1 november 2012

Impact Investing Nieuws 1 november 2012

Deze keer Standard Life start Europees fonds met duurzame bedrijfsobligaties, Fidelity tekent UNPRI, gewone fondsen vaak ook duurzaam, duurzame fondshuizen kiezen voor opkomende markten, crowdfunding klapper voor windmolens, Deloitte over de toekomst van duurzaamheidsverslagen, Fonds 1818 niet afkerig van social bonds, donateursvertrouwen en trouw, Transparantprijs 2012, II en Smart Aid, TBLI Europe. Gelezen: Impact Assets issue brief over II risico en rendement en als case de IKEA Foundation.


MARKET

Standard Life Investment fonds duurzame Europese bedrijfsobligaties
Het Schotse Standard Life Investments biedt een nieuw fonds aan voor institutionele en particuliere beleggers dat verantwoord belegt in Europese bedrijfsobligaties. Standard Life is een van de grotere spelers in Europa met 155 miljard UK£ onder beheer, waarvan 115 miljard in het VK, 20 miljard UK £ in Canada en 15 miljard UK £ in Europa. Standard Life Investment ziet een markt voor het fonds in Nederland, Scandinavië en Zwitserland.

European Corporate Bond Sustainable and Responsible Investing fonds
Het fonds kijkt naar duidelijke milieu, sociale en regulerings-(ESG-)factoren. Alle bedrijven moeten de UN Global Compact naleven en bedrijven die actief zijn in de wapenindustrie maken geen deel uit van het fonds. De minimum belegging voor particulieren is 1000 Euro en voor Institutionele Investeerders 1 miljoen Euro. Beheersprovisie particulieren is 1.1% en voor Institutionele Investeerders gratis.
Bronnen: StandardLifeInvestments en IEXprofs Profiel van het fonds in een vereenvoudigde prospectus op Morningstar.com (p34)


Fidelity ondertekent UNPRI
Het Amerikaanse Fidelity is met 3,6 biljoen US$ vermogen onder beheer een van de grootste fondshuizen van de wereld. Bijna anderhalf biljoen US$ zit in fondsen (mutual funds, 30juni 2012).), maar geen socially responsible funds. Die zijn beschikbaar voor haar klanten via haar Funds Netwerk (2010).
Fidelity was mn actief via engagement en stemrecht (10% tegen management en 15% onthouding in 2010). Het had wel al de UK Stewardship Code en had eigen beleid: Consideration of ESG Factors in the Investment Process

UNPRI
Recent heeft Fidelity de UNPRI, United Nations Principles on Responsible Investment ondertekend, zonder hierover een nieuwsverklaring te doen uitgaan op dit te vermelde op de wbeiste. Fondsnieuws signaleerde dat Fidelity in de lijst van ondertekenaars is opgenomen. Het sprak met Pim Mol van Rabobank over het groeiend belang van UNPRI. Voor Rabobank is ondertekening een eis is om te worden opgenomen in het (beleggings) fondsenaanbod. Het is ene van de drie criteria voor Rabobank dat verder bestaat uit het UN Global Compact en uitsluitingsbeleid voor controversiële wapens. 
Bron: Fidelity en Fondsnieuws zoek op Fidelity of UNPRI


FACTS & FIGURES

Ook 'gewone' beleggingsfondsen vaak duurzaam
Op Fondsnieuws aandacht voor een onderzoek van het Duitse AfU Investor Research en het Zwitserse bedrijf RepRisk met een nieuwe meetmethode van ESG factoren en hun bedrijfsreputatie- en waardering. In de Reputational Risk Index (RRI) worden ESG scores samengevat inclusief controversiële rapportages over bedrijven en vermenigvuldigd met de weging (%) dat het bedrijf in een van 166 Europese beleggingsfondsen heeft. Dit leidt tot de uiteindelijke score voor een fonds.

13 beleggingsfondsen worden expliciet als maatschappelijk verantwoord aangeboden, maar de meeste beleggingsfondsen beleggen in dezelfde bedrijven. De verantwoorde fondsen scoorden iets beter dan gewone fondsen, maar de verschillen waren ‘erg klein’ en ‘niet significant’. Ook de financiële resultaten vertoonden geen opmerkelijke verschillen.

Bron: Fondsnieuws 1okt12 search duurzame fondsen of google fondsnieuws duurzame fondsen blijken niet duurzamer Persbericht: RepRisk


EIRIS: overstap duurzaam beleggers naar opkomende markten.
Eiris is de Britse onafhankelijke non-profit organisatie voor responsible investing en environmental, social, governance (ESG) research. Het voorziet meer dan 100 vermogens- bezitters en beheerders, handelaars, overheden en indexmakers van ESG en responsible investment informatie. Eiris is lid van Eurosif en deed in Nederland o.a. onderzoek naar het beleggingsbeleid van goede doelen.

Onderzoek
Eiris onderzocht de veranderingen in duurzame investeringen in opkomende markten (emerging markets, EM's) sinds 2009 onder 800 bedrijven die investeren in 30 opkomende economiën. In 2009 startte het Emerging Markets Disclosure Project (EMDP) onderzoek om inzicht te krijgen en te geven naar relevante ESG factoren in EM's. De recente inventarisatie keek naar de ontwikkelingen bij 40 fondshuizen.

Bevindingen
Sinds de economische crisis steeg de asset allocatie voor duurzame investeringen in EM's met 30%. Een kwart van de duurzame investeerders hebben hun investeringen in EM's vergroot en 10% investeerde voor het eerst in EM's. Door lage rendementen in ontwikkelde markten is men nieuwe berekeningen en waarderingen gaan maken voor risico en rendement in EM's.
Het populairst zijn China, Brazilië, Taiwan, Thailand, India, Indonesië en Zuid Afrika. Het populairste bedrijf is Samsung (Korea, was 2) gevolgd door Taiwan Semiconductor Manufacturing (Taiwan was 4). Daler was PetroBras (Brazilië) dat zakte van 1 naar 6.

Katalysatoren
Belangrijke ontwikkeling waren de vooruitstrevende ESG listing requirements, duurzame indices en transparantie niveau's op de beurzen van Brazilië en Zuid Afrika. Die overheden starten ook initiatieven voor ESG prestaties en in China, India, Turkey, Mexico en Hong Kong werd hierin goede voortgang geboekt. Toch noemde 78% van de investeerders gebrek aan ESG transparantie als voornaamste uitdaging. Er is meer behoefte aan ESG transparantie vooral op environment, milieu als voornaamste factor. Bij internationale normen kijkt men vooral naar compliance (zeg maar handhaving) en informatie over mensenrechten en corruptie. Op pag 8 een Case studie naar ontwikkelingen in China.

Eiris constateert dat de groeiende integratie van opkomende markten in de global economy de trend van groeiende investeringen in die markten versterkt. De vasthoudendheid van investeerders om ESG factoren mee te wegen in hun beleid blijkt uit de expansie van responsible investment organisaties als UNPRI en het tastbaar worden van ESG beleid in EM's.

EIRIS lanceerde recent haar Emerging Markets Service voor montoring van de bedrijfsprestaties en transparantie van Environmental, Social and Governance (ESG) issues in EM's. Bron pdf (16 pag) EIRIS EmergingMarketsReport2012


CROWDFUNDING

De Windcentrale haalt 7 miljoen euro op
Crowdfunding boekt een nieuw record in Nederland met 7 miljoen Euro die de intekenaars investeren in 2 bestaande windmolens in Delfzijl. De eerste windmolen 'De Grote Geert' van 3,5 miljoen Euro is al verkocht, de tweede molen 'De Jonge Held' voor eenzelfde bedrag is waarschijnlijk rond 1 november volledig ingetekend. De contractuele deadline is 7 december 2012. Als met 100% intekening het project definitief wordt, zet dat de Windcentrale -en de investeerders- in de top-drie van grootste crowdfund projecten ter wereld.

Hoe werkt het?
De intekenaars kopen wind 'delen', elke windmolen wordt in ongeveer 10.000 'stukjes' aangeboden voor 351 Euro. Intekenaars worden lid van een coöperatie (met uitgesloten aansprakelijkheid) en kunnen hun winddeel aanbieden voor verkoop binnen de Vereniging (tegen 15 Euro boete). Eigenaren van één of meerdere winddelen krijgen straks de opbrengst aan stroom uit hun winddelen minus maandelijkse onderhouds- en beheerkosten in mindering op hun energierekening. Men kan niet meer winddelen kopen, of stroom produceren dan men gebruikt. De Windecentrale verwacht dat een Winddeel in de 16 jaar dat de windmolens nog draaien gemiddeld 500 kWh per jaar oplevert. De rekenmethode gaat uit van 0, 3 of 6% stijging van energiekosten, de besparing op jaarbasis is bij één winddeel en 3% stijging van de energieprijzen bijna 40 euro.

Partnership
De actie word georganiseerd met Greenchoice, de groenste energieleverancier van Nederland met 300.000 klanten. Investeerders moeten overstappen naar Greenchoice voor de verrekening. De reden is volgens de Windcentrale dat het (nog) niet mogelijk is dat meerdere energieleveranciers de stroom uit de windmolens van de Windcentrale transporteren en verrekenen met de energierekening van deelnemers. De overstapdatum hangt af van het huidige contract van de investeerder. Klanten van Greenchoice kunnen ook participeren in 'zee' wind met 'Mee' wind. Dat betreft de uitbreiding met 165 megawatt van windmolenpark Belwind in de Noordzee voor de kust van Zeebrugge. Het park levert nu elektriciteit voor ongeveer 175.000 huishoudens. Meer op Greenchoice > Zelf opwekken. Bron: Duurzaamnieuws, Windcentrale en Greenchoice


II METRICS

Deloitte: Duurzaamheidsverslagen moeten business critical worden
Deloitte publiceerde eind september een brochure van 13p over de praktijk en de toekomst van duurzaamheidsverslagen: Going from good to great: ways to make your sustainability report business-critical. Wellicht mede naar aanleiding van de uitkomsten van het Eumedion onderzoek naar het nut van duurzaamheids- en ESG verslagen voor institutionele investeerders. Zie IINieuws 1sept12

Inleiding
Volgens Deloitte publiceerde in 2011 bijna 6000 (multinationale) bedrijven een ESG/duurzaamheidsverslag en stijgt dat aantal jaarlijks. Die praktijk staat nu op een belangrijk omslagpunt. Van verslagen met allerlei (non) informatie die stakeholders en beleggers negeren moeten verslagen worden die essentiële ESG informatie bevatten voor de besluitvorming met geloofwaardige relevante tracking & monitoring data, prestatiemeting en evaluatie en incentives.

Voordelen
De voordelen van een duurzaamheidsverslag dat busines critical is: het aantrekken van investeringen en investeerders; (mee)sturen van de kernstrategie en het beleid en de bijbehorende kapitaalstromen binnen een onderneming; een bijdrage leveren aan de (financiële) waardering van het merk (imago en de reputatie); en geloofwaardig tegemoetkomen aan zorgen en belangen van stakeholders. Noot van de Blogger Deloitte noemt het een bottom-up benadering maar ik begrijp niet helemaal waarom.

Dilemma
Noot van de Blogger Kortom van een leuk PR dingetje met aantrekkelijke foto's van duurzame energie bronnen en mooie bomen die geplant zijn om (vlieg)kilometers te compenseren moeten ESG verslagen veel meer risico analyses bevatten. Dus gekwantificeerde en gewaardeerde informatie over operationele risico's, zoals de efficiency in grondstoffen gebruik in relatie tot relevante ESG (macro en meso)factoren. Ook de resultaten en kosten van de inspanningen van het bedrijf om die risico's terug te brengen gekwantificeerd moeten worden gepresenteerd inclusief de stand van zaken van/bij key business en de supply chain partners. Stakeholders kunnen daar natuurlijk ook van schrikken. Bron: Deloitte de pdf Responsibility and Sustainability


MEDIA

II through lending
In the Huffington Post op 11okt12 een artikel over RSF Social Finance een II fonds dat met leningen investeert in social enterprises. Het bedrijf bestaat bijna 20 jaar en heeft al 275miljoen US$ geleend aan social entrepreneurs en ondernemingen. De 1300 kapitaalverschaffers kregen hun 100% inleg terug. Het fonds heft daarnaast gefaciliteerd bij 100miljoen US$ donaties aan non-profits voor een social / impact investing infrastructuur en opbouw.

Rol RSF Social Finance
RSF ziet zichzelf als katalysator voor de II industrie. Een verdienmodel voor deze social enterprises ontwikkelen is niet eenvoudig als de doelgroepen zich aan C.K. Prahalad's Bottom of Base of the Pyramid bevinden en zolang II zich nog ontwikkelt. Daarom richt RSF Social Finance zich op bedrijven met goed potentieel die onvoldoende interesse hebben van investeerders om succesvol te worden. Opvallend is dat het sinds 2009 een kwartaal rentetarief heeft dat niet (meer) aan libor is gekoppeld, maar aan de belangen van de stakeholders: de investeerdes, leners en de RSF medewerkers: RSF Prime.

Noot van de Blogger: RSF biedt vermogensfondsen & charities kant-en-klare PRI (Programe Related Investments een fiscaliteit in de VS) aan met 1% rendement. Het fonds baseert zich op de economische theorie van Rudolf Steiner. Het eerste TONIIC artikel van een serie over II in EM's op de website van RSF werd recent getipt door Frank van Beuningen's PYMWYMIC op Facebook. In het artikel pleit Morgan Simon voor meer betrokkenheid van de doelgroepen bij II zoals bijv ook in de (Nederlandse) SROI methode wordt gepropageerd. Bron HuffingtonPost


CHARITY & Social Bonds

Fonds 1818 geïnteresseerd in social bonds van goede doelen
Boudewijn de Blij directeur van Fonds 1818 reageerde 21okt op het artikel Een kapitaalinjectie voor goede doelen dat ik schreef met Harald Machielse van Chuva Consulting. Boudewijn was kritisch, maar ook heel hoopgevend:

De opmerking dat vermogensfondsen nu veel lagere rendementen halen, geldt zeker niet algemeen. Vermogensfondsen zijn onderling sterk verschillend, dat geldt voor het donatiebeleid, maar zeker niet minder voor het beleggingsbeleid. Overigens kan het verstrekken van leningen door vermogensfondsen aan wervende fondsen inderdaad een haalbaar model zijn. Ik heb alleen nog niet gemerkt dat wervende fondsen daaraan behoefte hebben. Zou dat zo zijn, dan hoor ik het graag. Het vermogensfonds waar ik bij werk, Fonds 1818, zou het in ieder geval willen overwegen.

Mijn reactie: Dankjewel voor je reactie Boudewijn! Ik ben benieuwd welke fondsenwerver deze open uitnodiging aanneemt en meeneemt naar zijn collega's en bestuur. Alcanne Bron reactie een-kapitaalinjectie-voor-goede-doelen

NB De kritiek op onze aanname wat betreft de inkomsten uit vermogen van vermogensfondsen moet ik beamen. Boudewijn heeft als directeur van Fonds 1818 en lid van de FIN, de vereniging van fondsen inzage in de inkomsten in die sector. Ik ben in 2 jaar onderzoek naar II en chari's en 20 jaar grote 'chari' fondsenwerving & marketing/PR nooit een overzicht van de inkomsten van vermogensfondsen tegengekomen. Ik ben dus erg blij met de nieuwe wetgeving over transparantie van 'ANBI' fondsen waarin in ruil voor het fiscaal schenkingsrecht voordeel deze fondsen en stichtingen hun jaarcijfers openbaar moeten maken. Omdat de (FIN) vermogensfondsen volgens (vml) voorzitter Rien van Gendt samen zo'n 20 miljard aan vermogen hebben zal dat interessante gegevens opleveren.

Fonds 1818
Fonds 1818 is een van de grootste vermogensfondsen in Nederland met een eigen vermogen van 454 miljoen (uit de verkoop van de voormalige Nutsspaarbank) en belegt nog net geen 2% van haar vermogen missie-gerelateerd (de ambitie is/was 5% ofwel 22miljoen euro. Fonds 1818 is lid van de VBDO (Ver. Van Beleggers in Duurzame Ondernemingen) belegt ruim 50% van haar vermogen duurzaam en geeft actief bekendheid aan haar missie gerelateerde beleggingen beleid binnen de FIN en de sector en nu dus in de media.
Let op Het 'werkgebied' van Fonds 1818 is begrensd tot de gemeenten: Delft, Den Haag, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Lisse, Midden-Delfland, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Teylingen, Voorschoten, Wassenaar, Zoetermeer, Zoeterwoude. Het 'werkterrein' is breed en omvat cultuur, educatie, kunst, milieu, natuur, sport, zorg en welzijn. Hierin steunt en stimuleert het Fonds verenigingen, stichtingen en informele jongerengroepen bij het uitvoeren van maatschappelijke projecten. De projecten bestrijken een breed terrein zoals: festivals, moeder-kindcentra, voorstellingen op scholen, of de inrichting van een locatie. Dit gebeurt met geld en met kennis.
Meer over Fonds 1818 zie PAGINA Charity cases Nederland



CHARITY & Transparantie

Donateursvertrouwen
2 tot 4 keer per jaar wordt het vertrouwen onderzocht van donateurs aan goede doelen in Nederland. Deze keer in opdracht van Price Waterhouse Coopers (accountants) hofleverancier van goede doelen en initiatiefnemer van de Transparantprijs. De resultaten van laatste meting werden bekend ter gelegenheid van de uitreiking van de Transparantprijs 2012. Onderzocht werden Vertrouwen, Transparantie, en Communicatie. Van de ruim 2.200 respondenten gaf een deel antwoorden op de vragen voor vaste donateurs. 30% geeft een vaste bijdrage aan meerdere goede doelen en 17% geeft aan een goed doel.

Hoewel bijna negentig procent van de Nederlanders wel eens geld geeft verwacht 40% zelf minder te gaan geven. Bovendien denkt bijna 65% dat particuliere giften in hun totaliteit terug zullen lopen. Hoe transparanter een doel is hoe meer vertrouwen 60% van de respondenten heeft. Ruim de helft geeft aan dat het gaat om duidelijkheid over de behaalde en (nog) niet behaalde resultaten.

Ruim de helft van de Nederlanders vertrouwt erop dat goede doelen hun gift op professionele wijze besteden en hoeft betrokken te worden bij beleidskeuzen. Men is kritisch over de kosten voor fondsenwerving en administratie en de helft geeft liever aan een goed doel met het CBF keurmerk. Daarnaast geeft 70% van de respondenten aan dat als men niet meer achter de manier kan staan waarop donaties worden besteed men stopt. 63% stopt als men het zich financieel niet meer kan veroorloven en voor ongeveer de helft van de respondenten zijn hoge kosten en negatieve publiciteit een reden om te stoppen met doneren. Onderzoek Link persbericht toekomst-donaties-aan-goede-doelen-onzeker

TRANSPARANRPRIJS 2012
De Transparantprijs voor goede doelen is in 2004 gestart door accountants- en consultantsbureau Price WaterhouseCoopers en wordt sinds 2007 mede georganiseerd door de Stichting Civil Society: bestaand uit de drie charitas koepels: VFI, (120 grote fondsenwervers) IF (Instituut Fondsenwerving) en de FIN (vermogensfondsen). Samen vormen zij de SBF Samenwerkende Branche organisaties Goede Doelen).

2012
Ondanks de ton prijzengeld van Postcodeloterij deden er minder goede doelen mee: 189 (in 2011 nog 201). Winnaar Wakker Dier won (ook) de nieuwe geldprijs van 75.000 euro voor grote fondsen. Bij de kleine fondsen won de Stichting Projecten Zuid Afrika weer en nu ook 25.000 euro. De Innovatieprijs werd ook geprolongeerd door Oxfam Novib. Mn de vermogensfondsen -toch al een kleine groep- haakten af en hun aantal daalde van 20 naar 13. (Nu slechts 6% van het geheel.) Volgens de jury te weinig om een prijs toe te kennen. Edwin Venema van Filanthropium schrijft hierover Het huwelijk tussen de Transparant Prijs en de vermogensfondsen is definitief op de klippen gelopen. Dit mede nav de eerdere aanpassing van de regels voor vermogensfondsen voor het (later) inleveren van hun jaarverslagen in 2010. Noot van de Blogger De vermogensfondsen moeten als zij de ANBI status hebben en willen houden -hopelijk al vanaf 2013- hun jaarverslagen en jaarrekeningen openbaar maken.

Deelnemers
80% van de top 100 doelen deed mee en de score steeg naar een 7. De Cijfers worden gepresenteerd op de manier van de Transparantiebenchmark van EZ voor bedrijven met een kopgroep(je), achtervolgers, peloton en achterblijvers. Van de de CBF keurmerkhouders (eind 2011 272) doet slechts 47% mee (was 48%): te laag naar de mening van de organisatie hoewel met de met andere CBF keurmerken (kleine organisaties en geen bezwaar) het percentage op 74% komt.

Sectoren
Mn organisaties uit de internationale hulp hoek doen mee (84) gevolgd door Welzijn & Cultuur (53) en de Gezondheidsfondsen (stegen van 28 naar 37). Natuurbeschermingsorganisaties zijn stabiel met 15. Een gemiddeld jaarverslag telt 74 (!) pagina's en ruim driekwart van de deelnemers stuurt een complete jaarrekening al of niet geïntegreerd in het Jaarverslag (107 en 38). 40 Deelnemers sturen een jaarverslag en jaarrekening in.

Inkomsten (uit vermogen) daalden
De deelnemers aan De Transparant Prijs 2012 vertegenwoordigen met 2,6 miljard euro aan inkomsten zo’n 67 procent van de totale inkomsten van de goede doelen sector. Hun inkomsten daalden in 2011 met 120miljoen Euro (mn door subsidie kortingen) waarbij de baten uit beleggingen meer dan halveerden van 92miljoen Euro naar 44miljoen Euro. Bronnen: Transparantprijs en perssupport


II THINKING over Aid

Smart Aid debat
Op Viceversaonline, over ontwikkelingssamenwerking, werd de afgelopen maand een Smart Aid debat gevoerd. Het thema de (toekomst van de) Nederlandse ontwikkelingssamenwerking (OS). Onder de geïnterviewden 2 Nederlandse impact investeerders van het 1e uur: Prof Harry Hummels o.a. De 1e directeur Duurzaam beleggen bij ING, nu directeur van SNS Impact Investment en Europees liaison van the GIIN. Ook sprak men met Henk van Stokkom eigenaar van Doendenkers, adviseur voor vermogensfondsen en vermogende particulieren. Hij was ook jaren fonds beheerder voor Oikocredit en is bestuurslid van SOVEC een Social Venture Capital Fund I dat is opgezet door Nederlandse ondernemers om duurzame economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden te stimuleren en armoede te verlichten.

Doendenker
Henk van Stokkom ziet de trend om steeds meer te kijken naar rendement (en financiële resultaten) in de OS als contrair, nu in andere sectoren die manier van denken juist op zijn retour is. Hij verwacht veel van vermogensfondsen omdat zijn meer risico kunnen nemen met hun eigen kapitaal en minder of geen verantwoording hoeven af te leggen. Hij verwacht dat zij de concurrenten worden van fondsenwervende instellingen. Het tijdperk van de grote fondsenwervende ontwikkelingsorganisaties loopt sowieso op zijn eind. Geld geven als die het meteen doorgeven aan lokale projecten ouderwets, mensen kunnen dat ook zelf doen. Ik denk dat de keten van die steeds meer wordt overgeslagen.’ Noot van de Blogger voordeel is dat de overheadskosten van acquisitie, screening, monitoring, evaluaties, loyaliteitsmanagement en evt M&C bezoeken kunnen worden bespaard. Nadeel is dat de deskundigheid bij de betrokken medewerkers onderbenut blijft net als een overview van kansrijke projecten en trends die opgeschaald kunnen worden.

Van Stokkom adviseert zijn clientèle om na ambitie bezinning en focus bepaling voorzichtig en breed te beginnen. 'Tenslotte adviseren we om nooit te beginnen met langjarige financieringen' want start ups en kleine projecten hebben meer kans op turnover in de bemensing.

Mr Impact Investing
P-plus doopte Harry Hummels Mr Impact Investing bij de start van SNS Impact Investment in januari 2011. De in de VS bedachte term werd ook in Nederland overgenomen om deze best-in-class 2.0 variant van duurzaam beleggen te marketen.

Hummels signaleert dat geef-geld investeringsgeld wordt binnen de OS, maar vind de rol van NGO's juist belangrijk om die ontwikkeling te ondersteunen en versnellen. Voordeel is dat er veel meer investeringsgeld dan geef geld is en dat het werk opgeschaald kan worden. Bijvoorbeeld microkrediet, dat bereikt mijoenen mensen maar heeft 30 miljard euro meer nodig om de 1 à 2 miljard mensen te bereiken die in armoede (zullen)leven (door de bevolkingsgroei). Door ook de sociale impact van bijv. microkrediet te meten (woekerrentes en consumentenbescherming) worden uitwassen in de sector voorkomen die in de kritiek op microkrediet worden getoond. Zoals in KRO Reporter een Nederlandse reportage over 'De keerzijde van Maxima's microkrediet' Op Uitzendinggemist. In de uitzending oa een voormalig medewerker van Triple Jump het door Novib opgestarte beheerder van microkrediet fondsen o.a. voor SNS). Hij schreef er een boek over Amazon: Confessions Microfinance Heretic.

Impact investing is een 'tweede welkome trend', omdat ook sociale en milieu effecten van investeringen worden bekeken en gemeten. De koppeling is belangrijk omdat anders teveel financieel rendement als criterium gaat gelden. In Nederland zijn zowel (familie)vermogensfondsen geïnteresseerd, de particulieren die duurzaam sparen en beleggen bij bijv ASN en Triodos, de FMO de Nederlandse Ontwikkelingsbank (staat + private banken) en institutionele investeerders als pensioenfondsen. Interessant is dat Hummels vertelt dat ook het ministerie van Buitenlandse Zaken (& OS) zich graag wil aansluiten bij the Global Impact Investing Network waarvan haar Amerikaanse equivalent USAID supporter (sponsor) is en op project basis investeerder. Nagekomen bericht the GIIN vermeldt in haar Nieuwsbrief van 6nov12 dat het ministerie lid is geworden van haar nieuwe GIIN Network.


EVENT

TBLI Europe 8-9 nov in Zurich
TBLI is de in Amsterdam gevestigde organisator van de belangrijkste Conference over sustainability financing in Europa. TBLI is 15 jaar geleden opgezet door Robert Rubinstein. De jaarlijkse 2-daagse conferences bieden netwerk gelegenheid en presenteert de laatste ontwikkelingen op het gebied van screening, auditing, reporting, SRI analyse, indices en onderzoek. Deze keer met meer dan 60 sprekers en 18 workshops o.a. over strategies for impact investors. Ook 2 Ronde Tabel bijeenkomsten over 'Prognostications for ESG Investment 2012-2020' en 'An Embarrassment of Choices - Sustainable Investment in China, India, Japan, USA, EU up to 2020'.

Workshops Impact Investing
De 1e workshop over Impact Investing wordt voorgezeten door Bob Bragar (II legal & risk adviseur die kantoor houdt in Amsterdam en sprekers zijn Klaus Tischhauser van responsAbility Social Investments AG -een van de groootste I vermogenbeheerders van de wereld- uit Zwitserland over 'Exploring the Impact Investment Jungle'. Douglas Clayton CEO van Leopard Capital uit Cambodia over Impact Investing in Frontier Markets. James Addo van SNV Impact Investment (Netherlands Development Organization) over From Start-up to Scale: SNV's Social Enterprise Graduation Strategy. Noot van de Blogger: SNV (II) is op zoek zijn naar vervangende financiering sinds de overheid de geldkraan heeft dichtgedraaid. In het regeerakkoord van okt12 staat over OS (p.15): Er komt een met het bedrijfsleven ontwikkeld revolverend fonds (opbrengsten stromen terug) van 750 miljoen dat in de jaren 2014-2016 vanuit de begroting van Ontwikkelingssamenwerking wordt gevoed. Sebastian von Stauffenberg CEO van MicroRate, Inc. uit de VS over 'Microfinance Investment: Trends and Innovation for Social Investors'. Noot van de Blogger: Zie hieronder in II Thinking on Smart Aid KRO Reporter over microkrediet.

De 2e workshop over Impact Investing wordt voorgezeten door Julia Balandina Jaquier van JBJ Consult, Zwitserland. Sprekers zijn Jorim Schraven Manager Financial Institutions Africa van FMO (Dutch Development Bank) over 'Sector-wide Engagement: Our Approach To Impact Investing'. Rodolfo Fracassi mede-oprichter en directeur van MainStreet Partners VK over 'Impact Investing Solutions for Retail Investors and HNWI' en Jean-Philippe de Schrevel oprichter en CEO van Bamboo Finance S.à.r.l. Uit Zwitserland over 'Evidence-based Impact Investing' read more en/of zie IINieuws 1juni12.

Impact Investing opportunities
In de investor salon pitches presenteren 4 bedrijven zich nadrukkelijk als impact investment presenteren op het gebied van vastgoed, investeerder in niet-beursgenoteerde bedrijven en vaccins (global health). Ook een Nederlands bedrijf The Real Soda Company & FoodChain.org van Oggu oprichter Leonard A. Freeke dat de wereld ging veroveren met 100% biologische frisdrank en Coca Cola van de troon ging stoten, maar afgelopen zomer door interne strubbelingen failliet ging. (Meer hierover op Sprout)
Ook interessant vanwege de IKEA Case onderaan deze update en IKEA's recente duurzaamheidsplannen: Steve Howard Chief Sustainability Officer - IKEA Group over 'Making Positive Changes for People and the Planet'. Meer informatie: op tbliconference


GELEZEN

ImpactAssets Issue Brief #2: Risk, Return and Impact: Understanding Diversification and Performance Within an Impact Investing Portfolio

Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.

Risico & rendement beoordeling bij II?
Vragen die IA vaak krijgt zijn:
Moet altijd een financieel rendement prijs betaald worden voor sociaal en of milieu impact rendement?
Zijn impact investing vehicles risicovoller dan traditionele investeringen in dezelfde of vergelijkbare asset classes?
Hoe moeten vermogensbezitters passende risico blootstelling managen in een dynamische en zich ontwikkelende markt in relatie tot hun fiduciaire verantwoordelijkheden?
- Hoe is de sociale en milieu impact van investeringen het best te meten?

E.e.a. kan niet los gezien worden van het risico dat bij elke investering hoort,
het potentieel financieel rendement en het risico nemend vermogen of de ambitie van een investeerder. Bovendien moeten risico en rendement op 2 niveaus beoordeeld worden: 1 dat van de portfolio strategie en 2 op het niveau van de verschillende asset classes. Noot van de Blogger daarna volgt natuurlijk het risico en rendement van individuele investeringen.

Impact ambities kunnen integraal onderdeel zijn van de investeringsstrategie. Het streven naar optimale prestaties geldt dan zowel voor financiële als sociale en / of milieu prestaties. Hierbij is de vraag of financieel of sociaal/milieu impact prioriteit heeft niet aan de orde, het gaat om de verhouding risico en rendement. De andere benadering is dat II een aparte investeringscategorie (asset class) is en daarbij is (de omvang van) het deel dat als II wordt bepaald doorslaggevend. Risico en rendement van de II tellen mee als deel van het totale resultaat op financieel gebied, maar sociaal/milieu resultaat worden niet gemeten.

Concreet zijn de belangrijkste risico's van II:
Liquiditeits Risico: The gemak waarmee investeerders kunnen kopen en verkopen, of in- en uitstappen
Feitelijke Impact Risico: Impact resultaten kunnen op lange termijn / grotere schaal (alsnog) nadelig uitpakken, denk bijvoorbeeld aan grootschalige palmplantages voor palmolie die regenwouden verwoesten en werkgelegenheid in steden waardoor landelijke gebieden verder ontvolken.
Manager Risico: korte(re) track records, kleinere vermogensbasis en breedte en lagere beloning van fondsbeheerders waardoor hoge omloopsnelheid van personeel ontstaat.
Fonds Ontwikkeling Risico: Het aantrekken van kapitaal in het kleine II marktaandeel kan lastig zijn waardoor fondsen niet voldoende kunnen opschalen.
Meetmethode en Rapportage Risico: Impact kwalitatief meten is ingewikkeld waardoor onjuiste beoordelingen kunnen worden gemaakt.
Social Enterprise Risico: Sociale ondernemingen kennen een breed palet van resultaten naast de financiële resultaten.
Subordinate Capital Risk: Afhankelijkheid van giften/donaties of subsidies vertekent de prestaties in gunstige zin en kunnen soms onderschat worden en daardoor de investeringsstrategie schaden.
Exit Risico: Omdat veel II alternatieven minder ''gevestigd'' zijn, kleinschaliger en gespecialiseerd is de uitdaging rendement te boeken door verkoop aan strategische kopers of IPO's groter.

Noot van de Blogger Hieruit blijkt wel dat de insteek van IA bij II op private equity ligt en venture philanthropy of angel investing en minder bij de openbare beursplatforms. Dat geldt ook voor het volgende stukje. Dat neemt niet weg dat de auteur ook pleit voor duurzaam beleggen in publieke fondsen omdat het minder risico met zich mee brengt.

Impact Investors moeten zich realiseren op welke termijn zij hun vermogen kunnen/willen inzetten voor II en idealiter uitgaan van minimaal 3 tot 10 jaar (zg slow capital) en voor grantmaking en ondersteuning van eerdere II's (?).
Daarnaast is vertrouwen en het vermogen om verlies en failleren te kunnen accepteren belangrijk. Tot slot de afweging maken voor hun algeheel risico (profiel) door een deel van de portfolio toe te wijzen aan II.

Imago van II
II moeten zich kritisch afvragen of het beeld van het hogere risico gehalte van II terecht is alleen omdat het geen conforming asset is, dus een investering die er precies zo uitziet als andere investeringen en dus een standaard risico en rendement beoordeling kan krijgen. Noot van de Blogger Kortom: onbekend maakt onbemind ook bij vermogensbeheerders. Maar dat II meer due diligence en underwriting behoeft is een feit en niet alleen een ''tegen'' argument. Bovendien is het inpassen van (optimaal) impact als rendement criterium een complicerende investeringsbeslissing waardoor een driedimensionale (trifecta) grafiek ontstaat (p.10) die niet eenvoudig te lezen, begrijpen of toe te passen is. Met GIIRS het Global Impact Investing Rating System heet II een geïntegreerd meetinstrument voor impact meting in relatie tot rendement en risico.

Hoopgevend is de trend bij vermogensbeheerders om II deskundigheid te “build, buy or borrow” als onderdeel van hun werkzaamheden. De integratie en acceptatie van II binnen de investeerders universum gaat naar mening van IA op basis van de attention curve opvallend snel (p.6).

Private equity focus en de beurs
De focus op private equity (PE) investeringen bij impact investing wordt tot slot besproken evenals de mogelijkheid op de publieke beurs als impact investor op te treden. Op p.8 de II mogelijkheden uit de grafiek van het Rockefeller Philantrophy Advisors rapport uit 2009. De focus op PE wordt verklaard door de ambitie om naast duurzaam te beleggen (bijv. in grootschalige opererende multinationals) ook de toepassing in andere delen van de samenleving te bevorderen. Maar gepleit wordt voor een impact + duurzaam beleggen visie op de hele portfolio. Noot van de Blogger: het klassieke trickle down versus bottom up model voor (economische) ontwikkeling, die inderdaad elkaar ook prima kunnen versterken en versnellen.

De ''moderne'' impact investor
De moderne Impact Investor vinden hun ambitie en strategie belangrijker dan marktconform(istisch) financieel rendement, omdat ze naar impact; het totale (financieel + sociaal + milieu) rendement kijken en daarin hun eigen rendement ambities bepalen. Marktconform financieel rendement wordt als criterium losgelaten: In een recent Brits onderzoek zelfs door 39%(!) van de impact investors. Verder in de issue brief staat dat sinds de beurscrash van 2008 het begrip marktconform nogal loos is geworden mede door de mooie resultaten van bijv. microkrediet in de periode daarna.

II thematische risico's
(Klassieke) II is vaak gericht op thema's en sectoren waardoor een extra risico (door gebrek aan spreiding) ontstaat, maar ook daarbinnen kunnen verschillende instrumenten worden ingezet om het risico te beperken zoals leningen (schuld) versus private equity investeringen. Leningen aan non profit organisaties die overheidssubsidies/inkomsten ontvangen zijn veiliger dan een werkgelegenheidsproject (met bijv start-ups) dat bloot staat aan directe marktwerking. Maar ook binnen thema's onderling zijn verschillen: duurzame landbouw is door de concrete tastbare producten een andere markt dan Renewable Energy of Health Research die moeilijker te vermarkten zijn.

Strategie en prestatie belang
(ook) Een II portfolio kent verschillende gradaties risico, rendement en impact en strategische II investeringen kennen een andere beoordeling van (beoogde of gerealiseerde) prestaties) dan een individuele II zonder dat strategisch belang. Kortom II is aan het evolueren van portfolio opbouw naar portfolio & investment management. Noot van de Blogger Zoals bijv de Omydiar Network die in haar blogserie het belang van sector impact benadrukt omdat anders wordt onder-geïnvesteerd in mn early-stage, hoog-risico innovatieve bedrijven die een nieuwe industrie kunnen creëren of de sector dynamiek fundamenteel kunnen veranderen. Zie IINieuws 15okt12.



CASE

IKEA FOUNDATION
Jarenlang gold de IKEA Foundation als de rijkste vermogensfonds van Nederland, maar was slechts een postbus adres bekend. Tegenwoordig hebben ze een echte website met een jaarverslag (van 5 pagina's) en een hoofdkantoor in Leiden waar 7 van de 10 medewerkers werken. De website en het jaarverslagje bevatten -uiteraard- geen gedetailleerde gegevens over het vermogen en het vermogensbeheer. Toch is de IKEA Foundation een interessant vermogensfonds gezien haar omvang, werkwijze en de schaal van de projecten.

Oprichting en kapitaal
De IKEA Foundation werd opgericht in 1982, de oprichter-eigenaar Kamprad van IKEA gaf toen de de eigendomsrechten van het bedrijf aan die stichting. IKEA zelf verklaarde in 2006 dat de stichting naast charity ook bedoeld was “for investing long-term in order to build a reserve for securing the IKEA group, in case of any future capital requirements.” De eerste jaren hield de stichting zich bezig met architectuur en interior design (inrichting) als herkenbaar verlengde van het bedrijf. Bovendien heeft IKEA volgens entrepreneurs.about.com een lange traditie waarbij de lokale vestigingen werden aangemoedigd lokaal actief te zijn en (lokale) goede doelen te steunen.

Mission shift
Na bijna 30 jaar, vanaf 2009 kreeg de stichting een directeur en werd het actief op het gebied van kinderarbeid, kinderrechten en onderwijs. Noot van de Blogger Ook herkenbaar vanwege de kritiek op de productiemethoden in lage lonen landen waarbij onder andere kinderarbeid voorkwam. De 1e Zweedse directeur (CEO) had een carrière bij shipping & logistics company Wallenius Wilhelmsen Logistics als Chief Corporate Affairs en MT-lid. Daarvoor was hij UK President & CEO voor global public relations firm Burson-Marsteller en Co-CEO for Europe. De Finance Director / controller komt van Oxfam Novib en de staf heeft ruime internationale ervaring.

Thema's
De thema's van de Foundation zijn: Home, Health, Education & Income. IKEA zocht hiervoor samenwerking met major partners, vaak geliëerd aan de Verenigde Naties zoals UNDP (Development Programme), UNICEF (kinderen), UNHCR (vluchtelingen), de publiek-private samenwerking in the Clinton Health Access Initiative en wat Zweedse health en design NGO's.
De per project(partner) bereikte aantallen mensen lopen veelal in de honderdduizenden. Noot van de Blogger: grootschalige impact!

IKEA Foundation activiteiten
Op de website en in het jaarverslag 2011 kernachtige prestaties: Samen goed voor ruim 100miljoen Euro op een bedrijfswinst van bijna 3 miljard ofwel 3,3%*.
De Foundation heeft in 2011 65 miljoen Euro geschonken aan 15 partners die werkzaam zijn voor kinderen in 33 landen. Die besteding vertoon een groei van 44% ivm 2010.
Het deed een toezegging om in 3 jaar 43,3 miljoen Euro te schenken aan UNHCR the United Nations High Commisioner for Refugees (Vluchtelingen)organisatie. De gift was voor de opvang van de 120.000 vluchtelingen voor oorlog, conflicten en honger in de Hoorn van Afrika. Dat is de grootste gift die de UNHCR ooit heeft ontvangen en bijzonder omdat het een particuliere gift betreft. Daarnaast schonk de stichting 3,3 miljoen Euro voor noodhulp.
In 2011 haalde IKEA 11,4 miljoen Euro op voor de Soft Toys Education Campaign voor UNICEF en Save the Children. Hierbij gaf IKEA 1 euro voor elk gekochte knuffel in participating stores in d emaanden november en december aan onderwijsprojecten in 8 landen. De campagne heeft sinds 2003 47miljoen Euro opgehaald en 70 projecten gesteund in 8 miljoen kinderen bereikt.
Ook schonk het 11,3 miljoen Euro om de rechten van kinderen in de katoenindustrie in India en Pakistan te verbeteren.

* IKEA het bedrijf
De waarde van IKEA werd al in 2006 door The Economist geschat op 28miljard Euro, dat was een ruwe schatting omdat het geen vergelijkbare concurrentie heeft. IKEA is niet beursgenoteerd en gaat ook niet naar de beurs, verklaarde oprichter Ingvar Kamprad recent nog. Kamprad is al bijna 30 jaar geen directeur meer, maar adviseur en IKEA verklaart dat hij geen eigenaar meer is. Ook Forbes stelt dat hij het bezit aan zijn charities heeft geschonken. Sinds 2 jaar publiceert IKEA haar jaarresultaten, volgens kenners om tegemoet te komen aan de kritiek over de onduidelijke en ingewikkelde structuur met buitenlandse holdings om belasting te ontduiken. NB Centraal in die structuur staan 2 Nederlandse BV's Inter IKEA Systems B.V. uit Delft als de eigenaar van het IKEA-concept en het handelsmerk. INGKA Holding B.V. uit Leiden bezit alle 267 eigen vestigingen. (Wikipedia) In 2011 boekte IKEA bijna 25miljard Euro omzet (+7%) en bijna 3 miljard Euro winst (+10%). De groei vond zowel in volwassen als opkomende markten plaats. In 2011 werden zeven nieuwe vestigingen geopend en werden 4.000 nieuwe medewerkers aangenomen (in 2009 118.000). Tot 2020 wordt een omzetgroei van 85% verwacht. IKEA is een van de grootste gebruikers van hout ter wereld, maar gaat meer bomen planten dan het zelf nodig heeft voor de activiteiten. Het zal de komende jaren volledig overschakelen op en led- verlichting en schone energie en investeert 1,5 miljard Euro in wind- en zonne-energie. (Beurs.nl en RTLZ)

Conclusie
Of de IKEA Foundation een impact investor in vermogensbeheer zin is is niet te zeggen omdat het geen jaarcijfers publiceert noch transparant is over haar financiën. Maar de Foundation geeft in bijvoorbeeld in het kader van programma Sustainable Family Income via het UNDP Self Reliance project geld voor beroepsopleidingen en microkrediet. Het wil hiermee 2,2 miljoen vrouwen bereiken in 20.000 van India's armste dorpen. Dat klinkt naar impact.
NB De IKEA Foundation heeft een vacature voor Programme Assistant van de CEO.

Bronnen: ikeafoundation.org, Wikipedia, economist en Mentalfloss, RTLZ.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten