaler of impact investment fonds. (Noot zoals de FMO, Dutch Development Organization doet (Zie IINieuws-15okt13 in de GIIN publicatie Catalytic First Loss Instrument).


MARKET STEWARD
Doelstelling: Doelmatige wet- en regelgeving voor 'impact-driven' organisaties;• Creëer regelgeving om de sociale of impact missie van ondernemingen (for profit) te beschermen;
• Versoepel regelgeving die sociale sector organisaties weerhoudt inkomsten te genereren (Noot zeer van toepassing op Nederlandse chari's).

Doelstelling: Minder wettelijke en regelgeving drempels voor potentiële impact investeerders:
• Moedig pensioen fondsen en aanbieders van fiscale spaarprogramma's aan om impact toe te voegen aan hun aanbod;
• Verminder beperkingen voor retail (particuliere) impact investeerders door crowdfunding en andere maatregelen;
• Stel vast dat fiduciair beheer van (vermogens)fondsen en pensioenfondsen ook impact investeringen kan omvatten en op pag. 22:
For foundation trustees, there should be a clear duty to factor impact into investment decisions and reporting; (Noot zeer van toepassing voor Nederland)
• Onderzoek hoe impact investeringen geïntegreerd kunnen worden in bestaande regelgeving voor banken, verzekeraars en investeringsfondsen.
National Advisory Reports

Minstens zo interessant zijn de 8 onderliggende rapporten. In het VK gebeurt al lang heel veel en dat volg ik ook zoveel mogelijk, van Japan heb ik een keer een regio profiel gemaakt (Zie IINieuws-1okt13), maar van de andere grote 6 wist ik weinig. Deze allemaal doornemen is nogal een project maar bijvoorbeeld  *De aanbeveling een label (keurmerk) te introduceren wordt nergens in het eindrapport toegelicht, maar komt uit het Franse NAB advies (pag. 35-36)



NB In de publicatie wordt ook verwezen naar flankerende publicaties: Policy Levers and Objectives en de Subject Papers Measuring Impact, Allocating for Impact, Profit-with-Purpose Businesses en International Development. Die zijn niet te vinden op de resource pagina. 


2013 Annual Impact Report, Impact Investing in Public Markets: Methodology, Analysis and Thought Leadership. Sonen Capital: Will Morgan, Paul Pomares & Martin Whittaker PhD. (mei 2014, 60 pag. pdf) In IINieuws 15juni2014 

Public Equity portfolio impact meting
Sonen is een impact investment firma uit San Francisco, opgericht in 2011, voor investeerders die financieel-, sociaal- en milieu rendement nastreven met public equity fixed income investeringen. In 2013 ontwikkelde het met steun van impact investment pionier KL Felicitas Foundation (KLFF) een portfolio impact meting methode: Evolution of an Impact Portfolio: From Implementation to Results (pdf, 70 pag.). Het resultaat naar eigen zeggen: The net effect of our overall framework is the ability to deliver multiple, different and mutually reinforcing impact themes and sustainability approaches, all of which can be qualified, monitored and reported at the strategy level.

Het heeft een soort Jakobsladder model voor impact investment ontwikkeld beginnend bij exclusie; uitsluiting van irresponsible investments, onderzoekt dan ESG risk georiënteerde beleggingen, ESG opportunity investments en ESG impact (pag. 17) of iets anders geformuleerd het selecteert van sustainable naar thematic naar impact first (filantropie, maar dan hopelijk wel met opschalingsambities). (Pag. 16.) Noot van de Blogger: In haar meet model rapport (hieronder) is de verdeling van de portfolio over Impact First 11%; Thematisch 21%; Sustainable 45%; Responsible 8%; Non impact 14%. (Figure 19, pag. 52) Noot van de Blogger: Zie op IINieuws 1 en 15juni2014 een model impact bijsluiter geïnspireerd op Sonen Capital en KL Felicitas Foundation.  

Het heeft bijna dezelfde Key Performance Indicators die de Nederlandse pensioenvermogensbeheerder PGGM hanteert in haar social fact sheet als aanvulling op haar financial factsheets. PGGM: Werkgelegenheid, Lokale ontwikkeling, Capaciteitsopbouw, Empowerment, Gezondheid en veiligheid, Grondstofgebruik, Ecosystemen, Afval en uitstoot. (Meer in IINieuws1juni14). Sonen heeft iets minder impact thema's: Climate Change, Community Development, Energy Efficiency, Poverty Alleviation, Renewable Energy, Resource Efficiency (pag. 6) Blogger: Iets beperkter maar waarschijnlijk meer afgestemd op het aanbod op public equity markten. Het model wordt gebruikt bij fonds manager selectie i.e. hun specialisatie, maar impact wordt in voorbeelden van Amerikaanse bedrijven gepresenteerd. Blogger: Op basis van de IRS aangifte 2012 ga ik er van uit dat dit investeringsfondsen en hun ebeleggingsproducten betreft.
Met deze methode kan het kwantitatief laten zien hoe veel minder wordt vervuild of (op)gebruikt door de ondernemingen in haar portfolio in vergelijking met bijvoorbeeld de MSCI ACWI Index (2434 large & mid cap ondernemingen in 23 Developed Markets en 21 Emerging Markets) of de Russel 3000 index (van de 3000 grootste VS bedrijven). Sonen presenteert mooie cijfers: 4x minder CO² uitstoot, 15x minder toxic, giftige vervuilende emissies en x26 minder water gebruik. (ExSum, pag.6). Noot van de Blogger: Kortom niet zozeer 'do good' impact maar 'less harm' impact.

Sonen Capital is ook geëngageerd aandeelhouder, actief in impact en duurzaamheid dialogen met ondernemingen en in sectoren: het verwacht 416 voorstellen te doen/ondersteunen in 2014. In Sonen Capital's visie draagt engagement veel bij aan transparantie en dat leidt weer tot meer impact data. Noot van de Blogger: Ik weet niet hoe uitzonderlijk dit is, ik heb wel eens gelezen dat engagement in de VS weinig populair is onder het motto: proberen de kalkoen te overtuigen dat juist zij zo veel kan bijdragen aan Thanksgiving. (Yeah right).

In het rapport wordt getoond hoe de public equity en fixed income portfolio's verdeeld zijn qua sustainability & thematic is over Global Markets en de VS, waarbij het sustainable belegde gedeelte groter is dan thematic en de wereldwijde markt hoger veel scoort op duurzaamheid dan de VS alleen* (aangevuld met 32% Responsible companies). Bij public equity scoren energy & water hoog met > 60%, bij fixed income: community development, een typisch Amerikaans productaanbod met 42% (en daarin vooral betaalbare huisvesting, zie pag. 38) en weer energy 35% (pag. 10). *Canada, West-Europa incl. Scandinavië zijn hier waarschijnlijk een factor van belang.

(Nieuwe) thema's
Voor Sonen Capital streven duurzame investeerders naar do no harm: beperking van grondstoffen gebruik en vervuiling en thematische investeerders naar do good: investeren in milieu en/of sociale thema's, zoals energie, waste management of community development. Op pag. 34 staan de 5 VN thema's voor duurzame ontwikkeling uit 2012: en Sonen Capital onderzocht hoe deze aansluiten bij haar thematische benadering. Werkgelegenheid, Schone energie, Duurzame steden (verstedelijking), Voedselveiligheid en Duurzame landbouw, Afvalmanagement, Ramp(en) weerbaarheid en tot slot: Oceanen.

Nu het 1e impact rapport een feit is kan Sonen Capital gaan bouwen aan een track record van haar financiële resultaten afgezet tegen impact. Impact zal geïntensiveerd worden door samen te werken met gespecialiseerde managers en gezamenlijk data te verzamelen en rapporteren. (Looking ahead pag. 53). De appendices bevatten onder andere toelichtingen op impact thema's


'Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement, de dissertatie van Kellie Liket aan de Erasmus Universiteit, ERIM, Erasmus Centre for Strategic Philanthropy. (11april14) Haar co-promotor is Dr Karen Maas die al eerder promoveerde op impact(meting) zie IINieuws 15juli12 In IINieuws 15april14

Corporate, Social Responsibility (CSR)
In de hoofdstukken 6 tot en met 10 worden CSR en corporate en strategic philanthropy besproken vanuit impactmeting perspectief. Interessant omdat deze activiteiten van ondernemingen -indirecte-public equity investment mogelijkheden bieden. Hoofdstuk 6 Approaches to social responsability kijkt naar de veelal multidisciplinaire onderzoeken van de praktijk en minder naar de outcome, het resultaat, voor de maatschappij. Hoofdstuk 7 Battling the Devolution (deconcentratie) in the Rresearch on Corporate Philanthropy (CF) Ouderwets, maar springlevend wordt CF druk onderzocht. Men kijkt naar concepten, motieven, determinanten, praktijk, business outcomes en sociale outcomes. Op individueel, organisatie, institutioneel niveau en combinaties daarvan. Toch worden effecten onvoldoenden onderzocht (underresearched) volgens Liket. Daarom reikt zij voorstellen voor toekomstig onderzoek aan, inclusief mehtodiek en meetsystemen. Alleen impact rechtvaardigt CP (onderzoek) en het belang van kwalitatief onderzoek wordt ondergewaardeerd.
Hoofdstuk 8 Strategic Philanthropy (SP): A Happy Marriage of Business and Society? SP is moderner, maar empirisich nog onvoldoende onderzocht. Het accent ligt op social, business, reputation en stakeholder satisfaction. Wat voor soort impact wordt onderzocht en hoe blijft lastig. Er is op basis van DJSI onderzoek reden aan te nemen dat overall corporate social performance van invloed is op SP evenals industrie en regio, maar grootte en winstgevendheid spelen een minder grote rol. NB In 2009 werd de impact van donaties op de onderneming en de maatschappij door 60% van de bedrijven gemeten en de trend was omhoog. (Het vaakst door financiële ondernemingen Maas&Liket 2011). Let wel: Het betrof dus echt duurzame toppers uit de SAM DJSI database.
Hoofdstuk 9 Is Contemporarary Corporate Social Responsability a Rationalized Myth? Een proces analyse van de snelle opmars van CSR bij multinationals onderscheidt 4 fasen: individueel, meer gelijkvormig, gerationaliseerd en proactief. Liket onderstreept het belang van openstaan voor en bewustzijn van mogelijke negatieve uitkomsten, strikte monitoring en impact evaluaties van de nagestreefde sociale impact. Ook hier kan kwalitatief onderzoek het empirisch bewijs versterken. Hoofdstuk 10 Management Responses to Social Activism in an Era of Corporate Responsability Een case study bij Heineken naar de besluitvorming en reactie van het management bij een onderneming met een ontwikkelde CSR praktijk en (goede) reputatie. Hoofdstuk 11 Conclusion Goed doen is niet genoeg. Er is 1) sprake van inconsistente doel(stelling) chapters 1-5 naar goede doelen 2) tekort aan resultaatmeting focus op ondernemingen chapter 6-10 en 3) informatie asymmetrie. Systematisch meten blijft lastig en daarom is lage overhead* vaak een sterkere factor om kapitaal aan te trekken dan effectiviteit. *Hieronder vallen alle kosten van de organisatie, niet alleen fondsenwerving en branding, huisvesting, directeuren- en personeelssalarissen maar ook impactmeting en evaluatie.

Liket pleit -uiteraard- voor budget voor impactmeting en een sectorale benadering en biedt een framework of analyseproces: REFLEct opgebouwd uit Relevantie (urgentie en belang), Ethiek (waarden, normen en actie opzet), Fit (capaciteiten van de organisatie versus haar ambities, Legitimiteit is de organisatie de beste, het meest geschikt voor de(ze)taak? Effectiviteit.
Liket gaat in Hoofdstuk 11.8 in op verder onderzoek en de bestaande weerstand tegen effectiviteit-, impactmeting van organisaties met goede bedoelingen omdat het vaak vrijwilligerswerk is of vrijwillig gefinancierd wordt.
Maar optimaal goed doen verdient nu eenmaal de voorkeur en dat betekent dat impactmeting een belangrijker plek verdient binnen organisaties (en budgettoekenning). Uitwisseling van de verzamelde impactinformatie is essentieel om snel een impactmeting bouwwerk neer te zetten dat door transparantie ook onderlinge en externe vergelijkbaar mogelijk maakt. Impact uitkomsten moeten in relatie tot elkaar (en de missie) kunnen worden geëvalueerd als leidraad voor strategische beleidsbesluitvorming.

Ook voor venture philanthropists en impact investors is het belangrijk dat de impact van hun portfolio optimaal wordt (p. 283) terwijl zij zich concentreren op implementatie van hun strategie met focus op resultaten en rendement. Want impact is een resultaat, geen intentie. Pag. 285 kosten effectiviteit is een ethisch relevante factor, het gaat bij zorg investeringen vaak over leven en dood. Noot van de Blogger: En niet alleen bij zorg investeringen Liket noemt specifiek gender en onderwijs als belangrijke impactthema's.

De dissertatie (en een samenvatting) staat nog niet online, wel een bespreking en contactgegevens. Link: ERIM/why_doing_good_is_not_good_enough


Social Impact Strategies for Banks: Venture Philanthropy and Social Investment, Dr Leonora Buckland met steun van de London Business School voor de European Venture Philanthropy Association. (maart 2014, 112 pag.)
In IINieuws 1 mei 2014

Het rapport geeft een breed beeld van Venture Philanthropy en Social Investment initiatieven van banken in Europa met een focus op (ethisch) engaged investment of venturing. De cases tonen de diversiteit in benaderingen. Doelen zijn:
-Kennis te verbreden over huidige sociale impact van banken door VP en social investment;
-Delen van best practice voorbeelden en lessen van banken in Europa die pionieren in VP en social investment;
-Geven van praktische aanbevelingen en een overzicht van de verschillende strategieën voor banken in VP en social investment;
-Katalyseren: vergroten en versnellen van (financieel en menselijk kapitaal) investeringen in VP en social investment initiatieven in de bankensector in Europa.

Operationeel en strategisch
Door en sinds de crisis is social of impact investing aantrekkelijk voor banken om hun imago op te vijzelen en als niche marketing experiment. Hiervoor kan:
-Een programma worden opgezet waar meerdere afdelingen samenwerken;
Een direct social investment fond of fonds-van-fondsen worden opgezet om track record te creëren en de markt te stimuleren zoals UBS, J.P. Morgan, Deutsche Bank, BBVA en ABNAMRO;
-de bank kan bemiddelen bij individuele social investment kansen (vragen?), zoals Bank Degroof and BNP Paribas;
-Men kan kiezen voor interne business units voor social investment (zoals voor microkrediet en -finance of social enterprise financiering) zoals Erste Bank.
De initiatieven zijn nog kleinschalig en gefragmenteerd, ogen soms PR-achtig, maar zijn ook een begin. De auteur wijst op de deskundigheid en capaciteiten van banken om VP en SI op te schalen met hun eigen vermogen, CSR budgetten in te zetten als giften, leningen en equity, met niet financiële steun voor sociale ondernemingen en de social business sector, en hun netwerk van chari's, filantropen en (vermogende) particulieren.

Het rapport onderscheidt 4 typen banken: sociale banken (Triodos Bank); retail banken (Erste Bank en BBVA); investeringsbanken (Deutsche Bank en J.P. Morgan); en private banking (BNP Paribas Wealth Management, UBS en Bank Degroof).

Aanbevelingen
Elke bank zou een passende VP en social investment (SI) strategie moeten ontwikkelen op vbasis van haar behoeften en omgeving (Blogger: client base?), doe 'iets';
De stichting of het fonds van de bank is een belangrijke en relatief eenvoudig startpunt om te experimenteren. Alle banken kunnen zo onderzoeken hoe ze VP en social investment strategieën kunnen inzetten binnen de grenzen van het inkomen en vermogen;
Op een gegeven moment kunnen kern business units betrokken worden omdat social investment strategieën maximale impact zullen hebben als ze geïntegreerd zijn;
Combineer investeren en/of advieswerk en bemiddeling met leiderschap en field-building activiteiten. Banken moeten meewerken aan het ontwikkelen van de markt;
Veranker de focus op sociaal rendement, waar inspanningen en kapitaal positieve sociale verandering bereiken.
Vermijd cherry-picking van de financieel aantrekkelijk(st)e social investment deals. Alle investeerders moeten samenwerken om een pipeline van socially investible organisaties op te bouwen;
Sta open voor samenwerking en kennis delen ook met concullega's;
Benut menselijk kapitaal binnen de bank: social investment activiteiten bieden excellente vrijwilligerswerk mogelijkheden voor medewerkers.

Aanbevelingen voor retailbanken: Onderzoek of er meer geleend kan worden aan sociale ondernemingen, wat de drempels zijn en hoe ze verlaagd kunnen worden, monitor leningen aan maatschappelijke organisaties; en overweeg of een verantwoord product kan worden aangeboden.

Aanbevelingen voor private banking: Slecht de interne barrière tussen filantropie en investeren door deskundige medewerkers aan te trekken; informeer cliënten en relatiemedewerkers over VP en SI (mogelijkheden); overweeg de mogelijkheden van eigen of extern VP en Social Investment fonds naar behoefte van de cliënten; als de clientèle vraagt naar VP en SI ontwikkel dan aanbod; gebruik het menselijk kapitaal van cliënten als mentor van VP en SI activiteiten.

Aanbevelingen voor investeringsbanken: bouw kennis op in SI gebruik ervaring met financiële innovatie en 'structuren' (Blogger: van producten) waar mogelijk; Bouw (meer) track record van SI fondsen en producten door eigen kapitaal te investeren en intern fondsen en producten te managen of dit uit te besteden aan experts; Overweeg wat nodig zou zijn om de vraag van
institutionele investeerders naar SI te vergroten en de markt dergelijke producten te laten ontwikkelen.

Omdat in de aanbevelingen nergens VP wordt genoemd is het wel aardig de 7 overeenkomsten tussen VP en SI kort te noemen (pag. 19.)
-1- Hoge betrokkenheid en hands-on relatie met het management van de investees;
-2- Investeren in organisatie en capaciteitsontwikkeling de ' overheadkosten' en niet slechts in projecten;
-3- Financiering op maat en naar behoefte;
-4- Niet-financiele steun versterking van het management;
-5- Betrokkenheid van netwerken: toegang, deskundigheid en middelen voor investees;
-6- Meerjarige (3-5 jaar) steun van een beperkt aantal organisaties, pas uitstappen als organisaties financieel of operationeel duurzaam zijn;
-7- Prestaties meten: goede planning, meetbare sociale outcomes, prestaties of mijlpalen en financiële accountability en transparantie.

Het verschil: (pag. 26) Venture philanthropy VP is een filantropisch instrument dat een klein maar een groeiende aandeel heeft in de Europese filantropie (EVPA 278miljoen Euro van 46miljard Euro door 60.000 Europese chari's/(vermogens)fondsen.
Social investment SI kan onderdeel zijn van een VP strategie, de helft van de EVPA leden deed mee aan het onderzoek en zij gebruiken leningen of aandelen. Sociale investeerders zijn bereid lagere financiële rendement te accepteren in ruil voor voor sociaal rendement in plaats van beiden even belangrijk te vinden.

Mooi is de quote van Premier Cameron over de (potentiële) rol van banken: 'For years, the City has been associated with providing capital to help businesses to expand. Today, this is about supplying capital to help society expand. Just as finance from the City has been essential to help businesses grow and take on the world, so finance from the City is going to be essential to helping tackle our deepest social problems.’ David Cameron, Prime Minister of the United Kingdom noot 20 pag. 29.

Met vrij uitgebreide investor spotlights op Triodos Bank (pag. 42-45), Erste Bank en Erste Foundation, BBVA Momentum Project, J.P. Morgan Social Finance, Deutsche Bank Impact Investment Fund (UK), UBS Philanthropy and Values-Based Investing, BNP Paribas Wealth Management (zie ook Impact portfolio: duurzame indices en controversial companies), Bank Degroof (België) en de Banque de Luxembourg.

Het rapport (na registratie) EVPA/SocialImpactStrategiesforbanks (112 pag, pdf) Op SIAAssociation/are-the-big-players-finally-interested-in-social-impact?een kritisch blog van Ruth Wately over de rol en intenties van banken in social finance nav de presentatie van het rapport.


Driving Innovation through Corporate Impact Venturing: A Primer on Business Transformation door Dr. Maximilian Martin, Impact Economy Geneva Switzerland (18Maart2014) pdf, 44pag. Preview (6 pag. pdf) Impacteconomy/Primer CIV Compleet (44 pag. pdf) Te koop voor 79US$: Impacteconomy I In IINieuws 1april2014

Max Martin presenteert 4 jaar onderzoek in een korte introductie van business transformation door innovatie waarin traditionele Corporate Social Responsability (CSR) wordt losgelaten en ondernemingen winst maken, sociale en milieudoelen integreren in hun bedrijfsvoering. Martin verwijst eerst naar de 4 grote trends van onze tijd: de (bevolkings)groei van de Base of the Pyramid, de armsten op aarde, de opkomst van LOHAS: Lifestyles of Health and Sustainability en van duurzame bedrijfsvoering en de financieel noodzakelijke modernisering van de welvaartsstaat. Vier al grote economische markten met grote potentie èn uitdagingen. Allen bieden kansen voor waardecreatie en die schetst Martin eerst.

Trends
Interessant is binnen de Base of the Pyramid trend het benadrukken van de kwaliteiten van de groeiende Middenklasse in opkomende landen zoals hun ondernemerschap, innovativiteit, hun investering in onderwijs, hun hard werken en spaarzaamheid. Dat klinkt als het recept voor economische groei en vooruitgang.
Bij LOHAS merkt Martin op dat er een purpose bull market is ontstaan en dat er tekens zijn dat deze zich in opkomende markten sterker ontwikkeld dan in ontwikkelde markten. Ook opvallend: LOHAS consumenten in de regio's Oost Europa en Centraal Azië hechten aan efficiëntere productie, infrastructuur en maatschappelijke diensten.
Bij duurzaam ondernemen dringt Martin aan op een actieve rol van overheden die risico wegnemen of delen en faciliteren vanwege behaalde resultaten in het verleden van groene investeringen zoals in hernieuwbare energie. Een belangrijke ontwikkeling is de groei van de Circular Economy waarbij in bijv. fast moving consumer goods het percentage herbruikbare producten of materialen zal verdrievoudigen en het gebruik van grondstoffen drastisch zal afnemen. Hiervoor is transparantie in de bedrijfsvoering en de supply chain vereist, maar daar worden grote stappen gezet. Interessant is de indeling in katalysatoren voor de Circular Economy -1- Golden Oldies: met recycling infrastructuur -2- High Potentials: hoog volume materialen nog zonder recycling mogelijkheden -3- Rough Diamonds: volume potentie van bijproducten en -4- Future Blockbusters: innovatieve materialen voor productie, recycling of die onschadelijk desintegreren.
Bij de 4e trend, die van de modernisering van de welvaartsstaat noemt Martin innovatief overheidsbeleid om deze grote uitdagingen aan te pakken maar ook maatschappelijke stabiliteit als resultaat van sociaal en milieubewust beleid. Door de overheid aangemoedigd en gereguleerd, maar ook als cultureel verschijnsel. Dit als tegenwicht aan de nogal traditionele opvatting dat ES(G)beleid voor ondernemingen een kostenpost is zonder tastbaar rendement. Ook noemt Martin Social Impact Bonds als actuele financiële innovatie die ES(G) met interessante vooruitzichten, maar Noot van de Blogger hij wijst helaas niet op de al oudere vaccine bonds van de IFFi, Development Bonds van de Wereldbank, ontwikkelingsbanken (FMO!) en de Europese Investeringsbank of zeer actueel: de groene obligaties van ondernemingen waarover ik in IINieuws-15maart14 berichtte (Market: obligaties van Unibail-Rodamco en Unilever en het 'Overzicht groene obligaties uit 2013') Zie ook Toyota's groene obligatie bij MARKET en Facts&Figures.

Solution Spotlight
Een sterk voorbeeld voor het toekomstbestendig(er) maken van ondernemingen is de case van de Franse farmaceut Sanofi in een publiek-private(concullega)-coalitie* om medicijnen te ontwikkelen tegen parasitaire slaapziekte die het zenuwstelsel aantast. Hierdoor kon het door een product development partnership (PDP) een medicijn ontwikkelen en effectief distribueren. Ook werkte Sanofi mee aan het Drugs for Neglected Disease initiative (DNDi) met Bayer Schering Pharma en de World Health Organization (WHO). Het resultaat: in 2011 werden 731 miljoen mensen behandeld tegen voorheen genegeerde tropische ziekten. Een succes dat alleen behaald, Noot van de Blogger: lees gefinancierd, kon worden door de samenwerking met concurrenten, overheden, non-profits en NGO's. De winst voor Sanofi: (verdere) toegang tot opkomende markten, nieuwe kennis over ziekten die van opkomende markten kunnen migreren naar ontwikkelde markten door bijvoorbeeld klimaatverandering en populatiemigraties en -uiteraard- imago- of reputatiewinst.
*met concurrenten en internationale organisaties, waarschijnlijk NGO's en overheden) Noot van de Blogger: Sanofi zag haar activiteiten in opkomende markten in 2013 groeien met 4,4% en Q4 met 10%. Het haalt ruim 10miljard US$ omzet uit emerging countries en is de marktleider met 6% (!) marktaandeel, dat % is gevolg van de grote fragmentatie. Bron: Sanofi/Key F&F Noot van de Blogger2: Sanofi staat 3e in de AccesstoMedicineindex


Corporate Impact Venturing
Martin introduceert naast het begrip Corporate Impact Venturing (CIV) nu ook CIP: Corporate Impact Programmes als modellen voor de transformatie van (multinationale) 'super''ondernemingen naar innovatieve toekomstbestendige bedrijven. De achterliggende gedachte is de logica van investeerders te introduceren voor waardecreatie, net zoals bij venture capitalism (VC). Van VC kunnen de ideeën, business models en technologie kennis en ervaring worden overgenomen en benut. Dat geldt voor positieve en minder goede ervaringen zoals de resultaten van grootschalige groene energie en -technologie investeringen.

Tijdsgeest
Martin pleit voor investeren omdat bedrijven dat kunnen door een interne venturing groep, een extern venturing fonds of samenwerking in venture fondsen naast hun bestaande R&D strategie mogelijkheden en kansen in de markt onderzoeken. Hoewel grote ondernemingen wat huiverig zijn en voorheen mee bewogen op de golven van de VC markt werd in 2011 meer dan 11% van de VC markt geïnvesteerd door corporate venture fondsen, het hoogste percentage sinds de crisis. Een interessante ontwikkeling of de insteek nu een financieel-realistische markt/umfeld analyse is, een strategische benadering of een model voor omzet- of inkomsten te genereren. Martin merkt ook op dat corporate venture projecten van ondernemingen gemiddeld slechts een jaar lopen. Noot van de Blogger: over vuurpijlen gesproken... Martins opmerking wordt gestaafd door voetnoot 106: een artikel van Harvard Investment professor Josh Lerner over Corporate Venturing (HBR oct2013).
Noot van de Blogger: zo interessant dat ik het apart onder ACADEMIA samenvat. Toch is corporate venturing bezig met een inhaalslag op marktleider de VS en begint het zich als wereldwijde markt te ontwikkelen met 60% van corporate ventures buiten die markt. Binnen de Europese Unie is het VK prominent, maar dankzij actief EU beleid ontwikkelt de sector zich snel. Noot van de Blogger: gelukkig ook met aandacht voor social enterprises zie EUSEF in IINieuws-1april13.

Impact venturing 

Corporate venturing is gericht op business development, impact venturing verengt dat tot business development in specifieke impact gebieden of thema's. Die zijn -als het goed is- gerelateerd zijn aan de kern(productie) activiteiten, het grondstoffen gebruik, restproducten en uitstoot, specifieke doelgroepen, afzetgebieden etc. Ofwel focus op relevante sociale en milieuaspecten van de onderneming, haar diensten/producten, de sector en belanghebbenden, de stakeholders. Zie ook IINieuws-1feb14 'II Thinking: CSR en II'.
Volgens Martin moet impact venturing verder de ambitie hebben om disruptive te zijn, ofwel over de heg te willen kijken. Van andere ondernemingen, (sub)sectoren en (afzet)regio's met het motto ''beter goed gejat dan slecht bedacht'' om andere manieren van denken en werken te onderzoeken en uit te proberen. Zoals bij alle investment projecten is een (excellent) team een voorwaarde voor succes en een open houding naar stakeholders, overheden, NGO's actiegroepen, critici etc voor ideeën en ervaring uitwisseling en samenwerken. Plan ruimte in (geld, tijd, draagvlak) voor tests en uiteindelijk het uitrollen om de impact venture op te schalen. Daarna is een belangrijke fase van impact venturing het evalueren, toetsen en delen van ervaringen. Bedenk dat vrijwel elke nieuw diensten of product zal aanlopen tegen weerstand en drempels in de afzetmarkt, bij distributeurs, afnemers en eventueel zelfs regelgeving.

Conclusie
Een interessante primer met aanstekelijke voorbeelden en met corporate en impact venturing een kansrijkere roadmap naar opschaling van impact ESG investing dan traditionele CSR.
Ik mis een beetje het uitwerken van de investment logica in aandacht voor het stimuleren van kapitaalstromen naar impact sectoren (basisbehoeften) en/of naar de impact activiteiten binnen sectoren/ondernemingen die ook kunnen profiteren van goedkoper geld. Dit is zo volgens wetenschappelijk onderzoek (LSE/HBS Ioannou, Serafim etc) voor investor relations van duurzame ondernemingen. En meer geld betekent meer ruimte voor innovatie en vernieuwing. Het liefst willen we natuurlijk een flinke kapitaalstroom naar impact sectoren of impactactiviteiten zoals de recente stroom groene of duurzame obligaties waarbij overheden (Gothenburg) Development Banks, Development Bonds en duurzame ondernemingen met AAA-ratings groene obligaties aanbieden tegen lage rente voor hun impact activiteiten (Unibail-Rodamco, Unilever, Toyota) Zie IINieuws-15maart14. Dat is wellicht een beetje kokervisie richting bedrijven, maar dat is een heel belangrijke (Impact Economy) doelgroep. 


Max reactie die ik integraal plaats: I understand and agree with your interest in terms of what impact investing can deliver on specific topics and to specific communities. There is lots of substantive work on that out there. Here, the perspective is different though: I want business leaders to understand that the time to rethink their businesses through the simultaneous prisms of impact and future profit is now, rather than get them sidetracked in terms of financial instruments other than the power of venture capital as a pathway to tap into new ideas. Once a company embarks on such a strategy to seriously look for corporate opportunity, it will go through the different financial instruments anyway (some of which covered in previous work). Such a change in perspective is of course consequential for stakeholders and sectors – but the Primer intentionally looks at all of this from the vantage point of people in leadership positions in business, because we need to explain the opportunity for business and society better to them.


Shifting the lens: a de-risking toolkit for impact investment (January 2014, 36 pag, pdf) Link Bridgesventures/De-risking report.  
In IINIeuws 1maart2014

Het rapport is geschreven door de advisory tak Bridges IMPACT+ Clara Barby en Joanne Gan dat met name voor cliënten, investeerders werkt, maar af en toe ook wil bijdragen aan de ontwikkeling van de impact investing sector.

Bridges Ventures de-risking impact investing
De-risking werd aangekondigd als de trend voor 2014 op the NextBillion.net. Interesant omdat impact investing wordt gezien als een hoog risio investeringsniche, waarbij hoge rendementen zouden moeten horen, maar door de insteek minder sociaal wenselijk zijn en snel-veel-geld-verdieners investeerders op afstand houdt. Omdat veel potentiële sociale investeerders risicomijdend (moeten) zijn groeit de markt niet zo snel als wenselijk is. Pensioenfondsen en banken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de markt, mits hun belegd vermogen of reputatie niet bedreigd worden door de risico's.

Bridges Ventures, het elf jaar oude impact investing fonds mede opgericht door Sir Ronald Cohen publiceerde hierover recent een rapport Shifting the lens a de-risking toolkit for impact investment. Hun ambitie is de groei van impact investing te versnellen door naast de track record 'eis' van investeerders een aantrekkelijker risico profiel te bieden. Risico (perceptie) sluit sowieso een groot deel van de fiduciaire asset managers en investeerders markt uit, dus de-risken van impact investing ontluit meteen een veel grotere markt. Bridges Ventures hanteert trouwens de brede definitie van de GIIN (zie IINieuws-15feb14 II Thinking nieuwe definitie) dat impact investing investeren is met de bedoeling rendement èn impact te genereren.
Opvallend dat Bridges de term impact investing gebruikt, terwijl in het VK meestal social investing wordt gebruikt. Frappant is de opvatting dat impact investing tot nu toe veel pioniers heeft aangetrokken voor wie risico een vanzelfsprekend fenomeen is. Noot van de Blogger: Hier verraadt zich de invloed van Sir Ronald Cohen, de vader van venture capiltalism dat het risico juist opzoekt. Ik hang de definitie aan dat impact investing het investeren van groeikapitaal is in bewezen business models, die behalve rendement ook impact opleveren voor mens, maatschappij of milieu. Start- en Seed investeringen beschouw ik meer als chari of overheidsactiviteit of voor gespecialiseerde angel (klein) of venture capital (groot) investors.
Pionieren kan trouwens ook door als chari inkomen zelfs winstgevendheid op te nemen in je missie en strategie om financieel duurzaam te worden en te kunnen opschalen. Dat is financieel gezien niet risicovoller dan geld weggeven, maar concurreert qua opschalingsperspectief met de output/outcome van (bestaande) projecten en activiteiten. Ik kan niet wachten tot er goede kosten effectiviteit onderzoeken en benchmarks worden gedaan naar impact investments en traditionele gesubsidieerde projecten. Het is in dit verband leuk dat de Transparantprijs ook dit jaar ''Impact'' workshops aanbiedt aan deelnemers impact meting in een notedop en grenzen aan impactmeting.

Impact Investing Risico's
Bridges begint met het uitpakken van financieel risico, het risico geen rendement te maken of zelfs de inleg (deels) te verliezen. Voor (vermogens) fondsen vaak de reden om impact investing vanuit de bestedingen te financieren als grant, want het vermogen moet zoveel mogelijk onaangetast blijven. Maar daardoor minimaliseert de kapitaalpool voor impact investing tot een percentage van de 5%? rendement die een fonds jaarlijks maakt en mag weggegven. Appèl van de Blogger: Ik breek nog maar eens een lans voor de 1% impact of missie investeringen vanuit het vermogen, omdat dit een verhonderdvoudiging van het impact capital pool betekent.

Bridges karakteriseert de 5 voornaamste risico factoren (percepties), enkele met overlap of die elkaar versterken. Het presenteert 7 manieren om impact investing te de-risken aan de hand van 20 bestaande impact investments en met aparte aanbevelingen voor product developers, asset owners en matchmakers.

5 Risico's

-1- Capital Risk het risico de inleg of het beoogd rendement kwijt te raken en die op gespannen voet staat met verantwoord fiduciair vermogensbeheer. Op pagina 20 een interessant voorbeeld van de KL Felicitas Foundation die door uitgebreide spreiding haar portfolio toch voor 85% met impact investments heeft weten te in te vullen.
-2- Exit of liquiditeitsrisico op gespannen voet met de patient capital benadering van impact investing, maar toch vaak een eis van High Net Worth Individuals, retail investeerders en wealth advisors (van vermogenden), omdat fexibliteit vaak gewenst is en illiquiditeit het op gespannen voet staat met fiduciair vermogensbeheer.
-3- (On)kwantificeerbaar risico gebaseerd op het track record van een team/fonds, de volatiliteit, (komende)regelgeving, gebeurtenissen/trend, en menselijk gedrag(!).
-4- Transactiekosten die relatief hoog zijn bij kleine deals, en impact investeringen zijn vaak kleine deals.
-5- Impact risico, het risico geen of weinig (bewezen) impact te hebben, negatieve neveneffecten of impact tegen zeer hoge kosten(effectiviteit). Dat kan voor bijvoorbeeld fondsenwervende chari's als reputatierisico ook invloed hebben op de inkomsten.
De-risken kan door:
Capital risk bundelen door downside protection, dwz sommige investeerders lopen meer risico, maar krijgen ook een hoger rendement andere minder tegen minder rendement: Senior en Junior debtors. Een beetje vergelijkbaar met de hogere risico's voor achtergestelde obligatiehouders. II Voorbeeld op pag 20. Zie ook de GGINpublicatie Catalytic First Loss Capital en de constructie die de FMO hiervoor ontwikkelde IINieuws-15okt13.
Het Exit Risico kan worden verminderd door de liquiditeit te bevorderen, door contractuele constructies en documentatie, handelsplatforms of netwerken op te zetten.
Transactiekosten kunnen ook door bundeling verlaagd worden door fondsen op te zetten en deals of producten te combineren. Ik dacht meteen aan het Threadneedle Social Impact Bond Fund, IIN 2013 jaaroverzicht die ook voor risicospreiding waardevol is, maar deze wordt genoemd als track record bouwer voor product developers.
Onkwantificeerbaar risico kan inzichtelijk, kwantificeerbaarder worden gemaakt door het bouwen van track records*, verminderd door technische assistentie (bijvoorbeeld voor financiële controle, corporate governance, impact assesment etc.) en effectieve plaatsing en distributie ofwel een optimaal marketing- en afzetkanaal met een goed netwerk. De reputatie van de retailer/aanbieder werkt als kwaliteitsgarantie.
Impact risico verminderen door impact evidence, (methodologie en data) te overleggen, reputatie van de uitvoerder/aanbieder en de kosteneffectiviteit af te zetten tegen de output/outcome/bereik van granting as usual. Interessant in dit verband is de tip van de BACO methodology van het impact first Acumen Fund: Best Available Charitable Option uit 2007, ik vond geen recentere versie Acumen/bacopaper.pdf wel een toelichting op hun site met link naar een concept versie Acumen/the-method-behind-our-metrics/
*Met betrekking tot het bouwen van track records wordt opgemerkt dat in een snel groeiende markt als impact investing track record opbouw wel eens ondermijnd wordt door snelle uitbreiding van fondsen, fusies van fondsen en teams etc. Dat kan verminderd worden door binnen fusie fondsen en teams bepaalde deskundigheden (thema's, sectoren, regio's) te combineren, de impact strategie onveranderd te handhaven of door de schaal vergroting bepaalde targets te kunnen halen. (cursief toevoeging door Blogger)
Met betrekking tot bundeling blijft het een beetje een kip-ei verhaal als de impact investing markt klein is valt er weinig te bundelen, los van de mogelijkheden om of de bereidheid van impact investeerders om hun private equity investering/debt onder te brengen in een impact investing product.

Op bladzijde 20 staan 20 voorbeelden van impact investing aanbieders en fondsen die een de-risking factor in zich hebben (in de Appendix staan uitgebreidere beschrijvingen van de impact investeringen) en ze worden ook genoemd als voorbeeld van de-risking tool voor product developers (pag. 18-19), asset owners (pag. 20-21) of matchmakers (pag. 22-23).
Profiel Bridges Ventures: een bijzonder impact investing fonds: het investeert in de armste gebieden van het Verenigd Koninkrijk, dus in een developed market maar wel in economisch achtergebleven gebieden. Het heeft 6 fondsen. 3 Sustainable Growth Funds (voor SME's met thematische impact voor gezondheid en welzijn, (beroeps) onderwijs, of het milieu). De gemiddelde omzetgroei van deze SME's is 20%. Het 1e fonds sloot op 40 miljoen UK£. De beoogde 50 miljoen UK£ voor het 2e SGF werd met 50% overschreven. Het 3e SGF werd gesloten met 72 miljoen UK£. 2 Property Funds (in regeneratie gebieden i.e. werkplekken voor SME's met milieumaatregelen. Het nieuwste fonds voor ouderenzorg is een joint venture en beheert 50 miljoen UK£ aan vastgoed) en 1 Social Entrepreneurs Fund (kansrijke ondernemingen in de armste regio's in het VK, milieu/klimaat bescherming door o.a. energie en grondstoffen, (beroeps)onderwijs, gezondheid door goedkope fitness & sportgelegenheid en welzijn m.n. door aanbod van zorg) Het is fonds is gesloten op 11miljoen UK£. Zie ook IINieuws-15maart13 Facts & Figures met de ervaringen (lessen) van Bridges Ventures in haar eerste 10 jaar.


2013

Creating Sustainable Apparel Value Chains: A Primer on Industry Transformation'', (Dr.) Maximilian Martin of Impact Economy, (dec 2013) 47 pag (pdf) Link ImpactEconomy
In IINieuws 15feb14

Max Martins nieuwste rapport bekijkt de uitdagingen en kansen van de transformatie naar een duurzame waardeketen in de textielindustrie vanuit een systemisch perspectief. Het gaat hier om miljoenen werknemers bij een keten die veel natuurlijke grondstoffen en hulpbronnen nodig heeft, haar afnemers vooral vindt in ontwikkelde, welvarende landen en veilig en verantwoord zou moeten produceren. De focus (zie ook de country profiles) is op de ontwikkelingen in (Zuid) Oost Azië, met verrassend Japan als derde grootste textiel producerend land. Er is een grote migratie gaande van de productie naar deze regio en de sector is minder duruzaam dan zij ooit geweest is*. De textielindustrie had een omzet van 3 biljoen US$ in 2011.
*Uit het StanfordSocialInnovationReview artikel over het rapport: ssireview/sustainable_value_chains_transforming_the_apparel_industry

Summary van de Executive Summary
Het is mogelijk om een win - win situatie te scheppen met stijgende productiviteit en concurrentie èn sociale en milieu(beschermende) omstandigheden. Een ambitieuze, systemische benadering is vereist om de industrie te transformeren met de volgende 4 peilers:
(1) bewaken van grondstoffen productiviteit en transparantie in de keten;
(2) het upgraden van de infrastructuur van de textielindustrie door (impact) investing;
(3) verbeteren van de arbeidsomstandigheden naar een nieuwe ambitie niveau; en het
(4) bestuderen en kopieren van best practices van (productie) marktleiders.

Concrete stappen hierin zijn
-het gebruiken van informatie technologie voor shop floor transparantie;
-de implicaties van de opkomende circular economy** op business model disruptie;
-verbeteren van het gebruik van (schadelijke) chemicaliën (waarvan 25% van de wereldproductie in de textielindustrie wordt gebruikt en waar beschermende regelgeving productiemigratie naar gebieden met minder bescherming heeft veroorzaakt.); en
-benutten van de kennis verzameld door het RAGS Challenge Fund om de arbeidsomstandigheden in de textielindustrie te verbeteren.
**Zie hiervoor een heel interessants 4m McKinsey slidepresentatie op: McKinsey/Insights/Manufacturing/Moving_toward_a_circular_economy?

Peiler 2: Upgrading industry infrastructure by (Impact) investing
De economie van ontwikkelingslanden heeft veelal een tekort aan investeringskapitaal en de volatiliete vraag gestuurde sector heeft weinig ketenintegratie maar juist een hoog transactie karakter. Het moderniseren van de sterk verouderde textiel industrie levert echter snel veel rendement op.
Noot van de Blogger als dit besparingen zijn op arbeidsinzet dan is dat uiteraard geen sociale impact door verlies van inkomen. (maar) De IFC zal 8 miljoen investeren in een 24miljoen kostende moderniseringsoperatie van textielindustrie gigant AAL in Bangladesh die 1500 nieuwe banen zal opleveren. (De IFC is onderdeel van de Wereldbank en stimuleert private investeringen in ontwikkelingslanden). Onderzoek van de auteur wijst aan dat de tijd rijp is voor dergelijke grote investeringen in de sector.

Interessant dat Max Martin dit onderwerp ook oppakt. Nederland heeft hier met Ploumen voor Buitenlandse Handel en ontwikkelingssamenwerking het afgelopen jaar flinke stappen gezet en krijgt recent belangrijke Europese steun: Nu/ploumen-krijgt-Duitse-steun-textielsector


Evolution of an Impact Portfolio: From Implementation to Results Sonen Capital in collaboration with the KL Felicitas Foundation. Raúl Pomares, Justina Lai, Will Morgan and Joshua Newman. (Okt 2013, pdf, 70 pag.) In IINieuws 15juni2014

A first of its kind report
In de eerste publicatie over impact investing die ik las uit de tijd dat de term werd uitgevonden (2009) maar het in de VS nog ging over mission related investments, werd verwezen naar de KL Felicitas Foundation (KLFF) van Charly en Lisa Kleissner. Het is niet toevallig dat een van de schrijvers van Solutions for impact investors: From strategy to implementation¹ Raul Pomares was, toen nog Rockefeller Philantropy Advisors en nu directeur van Sonen Capital dat het vermogen van de KL Felicitas Foundation beheert en investeert.

Al sinds 2004 is de FLFF op zoek naar de meest optimale manier to build an investment portfolio that would align with their values and the Foundation’s purpose*, while also ensuring KLF’s ability to meet its financial obligations. (ofwel return based) *“Our mission is to enable social entrepreneurs and enterprises worldwide to develop and grow sustainably, with an emphasis on rural communities and families. The Foundation also actively advocates it's Impact Investing strategy.”

Volgens Sonen Capital is het mogelijk -gebleken- om een impact investing strategie te implementeren ongeacht de omvang of het spectrum (public/private) van een portfolio, naar alpha te streven en te diversificeren. Het onderbouwt e.e.a met 1, 3, 5 jaar (of vanaf de investering) rendementen in vergelijking met wereldwijde benchmarks en per asset class (Return based Impact cash, equivalent, Return based fixed income, Return based public equity, Return Based impact Hedge Fund en Return based Impact reported) Noot van de Blogger: vanaf de investering deed alleen Impact based Fixed Income het minder goed (gross 0,25% net 1,62% de rest beter. KLFF begon in 2005 met 2% impact investeringen en vrijwel 100% van de portfolio is nu medio 2014 investment met impact. Mede mogelijk gemaakt door de opkomst van meer impact investeringen. Investeringen met impact zijn m.n. sustainable of thematisch.
Uit de Introductie
Sonen Capital schat de absorptiecapaciteit van de impact sector hoog op basis van slechts 38 investeringen in haar portfolio die een marktkapitalisatie hebben van 37miljard US$. (Pag. 10)
Impact investeringen kunnen het investeerdersrisico verlagen (inclusief imago/reputatie risico) door investeringen in organisaties (ondernemingen) met korte- en lange termijn duurzaamheidsdoelstellingen. Pag. 16, voetnoot 13 = Sustainability issues refer to the belief that a company’s valuation is determined by long-term performance, which is a function of how well management integrates resource efficiency and the true cost of externalities throughout the company and its operations.

Uit Implementatie
In dit hoofdstuk wordt verder gewerkt op basis van de Rockefeller publicatie over impact investing uit 2009 op basis waarvan ik o.a. mijn impact portfolio (thematisch) heb opgebouwd. Link ¹Rockpa.org/Solitions for Impact Ivestorsdocument.doc?id=15 (2009, pdf, 138 pag.) Zie de impact portfolio pagina en IINieuws-15mei14 met een beschrijving van de assets classes in mijn portfolio.

-1- Een impact investing strategie heeft impact investing beleid* nog voor implementatie. Uit de tabel op pag. 18 blijkt dat de asset class verdeling en acceptabele afwijking betreft. Asset verdeling is: stabiel; groei; en tegen inflatie beschermd. *Noot van de Blogger: en tactiek! mijn cruciale toegevoegde stap in mijn non profit campagnes, want beleid is vast goed doordacht op papier gezet, tactiek is het afstemmen op de realiteit, niet per se links of rechts om, het resultaat telt.
-2- De KLFF Impact Portfolio allocaties zijn veranderd** door het gewijzigde en toegenomen aanbod. **Dat klinkt al naar tactisch werken.
-3- Impact investing vereist een extra due diligence traject voor de impact ambities en doelen.

Sommige impact thema's kenden tien jaar geleden slechts 1 of 2 asset opties, maar het impact thema klimaat transitie bood veel keus (en risico) en het aantal thema's en producten is sindsdien flink gegroeid.
Na selectie van fondsmanagers bleek 'impact' sterker aanwezig bij een thematische insteek dan verantwoordelijk of duurzaam investeren.
Uit spreidingsoverwegingen werd gekozen voor samengestelde fondsen en slechts enkele directe investeringen in ondernemingen
=
Resultaten
Sonen Capital stelt dat de KLFF géén pioneer penalty, pionierspremie (in negatieve zin hebben betaald, doordat zij een impact portfolio opbouwden voordat de markt zich al ontwikkelde (zoals nu).
De analyse betreft de KLFF Return-Based Impact Portfolio en die is ge- benchmarked aan traditionele indices. Deze investeringen maakten tijdens de financiële crisis dus ook een klap naar beneden (Noot van de Blogger: de stichting had in 2008 in totaal 2,1 miljoen US$ minder vermogen (-20%) dan in 2007 en is ook nu nog niet terug op dat niveau. ERI/KLFelicitasFoundation)
De KLFF’s private (equity) investeringen zijn buiten beschouwing gelaten.)

Allocatie
De opbouw van de portfolio is in twee taartgrafieken te zien qua strategie (Figuur 19, pag. 52) en per asset class (Figuur 20, pag. 53) en dan weer onderverdeeld in impact (sub)sectoren

Cash: 25% van de portfolio eind 2012*
Van mei 2008 tot Dec 2012 hield KLFF deposito's aan bij community-focused banks, het iets hogere risico werd afgedekt door het deposito garantiestelsel in de VS: FDIC insurance. Community banks (CB's) zijn een fenomeen dat we in Nederland volgens mij niet hebben. Noot van de Blogger: het enige wat ik kon bedenken zijn de Gemeentelijk kredietbanken en al surfend zag ik de St. Gemeentelijke Kredietbank Nederland een ton heeft geleend via (het grootste) crowdfundingplatform geldvoorelkaar tegen 3,8% rente met een looptijd van 5 jaar en de laagste risicoclassificatie van geldvoorelkaar 1 en Graydon rating A. Door de crisis is/was er veel meer vraag naar krediet(verlening, schuld-hulpverlening en budgetbeheer) *Noot van de Blogger alle percentages zijn afgerond. De percentages in de tekst wijken af van de percentages in figuur 20 op pag. 53.

De 'nationale focus' werd gecompenseerd door internationale blootstelling in de portfolio met hogere rendement (maar zonder garanties) Nb Een flinke tegenvaller was de dramatisch daling van CB rentes op vervaldata. Voor de liefhebber: vergeleken is op: Standard Deviation; Downside Deviation; Jensen’s Alpha; Beta; R2 (interest rate risk); Sharpe Ratio (reward-to-variability ratio); Tracking Error en Sortino Ratio (risk-adjusted return)
Impact thema's cash: 42% Financial Services (microkrediet in en buiten de VS) en 58% Community Development (financiële inclusie, leningne voor onderwijs, huisvesting & community revitalization projects in enkele van de armste regio's in de VS). Regio's: Noord Amerika (dus incl. Canada) 92% en de rest Emerging Markets.

KLFF Return Based Impact US Fixed Income (11%)
De portfolio was gevuld met agency mortgage-backed securities voor het 100% impact maken van de portfolio zijn taxable municipal bonds en high-quality corporate credit toegevoegd.
KLFF Return-based Impact Global Fixed Income (10%)
De portfolio was verspreid over fondsmanagers voor (de ontwikkeling van) microkrediet en small&medium enterprises in ontwikkelingslanden.
Impact thema's (excluding PRIs*) financial services (24%) & ESG** geïntegreerd (75%) Regio: VS 40% Emerging Markets 17%.
*Programme Related Investments een fiscale faciliteit voor 'maatschappelijk nuttige' investeringen die vermogensfondsen mogen meetellen bij de (verplichte) 5% bestedingen en bij verlies mogen aftrekken. **Environment, Social en Governance criteria. Lees bijvoorbeeld De MSCI ESG Research factsheet (pdf, 2 pag.)

KLF Return-Based Impact Public Equity (20%)
KLFF investeert in aandelen in de VS, internationaal en Emerging Markets.
Aanvankelijk was de strategie gebaseerd op exclusie, of verantwoord of ethisch beleggen en later meer positief proactief of ESG geïntegreerd. De KLFF allocatie deed het 5% beter (sinds inception)
In tabel 10 (pag.34) niet alleen een vergelijking met standaard indices, maar ook met 7 duurzame benchmarks indices. De KLFF portfolio return based public equity portfolio presteert all over aanzienlijk beter (muv 2011). Het impact thema: 100% ESG geïntegreerd. Regio: 53% VS, 47% de rest.

Return Based Impact Hedge Funds (11%)
Een verrassende asset class voor impact investing die ik weinig tegen ben gekomen. FLFF had aanvankelijk ook weinig mogelijkheden: 2 fondsen met een lange termijn strategie die in 2008 stevig op de proef gesteld werd. Eind 2010 werd de asset class beter gespreid met meer long/short strategie fondsen. Door het herstel van equity na de crisis bracht de asset class meer stabiel rendement. De KLFF Hedge Fund asset class deed het ruim 10% beter dan de benchmark het HFRI Fund of Funds. Impact thema's: water 40% (Infrastructuur, utilititeitsbouw, behandelingstechnologieën); energie 45% (Wind-, zonne, biobrandstof- en geothermische energie, energie efficiency en waste management); en voedsel & landbouw 16% (Verwerken, kunstmest, apparatuur en handel). Regio's: VS 60%; Azië 20%; rest van de wereld 20%.

Return-Based Impact Private Equity (11%)
KLFF heeft de afgelopen jaar 13 private equity, venture capital en private real assets funds investeringen gedaan. In het begin vooral venture capital voor social enterprises in de IT sector waardoor deze sector oververtegenwoordigd is.
Impact Thema's: Energie 9% (Clean cook stove technologie voor BoP*); Financiële Dienstverlening 3.5% (Microkrediet, Financieren van coöperaties van BoP landbouw en kunstnijverheid, financiële inclusie van mensen in de VS incl kredietwaardigheid en kredietherstel; Voedsel & Landbouw 6% (Kwekerij in Afrika voor voedselveiligheid en beschikbaargheid(!) ondersteunen van kleine boeren en aansluiten op markten; IT 70%, (Groeikapitaal voor ondernemingen die banen creëren mn in de VS, maar ook in China en India). Water 4%, anders 6%. Regio's: Afrika 6%, Azië 4%, Emerging Markets 2%, Europa 4.5%, Noord Amerika 80%, India 4% (> 100% door afronden). *Bottom of the Pyramid, de armste mensen op aarde.

Return-Based Impact Real Assets Impact (?%)
Impact thema's: 88% Ecosysteem diensten (CO² en broeikasgas emissie beperking, biodiversiteit en milieubescherming, (duurzame?) bosbouw, weilandbescherming. Verbeterde landbouwpraktijken) en 11% Natuur/milieu bescherming (financiering van wetlands, waterloop bescherming, CO² afvangen, verkoop van ontwikkelingsrechten en duurzame bos- en landbouw.
9%. Regio: 100% Noord Amerika.

Impact First portfolio (11%)
Dit deel van de portfolio van KLFF is tot stand gekomen zonder strategisch of due diligence advies van Sonen Capital, maar geheel op beslissingen van KLFF waarbij Sonen Capital 'execution only' deed. 17 van deze private equity investeringen zijn PRI's. Zoals een lage rente lening aan een sociale onderneming die high-impact ondernemingen financiert die actief zijn in voedsel&landbouw, onderwijs en cultuur en milieubeheer en -behoud. Ook een vastgoed investering die het tropisch regenwoud aan de kust van British Columbia beschermt met kleinschalige huisvesting voor een milieubewuste gemeenschap.

In 2009 zijn zeven impact indicatoren bepaald (binnen basis van IRIS) om (investee's) prestaties te meten èn om de impact van KLFF portfolio te meten en monitoren. De 7: Financiën, gezondheid, energie, water, natuurbescherming en -herstel. Financiële indicatoren werden gekozen om te achterhalen hoe de investeringen bijdragen aan a) opschaling van ondernemingen b) elders kapitaal/bronnen aantrekken; en c) duurzamer worden in bedrijfsvoering en financiën. Indicatoren: het aantal directe investeringen; aantal leningen/equity op de balans; nieuw investeringskapitaal; waarde van cash flows van leningen en equity; totale waarde van leningen en investeringen; waarde van financiële portfolio producten incl. leningen en investeringen in investees; extra inkomsten: giften en donaties); inkomsten; winst.

Impact thema's: Financiële diensten 37% (leningen aan onafhankelijke media wereldwijd, leningen voor eerlijke handel en biologische landbouw coöperaties in Azië en Afrika, Microkrediet en kleine financiële dienstverleners wereldwijd, werkgelegenheid en economische zelfstandigheid voor riksja-rijders in India. Energie 21%: hernieuwbare energie producten en diensten, energie efficiency, clean energy infrastructuur, waterkwaliteit en -behandeling, infrastructuur voor de distributie van hernieuwbare energie(bronnen) op het platteland; Gezondheid 15%: (schoon)drinkwater en zorg op het Indiase platteland; Voedsel en Landbouw 14%: leningen aan biologische boeren en eerleijke handel coöperaties in Oost Europa; Milieu 6%: Bescherming van tropisch regenwoud aan de kust, beschermde gebieden, duurzaam bosbeheer en werkgelegeheid op het platteland van Midden Amerika; Impact Ecosysteem 5%: Financiering voor impact o9rganisaties in de VS (Noot van de Blogger: waarschijnlijk de GIIN, IRIS, Impact Base, GIIRS etc.); Community Development 3%: midden en kleine bedrijf op het platteland (werkgelegenheid, innovatie en groeikapitaal)
Regio's: Noord Amerika 20%; Afrika 30%; India 22%; Centraal Amerika 1%; Europa 0,25%; Rest van de wereld 25%.

Specifieke voorkeur
KLFF wil catalytic impact investor zijn en wel bij het versnellen van impact investment door het ondersteunen van de ontwikkeling van standaarden en benchmarks. Het is een van de Global Impact Investing Rating System (“GIIRS”) Pioneer Investors en heeft een voorkeur een GIIRS-rated funds en ondernemingen. (Meer op GIIRS) In the KLFF portfolio zitten 5 GIIRS-rated ondernemingen en 6 GIIRS-rated fondsen (25% van 24 eligible for a rating fondsen en ondernemingen).

Nawoord van de Blogger: IK zie opvallende overeenkomsten tussen de opbouw mijn 'micro' impact investment portfolio en de portfolio van KLFF. En dat terwijl men op pag. 57 stelt dat: In evaluating these findings, it is important to keep in mind that diversifying a $10 million portfolio limits one’s ability to access certain strategies and managers that could have otherwise been invested in.
Toch heb ik ook ik thematische, (best-in-class)ESG en duurzame (public) equity in portfeuille, bij mij is alles return based (inkomen gericht). Ik streef naar 50-50 fixed-income (obligaties) en public equity. Ik heb echter nauwelijks beleggingsfondsen, een van de redenen is simpelweg de (on)toegankelijkheid van (Amerikaanse) fondsen, maar ook de startdatum van mijn portfolio eind 2011 (het kon niet gunstiger). Vanwege matige beursprestaties van (beleggings)fondsen koos ik voor etf's, mede vanwege de veel lagere fees en de afwezigheid van aankoopkosten. Sinds 1 januari j.l. hebben veel fondsen hun fees verlaagd (maar de banken hun portfeuille/service kosten stevig verhoogd). Online traders met lage handelskosten en gratis portefeuilles zijn daardoor sterk concurrerend geworden. (Voor mijn pennystock portefeuille zit ik dan ook bij de GIRO en verder nog bij ABNAMRO).
Groot verschil is uiteraard dat KLFF vooral in Amerikaanse fondsen en US$ valuta belegt, terwijl ik in de Eurozone zoek op currency risk te vermijden. ar

Rapport: Evolution of an Impact Portfolio: From Implementation to Results (pdf, 70 pag.). Een samenvatting van het rapport staat in de Primer voor de Impact Capitalism Summit april 2014, (pdf, pag. 22-26) SPSocialFinance/ICSprimer Of From Ideas to Practice, Pilots to Strategy Practical Solutions and Actionable Insights on How to Do Impact Investing WEForum/WEFIISolutionsInsightsImpactInvesting (pdf 60 pag., Sonen pag. 26-28).


Impact Investments: Perspectives for Australian Superannuation Funds. Kylie Charlton, Scott Donald, Jarrod Ormiston and Richard Seymour (oktober 2013, 28 pag) 

Deze 4 academici werken aan verschillende universiteiten in Australië en daarnaast als consultant voor impact investing. Kylie Charlton schreef in 2010 al een artikel over II Zie IINieuws24maart11.

De focus is op mogelijkheden voor impact investing (II) voor institutionele investeerders, de superannuation industry, ofwel pensioenfondsen. Ze beschrijven het werk van de theGIIN en beschouwen de G8 bijeenkomst afgelopen zomer in London waar een Social Impact Investment Taskforce is opgericht als een mijlpaal voor II. Ze zetten op pag. 6 in figuur 2 wat zeer verschillende cijfers over de huidige omvang en het groeipotentieel van II op een rijtje, waaronder de lage schatting van 40 miljard die het World Economic Forum wordt genoemd. Zie IINieuws 15nov13. Het gaat over III: intentional impact investment dus zonder impact achteraf als zodanig the labelen. Ze interviewden een paar grote impact investeerders uitgebreid, waaronder PGGM.

In Australië werd 300 miljoen Aus$ geïnvesteerd als II en is (retrospectief?) 2 miljard Aus$ van het vermogen onder beheer al II. De verwachte groei voor de komende 10 jaar is naar 32 miljard en vergelijkbaar met de ontwikkelingen in het VK en de VS. Australië heeft een Social Enterprise Development Investment Fund met 20 miljoen Aus$ dat net als het fonds in het VK subsidies geeft voor II. Er zijn nu 3 fondsen mee opgestart waaronder een waarin Triodos Bank investeert.

Er wordt wereldwijd gewerkt aan verschillende II Frameworks gestructureerd volgens dit model:
- Strategie (vrijwel altijd paar %);
- Asset allocatie (bonds, equity, alternatives, private equity etc);
- Impact thesis (missie, visie);
- Risico analyse;
- Impact rendement;
- Financieel rendement en impact risico. Het laatste kan reputatieschade opleveren, ook door mislukken van een onderneming. In de 1e Appendix op pag. 21, voorbeelden van JP Morgan en Cambridge Associates.

De onderzoekers stellen dat er aanleiding lijkt te zijn dat impact investments door andere krachten wordt beïnvloed dan de mainstream market (Noot van de Blogger dat is ook al aangetoond voor microkrediet bij de financiële crisis van 2008 en en kan een zich breder aftekenend kenmerk zijn).

Laatkomers op de II markt hebben het voordeel dat er meer kant-en-klare producten zijn ontwikkeld die al zijn aangepast aan de eisen en behoeften van (institutionele) investeerders. De (finance first) pioniers hebben het voordeel dat zij de beste deal (hebben) kunnen uitkiezen in hun netwerk en dankzij hun reputatie, zonder concessies te hoeven doen op het gebied van risico of rendement. Maar stelt PGGM: zij doen wel (noodgedwongen) concessies op het gebied van omvang, diversificatie en liquiditeit m.n. exit opties en de investeringshorizon. PGGM heeft geen apart impact investment team en geeft aan de gewone due diligence toe te passen op haar impact investeringen, maar die worden pas na strenge beoordeling als zodanig benoemd. Voor specifieke impact effecten worden ad hoc externe adviseurs ingehuurd. PGGM heeft m.n. veel ervaring met eco impact investeringen, een combinatie van eco en landbouw (voedsel, Adeco-agro) en IFC dat investeert in private equity in meerdere sectoren in Afrika, Latijns Amerika en de Caraïben. Het kijkt ook naar mogelijkheden in gezondheidszorg vanwege haar clientèle (Pensioenfonds Zorg&Welzijn).


Rapport Impact Investments: Perspectives for Australian Superannuation Funds. Kylie Charlton, Scott Donald, Jarrod Ormiston and Richard Seymour. (oktober 2013, 28 pag.). Link Sydney.edu.au/Superannuation 2013 (pdf)


Catalytic First Loss Capital, the Global Impact Investing Network (Oktober 2013) 36 pag., pdf theGIIN.org heeft een interessante resources pagina.


De GIIN publiceerde een issue brief met als omineuze titel Catalytic First Loss Capital in impact investing transacties. Een grant gever financiert de eerste verliezen om investeerders anderen aan boord te krijgen die anders niet mee zouden doen. (participatie katalysering of leverage). Catalytic first-loss capital (CFLC) is een prominente tactiek geworden in de wereld van impact investing nu meer investeerders de markt onderzoeken en betreden. Het is een innovatieve manier om risico te verminderen, sociaal en milieu doelen vooruit te helpen door grootschalig commercieel kapitaal in te zetten en investeringen in nieuwe markten te stimuleren. 



De issue brief schetst 2 scenario's voor het inzetten van catalytic capital: voor (a) versnelling en grote opschaling van sociaal en/of milieu impact en/of (b) het demonstreren van de financiële levensvatbaarheid van high-impact sectoren voor commerciële investeerders. © het verbeteren van de onderhandelingsposities van investees bij fondsenwerving. Met 5 deals als voorbeelden van deze 2 scenario's, met de motivatie, overwegingen en ervaring(slessen) van de investeerders.



CFLC is een manier van credit enhancement kredietvergroting net als (bank)garanties, kredietbrieven, first-loss kapitaal, overwaardering van onderpanden, verzekeringen en reserves. Veelgebruikt als CFLC zijn giften, (junior) aandelen/certificaten, achtergestelde leningen en garanties. Een argument tegen het gebruik van CFLC's als domme investering ligt in de perversiteit van de schijnbaar verlagen van het risico voor andere investeerders en het ondermijnen van de marktwerking. Voor investees kan het reputatieschade opleveren dat ze het instrument en chari geld nodig hebben om de winsten op te krikken. Noot van de Blogger: of kneusjes projecten te financieren. Daarom is belangrijk het businessmodel en de impact ambities te benadrukken. De auteurs waarschuwen er nadrukkelijk voor CLFS investees niet automatisch of te makkelijk verdere financiering door CLFC aan te bieden.


CFLC verschaffers zijn over het algemeen (vermogens)fondsen, high-net-worth individuals (HNWI), overheden en Ontwikkelingsbanken vanwege hun missie maar elke investeerder met gepaste motivatie en risk appetite kan de rol vervullen. Sector kennis en ervaring is een belangrijke voorwaarde en kwaliteitsborg voor CLFC. 



Potentiële investees moeten voldoen aan investment parameters: rendements- en risico eisen, bijvoorbeeld in het licht van fiduciair vermogensbeheer . Dat kan de totaal bereikbare investeringsbedragen beïnvloeden. Voor impact investing in de praktijk een belangrijk plafond. (GIIN JP Morgan Survey Perspective on progress, 2013). CFLC bijdragen kunnen het risico en rendement profiel verbeteren en de marktdeskundigheid van de CLFC verschaffer het risicoprofiel. 

Investees kunnen gebruik maken van die marktdeskundigheid die vaak in (geografisch) nieuwe markten extra waardevol is.



De 5 cases betreffen het Community Finance Fund for Social Entrepreneurs (CFFSE) in Australië en Peak II in Tanzania voor Markt ontwikkeling en het FreshWorks Fund, Democracy Prep en FlexCAP voor Versterking (Leverage) van Impact In een matrix staan overzichtelijk de impact ambities, CLFC bedragen en bescherming, totale investeringen en verschaffers.



4 van de cases zijn in developed markets: Australië en de VS. De enige ontwikkelingshulp case is gefinancierd door FMO, onze eigen Financierings Maatschappij Ontwikelingslanden. Peak II is een investeringsfonds in Tanzania. FMO is met 1 miljoen Euro, originally grants CLFC en 'C' investeerder. Mede-investeerders ('A' schuld en 'B' aandelen) met verminderd risico zijn fondsen, chari's, impact investeringsfondsen en HNWI's. Verliezen worden door alle drie categorieën, in meer of mindere mate, gedragen. Als meer investeerders instappen verlaagt het huidige beschermingspercentage van 25% (pag. 24). De geplande termijn is 7 jaar en het beoogde rendement is 24 a 28% Tanzaniaanse shilling. Het fonds komt traag op gang, heeft nog maar de helft van haar doel (10 miljoen US$) bereikt maar wel al een vervijfvoudiging van de FMO grant. (Een VS case van de California Endowment bereikt een ver-50-bvoudiging). Het gelaagde A-B-C investeringsmodel blijkt wat gecompliceerd en heeft de fondsenwerving vertraagd. Op pag. 14-15 staat een uitgebreide beschrijving.


Toelichting theGIIN/recources het rapport Catalytic First Loss Capital (Oktober 2013, 36 pag., pdf)


From the Margins to the Mainstream, World Economic Forum en Deloitte Touche Tohmatsu (september 2013, 40 pag.)

Het World Economic Forum en Deloitte Touche Tohmatsu publiceerden in september From the Margins to the Mainstream, een paper over de stand van zaken van impact investing en de kansen om op te schalen, want om de in 2009 voorspelde 500miljard US$ omzet te halen in 2020 moet de sector aanzienlijk opschalen. In dit rapport schat men de huidige stand van impact investment op slechts 25 tot 40 miljard US$, Noot van de Blogger: dat haalt Nederland alleen al schat ik (inclusief hernieuwbare energie, clean/greentech en duurzaam vastgoed, het kan een kwestie van definities zijn impact moet intentional zijn volgens hun definitie) Hun impact sectoren (pag 7) omvatten ook hernieuwbare energie en clean/greentech en lijken verder opvallend veel op de sectoren in mijn checklist LINK, maar is iets beperkter.

Er is echter (te) weinig consensus bij grote investeerders over de betekenis van impact investing, de belangrijkste asset categorieën, hoe het te structureren en wat de onderliggende barrières zijn volgens Abigail Noble, Hoofd Impact Investing Initiatives bij het World Economic Forum. Dit staat een heldere marketing propositie en resultaten communicatie in de weg.

Het World Economic Forum wil bijdragen aan de ontwikkeling van impact investment door haar multi-stakeholder platform, het identificeren van best practices en (model) organisatie structuren voor asset managers, private wealth managers en financiële dienstverleners om impact investing te integreren in hun strategie en beleid. (PersBericht, PB)

From the Margins to the Mainstream - Assessment of the Impact Investment Sector and Opportunities to Engage Mainstream Investors
Het rapport van 40 pagina's heeft 5 onderdelen en de volgende, bekende maar soms ook verrassende door de accentueringen, aanbevelingen om impact investing op te schalen hier de door WEF benadrukte en verderop aanbevelingen per actor:
-1- impact investment fondsen kunnen transparant(er) zijn over hun rendement(en), want bijna 80% haalt de beoogde marktconforme rendementen. Noot van de Blogger dat is hoger dan het resultaat van Venture Capitalisten dat meestal rond de 66% wordt geschat. Toch vindt slechts 9% van de pensioen/fixed income fondsen het een haalbare investering. 80% is bekend met impact investing (PB). 83% vindt het (toch) een vorm van venture capitalisme en rond de 80% een vorm van private of public equity (hoewel slechts weinigen het laatste ook werkelijk doen (11%, pag. 20)
-2- impact enterprises kunnen hun impact proactief meten en publiceren;
-3- overheden kunnen fiscale faciliteiten voor early-stage impact investeringen ontwikkelen; en
-4- vermogensfondsen kunnen hun vermogen impactvol investeren in plaats van programmatisch te verdelen, dus weg te geven als besteding. 

De publicatie kwam tot stand met input van 150 grote investors, (grote) ondernemers, filantropie leiders en beleidsmakers door interviews, workshops en conferenties. Sleutel instituties uit de financiële sector werkten mee zoals Credit Suisse, Deutsche Bank, Goldman Sachs, JP Morgan, Morgan Stanley, Omidyar Network, UBS en Zurich Insurance. Uit de wetenschap bijdragen van Duke University, Harvard University, Pacific Community Ventures, Rockefeller Foundation en het Global Impact Investing Network.

Feiten & weetjes
WEF bepaalt dat impact investing geen aparte asset class is maar een investment approach (paragraaf 2.1) die in alle asset classes kan worden toegepast. Aardig is de tabel met beleggingsintenties van de komende generatie particuliere beleggers die Millennials worden genoemd, zie hiervoor ook IINieuws 15dec12 onder II Marketing) Millennials zijn impact investors in spe: 36% mikt op improve society en 35% generate profit. (Figuur 2 & 3 pag 6).
Bemoedigend is dat het integreren van ESG criteria in investeringsbeleid door vermogensbeheerders 72% het gevolg is geweest van de vraag van cliënten en ook 72% door de missie, de hoogst scorende categorieën (figuur 6, pag 11)

Voor het opschalen van de sector is het nodig dat de huidige kleine gespecialiseerde niche impact investing intermediairs opschalen zodat zijn grote mainstream investeerders kunnen bedienen. Het marketen en distribueren van impact investment ''producten'' wordt nu beperkt doordat (grote) investeerders producten afnemen van hun bekende leveranciers/namen.
En voor de chauvinisten onder ons, Triodos Bank wordt vermeld onder depository institutions (pag. 17) en (mijn) pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM (pag. 18) is een case voorbeeld van impact investing door de organisatie van haar ESG investments.

Aanbevelingen
Voor Impact Investment Fondsen omdat zij een essentiele rol spelen in de mogelijkheden voor institutionle investeerders om meet kapitaal te benutten voor impact investing.
Aanbeveling 1: Wees helder en transparant over het financieel rendement en rapporteer aan een onafhankelijke derde partij;
Aanbeveling 2: Creeer een systeem om impact te meten en rapporteren;
Aanbeveling 3: Overweeg creatieve en innovatieve strategieen om kapotaal aan te trekken van grote investeerders (limited partners).

Voor Impact Enterprises
Impact (social) enterprises zijn een centraal onderdeel van het opschalen van impact investing. Als zij zich ontwikkelen en uitbreiden kunen zij meer commercieel kapitaal aantrekken.
Aanbeveling 1 ontwikkel mogelijkheden die het makkelijker maken voor investeerders om kapitaal te reserveren (voor impact investments);
Aanbeveling 2: Meet en rapporteer proactief;
Aanbeveling 3: streef naar differentiatie en sterk management.

Voor filanthropen en chari's
Noot van de Blogger omdat impact investing een middel is om de missie te realiseren.
Aanbeveling 1: Verlaag het investeringsrisico door giften aan early-stage impact enterprises en door anker investeringen (de 1e investering in een financieringsronde);
Aanbeveling 2: slecht de muren tussen de afdelingen die geld toewijzen voor de missie en de afdeling vermogensbeheer;
Aanbeveling 3: Promoot meer samenwerking tussen chari's om due diligence kosten te verlagen.

Voor overheden
Aanbeveling 1: bied fiscale korting voor risicovolle of early-stage investeringen met maatschappelijk nut, maar lager dan marktconform rendement;
Aanbeveling 2: Herzie voorzichtig regelgeving die de kapitaalstroom naar impact investing beperkt;
Aanbeveling 3: Help het risico verlagen van impact investing door innovatieve investeringsmechanismen.

Voor intermediairen
Aanbeveling 1: Verzamel data over impact investment deals en publiceer de resultaten;
Aanbeveling 2: Promoot een gezamelijk platform dat kapitaal en deal flow samenbrengt;
Aanbeveling 3: Lobby voor een basis principes set voor de impact meting praktijk.
 
Innovating for Shared Value Angela Barmettler Valerie Bockstette Marc Pfitzer en Mike Stamp van FSG, Foundation Strategy Group. Artikel in Harvard Business Review september 2013 pag 2-9. HBR/innovating-for-shared-value (ExecSum), FSG.org en pdf InnovatingforSharedValue (9 pag.)

Harvard Business Review artikel van collega's van Michael Porter die voortbouwen op zijn Shared value artikel uit 2011 IINieuws 15jan12 (NB in dat blog ook het HBR onderzoek naar de prestaties van duurzame best in class bedrijven)

De onderzoekers bestudeerden 30 multinationale bedrijven en de succesfactoren van hun shared value beleid. Het zijn grote bekende ondernemingen die soms ook wat schandalen aan hun broek hebben hangen die wellicht ook een reden zijn geweest voor hun goede intenties. In het nogal magazine achtige geschreven artikel wat paradepaadjes van Danone, Nestle, Mars en Coca Cola en helaas weinig data.

5 succesfactoren
Wel 5 heldere kenmerken voor impact economy ofwel het integreren van het verminderen of oplossen van sociale tekorten in de bedrijfsstrategie. Sociale innovatie blijft (te) vaak hangen in pilot projecten aan de periferie van de bedrijfsactiviteiten die niet (kunnen) worden opgeschaald of geïntegreerd in de kernactiviteiten. Succesfactoren voor impactvol innoveren zijn:
  1. Een helder idee over de kernactiviteiten direct gelinkt aan een sociaal tekort;
  2. Het sociaal tekort en mogelijke oplossingen duidelijk definiëren;
  3. Meetmodel voor de resultaten van de shared value ofwel de activiteiten van/voor de onderneming en het sociaal tekort;
  4. Creëren van een optimale innovatie structuur (semi autonoom, maar niet te apart);
  5. Co-Creatie met external stakeholders, partijen als dat effectiever is dan interne aanpak.
Bronnen: HBR/innovating-for-shared-value (exec sum) en/of FSG.org Met dank aan Linked Group ESG investment, tip van Hernan Vargas



Making Impact Investing investable, Dr Maximilian Martin, Impact Economy tevens hoogleraar bij Ashoika en de Universiteit van Graz (juli 2013) 
In IINieuws 15sept2013

De auteur is zette o.a. de afdeling filantropie bij UBS (Bank, Zwitserland) op.  Dr Martin (zie Nieuws-15april13 onder II Thinking) is oprichter van deed 3 jaar onderzoek naar de ontwikkeling van impact investing (II) en schreef dit rapport voor een Clinton Initiative sub-bijeenkomst. Een voorpublicatie werd aangeboden aan de G8 leiders tijdens de Social Finance meeting in London afgelopen juni. Het haalde CSR Sustainable Newswire en kreeg aandacht op de Stanford Social Innovation Review site.

Megatrends
Het rapport schetst opkomst van de term II, brilliant marketing, de huidige II sector en verwijst naar 4 wereldwijde ontwikkelingen waar juist II een katalyserende rol kan spelen:
-1- Het bedienen van noden nam hen aan de base of the pyramid, het miljard armsten;
-2- de noodzaak van radicale grondstoffen efficiency voor economische groei en het verminderen van CO² uitstoot en afval en het beschermen van de biodiversiteit;
-3- modernisering van de welvaartsstaat en publieke dienstverlening; en
-4- de opkomst van LOHAS, of Lifestyles of Health and Sustainability consumenten met een voorkeur voor duurzaam leven en lagere CO² uitstoot.

In het rapport een matrix met het potentieel van deze 4 factoren en voorbeelden (pag.10):
ad 1 Groeiende vraag ofwel de marktontwikkeling aan de Base of the Pyramid: een veelvoud van de huidige markt van 5 Biljoen US$. Bijvoorbeeld (hernieuwbare, stand-alone) energie voor mensen die nu niet op netwerken zijn aangesloten in dunbevolkte gebieden en mobiele telefonie als belngrijke markt(en)katalysator.
ad 2 Groener: De verwachting is dat de investeringen in hernieuwbare energie van 115miljard US$ in 2010 zal groeien naar 325miljard US$ in 2018; De EU kan nieuwe werkgelegenheid en innovatie creëren door 20% energie te besparen, de bijbehorende kostenbesparing bedraagt 60 miljard Euro. De helft daarvan kan gerealiseerd worden door de huidige EU directieven daadwerkelijk uit te voeren.
ad 3 Vergrijzing: in 2020 is 20% van de wereldbevolking ouder dan 65jr de vraag verandert en de private markt krijgt kansen. Opvallend is dat Social Impact Bonds (SIB's), nog een marginaal verschijnsel, worden genoemd als II product, maar wel een waarvan de effectiviteit nog niet bewezen is. Noot van de Blogger: wellicht opgenomen vanwege de doelgroep, G8. De coördinerende project opzet van SIB's veroorzaakt hoge consultancy kosten plus de externe assessment. Misschien ligt de grote toegevoegde waarde van SIB's wel in de opzet om private/gesubsidieerde partijen in de welzijnssector beter samen te laten werken. Een beleid dat de Nederlandse overheid al jaren voert richting de preventie-organisaties, ontwikkelingsorganisaties, goede doelen etc.
ad 4 De LOHAS markt in de VS heeft nu al een omvang van 300miljard US$ en groeit nog steeds. Voetnoot 52: 80% wordt al in meer of mindere mate bediend, soms zonder dat ze het zich bewust zijn. De vraag in Emerging Markets zal van 2010 tot 2025 150% groeien tegen 31% groei in Developed Markets (EM). Het GDP van EM groeide van 19% naar 36% in 20 jaar. Toch halen de 100 multinationals uit Developed markets volgens McKinsey onderzoek 83% van hun omzet nog uit Developed Markets*. Producten voor de LOHAS consumenten produceren veelal duurzaam en verantwoordelijk in de hele handelsketen en marketen hun product vooral slim. De auteurs pleiten ervoor die eerste kenmerken uit te breiden met het accent op gezondheid, veiligheid en consumentenbescherming en minder te investeren in allerlei start-ups en intermediairen (Noot van de Blogger: allerlei keurmerken en duurzame marketing).

In het 2e deel van het rapport een overzicht van de kapitaalmarkten en II. Het huidige beleid voor de vraag naar kapitaal: capaciteitsbouw, nieuwe bedrijfswetgeving, beleid voor social enterprises; het beleid voor het aanbod van kapitaal: co-investeren, risico delen, investeerders eisen aan II, fondsen voor II en de intermediairen; en het kapitaal(stroom) voor de II markt: nieuwe (doel)belastingen, toeslagen en verhandelbare vergunningen (zoals de mislukte CO²emissie markt?), het benutten van onbenut kapitaal zoals ongeclaimde banktegoeden (zoals in het VK) en inkomsten uit privatiseringen (?)

Overheden kunnen de II sector op 3 manieren ondersteunen: I: het aanbod stimuleren, II: door kapitaalstromen te dirigeren en III: de vraag te reguleren. In India bijv. heeft de overheid bepaald dat een bepaald bedrag geïnvesteerd moeten worden in servicing the underserved. De EU lanceerde dit jaar via het Europese Investerings Fond (EIF) samen met Crédit Coopératif en Deutsche Bank de Social Impact Accelerator (SIA) pionierend in pan-Europese publiek-private samenwerking voor impact investing. Uiteraard wordt ook het VK met haar Big Society Bank en Capital genoemd en de Social Investment Finance Intermediary '(SIFI's) om non profits investment ready te maken en de stimuleringsfondsen voor Social Enterprises. De Chinese zonne-energie expansie wordt gevoed door het High-Tech R&D programma voor milieubescherming en hernieuwbare energie door private investeerders. In de VS wordt (fiscale) regelgeving gemaakt voor social enterprises, de regelgeving verruimend die het bijv. pensioensfondsen toestaat in II te investeren zoals voor venture capital is gebeurd. Daarnaast wordt geëxperimenteerd met Social Impact Bonds zoals in het VK en hiervoor benodigde regelgeving ingevoerd. Canada startte al in 1999 met Community Economy Development Investment Funds (CEDIFs) mn voor Nova Scotia. Later uitgebreid met een flink fiscaal voordeel van 30% aftrek voor investeringen in corporaties, coöperaties en community economic development initiatives in de regio.

De huidige investeerders in II bestaan vooral uit filantropen (giften) en angel investors (seed en start up tot tienduizenden US$), Venture capitalisten hebben door de crisis een stap terug gedaan. Maar ook professionele investeerders als HNWI en hun famliy offices zijn steeds vaker actief. Voor opschaling van de II sector zijn institutionele investeerders nodig waarvan de bijna helft een rol voor zichzelf ziet bij de groei van de II sector. Vaak hebben zij al II in hun SRI portfolio. Noot van de Blogger: zie bijv. IINieuws 1juni13 AEGON over (on)mogelijkheden van II over haar intern onderzoek naar II in haar SRI portfolio.
Martin ziet ook mogelijkheden voor corporate impact venturing: ondernemingen hebben gemiddeld kleinere deal sizes in hun portfolio van venture capitalists. En een van de II handicaps is de kleinere dealsize. Ondernemingen kunnen investeren in succesvolle start-ups en door groeikapitaal te leveren de opschaling financieren. Voor ondernemingen zijn deze investeringen een strategie voor niet traditionele groei (en innovatie).
De financiële sector wordt geconfronteerd met een latente vraag en door de dalende rendementen in verschillende asset classes wordt II aantrekkelijker.
En II is nieuw en aansprekend en dus een prachtig marketing en branding middel. Enkele banken lopen voorop: JP Morgan, Morgan Stanley, Deutshe Bank, onze eigen FMO zie IINieuws 1sept12 wordt als voorbeeld van een multilaterale (?) financial genoemd.


De toekomst: from niche to mega
De II sector die een gouden groeitijd wordt voorspeld met een divers scala spelers (HNWI, vermogensfondsen, angel investors, non profits, overheden, de financiële sector) moet wel meer actie ondernemen om de beloften waar te maken (en noden vervullen). Om de groeiende kloof tussen de ambities van de II markt en de realiteit te overbruggen. Hiervoor zijn nodig:
-a- Ondersteunend beleid; op pag 32 een heldere figuur die een stuk compacter is dan de Montor Institute matrix uit 2009. Zie IINieuws-4april11 en 24mrt11.
-b- Focus op II als investeringsstijl i.p.v. een aparte asset class en II productontwikkeling;
-c- Kritische visie op de definitie van impact;
-d- Analyse van het wegblijven van de cruciale, grote spelers en wat ze tegenhoudt.

Opvallend vind ik het pleidooi to copy, clone and adapt best-practice instruments voor -a- waar weer de onbewezen SIB's en ook zeer succesvolle en de hard gegroeide Community Development Loans (VS) voorbijkomen. Noot van de Blogger: Ik dacht dat best practice promotie zijn hoogtepunt voorbij was (ontmoedigend), maar kennelijk niet voor II sector groei. Er wordt gesproken over de noodzaak van heldere impact data. De huidige impact meting systemen i.o IRIS, GIIRS, GRI zijn indrukwekkend maar toch schieten zij tekort in de ogen van potentiële gebruikers maar ook de Federal Reserve Bank of San Francisco organiseerde een discussie over “Advancing Social Impact Investments through Measurement” and enumerated many of the issues with the current measurement landscape. Jammer genoeg is er geen onderbouwing van het pleidooi voor -d- Analyse van het wegblijven van de cruciale, grote spelers en wat ze tegenhoudt.  


Resultaat- en impactmeting voor goede doelen Op weg naar beter evalueren, meten en verantwoorden van bestedingen. Drs E.M. Ten Hoorn (juni 2013, CentraalBureauFondsenwerving) en drs W.M. Stubbe (CSR Academy) Centraal Bureau Fondsenwerving Amsterdam. Vlinderend geefgeld Schenkt het best uit onszelf Effect van vertrouwen (op de achterkant)

Door wie en waarom?
Recent gepubliceerd door het Centraal Bureau Fondsenwerving dat de inkomsten van goede doelen gerubriceerd registreert, online openbaar maakt en keurmerken geeft. De intentie is om een impuls te geven aan resultaat- en impactmeting door goede doelen door in de handreiking modellen en instrumenten te presenteren met hun toepassing, sterke en minder punten afhankelijk van de (bijv internationale) context en het werkterrein. (welzijn, natuur, gezondheid etc).

Wat is impact?
De definities van impact worden onderverdeeld in 2 stromingen: -1- impact als duurzame lange termijn verandering als gevolg van een activiteit of interventie (OECD-DAC) Nb dat kan zowel positief als negatief zijn en bedoeld en onbedoeld. En -2- Impacteffecten als de verandering die tot stand is gebracht door de activiteit minus wat er toch al aan veranderingen zou hebben plaats gevonden Toewijzing van een effect, attributie, staat centraal. Clark et al
Noot van de Blogger Ook Karen Maas en de Nederlandse impactmeting school. Ik vermeld hier alvast even het onderscheidend rijtje: input-output-outcome en impact waarbij impact = outcome minus wat er ook zonder de interventie zou hebben plaatsgevonden. (Uitgebreide toelichting op pag. 16-118)

In de samenvatting een fasenoverzicht van impactmeting:
1 keuze wat evalueren en wat wil ik bereiken (Theory of Change)
2 SMART doelstellingen + prestatie indicatoren
3 Nulmeting en betrekken belnghebbenden hierbij
4 Context en attributie: wat doen anderen wat is mijn bijdrage
5 Meetmodel beschrijven

6 Meetinstrument kiezen
7 Gegevens verzamelen en analyseren

8 Evaluatie rapportage
9 Leren ven evalueren
10 Communiceren van de bevindingen aan belanghebbenden

Ontwikkeling van impactmeting
In de inleiding beschrijft Prof Ruerd Ruben (Radboud Universiteit en Directeur van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking) 2 (4) generaties effect- en resultaatonderzoek: de eerste legde de nadruk op noodhulp (logistieke steun) en lokale projecten en de tweede keer meer naar de rol van 'katalysator' en 'mobilisator' en het effect op internationale systeemverandering. Effectmeting wordt proces georiënteerd. Ook in de evaluatieliteratuur verschuift het accent van 'meten' en 'beschrijven' van resultaten naar 'waarderen' en 'reconstrueren' van het interventieproces. Ruben noemt als uitgangspunten bij de keuze voor een evaluatieaanpak: (cursief van mij)
1 Selectiviteit, focus
2 Proportionaliteit, verhouding kosten omvang en/of doel
3 Kwaliteit, let op indicatoren, steekproef en controlegroep
4 Creativiteit, combineer kwalitatieven en kwantitatieve methoden*
5 Onafhankelijkheid, voorkeur voor externe deskundigheid?
* Voor impact (investing) rating is deze insteek echter een beperkende factor omdat de vergelijkbaarheid afneemt.

Waarom impact-denken?
In Hoofdstuk 1 een korte schets van trends in de goede doelen werkwijzen en fondsenwerving: van Trust me via tell me naar show me en prove to me en involve me (Noot van de Blogger: hoewel die laatste trend er Nederland altijd al is geweest met de omvangrijke collecte organisaties en andere vormen van vrijwilligers inzet. Doordat nieuwe generaties op een andere manier worden geworven en social media wordt ingezet lijkt de trend sterker aanweziger/ Maar een middag in het winkelcentrum of rondje in de buurt collecteren is wel een andere meer waardevolle en directe fondsenwervende manier van meewerken voor de goede zaak dan even een Facebook like en/of share doen.

In de sector groeide de belangstelling voor de effectiviteit van projecten en het resultaat van hun werk. Noot van de Blogger: ondanks de begrijpelijke huiver voor tegenvallende conclusies. De Nederlandse Hartstichting liet als eerste haar totale impact meten door Karen Maas, opgenomen in haar promotie thesis, een voorbeeld dat helaas niet is gevolgd door andere gezondheidsfondsen, ondanks een aanzet door Price Waterhouse Coopers. Zie IINieuws 15juli2012 NB Daarvoor al was een belangrijk impact onderzoek gedaan in het tamelijk vernietigend rapport van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid over de ambities en vooral de pretenties van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid en sector die veel doet aan impact en effectmeting getuige de vele meetmethoden in dit overzicht.
Voor goede doelen organiseert het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy ECSP bijeenkomsten en doet belangwekkend onderzoek. Ook relevant is dat de Transparantprijs veel aandacht besteed aan impact en impactverantwoording in haar beoordeling en hiervoor workshops organiseert.

Interessant is dat Kellie Liket gaat promoveren op de effectiviteit van projecten van goede doelen organisaties Hoofdstuk 2 van haar thesis Strategic Philanthropy (nog te verschijnen maar al aan te vragen bij de auteurs).
In 2007 concluderen wetenschappers dat er weinig wordt gedaan aan resultaat- en impactmeting anno 2013 verwacht ik dat er een flinke vooruitgang is geboekt, ondanks de administratieve belasting en overhead kosten die de activiteiten met zich meebrengen. Liket en Maas maken onderscheid tussen missie-impact en maatschappelijke-impact, het 1e betreft de doelstellingen van de actor/organisatie, de 2e de toegevoegde waarde (of schade) voor de maatschappij. Noot van de Blogger: Omdat veel chari's zich richten op het oplossen van maatschappelijke problemen of tekorten is dat laatste aspect heel belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van gezondheidszorg voor de samenleving die door gewenst gedrag en effectievere gezondheidszorg kunnen worden terug gedrongen.

In het 1e hoofdstuk ook aandacht voor he fenomeen dat door de overheid gefinancierde goede doelen vaker (want vereist) impact meten, dan goede doelen die vooral door particulieren worden gefinancierd. (in Nederland o.a. e gezondheidsfondsen). In Hoofdstuk 2 viel mij de % bestedingen aan impactmeting op: Volgens een OECD onderzoek uit 2007 gemiddeld 0,5-1% van het activiteitenbudget bij wat grotere ontwikkelingsprojecten maar bij kleinere zo'n 2-5%. Bij experimentele projecten is het verdedigbaar dat een aanzienlijk deel -tot wel een derde(!)- gereserveerd wordt Noot van de Blogger: maar welk project is tegenwoordig niet innovatief?
Prof Ruben schat 1 tot 2% van het budget van de gehele organisatie reeel omdat organisaties gefundeerde verwachtingen zullen hebben over de impact.

In hoofdstuk 3 worden meetsystemen behandeld, op pag 7 en 52 een vergelijking van 6 meetmethoden en hun prestaties op theory of Change, SMART-indicatoren, de beginsituatie, Context/Attributie en het Meetmodel. Het begint met de Social Return on Investment SROI methode waarbij ik het opvallend vindt dat er staat deze 'momenteel in toenemende mate gebruikt (wordt) door bedrijven' (pag 40). De SROI methode is de enige die in haar 7 principes ook financiële aannamen en resultaten verifieert. De SROI methode kan zowel evaluerend als voorspellend worden toegepast. Meer in: IINieuws 15sept12 Alfabet soep

Volgens de meetmethoden matrix komen PIA, the Particpatory Impact Assesment en de Log map het beste uit de bus (meeste +-en). PIA kijkt naar veranderingen in lokale gemeenschappen sinds de start van een project en welke aanwijsbaar door de activiteit komen. Men gebruikt kwalitatieve indicatoren en de participatie van de deelnemers/doelgroep. Het Logical Framework is een matrix model op basis van input-output-outcome-impact en op de y-as een hiërarchie van doelen, verifieerbare indicatoren, verificatie middelen en aannames. De matrix bevat een samenvatting van het project dat de vragen beantwoord waarom het project wordt uitgevoerd en welke impact het zal hebben. Dit model wordt veel gebruikt door NGO's en overheidsinstellingen om hun subsidie-aanvragen / beleidsvoorstellen te presenteren mn voor ontwikkelingssamenwerking en oa gebruikt in de Europese Unie.
Financiers schrijven uiteraard ook meetmethoden voor, waarbij ruwweg onderscheid gemaakt wordt tussen: procesmethoden, impactmethoden en monetaire methoden (Noot van de Blogger: waarvan de laatste m.i. relevant is voor maatschappelijke impact meting.)

Vermeldenswaardig vind ik de opmerking op pag. 56 in paragraaf 3.3.1 over attributie, het toerekenen van resultaat aan een activiteit. Alleen al het vermelden van mogelijk (externe) factoren en partijen die van invloed kunnen zijn (geweest) op de uitkomsten van een activiteit een beter en eerlijke beeld kunnen geven op de bijdrage van een goede doelen organisatie.

In Hoofdstuk 4 gaat het over verantwoording en leren van resultaat- en impactmeting. Ook de externe communicatie met belanghebbenden en donateurs komt aan de orde. Het CBF, Centraal Bureau Fondsenwerving, dat elk jaar van ruim duizend goede doelen de inkomsten en bestedingen registreert ziet vooral output rapportages en veel minder 'een klein deel' outcome (vermoedelijke effecten). Het citeert op pag 64 Nicholls et al als het stelt dat specifiek voor de monetaire rapportage die onderdeel is van de SROI methode daar weinig waarde aan gehecht moet worden en een beschrijving van de behaalde verandering en de participanten veelzeggender zijn. Noot van de Blogger: dat lijkt nogal in tegenspraak met het groeiend gebruik door bedrijven hierboven.

Een goede evaluatie geeft begrijpelijke informatie over de klassieke communicatie informatievereisten: wat, waarom, wie, hoe, waar en wanneer? Evaluaties verdwijnen in lades als zij geen antwoorden geven op vragen van belanghebbenden, niet aansluiten bij de doelgroep(en), onbegrijpelijk of onduidelijk zijn, de timing niet zinvol is in relatie tot besluitvorming, de uitkomsten te veel uitdaging en te weinig antwoorden en aanbevelingen bevatten. De Development Assistance Committee (DAC) van de OECD beveelt 5 criteria aan voor evaluaties: relevantie van de activiteit, effectiviteit, efficiëntie, impact en duurzaamheid of lange termijn effecten van de activiteit.

Voor het communiceren met belanghebbenden staat op pag 70 een korte checklist: wat is het doel?, wie zijn de belanghebbenden?, wat zijn de belangrijkste boodschappen?, hoe kunnen de belanghebbenden het best worden bereikt?, wat is hun informatiebehoefte? Hoe om te gaan met gevoelige of negatieve resultaten. Communiceren met donateurs over impact en resultaten wordt mede-geïnspireerd door de verwachting dat daarmee het gestaag afnemend vertrouwen en geefbereidheid weer zullen toenemen. Critici wijzen op de ongefundeerdheid van deze aanname en de extra (overhead) kosten van impact en resultaatmeting. Het CBF presenteert ook nog 3 typen donateurs naast de traditionele donateur, het zijn de calculerende burger (beloon me), de betrokken donateur (inspireer me) en de sturende donateur (betrek me). Noot van de Blogger: Allen lijken mij gevoelig voor impact comunicatie maar met een toon en insteek op het type.

Tot slot 4 aanbevelingen:
Veranker resultaat- en impactmeting in de organisatiecultuur;
Maak budget vrij voor resultaat- en impactmeting;
Zet ook eenvoudige instrumenten en best practices op de onderzoeksagenda;
Leer van elkaars ervaringen en werk samen.

Het CBF wil met de publicatie impactmeting professionaliseren en implementeren om zo de bestedingen nog beter te kunnen verantwoorden. Evaluaties zijn al een belangrijk onderdeel voor toekenning van het CBF keur en het CBF certificaat voor kleine goede doelen en het procesmatig meten van resultaten en impact. Maar het zal 'geen vergaande inhoudelijke eisen stellen aan goede doelen die het keur of certificaat hebben'. .. 'Organisatie blijven vrij in de manier waarop zij evaluaties binnen hun processen en activiteiten en de mate waarin zij hierin investeren en er extern over communiceren'.

Nawoord van de Blogger: Ik ken het CBF als een innoverende organisatie die door het ''organisch'' ontwikkelen van de CBF toetsing, het keur en certificaat de professionalisering van de goede doelen sector stimuleert. Dat het CBF impactmeting aanmoedigt, maar nog niet verder uitwerkt in haar werk vind ik jammer als impact investing promotor. Maar als het CBF van mening is dat de tijd hiervoor nog niet rijp is, is dat een belangrijk signaal en niet echt verrassend op basis van de gesignaleerde beperkte praktijk van impact evaluaties binnen de sector. Kennelijk is de tijd hiervoor nog niet rijp en daarnaast is impactmeting als specialisatie nog volop in ontwikkeling, getuige de presentatie en sterkte-zwakte analyse van diverse modellen. Of de overheid hierin het voortouw moet en kan met beleid of geld nemen is een derde factor die zowel aanhangers als tegenstanders op de been brengt.

Belangrijker is de vraag in hoeverre goede doelen in staat zullen zijn hun doelstellingen te realiseren zonder impact evaluaties en het ontwikkelen van activiteiten die door hun impact kunnen opschalen door grote kapitaalstromen aan te trekken voor het maatschappelijk tekort dat zij willen oplossen.
Voor de impact investor die open staat voor initiatieven van Nederlandse goede doelen om in te investeren btekent dit hoogstens dat het aambod beperkt zal blijven maar initiatieven als die van de Nierstichting IINieuws 1juli13 en St Else IINieuws 1 en 15juni13 geven aan dat er interessante initiatieven plaatsvinden waarvoor investeerders worden gezocht.
Met dank aan Adrie Kemps van het CBF die mij exemplaar van de publicatie gaf. Ik begreep dat bij het cbf online digitale exemplaren te downloaden zijn. Gedrukte exemplaren zijn te bestellen door 20 euro over te maken op rekening ING rek 11 75 34 CBF Amsterdam o.v.v. naam, adres en woonplaats.


CSR's New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of Impact Economy, Maximilian Martin University of St. Gallen (1April2013) of Impact Economy Working Papers ImpactEconomy/CSRNewDeal of (Academic) Papers.SSRN.com
CSR New Deal

Dr Maximilian Martin, auteur van het vorige week gelezen Making Impact Investible, een lobby paper voor de G8 publiceerde in april CSR's New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of Impact Economy. Ditmaal is de doelgroep CEO's en Boards van grote multinationale corporaties of misschien wat lager in de hiërarchie de director CSR Corporate Social Responsability. Met zijn Impact Economy adviseert Dr Martin (grote) bedrijven bij hun toekomststrategieën en deze keer kiest hij daarvoor CRS als insteek. Noot van de Blogger: verrassend: deze had ook ESG 2.0 kunnen zijn, of afhankelijk van de sector waarin en onderneming opereert; Compliance, toekomstverkenningen & risicoanalyses, Energie, grondstoffen- en afvalbeleid & risicoanalyse of voor een dienstverlener misschien wel HRM (human resource management) en the next generations...

Dr
Martin kiest voor CSR als kapstok om zijn visie te presenteren en onderscheidt verschillende traditionele varianten: 'Compliance' CSR (voldoen aan wettelijke eisen, maar in het ongunstigste geval at minimum costs), Corporate filantropie (lokaal of overal waar geproduceerd wordt goed doen*) of thematische en strategische corporate filantropie (gericht op een kernactiviteit/regio). De laatste 2 vormen vinden vooral plaats als er geld voor is of wordt vrijgemaakt. De doelstelling is bijvoorbeeld, consumenten of wetgever goodwill of tegemoetkomen aan signalen en protesten van NGO actievoerders.

Dr
. Martin pleit voort moderne CSR waarvan de scope toeneemt, maar ook de business opportunities en innovatie. Hij onderscheid hier: Value based CSR, Strategic CSR, Integrated CSR en New Deal CSR. Deze zijn gericht op innovatieve innovatie (dus anders dan door traditionele marketing en R&D toepassing) èn waardecreatie.

V
alue based CSR omvat de activiteiten gebaseerd op de visie en de missie van de onderneming, resultanten van de ideeën van de oprichter; eigenaars; werknemers; het werkterrein etc. Tegenwoordig vaak vergelijkbaar in ESG (Environment, Social en Governance) prestatiemetingen. Ofwel Is er beleid? Wat zijn Key Prestatie Indicatoren en de prestaties? Van Greenwashing en duurzaamheidsverslagen als PR instrument is dit tegenwoordig een investor relations instrument geworden, waar nog wel wat aan te verbeteren valt. Noot van de Blogger Zie Karen Maas et al in 'Eumedion kritisch over ESG rapportages' IINieuws1sept12.



Strategische CSR: is gericht op nieuwe of (nog) niet aangeboorde vraag van de markt Noot van de Blogger dat kunnen zg Megatrends zijn voor multinationals, die echter een lange termijn horizon hebben en zich lokaal/regionaal zeer verschillend kunnen ontwikkelen. 

Integrated CSR: is gericht is op -1- nieuwe vormen van samenwerking bij het ontwikkeling van nieuwe diensten of producten, -2- het integreren van CSR principes in de handelsketen en -3- het ontwikkelen van productie clusters (?) die shareholder en stakeholder value produceren

De voorgestelde New Deal gaat een stap verder en is gericht op echt duurzame handelsketens (cradle to cradle?), samenwerking met social entrepreneurs met disruptive value creation opportunities at the grassroots level, of (corporate) impact investing in nieuwe duurzame producten en / of dienstverlening. De pioniers in dit gebied plukken al de vruchten en zullen hun voorsprong behouden. De twijfelaars blijven hangen is een kostenperspectief waardoor innovatieve CRS en ESG voorbehouden zijn aan de grote ondernemingen in de sector, de leiders. Let op: Resultaten zullen afhangen van de onderneming(en), sector(en), regio's etc, betrokkenheid van allerlei actoren, dwars door sectoren effect(en) hebben en niet snel te kwantificeren zijn als waardevermeerderend.



SPOTLIGHT

(Corporate) Impact Investing is business ontwikkeling is specifieke impact gebieden i.t.t. Corporate Venturing; het ontwikkelen van nieuwe business activiteiten en Strategische CSR; gericht op nieuwe vraag. Vraag van de Blogger: impact gebieden zijn meestal gericht op basisbehoeften, evt. onvermijdbare behoeften van mensen?  Belangrijk is: 
Focus: geen ideeënbussen, maar gericht interne innovatiekracht en deskundigheid aanboren voor het vernieuwen van de kernactiviteiten en het businessmodel. Kijk naar buiten voor een umfeldanalyse, de context van de situatie en onvermoede -niet zakelijke- factoren in de markt(en). Alleen deze focus leidt naar het ontwikkelen van een (lange termijn) oplossing, geen nieuw, tijdelijk 'project'.
Ga voor 'ontwrichtende vernieuwing' in het aanpakken van groeibarrières en bottle necks in de handelsketen, test nieuwe businessmodellen, óók op schaal uit en werk (liever) met nieuwe partners.
Werk (alleen) op basis van steun aan de top van de onderneming, met gedreven deskundige mensen, geduldig kapitaal en zekere risicobereidheid. 
Evalueer & communiceer.



Noot van de Blogger ik heb werk met nieuwe partners, test en schaal-op hier weggelaten omdat dit al onder 'ontwrichtende vernieuwing' staat. Mbt nieuwe partners wordt wel nadrukkelijk gewezen op kleine, jonge, vernieuwende ondernemingen. M.i. dus niet traditioneel strategisch in de zin van marktaandeel, marketing synergie of de handelsketen. Dat kan ook een (bedrijfs)overname zijn, niet alleen een samenwerking. NB2 Dit concept werd eerder beschreven in IINieuws15april13 The Future of Impact Investing: corporate II? Voor meer informatie over CSR en Impact Investing (Paper) Impacteconomy/world-CSR-day-2013 feb2013.

*
Denk aan Philips voor haar personeel en de regio Eindhoven, maar ook aan de vanLeerGroup Foundation die overal waar haar fabrieken staan (onderzoeks) projecten voor kinderen doet. Lees vooral De-Aartsvaders van Wim-Wennekes over de eerste Nederlandse grootondernemingen en hun sociaal beleid.

Bron: (Academic) Papers.SSRN.com CSR's New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of Impact Economy, Maximilian Martin University of St. Gallen (1April2013) of Impact Economy Working Papers ImpactEconomy/CSRNewDeal


In search of Gamma: an unconventional perspective on impact investing. (31jan13) Uli Grabenwarter en Heinrich Liechtenstein voor IESE Business School, Universiteit van Navarra, Spanje. In samenwerking met Family Office Circle Foundation. Met de visies ervaringen van 60 impact investors en onder de geïnterviewden relatief veel Single Family Offices die volgens de auteurs een belangrijke innovatiekracht zijn in de investeringsmarkt.

Onconventioneel
De titel geeft al aan dat de auteurs wat huidige visies op impact investing (II) onder de loep nemen, maar ze komen ook met een simpel en slim voorstel voor de eindberekening van de kosten van impact in relatie tot de kapitaal investering (het gamma uit de titel). Noot van de Blogger: In 2,5 jaar onderzoek en inventarisatie is dit de eerste keer dat ik zo'n eind doorwrocht meetmodel tegenkom. De impactkosten: bijvoorbeeld bij impact doel werkgelegenheid de monetaire investering delen door het anatal gecreerede werkplekken, is snel gemaakt maar bevat niet de complete investeringen. De nadruk op het meerekenen van alle kosten (denk aan scouting, due diligence, mede-investeerders zoeken, begeleiding, netwerkintroductie etc) is het stuk is dan ook waardevol.

5 kenmerken van II
De visie van de auteurs is II pas II als voldaan wordt aan 5 voorwaarden: -1- het winst heeft als doel; -2- er een positieve correlatie is tussen het financiële rendement en de (sociale of milieu) impact; -3- als de impact vooraf beoogd en concreet geformuleerd is, -4- als de impact meetbaar is en -5- als de impact positieve waarde heeft voor de samenleving. Collateral damage, ongewenste neveneffecten analyse is ook een onderdeel van de impactmeting, maar ook reactie effecten zoals minder budget voor een doel vanuit andere bronnen. De rest is gewoon filantropie.

Impact first II II
Financieel rendement opofferen voor impact is mogelijk, zolang en maar een positieve relatie is en het is slechts een keus van de investeerder maar niet functioneel. Het opofferen van financieel rendement is eerder een obstakel voor de ontwikkeling van impact investing dan een groeiversneller zoals veel wordt beweerd. Noot van de Blogger: Dit in tegenstelling tot de visie dat om prille of zelfs niet bestaande impact investing markten te ontwikkelen rendement moet worden opgeofferd zoals bijvoorbeeld het Omydiar netwerk doet 'Priming the pump' IINieuws 15okt12. Zie ook mijn column in IINieuws-1mrt13 of de PAGINA Mopperen op marktverstoring.

Een opvallende constatering van de onderzoekers was dat daar waar impact investors meer gericht zijn op financieel rendement er een positieve relatie is met de bereikte impact. De bijna verplichte opoffering van rendement voor impact kon niet bewezen worden. Investeerders kijken niet alleen naar (potentieel) rendement maar ook naar de marktperspectieven, het business model, het team, mede investeerders etc. Nogal ontmoedigend is de constatering dat de verwachte returns en gerealiseerde returns soms ver uiteenliepen, maar er was geen relatie met de bereikte impact. Een waarschuwing: de hoog rendement zoekers, II 'probeerders' en give-back-to society 'gemotiveerden in dit onderzoek scoorden slecht.

Succesfactoren
  • Definieer je impact doel/sector (door gerichte oriëntatie beter deal aanbod* en staff);
  • Due diligence = beoordeel business model mogelijkheden en de correlatie van rendement en impact (en het bereik en de omvang van de investering(en);
  • Zorg voor markt en sector kennis / marktonderzoek;
  • II portfolio = (ook) diversificatie naar sectoren en spreiding van assets(classes);
  • Succesvolle impact investors hebben een extra antenne voor de kapitaal intensiteit van impact.
  • * Toegang tot goede (priviliged) deals, goede deal sourcing en screening;
  • Steek tijd in advies en coaching van de investees;
  • Stel vooraf impact KPI's (Key Performance Indicators) vast;
  • Stel de exit strategie vroeg vast (Incl impact waarde en garantie, kies debt boven equity);
  • Wees realistisch over risico's zoek benchmarks;
  • Wees transparant: budgetteer kosten (due diligence, impact assessment etc.);
  • Out-source: de extra kosten van II zijn te hoog (door de kleine deal size) voor eigen II teams.
Case Aeris
Aeris de investeringsmaatschappij van SAP oprichter Klaus Tschira heeft als visie: investeer in unavoidable & unmets needs, DE value driver Op basis van megatrends kiest het voor (duurzame) energie, vergrijzing en de land- en bosbouw omdat deze essentieel zijn voor mensen. (pag 23-24).

Gamma
De correlatie tussen rendement & impact
II heeft dezelfde traditionele succes factoren als gewone investeringen PLUS continue impact assessment. Het uitblijven van een functioneel impact meetsysteem (?) is een obstakel en daarom presenteren de auteurs een eigen impact-naar-investering-meting-model. Dus geen nieuwe impact meetmethode, maar de eindsom voor investeerders: waar levert mijn geld het meeste impact op? In hun voorgestelde Gamma* meetmethodiek wordt een multiplier factor toegepast op rendement en impact kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van II. NB I.t.t. de gebruikelijk opvatting definitie van Gamma m.b.t. het effect van koerswijzigingen op opties gaat het hier dus om Gamma als impactfactor. Hoofdstuk 7 gaat over deze nieuwe methodiek inclusief een wiskundige formules op pag 44 en de Annex van pag 52-57. Noot van de Blogger: Eerlijk gezegd begrijp ik geen bal van de formules, maar de bouwstenen zijn logisch: op basis van het Capital Asset Pricing Model (CAPM) is de formule opgebouwd uit, expexted rate of return, risk free rate of return, return of the market rate return en voor impact: target impact en achieved impact. De gestandaardiseerde (benchmark) gamma is 1 en dan is de beoogde impact bereikt. Bron: papers.ssrn.com (64pag) Als Power Point op Slide Share net Creating-value-towards-impact-investing Of EVPA resources: EVPA/IESE_impact-investing


The Good Investor, a book of best impact practice 2013 door Adrian Hornsby, Gabi Blumberg van Investing for Good en The Good analyst, (London, VK) Januari 2013 94 pag pdf. In IINieuws 15mrt2013

Investing for Good is opgericht in 2004 en wordt geleid door Geoff Burnand op grond van de visie dat positief gebruik van geld de wereld kan veranderen. Het doel is een financieel systeem creëren waarin investeerders kunnen investeren in activiteiten met toegevoegde maatschappelijke waarde (impact).

The Good Investor is facilitator voor social bonds en heeft oa de Scope Charity Bond gelanceerd die wil uitgroeien naar 20 miljoen UK£. Scope publiceerde eind 2012 haar eerste impact report: (pdf 23pag.) GoodAnalyst/SCOPE2012. Het staat op de site van de neven/zusterorganisatie The Good Analyst. Geoff Burnand is ook daar CE(O) en de andere 2 teamleden Adrian Hornsby en Gabi Blumberg schreven afgelopen januari deze gids voor impact investors die is uitgegeven door the Good Investor in partnership with NPC and The SROI Network. Ik karakteriseer het als een fundamentele analyse benadering van de investeringsbeslissing.

Opzet
De gids is een verzameling vragen (checklists), gemaakt rond 5 kritieke momenten: (na planning), -1- screening&mapping, -2- analyse, -3- decision&dealmaking, -4- monitoring&evaluating en tot slot -5- reporting.
De checklist vragen/onderwerpen zijn samengevat op de beginpagina's (p.x).
1 Kijkt naar de missie en de bedrijfsvoering (governance), de aanwending van het extra kapitaal, impact track record en transparante impact rapportage.
Mapping vat ik hier kort samen met het marketingplan, het verdienmodel en de financiële bedrijfsvoering en kengetallen (p.11).
2 Analyse (20 pag) kijkt naar het impact plan en of dat net zo gedetailleerde is opgezet als het bedrijfsplan; naar het impact risico, is het: expliciet, beargumenteerd, geïntegreerd, haalbaar, gebaseerd op bewijs (trackrecord, research) en levert het meer bewijs (metrics)? Het vraagt naar de impact generation: de direct bereikte mensen en de korte en langere termijn en schaal-effecten (gemeenschap, sector, land). Voor Impact bewaking (proces, resultaat, transparantie en rapportage) moet iemand (eind)verantwoordelijk zijn. Ook wordt gekeken naar de investor impact: omvang van de investering binnen de investee, versterkt het de organisatie en heeft het effect op de omvang, verdere toegang tot kapitaal, haar expertise en netwerken. (p.17-18)
3 Weeg en beoordeel het impact risico, impact creatie, financieel risico en financieel rendement. Draagt de investering bij aan de impact doelen van de investor, is dat meetbaar, hoe worden de prestaties gemonitord, gerapporteerd en benut? Als de impact niet gerealiseerd wordt, wat zijn dan de mogelijkheden? Bijvoorbeeld als impact achterblijft of een noodzakelijke voorwaarde of tussen-doel niet gerealiseerd wordt, bijvoorbeeld een fair trade of biologisch keurmerk, dat de omzet(prognose) beïnvloedt. (p.40).
4 De Monitoring&evaluating checklist kijkt naar het correct gebruik van de investeringskapitaal, voortgangsrapportages, de bereikte impact zowel kwalitatief als kwantitatief en het toekomstperspectief; de ontwikkeling van het risicoprofiel. (p.48-49)
5 Rapportage vraagt net investeerders zo actief en kritisch over zichzelf te rapporteren als van investees wordt gevraagd. Impact Investor Reporting is idealiter gebaseerd op de volgende principes: helderheid over deactivityeiten/ portfolio en de rol van de verschillende activiteiten/investeringen; (online) toegankelijkheid en begrijpelijke presentatie; transparantie in resultaten en data; accountability en verslaglegging naar investees, (mede)investeerders en stakeholders; toetsbaarheid van de rapportages; en evenredige vertegenwoordigheid van investeringen en investees in de portfolio (p.61)

Conclusie
De Guide is een handig checklist en vragen overzicht met toelichtingen. De lat ligt hoog, best practices, ook voor het beleid van de impact investor.
Download het boek (pdf 94 pag.) Goodinvestor.co.uk/download-the-good-investor

2012

 

PATH TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors Rapport: ImpactAssets/issue-briefs Bron: Impactassets/Brief 9 (pdf, 9 pag)

PATH TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors. De 9e Issue Brief en deze keer een lichtvoetige die onderstreept dat impact investing misschien wel hip en hot is maar niet nieuw. Jed Emerson interviewt Stuart Rudick die zijn carrière als impact investor begon in 1980, 25 jaar voordat het marketing label impact investing werd uitgevonden.

De beslissing om impact investor te worden privé of professioneel is vaak een persoonlijke, op basis van normen, waarden en (toekomst)visie. Ook bij Stuart Ruddick maar hij had het geluk dat hij bij zijn eerste baan bij een kleine beurshandelaar een familiebedrijf zich meteen al kon richten op onderzoek en investeringen in bedrijven die zich bezig houden met water hergebruik, recycling en energie efficiency. Hij kwam binnen 10 jaar binnen als partner bij Bear Stearns (bank en effectenhandelaar*) en investeerde daar in bedrijven met positieve social impact. Een milieublad, landbouw technologie gericht op vermindering van water- en pesticide gebruik en het eerste venture fund voor technologische oplossingen voor het milieu. Hij focuste steeds meer op gezond leven en de duurzame community en industrie (in US). Achteraf gezien is volgens Rudick de sleutel voor succes: het (senior) management team, want investeren doe je in mensen niet alleen in producten, ideeën of technologie.

Zijn huidige investeringsmaatschappij, Mindful Investors Lmt, ziet veel aanbod van deals, maar veel in een vroeger stadium dan zij er in willen investeren. Daarom monitoren zij hun groei en vooruitgang, tot ze rijp zijn voor groeikapitaal investering. Risico hoort bij investeren, dus ook bij impact investing. Zijn keuze is om alleen te investeren in bedrijfstakken en bedrijven waar hij een persoonlijke passie voor heeft en deskundigheid. Maar vooral investeert hij in teams waarmee hij een sterke (vertrouwens)band heeft en in hun vermogen een succesvol bedrijf met social impact te bouwen.

Impact bereikt Rudick door zich te verzekeren van toewijding aan social impact van het management team, maar ook door zelf zitting te nemen in de board (directie of toezicht) en een nauwe relatie met het senior management. Rudicks investeringsfonds was een van de eerste B Corps (fiscale faciliteit in de VS voor duurzame bedrijven) en hij moedigt zijn investees aan om ook B Corps te worden en social impact beleid te implementeren. Opvallend is dat Rudick zegt helemaal geen lagere rendementen te hebben hoeven accepteren voor social impact investments, zijn sociale ondernemingen hebben het juist beter gedaan dan de markt.

Terugkijkend schetst Rudick een periode van exclusie van sin stocks in de jaren 70, enthousiasme voor socially responsible investments in de jaren 80, zoals groene energie. De venture kapitalisten die daar in stapten hadden echter geen kennis van die markt en presteerden minder goed dan de markt. Nu ziet hij een breed scala van mogelijke impact investeringen in microkrediet, landbouw en consumenten producten die winstgevend en impactvol willen zijn. 
Investeerders die willen beginnen met (private equity) impact investing adviseert Rudick om te beginnen bij het management team, maar ook actief betrokken te zijn bij de onderneming en investeringen te spreiden over meerder bedrijven of in een social impact investeringsfonds te stappen. De sectoren die hij de komende jaren het meest interessant vind zijn: landbouw en water en nieuwe technologieën om productie en efficiency te verhogen.

Stuart Rudick is oprichter en partner van Mindful Investors, L.P., een hybride publiek en privaat market hedge fund. Hij heeft 30 jaar ervaring als impact investor. Jed Emerson is Chief Impact Strategist bij ImpactAssets, een non profit organisatie voor impact investing. Hij is senior adviseur van 2 families die ''total portfolio” impact investment nastreven en al jaren actief binnen het terrein van impact investing.
* Ondergegaan in de US kredietcrisis van 2008 en overgenomen door JP Morgan.
PATH TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors Rapport: ImpactAssets/issue-briefs Bron: Impactassets/Brief 9 (pdf, 9 pag)


Present risks, future rewards: Shared Reflections on Building the Market for Impact Investing, ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing nr 8, door Jed Emerson en (collega) Lindsay Norcott (2012 of later)
In IINieuws 15juni13

Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener die is opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice-president en auteur van de IA Issue Briefs is Jed Emerson, bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing, Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen. Deze Issue Brief is een eigenlijk korte update van dit boek.

II fast forward
In het voorwoord memoreren de auteurs hoe hard impact investing zich ontwikkeld heeft de afgelopen 3 jaar. Er zijn investeringsproducten ontwikkeld om impact kapitaal aan te trekken, er is een infrastructuur gecreëerd voor efficiënte bemiddeling en nieuwe organisaties ondersteunen sociale ondernemers bij de creatie van de II pipeline en de potentiële deal flow voor impact investors. De effectieve branding van impact investing, heeft het beeld een beetje vertekend, er is sprake van een hype en ondanks de zwakke -zich nog ontwikkelende- schakels in het fenomeen is het enthousiasme groot.

II struikelblokken
Toch is er natuurlijk ook sprake van kinken in de kabel. Welk middel is geschikt voor welke taak/stap?; er is vrees dat middelen voor II worden ingezet en onttrokken aan aanpalende aandachtsgebieden; de rol van de filantropische sector als mede investeerders/subsidiegever wordt onderbelicht; en er is angst voor mission drift: onderweg raakt II verwijderd van de oorspronkelijke doelstellingen. Noot van de Blogger: Afhankelijk van de doelstellingen kan dat zijn het bedienen van de BoP, het miljard armste mensen op aarde, het wegnemen van falende marktmechanismen, optimale impact door opschaling en financieel rendement dat bij voorkeur revolverend wordt benut.

Het advies van de auteurs: wees bedachtzaam; beoordeel hoe de ter beschikking staande middelen optimaal benut kunnen worden; houd rekening met de (machts)verhoudingen tussen de investee en de investeerder en erken dat II geen wondermiddel is, maar een instrument dat kan bijdragen aan he6t oplossen van maatschappelijke tekorten.

From here to eternity and beyond
Verwijzend naar de II ''gids'' van het Monitor Institute uit 2009 ''Investing for Social and Environmental Impact'' (zie IINieuws 24mrt11 en IINieuws 4april11
of monitorinstitute/InvestingforSocialandEnvImpact (pdf) bespreken de auteurs vervolgens de 4 aspecten voor een bloeiende II sector:

het vergroten van de deal flow (door capacity-ontwikkeling bij sociale ondernemingen);
het aanboren van kapitaalbronnen; door de pionierskloof met ''enterprise (venture) philantrhropy'' te overbruggen, het belang van ''Seed stage'' investeringen (< 100,000 US$) te benadrukken en door filantropisch kapitaal te ontsluiten o.a. door de fiscale voordelen van Programme Related Investments in de VS, door institutionele investeerders aan te trekken door overheidsbeleidswijzigingen, door overheidsfinanciering voor intermediairen, door belastingvoordelen voor impact investing, door het ontwikkelen van II-producten voor de publieke markt;
het verbeteren van de bemiddeling en coördinatie (door creatief en compleet -toereikend- kapitaal te benutten, geavanceerde ''deals-structuring'' en “stacked” kapitaal. Denk aan slow kapitaal, hybride vormen van investeren en subsidiëren, Blogger: revolverende fondsen? En overkoepelende investeringsstrategieën die 'impact' als doel hebben en allerlei mogelijke investeringsopties benutten), de creatie van umfeld analyses en het uitwisselen van informatie;
het bouwen/ontwikkelen van een infrastructuur voor de II sector (besteedt anadacht aan human resources: talentontwikkeling en incentives, het uitbouwen van deal-brokering mogelijkheden, aanvullende inventarisatie van effectieve impact incentives, beloningen, benchmarks en risico/rendement prijsstelling, doorgaan met de ontwikkeling en het gebruik van Impact Reporting & Investment Standards (IRIS) met de nadrukkelijk opmerking niet langer af te wachten tot alles af en perfect is maar mee te werken aan de ontwikkeling van verbeterde effectieve meetsystemen en oog te hebben voor oa de SROI Social return on Investment methodiek.

Samenvatting
Er is veel werk te doen, maar veel verschillende stakeholders zetten hun talenten en assets in om II te ontwikkelen. Ondanks de snelle sprint van de afgelopen paar jaar, is de ontwikkeling van II een marathon. Af en toe een pauze om het afgelegde traject te overzien en de strategie voor het volgende deel bepalen zal blijvend resultaat hebben.
Website impactassets/issue-briefs Rapport (18pag, pdf) Impactassets/IssueBrief8: Present Risks, Future Rewards: Shared Reflections on Building the Market for Impact Investing jed Emerson et al.

Increasing impact and enhancing returns: Impact Assets issue brief nr7, Integrating Publicly Traded Water and Agribusiness Equities into Impact Investor Portfolios, Jed Emerson en Steve Falci (2012?, zd)

Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener die is opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson, bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.

Impactwashing?
Dit issue brief bekijkt Impact investing (II) beleggingsopties in water en agribusiness op publieke beurzen. II en publieke beleggings-opties kennen 2 uitdagingen, de eerste is heeft II wel impact binnen de kapitaalstromen van een (waarschijnlijk multi-nationale) onderneming? En: bieden publieke beurzen aantrekkelijke impact investeringsopties? II in de klassieke definitie betreft vaak een Private equity investeringen-op-maat, maar voor een uitgebalanceerde portefeuille vormt II op publieke beurzen in duurzame bedrijven een waardevolle en effectieve aanvulling.

Noot voor de Blogger: en voor de kleine belegger een onontkoombare keuze, omdat private equity investeringen voor hen weinig aantrekkelijk zijn muv wellicht het micro aanbod van crowdfunding-platforms maar daar is de verhandelbaarheid weer beperkt. Ergo investeren in publieke duurzame liefst best-in-class fondsen is voor de kleine belgger mert imapct ambities een gegeven. Of de vraag van duurzame belegger naar best-in-class fondsen de prijs opdrijft is geloochenstraft door onderzoekers van Harvard in The Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior and Performance, Working Paper 12-035 (25nov11), Harvard Business School door Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafim. In IINieuws 15jan12. In 2,5 jaar onderzoek heb ik verder (nog) geen (academische) publicaties gevonden, waarin de prestaties van best-in-class (beleggings) fondsen werden onderzocht. Ze bestaan ook eigenlijk niet (meer?). Er zijn wel wat 'duurzame' ETF-en zoals iShares EuroStoxx Sustainability 40 (uitkerend). Daarnaast hebben we in Nederland de duurzame thematische fondsen, maar dat is ook typisch Nederlands: in Europa hebben wij met 20miljard inleg 40% marktaandeel in deze toch marginale strategie. Jed Emerson pleit met zijn focus op water en agribusiness in feite precies voor dit soort thematische strategieën. Het is dus mooi dat vanaf 2014 de (onkosten)vergoedingen voor d beleggingsfondsen zullen dalen, omdat de distributievergoeding wordt afgeschaft. Meer in het VEB Magazine van mei 2013 pag 46-49.

Duurzaam investeren
Investeren in duurzame of ESG gescreende bedrijven doet recht aan hun prestaties op milieu- en sociaal gebied, en als grote multinationals die prestaties leveren heeft dat per definitie grootschalige impact gezien de schaal van hun bedrijfsactiviteiten Noot voor de Blogger: en waarschijnlijk ook een concurrentie effect binnen hun sector. Toen Unilever haar thee lijn verduurzaamde volgde de concullega's. Meer op IINnieuws 1aug12. Maar denk vooral aan de inspanningen van Unilever op het gebied van hygiëne, dat is een van de grote uitdagingen voor gezondheid. Als Unilever meer zeep en tandenpasta verkoopt draagt het bijv bij aan het terugdringen van diarree, een massamoordenaar, infectieziekten en mondgezondheid. Meer op Unilever/gezondheidenhygiene. Ja, de blogger heeft beleggingen in Unilever. 
 
Toch is duurzaam beleggen in public equity binnen II een onderbelicht gebied. Emerson verwijst naar het JP Morgan/GIIN rapport 'Insight into the Impact Investment Market …. uit nov 2011 waarin staat dat public equity investment slechts een verwaarloosbare (zijn woordkeuze) 10miljoen US$of nog geen 0,25% van de 4,4miljard US$ gerapporteerde schuld (52%) en private equity (38%) uitmaakt. Bron: theGIIN of PAGINA Gelezen-bronnen-2013-2010
Noot voor de Blogger: Het is maar net welke bron je gebuikt. Eurosif onderzoek naar SRI beleggen in (West) Europa rapporteerde in 2012 6,763 biljoen Euro SRI beleggingen waarvan 283miljard Euro in best-in-class beleggingen (een ruime verdubbeling ivm 2009. Frankrijk heeft hier ruim 40% marktaandeel met 116 miljard Euro*). Verder 5,5 biljoen Euro aan norms-based (mn Scandinavië) en ESG-integratie. Haar een eerste inventarisatie van Impact investments komt uit op 8,75 miljard Euro verdeeld over Microfinance 55%, Social Business 18%, Community investments 19% en anders 8%. Meer in IINieuws 15okt12 of Het rapport 2012SRIstudy op Link eurosif.org Nb Het Franse Vigeo (ASPI) heeft wel net een nieuwe(?) NYSE index gepresenteerd (pdf) NYSEVigeo2013 World120

Het is dus een beetje en kwestie van definities en perceptie, als een II direct (meetbaar) effect moet hebben is dat voor een kleine public equity investering in een DJSI onderneming niet aan tonen, maar wel aan te nemen. Maar vanuit het perspectief dat impact investing in private equity en kleine allocatie krijgt toebedeeld binnen een beleggingsportfolio is een groter of gehele duurzame beleggingsstrategie wel zo effectief.
Noot voor de Blogger: het fenomeen Missie-gerelateerd-beleggen of II door vermogensfondsen kreeg een boost toen bleek dat de activiteiten van de Bill&Melinda Gates Foundation in Nigeria werden ondermijnd door hun beleggingsportfolio. De Foundation werkte aan het terugdringen van luchtwegklachten, maar investeerde in Shell dat met haar oliewinning mede-verantwoordelijk was voor de luchtkwaliteit en luchtwegklachten. In 2010 deed het dat trouwens nog steeds volgens haar IRS opgave.

Water en voedsel
Emerson focus op water en agribusiness is logisch. (Zoet)water vormt slechts 1% van de wereldwatervoorraad en is een eindige grondstof. 70% van het gebruik van water is voor landbouw ofwel de voedselvoorziening van de wereld. Door de groeiende wereldbevolking, mn in Azië, zal de vraag naar zoet water met 40% stijgen tot 2013. Om in de toekomst voldoende schoon/zoet water te hebben is ongeveer 20 biljoen US$ investeringen nodig gericht op water en afval bedrijven (levering, behandeling, terugname), water infrastructuur (productie van onderdelen, constructie en diensten) en water technologie (behandeling/reiniging en meting). Emerson presenteert enkele (soms bekende duurzame) water bedrijven en projecten die gaan bijdragen aan effectiever watergebruik en distributie. Hij wijst op de transparantie m.b.t tot watergebruik (en terugdringing) door ondernemingen als zij deelnemen aan het Water Disclosure Initiative CDproject/water dat een afgeleide is van het Carbon (CO²) Disclosure Project waarbij bedrijven hun energie gebruik publiceren en hun inspanningen om terug te dringen. Nederlandse bedrijven besteden in hun duurzaamheidsverslagen 'waar relevant' al aandacht aan watergebruik (Heineken). Na een motie is tijdens kabinet Rutte 1, staatssecretaris Knapen een watervoetafdruk van ondernemingen als basis voor het Nederlandse ontwikkelingsbeleid in gang gezet, maar nog in ontwikkeling. Meer op: Rijksoverheid/watervoetafdruk

Voor agribusines wijst Emerson op de 4 sectoren: de producenten, de toeleveranciers (kunstmest, zaden, gewasbescherming en apparatuur), dienstverleners (transport en opslag) en de bewerkers. Ook dit lijstje wordt gevolgd door een aantal voorbeeldige bedrijven en projecten.

Noot voor de Blogger:Voor kleine beleggers denk ik dat het handig is om op
Morningstar op de zoekterm water of agriculture de aangeboden (beleggings)fondsen en etf's te bekijken. De zoektermen leveren trouwens veelal dezelfde fondsen op. De namen van de fondsen (sustainable & climate, agriculture) geven al veel aan etc. De portfolio van deze fondsen en de beleggingsuniversa van Triodos Bank en de portfolio van ASN leveren meer thematische prospects op.

Emerson wijdt een paragraafje aan engagement. Noot van de Blogger: dat een Europees fenomeen is en in de VS minder bekend (p11) Ook de bijna onoverbrugbare kloof met betrekking tot het gebruik van biotechnologie en genetische gemodificeerde organismen (GMO) zoals bij soja, (mn veevoer) wordt kort besproken. Het laatste deel gaat over de mooie rendementen van investeringen in water en agribusiness (volatieler). Noot van de Blogger: meer in het themablog Beleggen in voeding IINieuws 1aug12Een rapport van de de VBDO en CREM over Beleggen & Voedingsgrondstoffen, een maatschappelijk debat (2012). Diepgaander en met positieve impact opties zijn de United Nations Principles for Responsible Investment in Commodities, met o.a. agriculture (2011). Het jaarverslag 2011 van het Initiatief Duurzame Handel met haar activiteiten met Nederlandse bedrijven in het verduurzamen van de voedselproductie- en handelsketen. Actueler is haar Nieuwsbrief van april 2013. IDHNewsletter april13

Bron Pagina Impactassets/issue-briefs Issue Brief7 (pdf 12 pag) Brief7


Putting mission investing to work, Knoepfel en Imbert van onValues  (7nov2012). IINieuws 15dec12

Rapport voor de 2e bijeenkomst van de European Foundation Centre en de Zweedse Mistra Foundation over mission investing. De bijeenkomst werd georganiseerd in Zurich met een cross-over mogelijkheid naar de TBLI Europe meeting.

OnValues
Onvalues onderzocht voor de bijeenkomst de ervaringen met aan de missie geijkt vermogensbeheer. Het rapport presenteert de belangrijkste lessen en een lijst aanbevelingen voor verschillende partijen for “putting mission investing to work”.

De deelnemers benadrukken het onderscheid tussen verantwoord beleggen en impact investing. Maar missie investing kan vanuit beide benaderingen gestart worden. Gewaarschuwd wordt voor te uitgebreide negatieve screening waardoor het universum (spreidingsmogelijkheden) en het rendement geschaad worden en de fiduciaire plicht niet gehaald. De huidige crisis zijn zowel een stimulans als belemmering. Afnemende inkomsten kunnen aanleiding zijn het roer om te gooien (Noot van de Blogger: of de vermeende lagere inkomsten voor lief te nemen?)

Voortgang II
Alle aandacht voor II/mission investing heeft nog niet geleid tot een duidelijke toename bij (vermogens)fondsen, het percentage blijft in Europa rond de 30% steken. In sommige landen (Nederland, VK) is het percentage hoger, maar de trend stagneert. De fondsen zijn wel verder vinden ze: van praten naar erover nadenken. Bovendien is men zich er vaak niet van bewust dat gebruik van het (eigen) vastgoed voor de doelstelling, verhuur aan organisaties met gelijke doelstelling ook een vorm van impact investing is.
Er is/was sprake van een kip-ei situatie, banken zijn terughoudend om te investeren in II voor zij voldoende vraag zien (Noot van de Blogger: Nederland vormt ook hier een positieve uitzondering, zo nodigde ABN AMRO PYMWYMI uit voor haar Stichtingen en instellingen dag afgelopen april). Maar voor fondsen zijn nu zo'n 350 II fondsen beschikbaar*, tegen 230 een jaar gelden en 50 7 jaar geleden. Voor ontwikkelings- en natuur organisaties is meer aanbod dan voor anderen.
Net als in het VBDO rapport over duurzaam beleggen door chari's is de board een belangrijke rem of motor voor II. Een van de aanbevelingen is om standaarden te bevorderen om besturen meer inzicht te geven van de rendementen van impact investing, zeker waar het rendement uit private equity II betreft.

Ondanks groeiende aantallen rapporten en publicaties is er weinig data over mission investing (en ander vermogensbeheer) door fondsen. Noot van de Blogger: zie de Pagina's Charity cases A-N en O-Z voor bijna 50 Nederlandse vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen. De VBDO onderzocht de afgelopen 3 jaar het vermogensbeheer door chari's (zie IINieuws 15nov12), 
maar Nederland vormt hiermee een uitzondering. Het uitdragen van II/mission investing is belangrijk, maar moet niet te missionair of rooskleurig plaatsvinden.
Door de aanwezigheid van Fonds 1818, Noaber Foundation (Shaerpa), het VSB Fonds en Cordaid was er aandacht voor hun MI activiteiten, crowdsourcing fondsenwerving door Cordaid (microkrediet) maar ook voor het Blockbuster Fonds van Joop van de Ende zie IINieuws 1mei12

In Zwitserland en het VK zijn aparte mission investing verbanden opgericht. In het VK is men natuurlijk al veel verder, maar interessant is de opmerking dat de overheid druk uit oefent op fondsen om risicovolle en onbewezen impact investments te ondernemen.

Aanbevelingen
Er wordt aanbevolen om:
-Europese en nationale
werkgroepen op te richten voor ervarings- en kennisuitwisseling;
-De rol van de missie in het vermogensbeheerder van o.a. overkoepelende
gedragscodes nadrukkelijk te noemen; Noot van de Blogger de verenigingvanfondsen FIN heeft een richtlijn voor vermogensbeheer uit 2010 met 'de mogelijkheid van aandacht voor duurzaam beleggen' maar niets over missie investing en de rol van het vermogen in het realiseren van de missie.
-Nationale en EU
Wet- en regelgevers te benaderen voor duidelijkheid omtrent fiduciair beheer en (ruimte voor) voor impact en programma gerelateerd investeren (hetgeen bijna impliceert dat ergens in Europa fiscale wetgeving is die vergelijkbaar is met die in de VS). Actueel is de discussie over sociale ondernemingen en sociale investeringsfondsen;
-Regelmatig Europese en nationale
onderzoeken (enquêtes) te doen naar missie investeringen in de sector, liefst met compatibele methoden;
-
Samen te werken met universiteiten en duurzame beleggingsfora voor onderzoeken;
-(te) Onderzoeken welke fondsen
gezamenlijk missie investeren kunnen opstarten of uitbreiden en investeringsvehicles en deal platforms kunnen bouwen

Op
fondsniveau wordt aanbevolen om;
Nationale organisaties te vragen de bovenstaande aanbevelingen te overwegen;
Banken en vermogensbeheerders te vragen om II mogelijkheden, speciaal voor charitatieve fondsen;
Actief informatie over II te verzamelen 
(Noot van de Blogger wordt lid van de Linkedin/groups/ImpactInvestingNews of contact Linkedin/alcannehoutzaager

Beleggingsadviseurs wordt aanbevolen om:
Zich te verdiepen in II/mission investing en het proactief te bespreken met (fondsen) cliënten;
Intern contact te leggen met de collega's van duurzaam beleggen over de huidige mogelijkheden;
Verbanden te leggen met de ontwikkelingen in II/mission investing en het huidige dienstenpakket.

* Een aantal van deze fondsen is waarschijnlijk alleen voor fondsen en/of institutionele investeerders beschikbaar vanwege de minimale instap en evt termijnvoorwaarden.


Priming the Pump for Impact Investing  
In IINieuws15okt 2012

5 blogs van het Omydiar Network in het najaar van 2012 op de site van de Stanford Social Innovation Review (altijd goed voor interessante artikelen over impact investing). De blogs heten Sectorsnot just firms, theFull Investment Continuum, Gaps in the Impact Investing Capital Curve en DoNo Harm: Subsidies and Impact Investing en Government matters zijn geschreven door Matt Bannink, managing partner, en Paula Goldman who leads efforts to accelerate the development of the impact investing industry
 
Omidyar Network (ON) is de stichting van e-Bay oprichter Pierre Omydiar, Blannick was er president en ook vanbetalingssysteem PayPal. ON is lid van en doneerde met USAID en de Rockefeller Foundation net 6,5 miljoen US$ aan the Global Impact Investing Network. ON publiceert nauwelijks rapportages over haar visie en werkwijzen, een jaarverslag staat niet online (wel de belastingaangiften bij de Inland Revenu Services IRS).

ON heeft sinds haar oprichting in 2004 tot heden 554 miljoen US$ geïnvesteerd in typically early-stage social impact organizatio 40% in for-profit en 60% in not-for-profit investeringen, omdat het zowel grants geeft als II is. Het Network heeft vanaf de start een flexibile structuur die ze ten volste benut. Het Network hecht aan focus op geografische gebieden en sector ontwikkeling, bijv bij microkrediet door de mogelijkheid valuta risico's af te dekken voor microkredietinstellingen. Hiervoor moesten for-profit investeringen in bedrijven ook beoordeeld worden op hun bijdrage aan de ontwikkeling van sectoren en daarvoor moesten dus nieuwe investerings- en impact criteria worden ontwikkeld. ON pleit voor het verder opschalen van microkrediet als ziet middel voor armoedebestrijding en heeft hiervoor een model met suggesties: 'innovators', (up)'scalers', en 'infrastructure players'. Elke speler heeft verschillende risico en rendement profielen, maar ze zijn allemaal nodig om sector ontwikkeling te versnellen. ON benadrukt ook het belang van politiek(e gevoeligheden)- en beleid dat de groei van bedrijven en sectoren sterk kan knechten.

IGNIA's Alvaro Rodriguez zegt het mooist: “Single firms are born, they mature, they get lazy and they die. But industries prosper over time and reach scale as competition fosters the delivery of better products at lower cost.” ON stelt dat als sector impact niet wordt ingecalculeerd er wordt onder-geïnvesteerd in mn early-stage, hoog-risico innovatieve bedrijven die een nieuwe industrie kunnen creëren of de sector dynamiek fundamenteel kunnen veranderen. 

Investeren in market infrastructure door II wordt veelal collectief gedaan en zal geen grote winsten genereren, hoewel sommige partijen hun deskundigheid en data wel commercieel exploiteren. Inkomsten anders dan grants en netwerkvoordelen, maar bijvoorbeeld door lidmaatschappen met benefits zijn belangrijk in het businessmodel voor de lange termijn groei en zou meer aandacht moeten krijgen. Voorbeelden zijn the Global Impact Investing Network, the Aspen Network of Development Entrepreneurs en de European Venture Philanthropy Association.

ON is zo kapitaalkrachtig dat het investeert in alle drie doelgroepen, bijvoorbeeld 100 miljoen US$ in 28 microkrediet organisaties (15 not-for-profit en 13 for-profit) waarvan 2/3 market scalers en 1/3 in market infrastructure zoals MFX (een currency hedging facility for MFIs). Noot van de Blogger: market innovators waren al 25 jaar bezig toen ON instapte na 2004.

Dit derde blog wijst op het tekort aan financiering in market innovators omdat zij het hoogste risico profiel hebben en market scalers financieel aantrekkelijker zijn. De auteurs verwijzen naar het nieuwst Monitor Group rapport, “From Blueprint to Scale: The Case for Philanthropy in Impact Investing.” Noot van de Blogger: waarvan de titel uiteraard de lezer op het verkeerde been zet. Op basis van de ON blogs is investeren ipv doneren in market innovators integraal onderdeel van sector ontwikkeling waarbinnen market scalers kunnen (door)groeien. Voor vermogens- en vermogende fondsen die zowel weg (moeten) geven als impactvol kunnen investeren met hun vermogen lijkt deze II strategie me een zeer werkbaar model.

ON: Early stage investing vereist niet alleen marktkennis en excellent business judgment, maar ook het (h)erkennen van top ondernemers en teams en investeren in hun opschalingstrajecten. Dat vereist vaak veel grotere bedragen dan de relatief kleine market innovators investeringen. Recent onderzoek van de Wereldbank naar early stage funding in BOP landen wees op het tekort aan angel en seed investors die vaak enkele honderden of duizenden dollars investeren. Hun rendement staat in geen verhouding tot de transactiekosten van de grote II deals die ON maakt (gem. 1 à 2 miljoen US$). Toch wil ON kleinschaliger gaan investeren om de market innovators in eerder stadium te bereiken.

Wie gaat dat betalen?
Commercieel kapitaal is essentieel voor de opschaling van II maar zal market innovators niet als serieuze investees beschouwen. (Vermogens)fondsen in de VS besteden jaarlijks 47 miljard US$ maar benutten slechts 20% van hun 650 miljard US$ vermogen voor Programma Related Investments (onder een fiscaal gunstig regime!). Gaan investeren in verdienmodellen in plaats van market failures vereist volgens ON een dramatisch nieuwe manier van denken voor charities. Noot van de Blogger: ik vrees dat dit voor Nederland ook opgaat. In de SBF haalbaarheidstudie naar verdienmodellen en innovatieve financieringswijzen voor goede doelen (Greenwish april 2012) werd geen woord gewijd aan SIB's (of uberhaupt aan impact investing) Ook de komende transparantie door online jaarverslagen van vermogensfondsen is razend interessant, maar ik denk niet dat wij beter gaan scoren dan chari's in de VS.
Ontwikkelingsbanken zijn een voor de hand liggende kapitaalbron, maar lopen vast in intern beleid gericht op grote deals en volumes, nb ON wijst onze FMO Development bank aan als positief voorbeeld. High Net Worth Individuals met ondernemersachtergrond als Pierre Omidyar zijn promotors van II en durven te experimenteren en risico te nemen om Imact (I) katalysatoren te zijn.
 
Wanneer en waarom is geld geven of goedkoop lenen in plaats van investeren in early stage innovators gepast?

Dont's
Niet als de concurrentie/concurrenten wordt/worden benadeeld door subsidies;
Niet als de subsidie niet wordt gebruikt voor opschaling of verfijning van het business model;
Niet als de belofte van II sociaal en financieel rendement wordt ondermijnd door te lage rendementen;
Niet als de ontwikkeling van de sector er niet gebaat is.

Do's
Wel als (bestaande) mark ontwikkeling wordt versneld (zseker in BBOP gebieden);
Wel als andere opschalingsmodellen worden versneld of de markt infrastructuur wordt versterkt;
Wel als er een impact investeringketen mee wordt opgebouwd;

ON kijkt bij subsidiëring below market returns primair naar het inkomenspeil en de potentiële marktomvang voor de onderneming en tipt the excellent overview of segmenting the BOP door Harvard Business School Professor Michael Chu. 

Achieving Takeoff
Naast cherry-picking investeringen in market scalers met hoge sociaal en financieel rendement is de ontwikkeling van de II handelsketen belangrijke door te investeren in sectoren. Microkrediet is groot met nog steeds enorm potentieel, zonne-energie is hard op weg en educatie staat aan de vooravond van een explosieve groeiperiode. Innovatie gaat eerst bijna altijd langzaam, maar daarna snel(ler) in competitieve markten dan in gemonopoliseerde markten. In de laatste markten investeren kan grote innovatie versnelling betekenen, zelfs in basisbehoeften als (drink)water voorzieningen.

Innovatie vereist experimenteren, leren en een beetje geluk op het juiste moment. Succes is gebouwd op vasthoudendheid, bedachtzaamheid en vaak op samenwerking om kracht van marktwerking en de inspiratie en passie van ondernemers in te zetten voor de toekomst van miljarden mensen.
Noot van de Blogger: Amen. Ik studeer, blog en (net)werk nog even door.

Conclusie
De serie blogs van Omidyar network zijn een interessante implementatie case van de al bijna 'klassieke' II strategie van thematisch -in dit geval in sectoren- investeren. Met 8 jaar ervaring heeft ON een eigen methodiek ontwikkeld die mi uitstekend als raamwerk voor andere (vermogens)fondsen kan dienen.

Bronnen: Priming the Pump for Impact Investing: Sectors not just firms, the Full Investment Continuum, Gaps in the Impact Investing Capital Curve en Do No Harm: Subsidies and Impact Investing op de site van de Stanford Social Innovation Review. Op Omidyar/financials. Ned nieuwtjes uit IRS 2010: In 2010 gaf het Omiduar Network 1,7 miljoen US$ aan Hivos, voor het African technology & transparancy initiative en 65.000US$ aan Global Voices, vrijheid van media ontwikkelingslanden .

Met dank aan de tip van Jonathan Low in de ESG groep op Linked naar zijjn eigen blog philanthropists-ponder-impact over een (overigens matig) interview in de New York Times van Paul Sullivan met de Omydiar Network 'bloggers'.


A Portfolio Approach to Impact Investment, A Practical Guide to Building, Analyzing and Managing a Portfolio of Impact Investments. JP Morgan Social Finance and II (48p 1 oct 2012). In IINieuws 1feb2013

J.P. Morgan Social Finance is 'dedicated to serving and growing the nascent market for impact investments', De publicaties zijn altijd interessant en deze is dat omdat de vergelijkbare publicatie van de Rockefeller Philanthropy Advisors alweer uit 2009 stamt met slechts een schets van het II universum itt dit gedetailleerde verslag uit de praktijk van 24 investeerders.

De insteek van het onderzoek is bekijken hoe een II portfolio te bouwen, analyseren en te managen. Specifieke aandacht is er voor impact, return & risk en het is een co-productie met 23 institutionele investeerders waaronder PGGM. PGGM heeft haar II als een Hub-spoke partnership ondergebracht in de organisatie: het II portfolio team werkt samen met een centraal team voor consistent overzicht van de II. Anderen kiezen voor een apart team en mn asset managers kiezen voor integratie en onderscheid in instrument, sector en asset categorie. NB Op pag. 10 een PGGM als Case study**, II heet hier integrated ESG investments omdat PGGM het sinds haar JV 2011 zo noemt. Noot van de Blogger: niet onterecht op basis van II satire, Ownership Capital en het Huf Post profiel van PGGM.

Portfolio diversificatie
In tegenstelling tot wat (vermogens)fondsen en particulieren/HNWI wordt geadviseerd of gepraktiseerd m.b.t. thema/sector focus, kiezen professionele investeerders voor portfolio diversificatie zonder hard targets. Ook de principele keuze voor een minder, gelijk of hoger rendement*** dan de benchmark discussie wort afgedaan als niet zo relevant. II's zijn wat opportunistischer bij diversificatie en monitoren de brede concentratie in diverse sectoren, regio's, instrumenten of impact doelen. Net als JP Morgan zelf kiezen veel van hen voor de beste beleggingsmogelijkheden en wachten het moment waarop strategische keuzen gemaakt worden af als de portfolio gegroeid is. Bij JP Morgan betekende dat van 2 financials funds uitbreiden naar 2 cross sector en een singel sector fonds waardoor het nu aanwezig is in 30 landen en op 5 continenten (met de huidige 40miljoen US$).

Kenmerken van II's
Meetbare target population en target impact hebben (met criteria). En een target model voor de impact prestaties binnen een bepaald business model;
Dealsourcing door II ('like minded') netwerken, lokale aanwezigheid en via banken, adviseurs en conferences;
Scorecards waarin impact, return & risico worden aangegeven die kunnen worden vergeleken en gewogen (op basis van omvang) per investering en zelfs asset appreciation;
Funds (of Funds) zijn populair omdat dat de vereiste actieve betrokkenheid kan worden gedelegeerd;
Het managen van impact & return fricties is extra lastig als werkgelegenheid een impact doelstelling is men de afweging moet maken tussen korte termijn belangen ('zoals kostenreductie) en lange termijn opschaling mogelijkheden;
II moeten rekenen op inzet van patient capital, toetreden met dynamische verwachtingen, actieve betrokkenheid, evt inzet van technische assistentie, frictie tussen impact en return. In ruil daarvoor krijgen ze een (con)collega's die ervaringen en kennis willen delen en ware 'camaraderie' ten toon spreiden. (JP Morgan) Het rapport op JPMorganchase/socialfinance/publications

* Rockpa Solutions for Impact Investors (2009, 138 p.)
** Nog een PPGM case study door Ben Thornley, director van op de Huffington Post 16aug12. Huffingtonpost
*** Tegenwoordig wordt ook (het versnellen van) de ontwikkeling van de II sector genoemd als principieel bepaald doel/strategie.


Private Equity in Emerging Markets, Exits from Aid, Steps Toward Independence, Impact Assets Issue Brief # 6 door Gerhard Pries en Vivina Berla van Sarona Asset Management Inc. En Jed Emerson VP Impact Assets. (juli 2012) In IINieuws 1mrt13 

Vanuit impact investing optiek kijken naar private equity (PE) investeringen in emerging markets (EM) is een logische insteek omdat het overgrote deel van impact investing (II) plaatsvindt buiten de publieke equity markten en in emerging countries omdat veel II gericht is op inkomen voor mensen in ontwikkelingslanden.

De samenwerking met Sarona AM is interessant omdat Sarona bijna een vaste (gast)spreker is op Robert Rubinsteins TBLI conferences. Sarona is een boutique private equity firma, die groei kapitaal investeert in ondernemingen en private equity fondsen in frontier en emerging markets in de hele wereld. Sarona focust op kleine tot middelgrote ondernemingen die zich richten op de middenklassen in die markten. Het doel is superior returns behalen door world class companies te creeren die highly progressive business strategies en the highest standards of business, ethical, social and environmental excellence ten toon spreiden. Sarona heeft 60 jaar ervaring. Saronafund 

Investeren in EM's in ontwikkelingslanden werd volgens de auteurs lang gezien als een risicovolle investering op de lange termijn. Door de crisis van 2008 veranderde deze visie omdat daarna het groeiperspectief voor ontwikkelde markten verslechterde. De volatiliteit van de ontwikkelde kapitaalmarkten heeft geleid tot wisselende rendementen maar EM's waren minder volatiel en toonden stabielere rendementen. Noot van de Blogger volgens de beleggingsassistent deden EM beleggingsfondsen het in 2008 het slechts van allemaal met -60%. Private Equity (PE) was niet immuun, maar minder gevoelig dan de public equity markt en ook stabieler. EM + PE = sterkere groei + lagere volatiliteit. Maar EM + PE = ook II sociaal en/of milieu impact.

De auteurs kijken voor hun issue brief naar 4 aspecten:
-1- kapitaalbehoefte;
-2- groei en rendement kansen;
-3- efficiëntie kansen in inefficiënte markten; en
-4- de impact kans(en).

-
1- De kapitaalbehoefte in EM's is groot: niet alleen aan de onderkant waar mensen noodgedwongen micro entrepreneur zijn en behoefte hebben aan micro krediet, maar bij de Smalle & meduim sized enterprises (SME's) die de groeiende middenklasse voorziet van diensten en producten. Lokale productie en distributie is goedkoper en effciënter maar er is onvoldoende investeringskapitaal om in die behoefte te voorzien.

-2-
EM's doen het beter dan developed markets (DM) qua groei en de verwachting is dat dit zo blijft. De groei in EM wordt geschat op 6% tegen 1% in DM's. Het aandeel van de middenklasse in de wereldbevolking zal hard groeien. In 2005 werd de omvang geschat op ruim 50% en in 2025 is het bijna 80% van de markt. De informele economische sector krimpt van 47% in een low income country naar 31% in een middel income country en 13% in en high income country. SME's groeien van 16% naar 39% en 51%. Others, de grote en internationale bedrijven, doorlopen een groei en een daling van 37% naar 30% en 36% in high income countries.

SME's zijn een belangrijke motor voor economische groei, dit argument wordt op meerdere plekken in de issue brief nog eens onderstreept met opmerkingen over de groei die ze creëren voor lokale toeleveranciers en lokale kopers. Meer werkgelegenheid creert meer inkomen en koopkracht en SME's creëren meer werkgelegenheid dan micro- of grote ondernemingen.

-3- Efficiëncy kansen in Inefficiënte markten. EM's worden gezien als minder transparant, minder liquide en minder betrouwbare toegang tot informatie. Investeerders met kenis en ervaring kunnen deze benutten, ook in deze markten.

-
4- Impact kansen. Investeren in EM's betekent investeren in lokale ondernemingen, dus economieën, werkgelegenheid, inkomen, koopkracht voor consumenten en b-to-b, meer belastinginkomsten, meer openbare voorzieningen en meer democratie want belastingbetalers eisen transparantie en inspraak. (the reverse of “No Taxation, No Representation”). Er zijn extra impact kansen in sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, schone energie, en enabling (?) technologie sectoren die de levens van miljoenen mensen verbeteren.
Private Equity

PE
investeert slow of patient, geduldig kapitaal in zorgvuldig geselecteerde ondernemingen mede op basis van controle mogelijkheden en overeenkomende visie Dat kunnen ook visies zijn die uitgaan van duurzaamheid, impact etc. Investeerders in publiek equity (obligaties, aandelen) jagen wereldwijd kort termijn rendementen en benchmarks na waardoor grote beursgenoteerde ondernemingen met kwartaalcijfers hun aantrekkelijkheid moeten bewijzen. Noot van de Blogger: Maar kan -daarnaast- ook gebaseerd zijn een investeringsstrategie (keuze van investees) zijn die uitgaat van sector met 'impact', duurzaamheid, visie etc

Bedachtzame PE heeft de potentie om de afhankelijkheid van ontwikkelingslanden van internationale hulp en filantropie te verminderen en dat is belangrijk als grote donoren hun grants -door de crises- (moeten) verminderen Noot van de Blogger of nu in Nederland de overheidssteun aan particuliere ontwikkelingsorganisaties i.e. medefinancieringsbudgetten ingekrompen zijn.
De 4 genoemde EM factoren zijn voor PE investeerders een aantrekkelijke optie, alleen al om hun portfolio te verbreden i.e. Te diversificeren en risico te spreiden door selectieve ESG gerichte investeringen. Dit is geen theorie meer, het Institute of International Finance schat dat in 2011 910 miljard US$ van private investeerders in EM's geinvesteerd werd tegen 580 miljard US$ in 2009.

De
toegevoegde waarde van PE voor EM's en II zijn legio, want PE kenmerken zijn: slim kopen/investeren, strategische focus, optimaliseren van de kapitaalstructuur, verbetering van de bedrijfsvoering, het verdienmodel en de marges en succesvolle exits. Vervolgens komt een lijstje anti hulp argumenten, dat ik toch maar even opneem (omdat ik dit zelden tegenkom) waaronder dat de ontwikkeling groei en hulp niet parallel loopt (duid op inefficiëncy). Daarnaast kan hulp: afhankelijkheid creëren, marktwerking verstoren, negatieve incentive zijn, belastinginkomsten doen afnemen, vluchtige kapitaalstromen veroorzaken, ondermijning van de (verstand)verhouding van de bevolking en haar eigen overheid, impact creëren die niet duurzaam of opschaalbaar is en het onttrekt talent aan de profit sector, naar niet duurzame non-profit organisaties. Noot van de Blogger Zo gepeperd kom ik het in Nederlandse media zelden tegen. De relatie tussen een investeerder-investee is meer gelijkwaardig i.e. even afhankelijk van elkaar dan de relatie gever-ontvanger, ze hebben er allebei belang bij.

De r
ol van DFI's Development Finance Institutions bij de ontwikkeling van PE in EM's wordt kort geroemd en als eerste zelfs de FMO, onze eigen Financieringsmaatschappij Ontwikkelingslanden een publiek-private (banken) ontwikkelingsbank. Ook OPIC, de FMO van de VS wordt genoemd en haar recente investering van 300 miljoen US$ in o.a. Sarona Management en 5 andere private investeringsfondsen.

Ook wordt kort ingegaan op het slechte imago* van sommige PE actoren en hun praktijken zoals Leveraged boy-outs met veel te hoge schuldenlasten en “Strip & Flip” strategieën, en boekhoudingstrucs met ongewenste bij effecten
Barrières voor PE zijn: marktonzekerheden die risico met zich meebrengen, regelgeving en (minimum) kapitaalvereisten (Basel I en II), gebrek aan II ervaring en kennis bij traditionele institutionele investeerders, the domestic bias Noot van de Blogger, ik vraag me af of dit in dezelfde mate opgaat voor Nederland(ers). Onze financiele markt is denk ik veel internationaler gericht, zij het dat we met de Euro een internationale markt hebben gekregen die valuta risico uitsluit waardoor EM (en de VS en het VK) wellicht weer minder aantrekkelijk werden.

Hu
iver voor illiquiditeit (verhandelbaarheid), geen incentives om de portfolio allocatie te wijzigen, de korte geschiedenis of de afwezigheid van expliciete of relevante track records van PE in EM's en andere fondsoverwegingen en (nog) in ontwikkeling zijnde II meetmethoden.
* De VBDO noemde haar eerste Nederlandse PE benchmark zie IINieuws 15feb2013 weinig tactvol: PE The future or the Vulture? Het rapport (pdf) 12 pag. impactassets/Private Equity in Emerging Markets, Exits from Aid, Steps Toward Independence IssueBriefs 6 Andere rapporten staan op impactassets.org/issue-briefs
Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.
Zie ook IINieuws-1nov12over de EIRIS rapportage van (40) duurzame fondshuizen en hun asset allocatie naar EM's sinds de crisis van 2008. 


Unifying an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Impacts Assets Brief #5. ImpactAssets issue brief explore critical concepts in impact investing, deze is een co-productie van seniors van ImpactAssets, RSF SocialFinance en Tides (12 pag, juli 2012). In Nieuws15jan13

DAF's explosieve groei
De Issue Brief is geschreven voor Donor Advised Funds (DAF's), een 80 jaar oud Amerikaans fiscaal fenomeen voor publieke en community fondsen* en sinds 1991 ook wordt aangeboden aan (particulieren) cliënten door commerciële investeringsfirma's als filantropie mogelijkheid. Het aantal DAF's is snel gegroeid van de nu ruim 150.000 DAF's is driekwart in de afgelopen 10 jaar opgericht. Er zijn nu 2x zoveel DAF's als private foundations en DAF's beheerden in 2009 25,2miljard US$ vermogen (een flinke) daling na de crisis in 2008, maar 4x zoveel als het vermogen van US private foundations. Ruim een derde van het DAF vermogen wordt beheerd door 35 DAF's/community foundations.
* Niet te verwarren met nieuw-in-Nederland Gemeenschapsfondsen die gepromoot worden door BiZA en vooral samenwerkingsverbanden zijn van fondsen met een lokaal / regionaal afgebakend werkterrein. 
 
DAF kenmerken
Donoren kunnen een DAF oprichten met een fiscaal aftrekbare gift en de DAF aanbevelen om 'later' geld te doneren aan andere non profits. Hierdoor wordt het fiscale aftrek moment los gemaakt van het schenkingsmoment en kan gunstige(r) aftrek worden genoten. Daarnaast hoeven DAF's die worden aangeboden door publieke chari's geen belasting te betalen over de inkomen uit investeringen (in tegenstelling tot private stichtingen en fondsen). De gedoneerde dollars kunnen zo belasting vrij groeien. Ook is de grens voor aftrekbare giften aan een DAF is hoger dan aan private chari's.

In de Issue Brief wordt het concept en de structuur van DAF's uitgelegd en hun potentieel als II vehikel. Interessant is de uitleg van het verschil en de compabiliteit van II en filantropie 'filantropsich kapitaal wordt geïnvesteerd waar de markt niet functioneert en II is de brug tussen commercieel kapitaal (dat in markt mogelijkheden investeert) en filantropische investeringen waar impact en rendement (meer) in evenwicht wordt gebracht. Microkrediet is het voorbeeld van die brug die leidde tot meer evenwichtig sociaal en financieel rendement met het voorbehoud dat er heel lang veel (meer) filantropie kapitaal in ging voor het ook financieel rendement opleverde.

DAF's II potentie
Het grote voordeel van DAF's is dat al het vermogen wordt benut voor de doelstelling(en), Missie gerelateerd investeren in plaats van de (in de VS verplichte) 5% jaarlijkse uitkering en de overige 95% als inkomstenbron (al of niet duurzaam belegd). Maar omdat DAF's niet onder de verplichte 5% uitkering vallen is er geen PRI (MRI) wet- of regelgeving die II stimuleert.

Toch zijn DAF's bij uitstek geschikt als impact investors omdat:
de aanbieders kleine flexibele innovatieve non profits zijn;
DAF's eerder investeringen kunnen doen die lager-dan-de-markt rendement opleveren (omdat ze zijn vrijgesteld van de traditionele regels voor verantwoord fiduciair vermogensbeheer);
DAF's lagere overhead kosten (dan traditionele foundations) maken meer due diligence & onderzoek (uitgaven) mogelijk;
gespecialiseerde DAF's maken het investeringsproces eenvoudiger, soepeler en kosten effectief;
DAF's sneller geneigd zijn een nauwere samenwerking aangaan met een donor die gebaseerd is op hun verwachting(en) en gedeelde ambities.

Hierna worden een aantal indrukwekkende voordelen voor donoren opgesomd waardoor DAF's de ontwikkeling van de II industrie kunnen helpen versnellen en direct afkomstig lijken uit een II marketingonderzoekje maar wel uitgaan van grote II ambities bij die donoren. Niet erg overtuigend.

II door DAF's is nu nog vooral het terrein van leidende DAF aanbieders als de auteurs (Impact Assets, Tides en RSF Social Finance). Alleen het (Zwitserse) Schwab Foundation Double Give Programme biedt de mogelijk 10% van de donaties te oormerken voor de Grameen Foundation van de grondlegger van het microkrediet Mohammed Yunus. best be thought of in two categories: donor selected and donor sourced.

Impact Assets biedt de mogelijkheid te investeren in donor selected en donor sourced non profits. Donort selecte zijn de Calvert Calvert Community Investment Note aan, een (lage rente) leningenfonds voor non-profits en social enterprises wordlwide en Global Impact Ventures, private leningen en aandelen van (thematische) impact fondsen. Donor sourced zijn investeringen door donoren die worden aageboden binnen Impact Assets zoals Village Capital dat haar geselecteerde, getrainde (, geaccelereerde) social entrepreneurs hierdoor opschalingskapitaal verschaft.
RSF Social Finance bied sinds 1984 DAF's aan voor voeding&landbouw, sociale gelijkheid, milieu bescherming en vebetering van levensomstandigheden. Donoren kunnen deelnemen aan 2 portfolio's een met deposito's bij environmental & community development banks (liquidity portfolio) en obligaties in economische ontwikkeling, sociale huisvesting, en milieu initiatieven. Het heeft een II portfolio heeft tot doel (grant) inkomen te verschaffen door te investeren in institutional quality funds en asset managers
that generate competitive risk adjusted returns. De strategie is te investeren in meerdere II (milieufocused) fondsen.
Tides investeerde al 10 miljoen US$ in DAF's, creëerde een Mission
Related Investing fund voor institutional en individuele donoren en lanceerde een collective action funds (met diverse financieringsbronnen) voor emancipatie, onderwijs en social bonds, sociaal investeren (zie de PAGINA een kapitaalinjectie voor goede doelen) om (ook) in de VS de opschaling van (bewezen) impact business models te stimuleren.

Een aantal community foundations zijn actief o.a. de The Greater Cincinnati Community Foundation die in 2008 begon met II (als pilot gesteund door de Rockefeller Foundation). De omzet groeide, er kwamen DAF's bij en recent startte het een (grantmaking) programma voor non profits om investible te worden.

II oogmerk
Er worden vervolgens een aantal suggesties gedaan waardoor DAF's hun II kunnen laten groeien. De meest relevante, interessantste voor niet-VS-investeerders is de mogelijkheid om donoren naast grantmaking suggesties ook investeringssuggesties te laten doen. Download (pdf) op impactassets/issue-briefs of tides/Publications of rsfsocialfinance/ultimateimpact

RSF Social Finance RSF Social Finance (RSF) is a pioneering non-profit financial services organization dedicated to transforming the way the world works with money. In partnership with a community of investors and donors, RSF provides capital to non-profit and for-profit social enterprises addressing key issues in the areas of Food & Agriculture, Education & the Arts, and Ecological Stewardship. Geinspireerd door Rudolf Steiner, antroposofie. Het biedt sinds 1984 DAF's aan. Het investeert, leent en geeft en had in 2011 135miljoen US$ onder beheer. Social Finance ontving in 2011 een grant van het Omydiar Network om II te promoten in de VS. SRF II (DAF) beheert 40miljoen US$ en een nieuw PRI fonds voor food & agriculture.

Tides, VS een DAF die DAF's aanbied, streeft naar een rechtvaardige wereld. Het gaf in 2011 bijna 100 miljoen US$ 'door' ruim 3000 grants aan non profit organisaties in de VS (75%) en daarbuiten. Het ontving 90 miljoen US$. Het geeft sophisticated financial and managerial services and inspiration to donors & doe-ers.


Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012 86 pag). In IINieuws 1okt2012

Uitstekend actueel overzicht van de stand van zaken die de resultaten van 5 jaar marketbuilding, research & networking samenvat. De auteurs interviewden 100 key persons/players en hun helicopterview geeft een interessant beeld van de ontwikkelingen. Wel een beetje tunnelvisie door de VS focus en in het wie-doet-wat-overzicht. De schrijvers doen mn charity consultancy. Het is absoluut een aanrader voor mensen die zich blanco willen inlezen in II anno 2012.

Aanleiding
Het rapport is een externe publicatie en een vervolg op de (interne) evaluatie van 4(5) jaar Impact Investing Initiative van de Rockefeller Foundation (RF). In Appendix C staan hun interne aanbevelingen waaronder die voor het stimuleren van de II markt door a) steun voor nieuwe producten, distributie systemen en infrastructureel werk (plumbing) b) versterken van de capaciteit van intermediairs om nieuwe deals ''markt-klaar'' te maken van lead tot en met exit voor investeerders en investees. c) groei van privaat-publieke investeringssyndicaten voor ontwikkeling zoals schoon/zoet water, gezondheidszorg, energie, landbouw etc. d) opzetten van grootschalige investeringsfonden en mechanismen voor institutionele invsteerders. e) nauwere samenwerking en partnerships tussen impact investors en ESG, CSR, SRI, Community Development Finance (in de VS), clean tech en inclusive business (microkredietmodel uitrollen naar mobiel-bankieren, verzekeringen, hypotheken en andere diensten voor the base of the pyramid, de armsten).

Terecht ambitieus
De RF is dus nogal ambitieus, maar de voortgang na 5 jaar II marketbuilding is indrukwekkend en daardoor bemoedigend. Noot van de Blogger de RF was de motor achter de fiscale wetgeving voor Programme Related Investing en is denk ik teleurgesteld door het beperkte gebruik dat charities in de VS van deze fiscaliteit maken. Met het II Initiatief willen ze meer effect bereiken.

In het boek bekende mijlpalen en successen van bekende impact investors (GIIN) leden en het leunt ook behoorlijk op de bekende Monitor Institute en GIIN/JP Morgan publicaties. Het notenapparaat bevat echter ook zeer interessante bronnen over deelgebieden van II.

Kortom een behoorlijk compleet actueel overzicht van de voortgang en aandachtspunten per (sub)sector met in de Executive Summary 15 aanbevelingen over II & risicomanagement, investeerderssydicaten, missie- gerelateerd investeren door charities, II als financieel specialisme stimuleren, niche markten ontsluiten, nieuwe producten met gevarieerd aanbod van risico&rendement, ondersteuning van succesvolle business modellen van social enterprises in hun diverse ontwikkelingsfases, impact prestatiemeting, research & development ook voor (BRIC en EM) overheden, beleidslobby, vangnet voor mislukte of ontoereikende II in basisbehoeften van arme en kwetsbare mensen, meerjaren prgramma's en subsidies voor de ontwikkeling van II in het Zuiden, aandacht voor II in het (U/BM/vak)onderwijs en bewaken van het imago en de integriteit van het merk impact investing.

Nadat Social Bonds aan hun oversteek naar de VS begonnen na Obama's positieve respons, onderzocht McKinsey het fenomeen een jaar lang, interviewde 100 thought leaders en publiceerde in mei 2012 een overzichtsrapport. Het onderzoek is gesponsord door bekende Impact Investors als de FB Heron Foundation 'helping people and communities to help themselves, (PAGINA charity cases VS), WK Kellog Foundation (kinderen) en Robert Wood Johnson Foundation (de grootste health&healthcare charity in de VS).


From Potential to Impact, Mc Kinsey Social Sector Office (mei 2012, 68 pag) 
In IINIeuws 13feb13 

De insteek is erg vanuit de McKinsey core business en de benaming bond (obligatie) is dan ook helemaal fout. Een Social Bond is een contract voor een keten van facilitators, waaronder investeerders, uitvoerders, controleurs en een overheid die de (af)rekening betaalt bij succes. Noot van de Blogger De naam pay-for-succes-bond wordt ook genoemd, maar dat begrip raakt een beetje achterhaald omdat (main stream) investeerders natuurlijk garanties willen. Denk aan Goldman sachs die een garantie kreeg van de Bloomberg Foundation voor de New York Rikers Island SIB (artikel hierboven).

Samen pakken de facilitators een maatschappelijk doel aan, op basis van wetenschappelijk bewijs dat een methode succesvol is en besparingen gerealiseerd kunnen worden. De McKinsey benadering kijkt erg naar de totstandkoming van beleid en een succesvol project met allerlei safeguards tegen potentiële perverse prikkels (vanwege de financieringsmethodiek). Terecht wordt benadrukt - dat de SIB geen methodiek pilot is, alleen bewezen strategieën lenen zich voor een SIB, omdat het (track record) resultaat de garantie is voor terugbetaling aan investeerders.

Een contractor begeleidt een SIB van begin tot eind, een lang en complex traject met veel partijen, auditors moet voortgang onafhankelijk meten en assesors moeten onderweg de resultaten beoordelen en bepalen of bijsturing aan de orde is. McKinsey vraagt zich dan ook af in hoeverre de kosten voor die trajectbegeleiding de bereikte besparingen zullen opsouperen. Noot van de Blogger Een beetje existentialistische navelstaarderij voor een van grootste, succesvolste en vast niet goedkoopste consultancies in de wereld waarvan de kwaliteit van het werk haar tarieven hopelijk rechtvaardigt. Desalniettemin leest het rapport als een prima introductie tot de materie, met veel overzichtelijke stappen, checklist en aandachtspunten, mede aan de hand van cases voor Homelessness en juvenile justice

From Potential to Impact, Mc Kinsey Social Sector Office (mei 2012, 68 pag) artikel en download op McKinseyonsociety Op de pagina korte presentatie (te beluisteren) filmpjes. Nb nav het project startte McKinsey een online Learing for Social Impact Hub, maar ook daar ligt het accent erg op (150 tools for) assesment. Link lsi.mckinsey


Diverse Perspectives, Shared objective, Global Impact Investing Network (GIIN) (mei 2012) In IINieuws 15 juni 2012

The Global Impact Investing Network (GIIN) publiceerde een case studie over 'haar' eerste fonds: het African Agricultural Capital Fund (AACF). Investeerders zijn de leden van haar GIIN investors council: Bill & Melinda Gates Foundation (10 miljoen US$, PRI), de Gatsby Charitable Foundation (VK 5miljoen US$), J.P. Morgan (bank 8miljoen US$), en de Rockefeller Foundation (2miljoen US$ PRI*). USAID, the U.S. Agency for International Development, en GIIN supporter, gaf garanties af voor de JP Morgan investering in het AACF en doneerde voor technical assistance voor de investees.

Ambities
Het fonds met 25miljoen USD$ wordt beheerd door het Mauritaanse Pearl Capital Investments en investeert van tot 200.000US$ tot 2,5miljoen US$. Het impact resultaat wordt gemeten met IRIS
en krijgt een GIIRS (impact) rating. Het investeringsrendement mikt op 15% maar is niet vereist. De fee is 2,5% en de carry 20% voor lange termijn committering. Concreet wil het AACF binnen 5 jaar 250.000boerenhuishoudens bereiken en hun jaarinkomen met 80 US$ vergroten. Hiertoe wordt 75% van de portfolio waarde geïnvesteerd in oogst verwerkende bedrijven en 25% in landbouwbedrijven. Dit mede om het risico te spreiden. Pearl Capital zal focussen op schuld en quasi equity en de lange termijn sociale impact ambities in een“intent vs. use” clause vastleggen.

Drijfveren
De investeerders hebben echter diverse drijfveren: Gatsby wil Pearl Capital helpen opschalen, het was eerder al een van de 1e investeerders in het Pearl SME Fund for East Africa. J.P. Morgan’s Social Finance unit wil impact deals samenstellen voor arme(re) mensen en als II katalysator of ondersteuner werken. De Gates Foundation erkent het belang van landbouw en wilde II toevoegen aan haar tools. Het hoopt dat AACF aantoont dat investeren in kleinschalige landbouw(ers) levensvatbaar blijkt. De Rockefeller Foundation wil II intermediairen en vehikels, zoals het AACF, helpen ontwikkelen als onderdeel van haar impact investing initiative.

Feiten: Het fonds opzetten duurde van 2009 tot 2011 en had 5 deal structuring onderhandelingen nodig. Bron: thegiin.org of Download the case study (16p) * Programma Related Investments, fiscaal gefaciliteerd.

Insights and Innovations: A Global Study of Impact Investing + Institutional Investors door Correlation Consulting (april 2012) IINieuws 1juni12
 
Correlation Consulting opgericht door Georgette Wong bevordert II actief door onderzoek en kennisoverdracht en geeft strategisch advies aan impact investors. Het organiseert o.a. Take Action! The Impact Investing Summit dat sinds de start in 2007 honderden impact investors bij elkaar bracht zoals foundations, families, institutionele investeerders, pensioenfondsen, bedrijven/corporaties, overheden, ontwikkelingsbanken etc. Voor de US Secretary of State's Global Impact Economy Forum publiceerde Correlation Consulting op basis van marketing informatie van de Gallin Group een II rapport op basis van interviews met 51 institutionele impact investors met samen meer dan 2,5biljoen (trillion) US$ onder beheer en seeking return of capital to premium financial returns.

Nederlandse impact investors
In het rapport 2 Nederlandse cases, de Stichting DOEN (& Qurrent one-stop-shop: nieuwe energie voor huishoudens) en PGGM (impact meting methode i.s.m. ECSP IIN 15jan12 of EUR). In het rapport voorbeelden van II in diverse categorieën en sectoren, met zeer verschillende doelstellingen en stijlen.

3 Visies op categorieën investeerders
In het rapport worden visies op impact investing onderscheiden, waarin de doelstellingen ambitieuzer zijn en genuanceerder liggen dan de eerste indruk doet vermoeden.

Investment First: met als doel markt conform rendement te behalen vanwege traditioneel portfolio management en fiduciaire verplichtingen, mikt vaak op hoger dan het markt rendement vanwege de hogere due diligence onderzoekskosten* en om voldoende inkomsten te genereren voor opschaling.
* Impact Investeerders onderzoeken en vergelijken soms wel 150 proposities voordat ze tot een investering overgaan.

Impact First: investeerders willen sociaal- of milieu-impact hebben. Financieel rendement is belangrijk om de gerealiseerde impact op de lange termijn te kunnen behouden. Zonder financiële stabiliteit of zelfs het terugvloeien van de investering is de impact op de lange termijn niet zeker gesteld. Het rendement kan marktconform of hoger zijn. Het primaat ligt bij de behaalde impact.

Catalyst First: Deze reactie versnellende investeerders mikken op financieel rendement en impact omdat de samenhang belangrijk is voor het effect van II. De sociale of milieu impact is vaak de stuwende kracht achter het financieel rendement. Het katalyserend versnellend effect op de ontwikkeling van de II sector effect wordt ook gewaardeerd m.n. in onderontwikkelde regio's en markten.

Key findings
De inhoudsopgave leest als een checklist voor impact investors: wees flexibel, wees geduldig (10 a 12 jaar voor exit) en wees alert op marktverstoring in de competitieve fase van impact investeringen. Huur ervaren (traditionele non-II) fondsmanagers in, deel ervaring en kennis, increase the talent pool, werk samen, wacht niet op impact metrics-op-maat, schaal II op met de (eigen) II ervaring en Don't hype early successes ondanks het II enthousiasme en het effect van succesverhalen. Link impactinvestingconference ExSum I&I executive-summary Rapport Insights&Innovations

Investing for Impact: How social entrepreneurship is redefining the meaning of return. Schwab Foundation & Credit Suisse voor het World Economic Forum in Davos 2012In IINieuws 15feb12

Schwab Foundation en Credit Suisse over II
De Zwitserse Schwab Foundation (die gericht is op Social Entrepreneurs) en Credit Suisse, vermogensbeheerder publiceerden voor het World Economic Forum in Davos 2012: Investing for Impact: How social entrepreneurship is redefining the meaning of return. Met een keur aan deskundigheid, modelvoorbeelden van social entrepreneurs en impact investors, 40 lessen van/voor impact investors en apart aandacht voor de ontwikkeling van II standaarden (door Jed Emerson) en microkrediet, the most mature example of an impact investment opportunity, met ambities. Noot van de Blogger Social Entrepreneurs zijn vaak start up's dus II in die sector is eerder private equity beleggen of crowdfunding dan beursgenoteerd. Leuk is het interview met de charismatische Richard Branson -een naam die ik nog niet vaak tegenkwam in II verband- maar die door de Carbon War Room Klimaatverandering te lijf gaat en mooie resultaten laat zien.

Opsomming
Eigenlijk bevat het rapport niet zo heel veel nieuws. Misschien iets nadrukkelijker de trend dat HNWI en grote bedrijven naast filantropie ook II als nieuwe werkwijze omarmen, het II overheidsbeleid in de VS, het UK en de EU, dat 'gespecialiseerde' consultants uit de grond schieten, maar de social stock exchange in het VK (wat beleggen in £ betekent) pas in 2013 van start zal gaan. De afzenders verklaren wellicht de horizon en de overschatting van II mogelijkheden voor kleine beleggers zoals het 2x noemen van Kiva (eigenlijk charitas) of Micro Place (wel 3% rente) maar met hoog risico.

Het interessantst is het stuk 'lessons learned' maar die getuigen ook van groot-vermogensbeheer-denken. Ik noem de 6 belangrijkste lessen met aantekeningen voor kleine beleggers:
Kies een impact thema met persoonlijke intrinsieke waarde. Aantekening van de Blogger: Focus is een open deur wat betreft strategie, maar voor een kleine belegger kan juist spreiding van impact thema's aantrekkelijk en noodzakelijk zijn door het gebrek aan II mogelijkheden.
Start small, but get your feet wet: Aantekening van de Blogger: de beleggingsportefeuille 100% ''met impact'' beleggen kan door ''in II de keten'' te beleggen: bijv in II banken * of multinationale best-in-class/duurzame bedrijven die II 'activiteiten ondernemen.
Wees streng, kritisch in het managen van de II, wees realistisch over de eigen deskundigheid en leun op de deskundigheid van anderen met dezelfde waarden en doelen. Aantekening van de Blogger: er staat een zee aan publicaties online, er zijn merken-, transparantie- en andere benchmarks en kritische volgers.
Werk samen met anderen: word lid van een investeringsclub of informele groep gelijkdenkenden : spreid risico, leer en wordt geïnspireerd. Aantekening van de Blogger: mijn emailadres is: impactinvestmentnews@yahoo.com
Meet je impact: Aantekening van de Blogger voor een kleine belegger ronduit überambitieus, waardeer het feit dat je beleggingsportefeuille bijdraagt aan een betere wereld. Have fun, experimenteer en leer: Aantekening van de Blogger: de II wereld is vol mensen met lef, ambitie en doorzettingsvermogen: een inspirerende community die alleen al daarom prettig vertoeven is.

* Credit Suisse Group, 2e bank van Zwitserland, werd in nov11 9e op de lijst van de wereldwijde financiers van steenkolencentrales in een rapport door milieuorganisaties: Bankrolling Climate Change: A Look into the Portfolios of the World's Largest Banks. Bron: credit-suisse Investing_for_impact of thegiin.org resources NB Het rapport staat niet op de site van de Schwab Foundation.


Beyond Microfinance Impact Investing: Financial Inclusion and Value Creation at the Base of the Pyramid* cursus beschrijving met uitgebreide leeslijst van Johns Hopkins School Advanced International Studies (2010-2011-2012) Noot van de Blogger: Van de leeslijst heb ik al een aantal gelezen&samengevat. De base/bottom of the pyramid is een begrip van Pralahad en betreft het armste miljard mensen. Meer: (pdf) Fortune at the Bottom In IINieuws 15maart2012

Docenten Monica Brand (ACCION Frontier Investment) Gil Crawford (MicroVest fund) en Steve Wardle (Grameen foundation Pioneer Fund) geven de cursus die is bedoeld voor Impact Investors in private equity en/of voor social enterprises die kapitaal willen ophalen.

Aanleiding
De cursus is gegeven in 2010 & 2011 en wordt ook dit jaar aangeboden (sais). Voor de docenten stond/staat microkrediet op een keerpunt: de Nobelprijs voor de vrede voor Grameen's Mohammed Yunus en de 5 beursgangen van microkrediet instellingen (MFI's) zijn mijlpalen. Vooral omdat op de beursgangen niet werd ingeschreven door grote banken (als Credit Suisse en Citigroup) en zij toch tot wel 13x overschreven werden. Dat betrof Compartamentos, Latijns Amerika's grootste MFI. Sindsdien zijn banken wel ingestapt, maar ook nieuwe spelers hebben het terrein ontdekt voor uitbreiding van hun markten (mobiele telefonie met betaal opties), uitbreiding van het aanbod/assortiment (financial inclusion) en online investerings(donatie)platforms zoals Kiva.org.

Opzet
II wordt vergeleken met en afgezet tegen venture kapitalisme (VK) en de cursus bevat dan ook standaard VK stappen. Inhoudelijk wordt ook gekeken naar innovaties voor MFI's door de stand van de (kosten verlagende en bereik vergrotende) technologie (ITC), distributie (mobiel bankieren, de flappentap, retail) en nieuwe producten zoals micro-hypotheken en -verzekeringen. De cursus behandelt nieuwe business modellen voor microkrediet (commercialisering, concurrentie en globalisering), fondsenwerving en/of screening, voorwaarden (een hele week), waardering en due diligence, deals impact meting, risico management en exits. Hiermee wordt een realistisch beeld gegeven van de praktijk en alleen echte MFI en financial inclusion cases worden bestudeerd.

De interessante vraag bij de cursus is: What does the impact investing field need to do / accomplish in order to be mainstream rather than marginal (and attract the trillions of dollars available in the capital markets – or should that not be the goal?) Noot van de Blogger: Om (ook) de Base of the Pyramid te bereiken. Bij de verbreding van het aanbod wordt een week stilgestaan bij de obstakels om van micro verzekeringen (financial inclusion) net zo'n succes te maken als van microkrediet en een week bij micro hypotheken. Ook wordt een week stil gestaan bij de rol van het management en 'governance' bij snelle en grote groei. Bron:JHU Beyond MF syllabus

2011


'Climate Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation
Mercer LCC Calpers/mercer-study-allocation (pdf, 132 pag.) Superkorte samenvatting bij IFC/Brief_Mercer (pdf, 4 pag.) 2011
In IINieuws 1nov14

Are you Climate Change ready?
In haar persbericht bij de Green Transition Scoreboard verwees Hazel Henderson van Ethical Markets naar hun eigen aanbeveling aan institutionele investeerders om 10% van de portfolio in bedrijven te investeren die de Groene Transitie sturen. Ze verwees ook naar Mercer LCC (investeringsstrategie) adviseurs om 40% van het climate change portfolio deel te alloceren naar Green Transition sectors. Bij verder onderzoek stuitte ik op een verfijning door Henderson in een gelijkwaardige verdeling: fifty-fifty ESG risk en ESG opportunity*. Letterlijk zegt Henderson: … half to hedge against climate and environmental risk and half to capitalise on opportunities in green sectors**. Dit sluit zo direct aan bij mijn model Impact Portfolio en de model Impact Bijsluiter*** niveau 2 en 3 zie IINieuws-15juni14 dat ik in het rapport ben gedoken.
Het Public Report 'Climate Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation' werd gepubliceerd in 2011 en deed verslag van een onderzoek in opdracht van tientallen opdrachtgevers waaronder APG en PGGM. Professor Rob Bauer (Director, European Centre for Corporate Engagement, Maastricht University, the Netherlands werd als expert geconsulteerd. PGGM was tevreden “This project has given us insight into the complexity of the effects climate change could have on the risk and return of our portfolio. Climate change proves to be a source of uncertainty. Although there is currently no straightforward answer to managing this uncertainty, we will continue to address this issue in our investment activities.” – Jaap van Dam, Managing Director Strategy, PGGM Investments (op pag.7)
Executive Summary
Basis voor het onderzoek is de aanname van onderzoekers dat 90% van de variatie in portfolio rendement kan worden toegerekend aan Strategic Asset Allocation (SAA)*. Mercer heeft 4 scenario's ontwikkeld Regional

Divergence (Meest waarschijnlijk); Divergent and unpredictable – Framework agreed to succeed Kyoto Protocol Delayed Action (Op een na meest waarschijnlijk) Stern Action naar de Bruce Stern Review 2007 (Minder waarschijnlijk) en Climate Breakdown (minst waarschijnlijk).



Daar heeft ze haar “TIP™ Framework” op toegepast, de 3 variabelen voor de gevolgen van klimaat verandering door: Technology: de ontwikkeling van investeringskansen in lage CO²technologie; Impact: de mate waarin (klimaat) verandering gevolgen (kosten) investeringen zullen beïnvloeden; Policy: de kosten van regelgeving en beleid tegen CO² uitstoot. Mercer berekende op basis hiervan dat 10% van het portfolio risico de komende 20 jaar risico loopt door (onzekerheid over) Policy door klimaatverandering. Geschatte kosten 8biljoen US$. Technologie veroorzaakt de komende 30 jaar slechts 1% portfolio risico (4biljoen US$ kosten) maar daarbij zijn de risico's van de gevolgen van recent klimaatrampen (extreem weer?) niet ingecalculeerd. Impact kan de komende 30 jaar ook 4biljoen US$ kosten veroorzaken.



Diversificatie zou niet traditionele risico spreiding aanpak moeten plaats vinden, maar op basis van ESG risico's binnen categorieën. In bepaalde scenario's zal een portfolio die 7% rendement wil behalen het klimaatverandering risico kan managen door 40% van de assets te investeren in climate-sensitive assets (zoals infrastructuur, vastgoed, private equity, landbouwgrond, bosbouwgrond en duurzame listed/unlisted assets. Gevisualiseerd in Figuur 2 pag. 9 door op de Y-as: Cash, Sovereign fixed income, Credit (investment grade), Developed equity, Emerging market equity, Private equity (including renewables), Sustainability/renewable themed equities, Timberland/agriculture en Real estate (core) verdeeld over de X-as: Default (11% risk) Regional Divergence (11% risk) Delayed Action (14% risk) Stern Action (9% risk) en Climate Breakdown (12% risk) Een en ander staat in de rapport Highlights pag. 3–21, die de onderzoeksaanpak beschrijven en bevindingen toelichten.
Interessant vind ik de uitwerking van het meest waarschijnlijke scenario in het TIP Framework:
Technology: High dispersion of capital inflow into lowcarbon investments; leading countries include the EU and China;
Impact: Higher risk of future impact costs due to slower reduction in emissions;
Policy: Higher uncertainty and potentially higher reward for some assets due to regional disparity in climate policy.
De USA (bij delayed action) en China (idem en climate breakdown) lopen het meest risico door klimaatverandering, maar India en Zuid Oost Azie scoren ook 2 'rood' voor bij delayed action en climate breakdown). (Tabel 4, pag.18).
Opvallend de waarschuwing dat Health impacts and population migration risks are underestimated Toelichting bij punt 10 pag 18. Noot van de Blogger: Vanuit de basisbehoeften van mensen benadering van impact investing een belangrijk punt.
In de adviezen aan institutionele investeerders: -1- Understand the risks associated with climate change and embed these into asset-allocation
policies.-2- Evolve and transform portfolio mix -3- Allocate to sustainable assets -4- Consider a wider pool of passive options -5-7- Engage with active fund managers, companies en policymakers en -8- Support ongoing research vast uit te voeren door Mercer LCC :)
De publieke versie van het rapport 'Climate Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation' werd gepubliceerd in 2011 en is te vinden op de website van opdrachtgever Calpers/mercer-study-allocation (pdf, 132 pag.) Superkorte samenvatting bij IFC/Brief_Mercer (pdf, 4 pag.)
Update Mercer onderzoek en vervolgonderzoeken: Top1000funds/investors-alter-allocations-because-of-climate-risks (24sept14 n.a.v. De Klimaattop new York.) Angelien Kemna APG kondigde daar aan 'that APG wants to double its investments in sustainable energy generation from €1 to €2 billion. Kemna, who speaks on behalf of a coalition of nearly 350 institutional investors and financial institutions, notes that in 2013 around $250 billion has been invested in clean energy solutions worldwide. To counter the worst effects of climate change this amount should be doubled within a few years. The doubling of investments which APG wants to achieve in the next three years, for example in wind and solar power, fits the focus on sustainability in APG’s investment portfolio. In her speech Kemna announced that APG has managed to double its investments in sustainable real estate to €11 billion in the past two years, important because real estate is responsible for 40 per cent of all greenhouse gas emissions worldwide'.


*Noot van de Blogger: voetnoot 1 pagina 6. Als impact investing strategie missionaris vind ik dat een heel interessant uitgangspunt. Misschien dat Mercer LCC ook een onderzoek kan doen naar de risico's en kansen van impact investing. Als dat wat te ambitieus is is een onderzoek naar de portfolio risico's van voedselveiligheid en grondstoffen wellicht een beginpunt? KPMG publiceerde dit voorjaar een onderzoek in opdracht van maatschappelijke -maar niet financiële partijen- over 'Grip op grondstoffen: leveringszekerheid en biodiversiteit'



**Het Engelse artikel met toelichting op de niveau's en huidig en toekomstig marktaanbod en suggesties voor criteria vaststelling en verificatie is aangeboden aan de reviewers. Het bijsluiter model is een uitwerking van de Sonen Capital portfolio strategie voor de KL Felicitas Foundation die is aangeboden in de literatuur voor het World Economic Forum 2014. Meer in IINieuws 1juli14
***Mapping the global transition to the solar age. From ‘economism’ to earth systems science Sustainable Business Initiative – Outs ide Insights door Hazel Henderson (pdf, pag. 56, de fifty fifty verdeling staat op pag. 30) ICAEW/Sustainability/Mapping the Global transition to the Solarage

 
ImpactAssets Issue Brief #4 ImpactAssets-50 and the Metrics Challenge: Assessing "Impact Capacity" at the Firm Level, Jed Emerson. 
IINieuws 1dec12


De 4e Issue Brief van Impact Assets is een beschrijving van de totstandkoming van Impact Assets50 een open source data base van 50 ervaren impact investing fondsen met private debt en equity investeringen. Het toont niet primair de grootste, maar vooral de breedte van de impact investing sector, zowel geografische, in sectoren en in assets categorieën. De lijst wordt jaarlijks bijgewerkt. Noot van de Blogger: Triodos stond er in 2011 in, in 2012 niet meer wellicht vanwege het breedte argument. Meer op impactassets-50

Criteria Impact Assets50
Voor opname in de lijst wordt gekeken naar de “Firm's Impact Capacity” op basis van de prestaties op ambitie/doelstellingen (intent), implementatie (practices), investeringsimpact & meetmethoden. Omdat impact Investing nog in de kinderschoenen staat zullen veel firma's zullen niet in elke categorie scoren. De doelstelling is een concept Firm Impact Capacity aanbieden met specifieke indicatoren als frame­work om op te bouwen en door te groeien.

Voor de ambitie/doelstellingen werd gekeken naar:
GIIRS pionier fondsen, binnen het Global Impact Investing Rating System.
Ondertekenaars van United Nations Principles for Responsible Investing, (asset owners, asset managers en professional service partners) Directe link naar de UNPRI Signatories in the Netherlands;
Duurzaamheidsverslagen volgens de GRI Global Reporting Initiative methodiek(en). De GRI verzamelde 2304 verslagen in 2011 (nu 740 over 2012). De Data base is doorzoekbaar op sector. Noot van de Blogger: GRI is gevestigd in Amsterdam, met als voorzitter World Connector Herman Mulder (o.a. ex ABN);
De in 12 staten van de VS bestaande fiscale categorie van B Corporations, die 'de kracht van ondernemingen gebruiken om sociale en milieu problemen op te lossen';
Deelname aan initiatieven voor field based duurzaamheids- of impact rapportage en transparantie. (Op maat, niet academisch of top down?)
Een Corporate of Impact Investing Visie en ambitie;
- Lidmaatschap van een Impact Investing associatie, netwerk of werkgroep.

Noot van de Blogger: Impact Assets begint dus met een wat legalistische opstelling van (papieren) beleid die juist voor impact investing niet altijd relevant is en wel tijdrovend. De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO)hanteert dezelfde methode. Op basis hiervan kan gekeken worden naar de rapportage i.e. implementatie en de resultaten. Dat deze methode niet altijd zinvol is bleek uit het onderzoek naar duurzaam beleggen bij kerkelijke instellingen eind 2011. Er was op papier bij minder dan de helft duurzaam beleid vastgelegd, maar méér dan de helft bleek impact investor. Meer op II Nieuws 1dec11

Implementatie
Er word gekeken naar specifieke keuzes in de bedrijfsvoering die de geest van impact (investing) reflecteren zoals het beleid qua m/v verhoudingen, (management van) leiderschap, personeelsbeleid, ras/ethniciteit, de bestuurssamenstelling, duurzaamheid (energiebesparing/co2 uitstoot etc), corporate social responsability, ketenbeheer en op impact gericht beleid of filantropie.

Investeringsimpact & meetmethoden
Of en hoe bepaalt een onderneming de impact van haar investeringen? IRIS en GIIRS geven investeerders inzicht in de impact prestaties. ImpactAssets-50 bekijkt of een onderneming een social management informatie systeem heeft om impact te monitoren en te meten, hoe het systeem werkt en hoe transparant de onderneming is over de resultaten. Dit geeft nl. inzicht in de oprechtheid van de ambities en doelstellingen. Op dit moment en in d ekomende jaren worden in de zich ontwikkelende II sector allerlei activiteiten ondernomen, bijgesteld en aangepast die elkaar kunnen aanvullen en verbeteren voor steeds betere rating & verifying van impact.

Er wordt gekeken naar het gebruik van de (gratis & kant-en-klare nog steeds ontwikkelende)
-1- Impact Reporting Investment Standards IRIS of;
-2- een alternatief (zelf ontwikkeld) systeem dat waardevoller is voor de activiteiten van de onderneming;
-3- Heeft de onderneming een functioneel formeel Social Management Informatie Syteem om de impact van investeringen te meten? En tot slot:
-4- worden de impact resultaten door een derde onafhankelijk partij gemeten?

Tot slot
ImpactAssets verwacht dat binnen 3 tot 5 jaar het gebruik van (standaard) rating- en meetsystemen bij impact investing fondsen gemeengoed zal zijn geworden. Het focust op ondernemingsniveau als erkenning van het goede werk dat daar verzet wordt. Het biedt investeerders inzicht in critical issues om hun keuzes en beslissingen op te baseren. De (nieuwe) ontwikkelingen op het gebied van meting & rating worden gemonitord om hun cliënten te informeren over het gebruik en promotie van deze systemen.

Conclusie
ImpactAssets is geen 100% supporter van door de GIIN gepromote systemen als IRIS en GIIRS. Het is ook niet echt afwijzend en het onderbouwt haar reserves niet. Ik mailde auteur Jed Emerson om dit te checken en mijn aanname werd beaamd. Er wordt wel erg veel gemeten en niet altijd even nuttig of effectief. Ik zie het ook als een typisch voorbeeld van een top down gepromoot systeem versus bottom up meetsystemen op firm/field based niveau. Dit laatste is het niveau waarop ImpactAssets zich (nu) concentreert.


ImpactAssets Issue Brief #3 Seven tactics for Risk Management by Investors Seeking to Engage in Impact Investing (7pag.) Jed Emerson, Executive Vice President for Strategic Development. 

Impact Assets
Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (te katalyseren) voor optimale (milieu, sociale en financiële) impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van het concept 'blended value' en mede auteur van het II overzichtswerk 'Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference' (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.

In deze Issue Brief geeft Emerson impact investing benaderingen voor de niet professionele investeerder die impact investing wil toevoegen aan zijn/haar portfolio. De zeven tactieken uit de titel worden gepresenteerd aan de hand van 6 vragen die een II zich moet stellen over: geïnformeerd zijn & transparantie, doorgroeien van handelen naar investeren, de rol en beperking(en) van adviseurs, investeren in fondsen als risico's te verminderen, de kracht van multi-manager strategieën, investeren in II (als sector/field) en dit alles om risico's te verminderen.

Er is geen kant-en-klare checklist voor impact investeringen: maar hier komen de tactieken.
Weet wat je bezit of kies transparante investeringen. Fonds beheerders moeten minstens hun aannames, strategie en processen kunnen toelichten en inzage in de portfolio is aanbevelenswaardig.
Een lange termijn horizon en slow of patient capital voor impact investing betekenen dat een impact investor zijn II's moet budgetteren om voldoende liquide te zijn en (andere) inkomsten te hebben. Prioriteer, analyseer en investeer dan pas.
De (meet) instrumenten en informatie bronnen over II groeien met de dag: monitor die voortgang voor hun bruikbaarheid. (GIIRS en ImpactBase)
Het effectiefste risico beheerser is een goede vermogensbeheerder. II als specialisme groeit snel, maar eerder naast de bestaande (grote) vermogensbeheerders die ervoor kunnen kiezen zich zelf te oriënteren, een partnerschap aan te gaan of een bestaande II specialist in te lijven. II onderschatten is geen goed teken. ImpactAssets publiceert sinds 2011 jaarlijks een lijst van de 50 beste II vermogensbeheerders. Noot van de Blogger: Triodos verdween na een jaar uit die lijst en ASN heeft er nooit in gestaan.
II is breder dan dan directe private equity investeringen, maar dat vereist specifieke deskundigheid en betrokkenheid. Daarom kan investeren in II (beleggings) fondsen een optie zijn. Noot van de Blogger: in Nederland zijn wel tientallen duurzame fondsen open voor particulieren die soms vooral de bekende duurzame bedrijven bevatten en staatsobligaties, maar er zijn nog geen 'echte' publieke impact investing beleggingsfondsen. Zie goed-geld/duurzaam-en-verantwoord-beleggen voor een overzicht van de duurzame beleggingsfondsen in Nederland. Meer over deze website in IINieuws 15okt12.
De (potentiële) kracht van multi-manager strategieën is dat zij samenwerken waardoor de overhead voor fondsenwerving beperkt blijft en zij kunnen concentreren op goede II investeringen.
Risico kan ook worden verminderd door te investeren in de ontwikkeling van II. Emerson wijst op netwerken met formele en informele investeerders groepen. Het bezoeken van conferenties, deelnemen aan discussies, het presenteren van ervaringen en het ondersteunen van non profits die de groei van II bevorderen. Noot van de Blogger Zoals bijvoorbeeld Impact Assets maar er zijn talloze andere initiatieven. Bron: ImpactAssets IssueBriefs 3 (pdf 7 pag)
PS Op MVO Vlaanderen stonden deze week 11-tips-bij-ethisch-beleggen

ImpactAssets Issue Brief #2: Risk, Return and Impact: Understanding Diversification and Performance Within an Impact Investing Portfolio (zd waarschijnlijk 2011) Jed Emeron et al. In IINieuws 1nov2012

Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.

Risico & rendement beoordeling bij II?
Vragen die IA vaak krijgt zijn:
Moet altijd een financieel rendement prijs betaald worden voor sociaal en of milieu impact rendement?
Zijn impact investing vehicles risicovoller dan traditionele investeringen in dezelfde of vergelijkbare asset classes?
Hoe moeten vermogensbezitters passende risico blootstelling managen in een dynamische en zich ontwikkelende markt in relatie tot hun fiduciaire verantwoordelijkheden?
- Hoe is de sociale en milieu impact van investeringen het best te meten?

E.e.a. kan niet los gezien worden van het risico dat bij elke investering hoort,
het potentieel financieel rendement en het risico nemend vermogen of de ambitie van een investeerder. Bovendien moeten risico en rendement op 2 niveaus beoordeeld worden: 1 dat van de portfolio strategie en 2 op het niveau van de verschillende asset classes. Noot van de Blogger daarna volgt natuurlijk het risico en rendement van individuele investeringen.

Impact ambities kunnen integraal onderdeel zijn van de investeringsstrategie. Het streven naar optimale prestaties geldt dan zowel voor financiële als sociale en / of milieu prestaties. Hierbij is de vraag of financieel of sociaal/milieu impact prioriteit heeft niet aan de orde, het gaat om de verhouding risico en rendement. De andere benadering is dat II een aparte investeringscategorie (asset class) is en daarbij is (de omvang van) het deel dat als II wordt bepaald doorslaggevend. Risico en rendement van de II tellen mee als deel van het totale resultaat op financieel gebied, maar sociaal/milieu resultaat worden niet gemeten.

Concreet zijn de belangrijkste risico's van II:
Liquiditeits Risico: The gemak waarmee investeerders kunnen kopen en verkopen, of in- en uitstappen
Feitelijke Impact Risico: Impact resultaten kunnen op lange termijn / grotere schaal (alsnog) nadelig uitpakken, denk bijvoorbeeld aan grootschalige palmplantages voor palmolie die regenwouden verwoesten en werkgelegenheid in steden waardoor landelijke gebieden verder ontvolken.
Manager Risico: korte(re) track records, kleinere vermogensbasis en breedte en lagere beloning van fondsbeheerders waardoor hoge omloopsnelheid van personeel ontstaat.
Fonds Ontwikkeling Risico: Het aantrekken van kapitaal in het kleine II marktaandeel kan lastig zijn waardoor fondsen niet voldoende kunnen opschalen.
Meetmethode en Rapportage Risico: Impact kwalitatief meten is ingewikkeld waardoor onjuiste beoordelingen kunnen worden gemaakt.
Social Enterprise Risico: Sociale ondernemingen kennen een breed palet van resultaten naast de financiële resultaten.
Subordinate Capital Risk: Afhankelijkheid van giften/donaties of subsidies vertekent de prestaties in gunstige zin en kunnen soms onderschat worden en daardoor de investeringsstrategie schaden.
Exit Risico: Omdat veel II alternatieven minder ''gevestigd'' zijn, kleinschaliger en gespecialiseerd is de uitdaging rendement te boeken door verkoop aan strategische kopers of IPO's groter.

Noot van de Blogger Hieruit blijkt wel dat de insteek van IA bij II op private equity ligt en venture philanthropy of angel investing en minder bij de openbare beursplatforms. Dat geldt ook voor het volgende stukje. Dat neemt niet weg dat de auteur ook pleit voor duurzaam beleggen in publieke fondsen omdat het minder risico met zich mee brengt.

Impact Investors moeten zich realiseren op welke termijn zij hun vermogen kunnen/willen inzetten voor II en idealiter uitgaan van minimaal 3 tot 10 jaar (zg slow capital) en voor grantmaking en ondersteuning van eerdere II's (?).
Daarnaast is vertrouwen en het vermogen om verlies en failleren te kunnen accepteren belangrijk. Tot slot de afweging maken voor hun algeheel risico (profiel) door een deel van de portfolio toe te wijzen aan II.

Imago van II
II moeten zich kritisch afvragen of het beeld van het hogere risico gehalte van II terecht is alleen omdat het geen conforming asset is, dus een investering die er precies zo uitziet als andere investeringen en dus een standaard risico en rendement beoordeling kan krijgen. Noot van de Blogger Kortom: onbekend maakt onbemind ook bij vermogensbeheerders. Maar dat II meer due diligence en underwriting behoeft is een feit en niet alleen een ''tegen'' argument. Bovendien is het inpassen van (optimaal) impact als rendement criterium een complicerende investeringsbeslissing waardoor een driedimensionale (trifecta) grafiek ontstaat (p.10) die niet eenvoudig te lezen, begrijpen of toe te passen is. Met GIIRS het Global Impact Investing Rating System heet II een geïntegreerd meetinstrument voor impact meting in relatie tot rendement en risico.

Hoopgevend is de trend bij vermogensbeheerders om II deskundigheid te “build, buy or borrow” als onderdeel van hun werkzaamheden. De integratie en acceptatie van II binnen de investeerders universum gaat naar mening van IA op basis van de attention curve opvallend snel (p.6).

Private equity focus en de beurs
De focus op private equity (PE) investeringen bij impact investing wordt tot slot besproken evenals de mogelijkheid op de publieke beurs als impact investor op te treden. Op p.8 de II mogelijkheden uit de grafiek van het Rockefeller Philantrophy Advisors rapport uit 2009. De focus op PE wordt verklaard door de ambitie om naast duurzaam te beleggen (bijv. in grootschalige opererende multinationals) ook de toepassing in andere delen van de samenleving te bevorderen. Maar gepleit wordt voor een impact + duurzaam beleggen visie op de hele portfolio. Noot van de Blogger: het klassieke trickle down versus bottom up model voor (economische) ontwikkeling, die inderdaad elkaar ook prima kunnen versterken en versnellen.

De ''moderne'' impact investor
De moderne Impact Investor vinden hun ambitie en strategie belangrijker dan marktconform(istisch) financieel rendement, omdat ze naar impact; het totale (financieel + sociaal + milieu) rendement kijken en daarin hun eigen rendement ambities bepalen. Marktconform financieel rendement wordt als criterium losgelaten: In een recent Brits onderzoek zelfs door 39%(!) van de impact investors. Verder in de issue brief staat dat sinds de beurscrash van 2008 het begrip marktconform nogal loos is geworden mede door de mooie resultaten van bijv. microkrediet in de periode daarna.

II thematische risico's
(Klassieke) II is vaak gericht op thema's en sectoren waardoor een extra risico (door gebrek aan spreiding) ontstaat, maar ook daarbinnen kunnen verschillende instrumenten worden ingezet om het risico te beperken zoals leningen (schuld) versus private equity investeringen. Leningen aan non profit organisaties die overheidssubsidies/inkomsten ontvangen zijn veiliger dan een werkgelegenheidsproject (met bijv start-ups) dat bloot staat aan directe marktwerking. Maar ook binnen thema's onderling zijn verschillen: duurzame landbouw is door de concrete tastbare producten een andere markt dan Renewable Energy of Health Research die moeilijker te vermarkten zijn.

Strategie en prestatie belang
(ook) Een II portfolio kent verschillende gradaties risico, rendement en impact en strategische II investeringen kennen een andere beoordeling van (beoogde of gerealiseerde) prestaties) dan een individuele II zonder dat strategisch belang. Kortom II is aan het evolueren van portfolio opbouw naar portfolio & investment management. Noot van de Blogger Zoals bijv de Omydiar Network die in haar blogserie het belang van sector impact benadrukt omdat anders wordt onder-geïnvesteerd in mn early-stage, hoog-risico innovatieve bedrijven die een nieuwe industrie kunnen creëren of de sector dynamiek fundamenteel kunnen veranderen. Zie IINieuws 15okt12.


Impact Assets issue brief 1: An Introduction to a Unified Investment Strategy for Impact Impact Assets. Jed Emerson et al. De 1e van 8 issue briefs (2011?). 13 pag. NB De issue brief is een geactualiseerde versie van “The Investor’s Toolkiten “Where Money Meets Missionuit 2007 van dezelfde auteurs en anderen. In IINIeuws 15okt2012

ImpactAssets is een non-profit financiële dienstenverlener die is opgezet om de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen door (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact. Het is een voortzetting met opschalingsambitie van The Giving Fund van de Calvert Foundation opgezet door het Calvert (pensioen)fonds, een VS pionier op het gebied van SRI en II. Interessant is jaarlijkse overzicht (met profiel) van de 50 grootste impact investors (firma's IIA is niet gericht op start-up's). Triodos was er in 2011 bij maar in 2012 niet meer. (Het grotere ASN beide jaren niet). Impact Assets publiceert ook een impact investeerders per thema overzicht: IA InvestmentThemes.

Jed Emerson
De auteurs zijn Tim Freundlich, president van IA en VP Jed Emerson. Emerson schreef the Blended value map in 2003 en samen met Antony Bugg Levine Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (uit september 2011, zie PAGINA Gelezen-bronnen) Ik heb het laatste boek gelezen en wellicht mede daardoor bevat deze issue brief voor mij weinig nieuws en dat komt ook door de aandacht voor vermogensfondsen om ook hun vermogen in te zetten om hun missie te realiseren.

II typen en doelen
De auteurs onderscheiden 3 soorten II: -1- II gericht op een mix van sociaal en marktconform risk-adjusted financieel rendement, -2- mix van sociaal en financieel rendement dat onder de marktniveau mag liggen en -3- II gericht op optimaal sociaal rendement zonder financieel rendement muv van evt belastingaftrek (mn in het kader van PRI Program Related Investment fiscale faciliteit in de VS).
In de VS is het aandeel Socially Responsible Investment (beheerd door vermogensbeheerders) met 3biljoen US$ en 12% marktaandeel veel groter dan in Nederland (4,7% sparen&beleggen VBDO). Daarnaast kent de VS Community Development Investing bijna 42miljard US$ en schat het Social Investment Forum dat 177 investeringsvehikels waaronder hedge funds bijna 38miljard US$ onder beheer hebben. Op basis van het HOPE Consultancy onderzoek Money for Good (uit mei 2010, zie PAGINA Gelezen-bronnen) en JP Morgan wordt de vraag naar II mogelijkheden geschat op 120 miljard US$.

FB Heron Foundation
Als voorbeeld door vermogensfondsen wat je kan doen om je missie te realiseren via het vermogen wordt de FB Heron Foundation gepresenteerd, de II kampioen van de Amerikaanse vermogensfondsen met 45,5% van het vermogen als II belegd.

De FB Heron Foundation heeft (in 2009) 110miljoen US$ van haar 241 miljoen US$ belegd in lijn met missie. Haar 4 programma's zijn gericht op financial inclusion, ondersteunen van de ontwikkeling van ondernemingen, bevorderen van eigen huis bezit en toegang tot de arbeidsmarkt door kwalitatief goede kinderopvang. De II portfolio is als volgt verdeeld:

89 miljoen US$ (80%) impact investeringen met marktconform rendement in o.a. Affordable housing, vastgoed en ontwikkelingsfondsen;
6 miljoen US$ (5%) deposito's bij community development banks en credit unions met marktconform rendement; en
21 miljoen US$ (15%) program related investments mn leningen aan nonprofit interme­diairs en ontwikkelingsorganisaties.
Volgens de auteurs ontwikkelt de FB Heron Foundation zich als een soort 'private community investment trust’ die haar (financiële) middelen optimaal inzet voor het realiseren van haar missie en heeft sinds 2002 die allocatie met een factor 2,5 vermenigvuldigd. (ook bij pagina charity cases O-Z en de VS)
Bron: impactassets Impact Assets issue brief 1 door Jed Emerson et al. An Introduction to a Unified Investment Strategy for Impact Impact Assets. 13 pag. (2011?)


'Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and over 2,200 Transactions'.
JP Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network (14dec11) In IINieuws 1feb2012

Het is een update en uitbreiding van het onderzoek van eind 2010 'II* an emerging asset class'  (zie deze pagina 2010) 52 respondenten deelden hun perspectief op de II markt en de ervaringen met ruim 2200 transacties in hun portfolio. Die respondenten zijn (mn Amerikaanse leden) van de Global Impact Investing Network (thegiin.org), Impact Assets50 en clientèle van JP Morgan. Zij verwachten van medio 2011 tot medio 2012 bijna 4 miljard US$ aan II te doen. 40% van de respondenten managed 'proprietary' (eigen) kapitaal, 25% managed 'fiduciar' kapitaal (van anderen) en 35% managed beide .
* II staat voor impact investing of impact investments, afhankelijk van de context.

Conclusies van de auteurs
Het meten van impact gebeurt vaak (70%) dmv IRIS maar ook door andere 'eigen' modellen. Het gebrek aan track record voor succesvolle II is (Noot van de Blogger: nog steeds) de grootste uitdaging. Daarnaast spelen 'illiquiditeit' (Noot van de Blogger: verhandelbaarheid) van de investeringen en de onzekerheid van het financieel rendement. Aan de andere kant, actieve overheden (mn UK, USA. de EU** en Australië) en de ontwikkeling van de II infrastructuur vergroten de kennis en stimuleren de groei. ** EU Regional Development Fund en EU Social Fund

De lancering van GIIN's ImpactBase (zie IINews 8juni2011), het eerste IRIS rapport (iris.thegiin.org report) en Impact Assets worden als mijlpalen gezien. Net als de start van GIIRS, het Global Impact Investing Reporting System (GIIRS)rating systeem voor bedrijven zie IINews 1nov2011  (Noot van de Blogger: dit perspectief benadrukt hoe 'Amerikaans' het onderzoek is).

De 3 grootste uitdagingen voor de groei van II zijn: de het gebrek aan track record van succesvolle  investeringen. Daarna het tekort aan kwalitatieve investerings mogelijkheden en “Inadequate impact measurement practice”. NB Of investeerders nu in Developed Markets (DM) of Emerging Markets (EM) of in Schuld of Private Equity (PE) investeerden maakte voor deze drie uitdagingen niet uit.

Facts & Figures
De respondenten zien II als “In its infancy and growing” (75%), veel meer dan de 19% die kiest voor “About to take off” (19%). Opvallend is de indruk dat 'het aantal insitutionele en high net worth individual investors (HNWI) die weten wat impact investing is' is verdubbeld in vergelijking met 2 jaar geleden. Bovendien verwachten institutionele en HNWI dat hun asset allocatie naar II over tien jaar gemiddeld 5% en 10% is. NB Nu valt II onder 'alternatives' (vastgoed, hedge funds, private equity, grondstoffen en 'anders') waar de grote beleggers tussen de 12 en 15% van hun portfolio in beleggen (IMF’s Survey), dus dit is ambitieus/optimistisch.  

Rendement
Bijna de helft van de respondenten vindt impact en financieel rendement even belangrijk, iets meer dan de helft stelt het een boven het andere (by optimize one while setting a floor for the other). Tweederde van de respondenten zou financieel rendement opofferen voor meer impact, maar 60% denkt niet dat dat 'nodig' is. NB Deze 2 groepen respondenten overlappen niet significant. Het internal rate of return (IRR) kan nogal verschillen, ook van benchmarks: Bij Developed Markets Equity is het 19% (benchmark 29%), Emerging Market Equity: 18% (benchmark 11%), Developed Market Corporate Debt: 4% (benchmark 11%) en in Emerging Market Corporate Debt en de benchmark 9%.

Distributie keuzes
Het impact doel is meestal 'mensen' (58%) of mens&milieu (34%). Slechts 8% geeft prioriteit aan milieu impact. 94% van de II zijn in bedrijven die werken voor/met op mensen met een laag inkomen. 70% van de II (50% van het kapitaal) is in SME. 62%  van de II is in ''debt', waarvan 52% in private debt en 38% is in private equity. 94% van de debt transacties is in senior debt, maar 59% daarvan is ´unsecured´. De meerderheid van de II bedraagt minder dan 1 miljoen US$, 40% is kleiner dan 500.000 US$, 15% tussen de 500.000 en 1 miljoen USD$. Toch is een gemiddelde II 2 miljoen US$ en 10% van de II bedragen meer dan 5miljoen US$.

67% van de II is in Emerging Markets (44% van het kapitaal) en 31% in Developed Markets (53% van het kapitaal). Regionaal: 30% van de II is in de USA (51% van het kapitaal), 30% in Latijns Amerika (15% van het kapitaal), 12% in SubSahara Afrika (7% van het kapitaal) 11% in Oost Europa, Rusland en Centraal Azie (8% van het kapitaal en 11% in Zuid Oost Azie (6% van het kapitaal). Sectoren: 34% van de II is in microkrediet (37% van het kapitaal) 15% in landbouw & voedselvoorziening (6% van het kapitaal), 13% cross-sectoraal (15% van het kapitaal) 13% in clean tech & energy (6% van het kapitaal) Noot van de Blogger: clean tech en energy is dus niet per se kapitaal intensief), 7% in huisvesting (21% van het kapitaal). Valuta 88% van de II is in US$, 3% in Euro's en een 'enkele' in Can $ of £. De resterende 8% is in 38 andere valuta. Download report bij GIIN thegiin.org


Social Venturing Entrepreneurship, een plaatsbepaling
De dissertatie van Henk Kievit tot doctor bij Nyenrode Business Universiteit op 11-11-11, waar hij (nu) directeur is van de Center for Entrepreneurship & Stewardship en daarnaast Lecturer/Researcher bij Christelijke Hogeschool Ede en Sr Partner Strategy, Marketing & Business Development bij Dokifath BV. Daarvoor was Kievit o.a. secretary-general to the Board bij de Noaber Foundation en daar ligt waarschijnlijk de inspiratie voor het proefschrift over Social Venturing Entrepreneurship (SVE). Bovendien was er nog maar weinig wetenschappelijke literatuur over social venture entrepreneurs en de investeerders maar mn over de investeringen en de processen.

Definitie(s)
Een van de definities in het proefschtift van Social Venturing Entrepreneurship is: 'een nieuwe manier van ondernemen, die gericht is op het leggen van verbindingen tussen netwerken in civil society, bedrijfsleven en de overheid om hardnekkige maatschappelijke problemen aan te pakken'. Noot van de Blogger: Geïnteresseerden in impact investing valt natuurlijk meteen op dat het woord winst ontbreekt, in andere definities staat het soms wel, maar dan alleen om de duurzaamheid van de onderneming te verzekeren en een SVE verwacht zijn investering wel terug. Maar een venturer of het nu capitalism of philanthropy betreft houdt rekening met 66% kans op failure en mikt op extra hoog rendement om dat risico te compenseren. Een venture philanthropist investeert in ondernemingen die de ambitie hebben op den duur zichzelf te financieren en niet periodiek subsidie aanvragen voor hetzelfde project. Een impact investor wil een bewezen business model helpen met groeikapitaal om op te schalen en investeert zelden seed of start-up kapitaal. Daar kunnen juist filantropen, HNWI investors en (vermogens)fondsen een katalytische rol spelen. Met dank aan een Skype gesprek met Rogier Want van de Exelenti Foundation.
Diepte interviews met SVE's
Heel kort is het een onderzoek naar de achtergronden, overtuigingen en werkwijzen van social venturing investeerders gebaseerd op 19 diepte interviews. De interviews zijn gehouden met mn Nederlandse SVE's uit het netwerk dat hij waarschijnlijk grotendeels heeft opgebouwd in zijn Noaber Foundation*. Het zijn soms weinig bekende want nogal publiciteitsschuwe mensen (Herman Brenninkmeyer, Sabine Goldschmeding) en daardoor extra interessante en inspirerende interviews ook omdat nauwelijks bekende organisaties aan bod komen of initiatieven dia als impact investing worden beschouwd. Een aantel van de SVE's kent elkaar en werkt ook samen in de St. Nijenroad. Interessant is de SVE's mn ervaren ondernemers zijn die hun (markt)kennis en netwerk meebrengen om de SVE op te zetten, maar binnen de traditionele filantropie minder toegevoegde waarde hebben o.a. omdat zij de goede doelen cultuur vaak niet kennen en/of waarderen.
* Noot van de Blogger De Noaber Foundation is een van de leidende SVE vermogensfondsen in Nederlands samen met d.o.b Foundation waarvan Pieter de Rijcke geïnterviewd is p. 248). Meer over de Noaber Foundation en de d.o.b. Foundation op de PAGINA Charity cases A-N. Door het Noaber netwerk is Gereformeerd Vrijgemaakt kerk & Woord&Daad gehalte opvallend hoog, maar ook de populariteit van het End of Poverty concept van Jeffrey Sachs. Excerpt 11pag in TIME 2005: Earth/EndofPoverty of meer op Earth

Methode
Om het wetenschappelijk gehalte van het onderzoek te verzekeren gaat Kievit intimiderend -maar ook fascinerend- diep in op economische theorieën en methodologische scholen en alle toegepaste waarborgen om relevante data te verkrijgen en te interpreteren. Kievit heeft voor het onderzoek zijn ervaring met social entrepreneurship bij de Noaber Foundation benut. Omdat Kievit de geïnterviewden allen/deels kende zijn de interviews afgenomen door anderen. Noot van de Blogger: Jammer is dat de vragen ontbreken (maar wel gedestilleerd kunnen worden omdat de antwoorden genummerd zijn).

Prosopografie en proposities
Interessant is de prosopografische samenvatting (p.111-113 bevat überdata over HNWI voor marketeers) met hun achtergronden en kenmerken, de indeling in soorten SVE's (actief, bemiddelend, passief p.) In het hoofdstuk met proposities, stellingen, over SVE's P.119ev) aannames over SVE's. Let wel het betreft 19 geïnterviewden, met samen een geschat vermogen van 750 à 1 miljard Euro vermogen. Noot van de Blogger: Niet echt doorsnee, de gemiddelde Nederlandse miljonair heeft 2,9 miljoen Euro. Meer op IIN1maart13 Bron: Van Lanschot onderzoek 2011, onder II marketing, halverwege de pagina.

Doorslaggevend zijn: levensbeschouwing (en Noot van de Blogger: religie. Door het Noaber netwerk is wellicht het Woord&Daad (Reformatorisch) gehalte opvallend hoog). Er vaak sprake van een transitie(proces) en een specifieke doelgroep op basis van sympathy, de SVE's hebben een intuïtieve alertheid voor het signaleren van problemen en kansen/oplossingen en hebben of krijgen een breed netwerk buiten hun werk in de politiek / overheid / civil society. (Meer over het begrip cicvil society op p. 140-150 en 160-162). SVE's werken vooral via positieve duwtjes (nudging) en hun unieke toegevoegde waarde om een probleem/tekort aan te pakken waaronder innovatief zijn en flexibel binnen hun eigen initiatief/organisatie.


IMPACT -BASED INCENTIVE STRUCTURES,Alignment Fund Manager Compensation with Social and Environmental Performance. The Global Impact Investing Network GIIN (nov2011)

Eind 2011 publiceerde the Global Impact Investing Network (www.thegiin.org) een handreiking voor impact meting bij impact investing fondsen. 3 partijen laten zien hoe zij hun fondsmanager belonen en waarop de impact score wordt gebaseerd. Het zijn het Aureos African Health Fund, Core Innovation Capital en UBS (de laatste heeft nog geen II Fonds, zie IINieuws 15 april 2012

De publicatie geeft potentiële investeerders (instappen bij Core vanaf 250.000US$ en bij Aureos 500.000US$) inzage in wat ze qua impact mogen verwachten en welke impact incentives zijn ingebouwd voor de fondsbeheerders. (Noot van de Blogger: Het is -nu- het op een na populairste document van GIIN downloads).

Impact meting & Incentives
De belangrijkste kenmerken voor impact meting & incentives zijn:
  • de prioriteit en verhouding van financiële en impact resultaat beloning;
  • evt. boete en wat gebeurt er bij liquidatie van het fonds;
  • Lange en/of korte termijn impact resultaat;
  • II ambities en criteria;
  • II meting & interne of (semi) externe auditing.
CASES: wie doet wat?
Aureos African Health Fund is een van Aureos 17 fondsen. Het fonds heeft 100 miljoen US$ onder beheer, is opgericht in 2009 en de geplande exit is in 2019-2021. Het streeft naar het bereiken van arme(re) mensen. De basis beloning is 15% (voor het financieel resultaat, iets onder het marktgemiddelde van 20%) en voor elk bereikt impact doel (A,B,C) komt er 5% bij. Het beloont bij A > 50% en/of B >70% bereik van mensen met < 3000 US$ inkomen per jaar en bij C < 15% bereik van mensen met minder dan 1000US$ per jaar. Technical Assistance, Impact Resultaatmeting, -verbetering en -promotie) wordt extern ingehuurd (uit de 2% management fee).

Core Innovation Capital
Het doel is Early growth stage capital for profits to increase access to financial services in the US. (Portfolio corevc.com) Het heeft 50miljoen US$ onder beheer, is opgericht in 2010 en de geplande exit is in 2020. Het financieel resultaat bepaalt 90% van de eindbeloning en de impact score is 10% voor o.a. leiderschap & invloed (spreken op II events). De bonus is 100% afhankelijk van het impact resultaat en de maximale Carry (eindbeloning) is 20% = 18% financieel & 2% impact resultaat. Bij evt voortijdige liquidatie van het fonds is bij bijv. 70% impact resultaat → 0,7x2% = 1,4% + 18% financieel = 19,4%. Het heeft externe audit per investering door vertegenwoordiger van de partner the Center for Financial Services Innovation en 2 II deskundigen (op VS niveau). Evt. (deel van) de niet uitbetaalde carry gaat terug naar de investeerders of naar een door de fondsmanager aan te wijzen non profit dat vergelijkbare doelstellingen heeft.

UBS (model)
De impact-criteria zijn ontworpen door 1 externe en 2 UBS II experts. 1 Focus op Emerging countries. a: Landen met laag GDP per capita b: Least Developing Countries (minimum) c: Ontluikende sectoren: veel impact maar minder financieel rendement. 2 ESG beleid: 1. MT lid voor ESG, ESG trainingen, ESG protocol voor incidenten. 3 Employment growth 4 Meten met IRIS Impact Investing sector specific metrics. 5 De kwaliteit van impact reporting moet evolueren. De carry, de eindbeloning, van de fondsbeheerder is maximaal 10% (het marktgemiddelde voor fondsen van fondsen management) maar vermenigvuldigd met de impact coëfficiënt en die is max 1. Noot van de Blogger Eigenlijk dus een boete lager impact resultaat? Het gebruikt externe auditing.

Incentives voor impact beloning
Belangrijk is de gerichte realistische vraag van investeerders, de limited partners in deze publicatie, en het vertrouwen van fondsenbeheerders in hun eigen kunnen en hun moed om een nieuwe asset class te helpen ontwikkelen (met mooi marktaandeel en PR effect). Bron: thegiin impact based incentives


THE IMPACT of a CORPORATE CULTURE of SUSTAINABILITY on CORPORATE BEHAVIOR and PERFORMANCE, Working Paper 12-035 (25nov11), Harvard Business School door Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafeim. In IINieuws 15jan12

In Management Team van 29dec11 stond een samenvatting van een retrospectief onderzoek onder 90 duurzame 'koplopers', (sectorleiders) en 90 bedrijven met dezelfde karakteristieken die 'niet of 'onvrijwillig' duurzaamheid in hun beleid hebben geintegreerd. Men is 18 jaar teruggegaan om effecten te vinden, ook in relatie tot de SAM/Dow Jones Sustainability Index.

De onderzoeker stellen dat er sprake is van een (bedrijfs)'cultuur van duurzaamheid' bij de koplopers. Binnen die cultuur is het idee dat duurzaamheid een overheadfactor is die de winst verminderd of dat greenwashing (duurzame windowdressing) genoeg is volledig passe.

Conclusie nr 1, interessant voor beleggers: duurzame koploper bedrijven presteren 'significant' beter dan achterblijvers (Low Sustainability firms) zowel extern (op de aandelenmarkt) als intern (in de boeken). Sterker nog, duurzame koplopers: -1- Scoorden 4,8 procent hoger op de aandelenmarkt; (Noot van de Blogger: de mogelijkheid dat duurzaamheidskoplopers als sustainable investor darlings chronisch overgewaardeerd worden wordt ondergraven door deze conclusie noot3. -2. Lieten minder koersschommelingen zien, zijn dus stabieler en 3. Behaalden een betere ROA (return on assets en equity) dan de low sustainability-groep. De hoge prestaties zijn sterker in sectoren met individuele klanten, sterke merken (-marketing) en hoog gebruik van natuurlijke grondstoffen.

Andere belangrijke conclusies uit het onderzoek waren: -a- bij koplopers is duurzaamheid een (directe) verantwoordelijkheid van het bestuur (governance) bij de helft ipv een kwart van de bedrijven en deel van prestatie metingen ('2'x zo vaak gemiddeld 30%). -b- Koplopers betrekken meer stakeholders bij hun beleid, zowel vooraf, tijdens als erna. -c- Koplopers hebben een langetermijnhorizon en -investeringsbasis en communiceren effectiever met (potentiele) inveesterders. -d- Koplopers integreren 5x vaker 'sociaal' duurzame informatie in de financiële rapportages (25%) en 3x vaker milieuprestaties. (33%). De bevindingen staan in heldere tabellen en in de appendix staan 27 criteria / voorbeelden van duurzaam beleid.

Bron: MT duurzaamheid-loont-echt Het rapport: hbs research (pdf 57pag) Noot van de Blogger: In het onderzoek onder Nederlandse bedrijven naar oa duurzaamheid, de transparantiebenchmark, worden ook kwualificaties als koploper en achterblijver toegekend. Noot van de Blogger3: banken werden uitgesloten uit de onderzoeksgroep(en) vanwege de bijzondere bedrijfsvoering.

FINANCING THE FUTURE TODAY
Financing the Future Today’ is het vervolg op de ‘Tällberg Declaration’ van 29juni11 door (de) The Hague Financing Framework. 70 vertegenwoordigers van ontwikkelingsorganisaties waren dit voorjaar in Den Haag op uitnodiging van FMO en het Ministerie van OS en deze zomer in Sigtuna voor de FMO en de Tällberg Foundation. Nu is een paper gepresenteerd voor de ‘multi stakeholder collaborative partnership for all engaged in development': overheden, internationale financiele instituties, ontwikkelingsbanken en de private (financiele) sector. Want: Sociaal ondernemerschap is volgens de auteurs ‘de R&D (Research and Development) van de (internationale) samenleving'.

Agendapunt 1 op de Tallberg Conference was het identificeren van nieuwe, innovatieve maar grootschalige impact investing modellen: “Proving by doing”. De nu ontwikkelde implementatie strategie heet ‘COILED’. Noot van de Blogger: een coil is een spoel iets dat verbinding creert, een vlechtwerk. COILED staat voor: 'New 'Capital’ structures, met een focus op ‘Outcome’ models, ‘Intermediaren’ met een 'social mission', innovatieve ‘Legal’ mechanismen, een sterke rol voor social ‘Entrepreneurship’; en steun voor de zich ontwikkelende ‘Distributie’ kanalen van de civil society. De New Capital structures worden zo toegelicht: New Social Capital Market Innovation – “Impact investing” – the application of modern capital market ideas to social benefit

Het paper telt 11 pagina's en staat per actiepunt vol concrete voorbeelden van impact investing activiteiten. Impact investing modellen en strategien die wereldwijd op behoorlijke schaal worden toegepast. Wat opvallende aanbevelingen/citaten:

-Een taak voor de overheid is to 'introduce and catalyse the creation of new innovative and market-based policy instruments (impact investing) in order to catalyze private sector development and capital (p.4).
-The growth of “Impact Investing” / Social Finance simply reflects a move to apply more modern commercial and market practices to social endeavour (p.5).
-The move (away) from a bi polar investment world to the application of a plethora of financial and commercial tools for social purpose (Social Entrepreneurship pursued under the mantra of” Social Finance” or “Impact Investing” requires new Intermediaries (p.6). Het gaat dan vooral om 'training for intermediaries in how to access development finance and grant funding to support high impact investments & Fund(ing) of technical assistance from intermediaries to help them develop high impact investment concepts (p.6).

Noot van de Blogger: De focus ligt behoorlijk op beleid(slobby). Daarom is interessant om dit paper te houden naast de 86 pagina's en 17 'to do' punten van het Monitor Institute Rapport voor de GIIN (2009), waar het accent veel meer op de commerciele marketing van impact investing richting de private sector ligt.

Financing the Future Today is actief bezig met de lobby (PA&PR), directeur John Simon van Total Impact Advisors sprak op de TBLI - Europe 2011 conference in London en presenteerde het paper aan de Wereldbank, en de staatsecretaris van OS. Bron: totalimpactadvisors en linkedin

De Tällberg Foundation
De Tällberg Foundation is opgericht in 1981. Ze claimt dat een serie Tällberg Workshops over de rol en het gedrag van 'business in a global interdependent world' mede aanleiding waren voor het UN corporate citizenship initiative – the Global Compact. Www.tallbergfoundation.org


IMPACT INVESTING, Transforming how we make money while making a difference. Antony Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.) In IINieuws 15okt11

De
auteurs van het boek zijn vertegenwoordigers van 1,5 impact investing generaties. Goeroe 'Jed Emerons' bedacht 'blended value', letterlijk gemengde waarde (toevoeging) en Antony Bugg Levine, ex McKinseyn consultant die als directeur van de Rockefeller Foundation samen met anderen de lekker brede en -bekkende term 'impact investing' bedacht.

In het eerste deel beschrijven ze overzichtelijk de voorgeschiedenis en het brede gebied van impact investing met de grote rol van overheden en ontwikkelings-banken (FMO!) in internationale samenwerking en 'best brand: microfinance'. De 'sociale' ondernemingen die in de hele wereld werken met en voor voor zeer diverse bevolkingsgroepen en de commerciele banken die joint ventures, obligaties, beleggingsfondsen en interne 'social economy' afdelingen begonnen.

Een waardevol richtsnoer vond ik de 'principles of additionality' voor impact investors (p.31-34). Ook schetsen ze de toekomstige terreinen waar impact investing kansen heeft (p83) Daar waar zeer grote investeringen nodig zijn om sociale problemen op te lossen, winstgevende en opschaalbare ondernemingen ontstaan die nog te klein zijn voor commerciele (venture) investeerders en daar waar de overheid en maatschappij impact investing actief ondersteunt. En met resultaat: waar impact investors pionieren volgt het grote geld. Specifieke terreinen zijn (p. 93) gezondheidszorg, sociale huisvesting, onderwijs, landbouw, utiliteitsbouw in ontwikkelingslanden, en 'restructured social spending' of social bonds obligaties die uitbetalen op 'sociaal' resultaat. (p.104)

Het
2e deel gaat over de ingewikkelde wereld van charities en de 'uniciteit' van goede doelen organisaties, hun samenwerking onderling en die met impact investors. Zowel goede doelen als sociale ondernemers in de VS, Canada, VK en Japan? lopen aan tegen wet- en regelgeving die als obstakels werken, terwijl ze vaak hetzelfde beogen en alleen de werkwijze verschilt. Maar het tijdperk van de individuele 'ster' pioniers is volgens Emerson en Bugg Levine voorbij. Het gaat nu om -binnen de gevestigde orde- om samenwerking, afstemming en taken verdelen. Wat betreft lobby en regulering, adoptie van impact meting modellen en ratingsystemen, professionalisering en promotie van het concept op bij professionals en onderwijsinstellingen. Het standaard advies aan studenten om 'eerst ervaring op te doen in de zakenwereld' voor idealisten sociaal ondernemer/investor te worden geven ze niet meer, er is al veel specifieke deskundigheid opgebouwd. Belangrijk zijn private banking, vermogens- en fondsbeheerders, impact investors en institutionele investeerders etc.
Noot van de Blogger: Hiermee geven ze natuurlijk ook de reikwijde van het veld aan, dat is ook voor dit blogger wel eens wat overweldigend en lastig bij het selecteren van impact investing nieuws.

CONCLUSIE
Een zeer goed geschreven (geredigeerd) en dus leesbaar boek door twee mannen die er ongelofelijk veel van afweten. Aan de hand van anecdotes en schetsen wordt een helder beeld gegeven van de diverse ontwikkelingen, focus dilemma's, mogelijkheden en obstakels voor de vele 'stakeholders' en geinteresseerden.

Thien Nguyen-Trung, schreef voor zijn blog goodgeneration ook een book review over Impact Investing: Transforming How We Make Money While Making A Difference. Hij is management consultant, was Career Chair for The Kellogg School of Management’s Net Impact en betrokken bij bij social capital markets, entrepreneurship etc. Meer: op zijn blog > about me of linkedin. De discussie en de poll (6) over is II an asset class is ook interessant.


GUIDE to IMPACT INVESTING, Grantmakers in Health GPS Capital Partners (mei 2011) In IINieuws 1sept2011

Grantmakers In Health (GIH) is opgericht in 1982 en een nonprofit, 'educational' organisatie voor gezondheidsfondsen en 'corporate giving programs to improve the health of all people'. Haar missie is gericht op goede communicatie en samenwerking om de deskundigheid bij en effectiviteit van gezondheidsfondsen te vergroten. Ze zitten vast niet toevallig in Washington DC, dus lobbyen ongetwijfeld ook. Noot van de Blogger, dus vergelijkbaar met de sectie gezondheidsfondsen van de VFI.

Het rapport is gemaakt met II consultancy GPS Capital Partners, omdat de GinH menen dat de mogelijkheden van filantropie beperkt zijn in verhouding tot de noden en uitdagingen in de gezondheidszorg (in de VS). Filantropie moet dus 'al' haar mogelijkheden benutten, ook samenwerking en beleidsontwikkeling. Impact investing is een krachtig middel om bij te dragen aan de ambities van fondsen. De (starters)gids begint met een beschrijving van impact investing opties en ervaringen en heldere tabellen (1: ii in the contecxt of social investing, 3: debt versus equity, 4: investing through intermediaries en 5:models for ii).

Op p.5-6 een heldere uitleg wat een PRI (Programme Related Investment is, relevant vanwege de 5% verplichte besteding van het vermogen in de VS) en een MRI (Mission Related Investment) eigenlijk is. Een PRI is een wettelijk & fiscaal afgebakend begrip, MRI een brede definitie. Omdat er weinig health impact investors zijn wordt samengewerkt met ervaren impact investors in sectoren waar gedeelde belangen zijn zoals 'community development' en raciale ongelijkheid in gezondheid. Figuur 2, p.11 is een 'Roadmap to impact investing”.

De focus is op investeringen in health care (centra, producten en innovatie met cases van asset class investeringen in tabel 7 t/m 10), health coverage (ziektekosten verzekering cases per asset class in tabel 11 t/m 13) en healthy communities (cases van asset class investeringen in tabel 14 t/m 21. De conclusies zijn veelbelovend, ook tijdens de huidige economische crisis zijn de Amerikaanse gezondheidsfondsen tevreden over het rendement van hun impact investeringen. Achterin een uitgebreide woordenlijst (appendix a glossary) gevolgd door( appendix b) 5 pagina's ii financial performance.

Link naar het complete rapport + beschrijving thegiin resources of de site van Grantmakers in Health gih.org

Noot van de Blogger bij 'Grantmakers in Health'. De verschillen met Nederland zijn natuurlijk enorm, maar er zijn ook overeenkomsten: de grote Nederlandse gezondheidsfondsen deden in 2009 mee aan het overleg 'krachtwijken' van de overheid en benadrukken preventie en 'gezonde leefstijl'. Bron gezondheidsfondsen en gezondheidsfondsen 2009
De gezondheidsfondsen zijn in Nederland -na 'de' kerk(en)- de succesvolste fondsen-wervers onder particulieren. 70% van hun bestedingen komt van de baten uit eigen fondsenwerving (Vergelijk internationale hulp 31%, natuur & milieu 26% en welzijn & cultuur 15,5). Bron CBF, PB 2010).
Dat komt zowel door hun historie, de' grote' gezondheidsfondsen zijn vaak al tientallen jaren oud, de enorme erfenissen die ze krijgen en door actieve werving en 'upgrading' door direct mail, telemarketing etc. De grootste, de Kankerbestrijding (inkomsten in 2010 109 miljoen euro) stond in dit blog op 28april2011 en de Hartstichting (bijna 43miljoen euro aan inkomsten in 2010) op 14april2011. Als CASE 1sept2011, de nr 3: de Nierstichting

Gezondheidsfondsen zijn bij uitstek 'impact investors' omdat zij veel besteden aan / investeren in wetenschappelijk onderzoek. Directe inkomsten, rendement wordt daarmee niet verkregen, wel de 'verplichting' publicitair 'in beeld' te komen en dat is weer goed voor de merkbekendheid en particuliere fondsen-werving. De grote gezondheidsfondsen(wervers) zijn allemaal lid van de VFI (en hebben zelfs een aparte sectie). Ze hebben zich verplicht zich te houden aan de VFI Handreiking Verantwoord Vermogensbeheer Link VFI met toelichting en 'voorgeschiedenis'.

360 DEGREES FOR MISSION, On Values voor de MISTRA Foundation Zweden (mei 2011) IINieuws 3aug2011

360 Degrees for Mission, is een rapport voor de Mistra Foundation in Zweden geschreven door D. Imbert en I. Knoepfel van 'OnValues' en gesponsord door 'Generation Investment Management'.

De Mistra Foundation besteedt 200 miljoen euro per jaar aan strategisch en mn lange termijn milieu (environment) research en heeft 329miljoen euro vermogen.
On Values is een consultant voor investeringsstrategieen, die gespecialiseerd is in responsible, sustainable & social investing. Generation Investment Management is het mede door Al Gore opgerichte investeringsfonds toegewijd aan lange termijn investeringen, geintegreerd duurzaamheidsonderzoek en 'client alignment' ofwel de dienstverlening in lijn brengen met de wensen en het beleid van de klanten.

Op 3 mei 2011 publiceerde de Mistra Foundation het rapport om belangstelling te wekken voor duurzaam beleggen en impact investing bij andere Europese fondsen. Het beslaat 40 pagina's met 7 case studies in 6 landen met samen meer dan 10 miljard euro vermogen. 14 key messages op 2A4 en een halve A4 Executive Summary met de 14 key findings nog eens kort samengevat. Ik focus op de aandacht voor impact investing die ongeveer een kwart beslaat.

Opvallend zijn de wat boude stellingen -1- dat duurzaam beleggen meer winst oplevert dan traditioneel beleggen en -2- dat impact investing minder rendement genereert (oa doordat het intensiever is dan traditioneel of duurzaam beleggen). Het rapport stelt dat non profits/fondsen een bijzondere bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van impact investing door hun unieke deskundigheid en ervaring.

Noot van de Blogger Ik denk hierbij aan hun beleids- (missie, visie, strategie) en werkplannen, hun subsidies, de beoordeling van project plannen vooraf en achteraf en evt deskundigheidsbevordering daarbij zoals VSB Fonds doet, langdurige samenwerking en opschalen van activiteiten etc.

Samenwerking door fondsen is belangrijk zowel in praktische zin, door beleggingsfondsen te starten, maar ook door informatie uitwisseling en communicatie over hun activiteiten en ervaringen. Impact Investing 'darling' Fonds1818 doet vooral het laatste, maar volgens de directeur startte DJSustainablity Index Pacific vooral door de 'belangstelling' van het Fonds 1818 (445 miljoen euro vermogen en 65% wordt duurzaam belegd). Zo kan een Fonds dus ook 'impact' hebben.
Fonds 1818
Fonds 1818 (zie ook dit blog 26mei2011) of de PAGINA charity cases is een van de 7 cases en directeur Boudewijn de Blij wordt geciteerd in de executive summary over haar duurzaam beleggen “It is easier than you think and it is the right thing to do for foundations”. Uit de case blijkt dat Fonds 1818 haar impact investing activiteiten eind 2010/begin 2011 uitbreidde door een garantie af te geven voor een lening van 165.000euro van ASN Bank aan een 'social enterprise' (Chizone: Centre for Body & Mind en gevestigd in de voormalige Lourdeskerk op Scheveningen).

Boudewijn de Blij stelt “Start with simple and pragmatic steps. Find partners for sourcing and managing impact investments, given that this is a very time and resource intensive part of the portfolio”... “ Share what you have tried with others. Communication multiplies your impact”. Hij kan net weten want “The Executive Director takes special responsability for finding impact investment opportunities that are connected to the foundations mission”.

Fondazione Cariplo
Nieuw voor mij, maar inspirerend is de case van de Fondazione Cariplo die 7 miljard euro beheert, waarvan 7% 450miljoen euro als impact investments. De Fondazione is onstaan door de verkoop van haar (nuts) bankactiviteiten in 1998. Ze beschouwt financiele innovatie als belangrijke doelstelling voor haar brede werkterrein. De Fondazione begon met goedkope garanties voor bankobligaties voor goedkope leningen aan sociale intiatieven, infrastructuur, onderzoek, gezondheidszorg, onderwijs etc. In 2005 en 2007 werd 10 miljoen gereserveerd voor impact investing en stapte ze in een onafhankelijke cooperatie van Katholieke congregaties Polaris (investment) die nu 7 miljard euro beheert waaronder 75% van het Cariplo vermogen. (NB De Polaris site en het rapport bevatten wat tegenstrijdigheden over de start). Link (pfd) 360degreesformission


IMPACT INVESTING IN EMERGING MARKETS, Responsible Research (mei 2011) IINieuws 20juli2011

Responsible Research (RR, Singapore) is een 'onafhankelijk ESG onderzoekbureau in Azie voor internationale institutionele beleggers en vermogensbeheerders'. Het publiceerde in mei 2011 'Impact Investing in Emerging Markets' (II in EM. 110 pagina's, A5 met 5p. ExecSum, 10 Key Findings en Conclusie.) Het is een sectoraal en regionaal overzicht van impact investeringen door impact investeringsfondsen.

Het onderzoek werd gesponsord door Willow Tree Impact Investors, een investeringsfirma (in de VAE) die maximale sociale en milieu impact wil bereiken. Willow Tree investeert in for-profit-bedrijven die een positieve, duurzame, sociale em mlieu impact nastreven op basis van een zakelijke aanpak.

Het rapport is een welkome aanvulling op JPMorgans onderzoek uit nov2010 van meer dan 1000 impact investments (zie dit blog 15maart2011 of gelezen bronnen) waarvan echter het overgrote deel in de VS plaatsvond. Tegelijkertijd borduurt het ook verder op de inspanningen van het Global Impact Investing Network (GIIN) en /of die van haar leden en the B Lab (metrics & standards). Nadeel is daardoor wel dat de cases vooral kapitaal intensieve impact investeringen zijn door de bekende impact investeringsfondsen (p.45-46).

Key Findings
RR's 10 Key Findings (p.10-15): -1- Het potentieel van de rendementen van impact investing in emerging markets is 'onweerstaanbaar'. -2- Er gebeurt veel op het gebied van prestatie meting voor impact. -3- Er zijn gezonde business modellen (zie bijv. De tabel p.16) die een afweging van of impact of financieel rendement onnodig maken. -4- II in EM lijkt geconcentreerd op India en Afrika en in community development, microkrediet en gezondheidszorg. -5- Privaat (voortgezet en beroeps) onderwijs in EM vult het gat dat de overheden onvervuld laten. -6- In Gezondheidszorg zijn liggen DE kansen in medische faciliteiten, zorg voor armen en innovatieve producten. -7- Duurzame landbouw en visserij kunnen armoede verlichten en de spanning op voedselmarkten verminderen. -8- Duurzame bosbouw, hernieuwbare energie en afvalmanagement zijn sterke groeigebieden. -9- Watermanagement, hernieuwbare energie en telecommunicatie bieden kansen in de infrastructuur in EM. -10- Microkrediet, de meest ontwikkelde II activiteit in EM's kan haar prestaties verbeteren.
Nb op p. 110 Microkrediet bereikte met 155 miljoen mensen in 2007 slechts 6% van haar potentiele doelgroep van 2,5 miljard clienten. In 2000 bereikte Microkrediet 31 miljoen mensen.


IMPACT INVESTING: Do we need to redefine fiduciary duty?, Kylie Charlton, Social Investment Fellow at the Centre for Social Impact (CSI) University of Western Australia (webartikel, maart 2011)  In IINieuws 14 maart2011

Haar argumentering is overtuigend, waarom niet bijna 2 x zoveel effect door 10% van het vermogen te oormerken voor impact investing? Charlton verwijst ook naar het recent gepubliceerde 'draft' Charity Investment Matters van de UK Charity Commission. Link blog impact-investing-do-we-need-to-redefine-fiduciary-duty?


IMPACT INVESTING HANDBOOK, Capventuresome (feb. 2011) In IINieuws 28april2011.
CAPVenturesome is een investeringsfonds van de Charity Aid Foundation in Engeland voor stichtingen, fondsen en social enterprises. Gestart in 2002 heeft zij al 20 miljoen pond geinvesteerd in 270 projecten/organisaties en nu 10 miljoen pond onder beheer.


CAP schetst aan de hand van de ontwikkeling van microfinanciering 13 lessen (p. 43-45) een 21 aanbevelingen (p. 46) voor impact investing. Opvallend verschil met de veelal Amerikaanse rapporten is de nadruk op overheidbeleid voor en subsidiering van de branche: minstens 20 jaar!. Interessant is de nadruk die wordt gelegd op open source (gratis toegankelijke) IT als noodzakelijk voor standaardisering (p.17) Microfinanciering wordt wereldwijd gemonitord door MIX Market en dat is een samenwerking aangegaan met the GIIN, Global Impact Investing Network voor gegevens uitwisseling voor oa benchmark ontwikkeling.


Een heldenrol in de ontwikkeling van microfinanciering is voor de Nederlandse overheid die al vroeg microkrediet steunde en voor FMO. Dat betaalde de transactiekosten van de ''securitisation deal of the year' 2006 toen het 1e microkrediet fonds werd gestart door BRAC (een multinationale NGO uit Bangladesh). Met 150% onderpanden. Nu is de wereldwijde omzet in microfinanciering 65 miljard US$. Link cafonline impact_investor_report_2011


Twee interessante initiatieven in Engeland benadrukt in het II Handbook:
De overheid richt -nog dit jaar- de Big Society Bank op die 400 miljoen pond aan ongeclaimde tegoeden gaat beleggen voor impact. Zie IINieuws 1sept2011. En de Social Stock Exchange van financials Mark Campanale en Pradeep Jethi die een platform en gespecialiseerde markt willen creeren voor filantropen, activisten ondernemers en investeerders. Gepland in 2012.

 

'The BIG IDEA: Creating shared value', Michael Porter, HARVARD Business Review (january 2011) In IINieuws 14maart2011


Michael Porter is de man die in 1999 de vermogensfondsen in de VS wakker schudde met zijn HBR artikel 'The business of Giving' met de opvallend wetenschappelijke zin 'money is pissed away on activities that have no impact'. Porter publiceerde afgelopen januari een artikel in de Harvard Business Review 'The Big Idea: Creating Shared Value'. In dit artikel “Capitalism is an unparalleled vehicle for meeting human needs, improving efficiency, creating jobs, and building wealth. But a narrow conception of capitalism has prevented business from harnessing its full potential to meet society’s broader challenges”. Link blog acumenfund blending-and-sharing-value


How do individuals become social investors? (kwalitatief en het kwantitatieve vervolgonderzoek) Investing for the good of society*. (feb en april 2011) Nesta, VK.

Nesta noemt zichzelf world leading expert hoe innovatie enkele van de sociale en economische in het VK kan oplossen. Noot van de Blogger: Door de economische crisis en bezuinigingen bij overheden is dit urgenter geworden maar ook een lange termijn uitdaging voor alle Europese welvaartsstaten. Nesta doet experimentele programma's, onderzoek en analyse, als investeringen in early stage ondernemingen. Nesta wordt 100% particulier gefinancierd o.a. door de National Lottery.

Kwalitatief vooronderzoek
In het kwalitatief onderzoek, 26 diepte interviews, werd gekeken naar de barrières en 'triggers' katalysatoren voor (zeer) vermogenden en hun belangstelling voor sociaal investeren als 3e weg naast filantropie en investeren. NB Er is ook gekeken naar mogelijke kannibalisatie maar daarover werden nog geen uitspraken gedaan wel zagen respondenten de mogelijkheid investeringen verder te spreiden als aantrekkelijk. Ook het effect van een zakelijke activiteit binnen een non-profit op de organisatiecultuur wordt als positief beschouwd.
Sociaal ethische waarden en de ambitie het vermogen goed te laten doen motiveert de (zeer) vermogenden. Lager rendement voor marktconform risico) of samenwerking met de overheid (in het VK) demotiveren niet. Fiscale maatregelen kunnen als katalysator werken, evenals de ambitie om early adaptor te zijn. Er is behoefte aan informatie van direct betrokkenen èn kritische professionals en illustratieve case studies.

Kwantitatieve onderzoek
Het kwantitatieve vervolgonderzoek werd mede mogelijk gemaakt door de Fairbanking Foundation, een charity die banken wil helpen de financiële dienstverlening aan klanten te verbeteren. Het doet onderzoek en helpt nieuwe bankproducten ontwikkelen voor de klanten. In het onderzoek werden 4 sociale investeringsproducten voorgelegd aan 505 vermogenden of mass affluent die tussen de 50.000 en/of 100.000 en 1 miljoen UK£ investeringen hebben. NB De vermogenden met tussen de 100.000-1.000.000 UK£ aan investeringen waren het meest uitgesproken in hun positieve houding tegenover sociaal investeren.

Marketing
De relevante kenmerken van de vermogenden en hun belangstelling voor in het onderzoek zijn:leeftijd (hoe jonger hoe positiever), financiële tevredenheid, budgetbeheer (nb de minst belangrijke factor), early adopter, financiële zekerheid (de belangrijkste factor), portfolio prestaties, kennis van sociale/ethische investeringen en vrijgevigheid. Overigens bleek dat vermogenden wat optimistischer zijn over de economische toekomst dan niet vermogenden.

Vier sociale investeringsproducten
De vier producten in het onderzoek (ik houd de Engelse termen aan) zijn: de charity bond: (lening aan een goed doel), community business share issue (aandeel in een lokale onderneming of voorziening) , social enterprise property fund (vastgoed van not-for-profit organisaties) en social investment fund (investerinsgfonds in duurzame bedrijven) Noot van de Blogger: De laatste 2 producten kennen we in Nederland als duurzame beleggingsfondsen in verschillende thema's maar vaak internationaal georienteerd. 
 
-1- Charity Bond
Een obligaties aangeboden door bekende goede doelen met de optie van renteschenking met als voordeel voor de chari constant werkkapitaal tegen marktrente -1%. Rente en risico voor de investeerder zijn laag (maar niet gegarandeerd!), de termijn tussen de 3-5 jaar en investeren kan vanaf 500 UK£. Oordeel: 85% van de respondenten begreep het product en 41% vond het redelijk aantrekkelijk vanwege de rente (39%), lage risico (68%) en termijn (45%). 79% vond geld lenen aan een goed doel aantrekkelijk. Van de 34% waarschijnlijke investeerders dacht 85% aan max 5000 UK£.
71% vond een fiscaal voordeel aantrekkelijk. Vermogenden met 50.000-100.000 UK£ aan investeringen, met (nog) kinderen thuis, tot 55 jaar, en actieve vrijwilligers waren meer geïnteresseerd.
 
-2- Community Business Share Issue
Een aandeel in een lokale onderneming of voorziening voor opschaling of instandhouding; men wordt lid van een co-operatie en beslist ook mee. Investeerders kunnen vrijwilliger en klant worden. Het risico is hoog, want afhankelijk van het (evt) succes. Het rendement is meestal jaarlijks tussen de 1-4%. De termijn is beperkt tussen de 3-5 jaar en de investering is evt eerder terug te krijgen. Oordeel: 87% van de respondenten begreep het product, 42% vond het redelijk aantrekkelijk en 32% zou overwegen te investeren en die investering varieerde tussen de 50 UK£ en 20.000 UK£. Kortom vrijwel identiek aan de charity bond. Overwegingen: het gunstige (maar lage) rendement (52%), het risico (28%) de termijn en de mogelijkheid eerder uit te stappen (40%) 71% vond geld lenen aan een lokale onderneming of voorziening aantrekkelijk. Kenmerken van de positieve respondenten: Vermogenden met 50.000-100.000 UK£ aan investeringen, sociaal/ethische investering, jonger dan 40, en actieve vrijwilligers waren meer geïnteresseerd. Fiscaal is het belastingvrije dividend aantrekkelijk (59%)en evt aftrekbare verliezen (34% mn bij jonger dan 40 mensen met kinderen en inkomen boven de 100.000UK£).

-3- Social Enterprise Property Fund
Een professionele vastgoedinvesteerder werft fondsen voor social enterprises om hun huisvesting te behouden/op te knappen. De fondsbeheerder publiceert financiële èn impact data. Het risico is laag (het pand is waarborg), het rendement 2 a 3 % onder de vastgoedmarkt, de termijn 5 a 7 jaar en de investering minstens 1.000 UK£. Oordeel: 86% van de respondenten begreep het product, 41% vond het redelijk aantrekkelijk en 30% zou overwegen te investeren indien wat aanvullende vragen beantwoord werden. Het evt bedrag varieerde tussen de > 5000 UK£ en 100.000 UK£. 53% van het risico aantrekkelijk, 29% vond de termijn aantrekkelijk en 60% het lenen aan een social enterprise via een vastgoed fonds. Vermogenden jonger dan 40, met kinderen en actieve vrijwilligers waren positiever. Overwegingen: Fiscaal is het belastingvrije dividend aantrekkelijk (54%) en evt aftrekbare verliezen (28%, mn bij jonger dan 54, mensen met kinderen en gulle gevers.
 
-4- Social Investment Fund
Investeren in een professioneel beheerd investeringsfonds voor sociale ondernemingen die winst maken en impact hebben en willen opschalen. Denk aan duurzame handel/producten, publiek transport, primaire gezondheidszorg. Hoog risico in jonge groeiende ondernemingen, rendement 2 a 3% meer dan rente, liquide investeringsproduct, investering van 10.000 UK£ tot 250,000 UK£. Het evt bedrag varieerde tussen de 10.000 UK£ en 15.000 UK£ maar .50.000 UK£ tot 75.000 UK£werden ook genoemd. Oordeel: 85% van de respondenten begreep het product, 41% vond het redelijk aantrekkelijk en 26% zou overwegen te investeren, ondanks het hoge instapbedrag. Mensen met een lager inkomen waren minder geneigd te investeren, mensen tot 40 jaar en met kinderen meer. 22% vond het hoge risico van jonge ondernemingen aantrekkelijk, 38% de verhandelbaarheid (liquiditeit) en 59% de investees. Overwegingen: Fiscaal is de belastingvrij sparen optie (Individual Savings Account) aantrekkelijk voor 47% en de evt aftrekbare verliezen (37%, mn bij mensen met grotere investeringen 300.000 UK£ en meer en jonger dan 54)

Bronnen: Nesta/Summary How do individuals become social investors, pdf 14pag.) Nesta/investing for the good of society, (pdf 61 pag.) Voor marktonderzoekers/marketeers/cijfervreters: er volgen nog 120 pagina's met uitwerkingen, uitsplitsingen, toelichtingen en appendices met de vragenlijsten en onderzoeksmethodiek. * Het marktonderzoek werd voor Nesta uitgevoerd door Ipsos Mori, onderdeel van de internationale Ipsos groep. Voor het kwantitatief onderzoek werd samengewerkt met The Shaftesbury Partnership end Social Finance ontwikkelaars en aanbieders van innovatieve sociale investeringsproducten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten