Gelezen bronnen 2010-2000

INLEZEN in IMPACT INVESTING

MARKETBUILDING
Het meest actuele en complete overzicht over de ontwikkeling van Impact Investing  in sept 2012 was:Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012 86 pag). Het werd geschreven voor de Rockefeller Foundation een (financieel) promotor van Impact Investing. Link: (pdf's) Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry of The Executive Summary (Samenvatting hieronder of in IINieuws 1okt12). 

Beschrijvend inclusief successen en dilemma's en verschillende actoren: Impact Investing, Transforming how we make money while making a difference. Antony Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.) (Samenvatting hieronder) In IINieuws 15okt2012

Investing for social and environmental impact: A design for catalyzing an emerging industry', Monitor Institute (2009) Link monitorinstitute Met de beroemde voorspelling dat de II markt zal uitgroeien naar 500miljard US$ en de basis voor het Rockefeller II Initiative. (Samenvating hieronder en in IINieuws 24 maart & 4 april 2011

ALLE DEALS
Het meest actuele overzicht van Impact Investing deals wereldwijd staat in
'Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and over 2,200 Transactions'. JP Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network (14dec11, een update van het rapport van eind 2010) Link thegiin.org (samenvatting hieronder) 

Jed Emerson et al van Impact Assets van/voor de 50 grootste Impact Investors publiceerde tot nu toe 8 Issue briefs over portfolio building, risk, return, private equity, emerging countries etc. Link impactassets  Samenvattingen van 1 t/m 6.

DEALS PROFIELEN
Op de site van het Global Impact Investing Network (GIIN): Resources & Research staan investment profiles met beschrijvingen van individuele investeringen met ook de IRIS criteria thegiin.org/profiles Samenvatting hieronder.

II & Asset classes
Wat ouder maar een interessante publicatie over impact investing in elke asset class Investing for impact case studies across asset classes, Bridges Ventures & Parthenon Group (Jan2010). Samenvatting hieronder en in In IINieuws 14april2011

Social Impact Bonds 
SocialFinance uk en dan met name de publicaties, zijn to the point, met tech guides, concrete bonds en inventarisaties van o.a. health als SIB sector.

Nederlandse Stichtingen & Vermogensfondsen
Naast de nu 45 2-wekelijkse profielen van fondsenwervende instellingen en vermogensfondsen op de pagina's Charity Cases Nederland A-N en O-Z en de VS geeft het boek:

Een Aandeel in Maatschappelijke Ontwikkeling van Prof H Hummels een zeer compleet overzicht incl. literatuur en noten van impact investment visies, mogelijkheden en cases. 200 grootste fondsen werden geënqueteerd en 51 bedrijfs- en vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen deden mee. (2008 uitgeverij van Gorcum of bol.com)

De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling onderzoekt jaarlijks het vermogensbeheer en impact investing door goed doelen en publiceert in december de resultaten. Link vbdo (samenvatting hieronder ) 

Bibliotheken
Op www.theGIIN.org een uitgebreid en actueel overzicht van publicaties op het gebied van impact investing (ook per sector te bekijken) door vermogensfondsen. Ook de EVPA European Venture Philantrophy Association heeft een interessant knowledge-centre net als Social Finance (UK) socialfinance.org.uk/resources


2010


Enterprise Solutions to Poverty Shell Foundation (2010) In IINieuws 15 april 2012


Access2medicine Index Access2Medicine Index wil medicijnen wereldwijd toegankelijk (beschikbaar en betaalbaar) maken. De (2-jaarlijkse) Index moedigt de grootste farmaceutische bedrijven van de wereld aan door o.a. ze te beoordelen op hun inzet om medicijnen te ontwikkelen, op lokaal prijsniveau aan te bieden en/of te doneren. In IINieuws 1maart2012

The HIP Investor, 'making bigger profits by building a better world' door R.Paul Herman (Wiley 2010). Gekocht bij Amazon.com, 24(!) excerpts (delen) zijn te downloaden via matternetwork. In IINieuws 15nov2010

T
he New Worlds of Wealth Seven key trends for investing, giving and spending among the very rich (2010). The Economist Intelligence Unit Limited In IINieuws 1nov2011

F
inancing Sustainability, Jarst Weda, Marco Kerste en Nicole Rosenboom van SEO Research voor DuisenbergSchool of Finance. Gebundeld door Holland Financial Center. (dec 2010 rapport en aug2011 bundel) In IINieuws 1okt2011

Impact Investing: An Emerging Asset Class'. JP Morgan (Global Research 29nov2010) In IINieuws 14 maart2011

I
mpact Finance Survey, Alpha Mundi (oct 2010) In IINieuws 14 april 2011

S
trategies for Foundations:When, why and how to use venture, EVPA (Okt 2010) in IINieuws 16aug2011

Triodos Sustainable Trafe Fund, first Impact Report Triodos (sept 2010)

How institutional investors should step up as owners (sept 2010), Simon Wong in Butterworths Journal on International Banking and Financial Law'', het artikel werd verkort overgenomen in de McKinsey Quarterly. In IINieuws 1nov2011

SOMO on Investing Responsibly: a financial puzzle (sept2010) In IINieuws 15sept2011

'MONEY for GOOD' door HOPE Consultancy (mei 2010) In IINieuws 21juni2011
&
'MONEY for GOOD International' door HOPE Consultancy (mei 2010) Investor Preferences for Supporting Organizations Working Outside the US In IINieuws 6juli2011

Investing for impact case studies across asset classes, Bridges Ventures & Parthenon Group (Jan2010). In IINieuws 14april2011
 
Goed Geldbeheer, Leidraad voor het verantwoord nemen van risico's Drs Liesbeth Burgers en Dr Rene Willemsen RBA. (2010, VU Amsterdam, deel in de reeks filantropische studies) In IINieuws 4 maart 2011 
 
2009


Investing for social and environmental impact: A design for catalyzing an emerging industry', Monitor Institute (2009) In IINieuws 24 maart & 4 april 2011

Solutions for impact investors: From strategy to implemetation.
Steve Godeke, Raul Pomares voor Rockefeller Philantropy Advisors. (Nov 2009) In IINieuws 11feb2011


2008

Investing for social and environmental impact: A design for catalyzing an emerging industry', Monitor Institute (2009) In IINieuws 24 maart & 4 april 2011

Solutions for impact investors: From strategy to implementation. Steve Godeke, Raul Pomares voor Rockefeller Philantropy Advisors. (Nov 2009) In IINieuws 11feb2011

2007


The Handbook on Responsible Investment across asset classes, Boston College Center for Responsible Citizenship. Het BCCRC werkt tegenwoordig samen met het Hauser NGO Center van de Harvard Universiteit. Het handboek is gesponsord door de FB Heron Foundation, een belangrijke speler op het gebied van impact investing (zie mini profiel IINieuws 11mei11. In IINieuws26mei11 en IINieuws 8juni11


2000

The Fortune at the Bottom of the Pyramid', CK Pralahad en Stuart Hart (Summary 16pag.) In IINieuws 1 april 2012


2010


ENTERPRISE SOLUTIONS TO POVERTY (2010) Shell Foundation 
In IINieuws 15april2012

Go further with Shell Foundation
(Pas) In 2001 richtte Shell een Foundation op die gericht is op energie (besparing) & milieu (bescherming) en recenter educatie & leiderschap. De afgelopen 10 jaar gaf de Shell Foundation (SF) 112 miljoen US$ weg, maar het budget in 2010 bedroeg 26miljoen US$ (2009 nog 33miljoen US$), waarvan 20,5 miljoen US$ donaties (20miljoen US$ van Shell) en 5,5 miljoen US$ inkomen uit beleggingen (mn uit de endowment funds ter waarde van bijna 400miljoen US$).

Vermogen en beheer
Het vermogen bedraagt 430miljoen US$, waarvan 400 miljoen US$ in 'investments', 3,5 miljoen US$ in 'social investments' en de rest in cash en deposito's (11miljoen UDS$). De SF is dus geen echte impact investor, maar schrijft in haar 10 jaarverslag at zij zichzelf als angel philantropist en 'social enterprise opstarter' ziet, waarna bij succes impact of social investors kunnen instappen. Toch wordt de indruk gewekt dat ook in eigen programma's wordt geinvesteerd uit het vermogen en is een bankgarantie afgegeven aan de Charity bank.

Start
De SF heeft een eigen unieke werkwijze*ze begon als traditionele 'grant giver' met wel al 2 duidelijke doelstellingen: Scale & Sustainability. Scale (of opschaling) omdat de ambitie is om honderden miljoenen mensen te bereiken en Sustainability omdat hun visie is dat alleen onafhankelijkheid van subsidies en giften, door kosten effectieve inkomsten te genereren, een organisatie 'echt' duurzaam maken.

Disruptive change
Na 2 jaar project giften aan NGO's te hebben gegeven kwam de Foundation tot de conclusie dat Scale & Sustainability niet op die manier bereikt zouden worden. Een radicaal andere weg werd ingeslagen: disruptive change is een van hun tactieken. Op 4 thema's werden restricted tenders uitgeschreven, nieuwe organisaties opgericht en/of strategische partners gezocht. De thema's zijn/waren openbaar vervoer in grootstedelijke centra, groeikapitaal voor SME's, binnenlucht kwaliteit en 'better' of 'pro poor' trading.

Succes Factoren
Essentieel voor hun succesvolle activiteiten (65%) beschouwt de SF de concentratie op nieuw: nieuwe organisaties & nieuwe business modellen. Daarnaast partners die 100% gefocused zijn, eigen kapitaal inbrengen en ook scale & sustainability als ambitie hebben. Opvallend is dat de SF i.t.t. veel NGO's investeert in organisaties en hun capaciteit. Actief investeerderschap, inclusief co-development van business models beschouwt SF als succesfactor. Maar SF streeft ook naar exit's en is niet benauwd projecten stop te zetten als resultaat uitblijft.

De ideale fasering is Evolutioniar: Eureka (plan), Experimenteren, Enterprise, Ecosystem (partnerships) en Economie (System change & sustainability). SF benadrukt dat pas na 3 tot 5 jaar een 'tipping point' wordt bereikt, waarna het tot het 7e à 10e jaar duurt voordat ook echt 'scale' wordt bereikt. SF benadrukt vooraf ruim opschalingsbudget te reserveren en rekening te houden met een behoorlijke PM factor en geduld te hebben ook financieel (patient capital). Opschaling is moeilijk (er dan gedacht) en opschaling door replicatie werkt beter dan door propaganda.

More than Money & Harnassing value added
De SF, die onafhankelijk is van Shell, wil haar positie tussen de partners en Shell benutten voor meer resultaat; more than money geven aan de partners. Dat lukte minder goed dan gepland, nu (nog) bij 17% van de partners, doordat men in het begin worstelde met de onafhankelijke positie en omdat de 2 senior executives extern en veel teamleden werden aangetrokken. Nu komen 11 van de 14 medewerkers van Shell.
Shell helpt mn met advies (50%), kennis van de lokale markt (24%), haar infrastructuur (11%) en haar materieel (6%). Tegelijkertijd is het feit dat de SF de Foundation van Shell is een enorme boost geweest voor de projecten. Bijv Grofin, groeikapitaal voor SME's volgede voor elke SF US$ 20 US$ van mede-investeerders** en bij Better trading werden Marks&Spencers en C&A de retail partners, ook geen kleine jongens.

Conclusie
De Shell Fundation is een ''moreel' impact investor in haar bestedingen, maar maakt daar geen rendement mee. Ook in haar haar beleggingen maar slechts marginaal >1%. Het realiseren van de doelstelling 'Scale & Sustainability' wordt systematisch aangepakt en gerealiseerd door de ontwikkeling van grootschalige verdienmodellen. De SF heeft hiermee een bijna unieke werkwijze, maar draagt deze binnen diverse samenwerkingsverbanden (oa ANDE) actief uit.

* Shell zocht voor haar 10 jaar verslag benchmark organisaties om haar resultaten te vergelijken en ontdekte dat die er niet zijn. ** SF is gepland ge-exit uit GroFin, groeikapitaal voor SME in Africa toen het marktleider was geworden.

Bronnen: Het rapport wordt aanbevolen op het EVPA Knowledge centre. Uiteraard ook op Shellfoundation Enterprise Solutions to Poverty of Shellfoundation Executive Summary Jaarverslag 2010 Shell Foundation 2010 (2011 is nog niet uit, de SF is in het VK opgericht en daar moeten charities binnen 10 maanden na het eind van hun financieel jaar het jaarverslag publiceren.)



Access2Medicine Index IINieuws 1maart2012
In IINieuws-26mei11 schreef ik kort over de Access2Medicine Index die medicijnen wereldwijd toegankelijk (beschikbaar en betaalbaar) wil maken. De (2-jaarlijkse) Index moedigt de grootste farmaceutische bedrijven van de wereld aan door ze te beoordelen op hun inzet om medicijnen te ontwikkelen, op lokaal prijsniveau aan te bieden en/of te doneren. De eerste index werd in 2008 gepresenteerd en in 2010 liet een aantal bedrijven grote vooruitgang zien op de (106!) beoordelingscriteria, met 6 stijgers in de top10. De complete index 2010 (284 pagina's) en andere rapporten staat op de site, de Executive Summary is 15 pagina's).

Methodiek
De beoordeling vindt plaats op basis van (hun) publicaties en een vragenlijst en maakt onderscheid tussen de medicijn-ontwikkelaars en de (generieke) -verkopers. De index kijkt o.a. naar de 33 belangrijkste aandoeningen waarvan 14 genegeerde tropische ziekten en 10 besmettelijke ziekten; toegankelijkheid in 88 low & medium Human Developed Index Countries. De index is gebaseerd op 7 thema's: – Medicine Management (Index 2010 analyzes companies on the clarity and comprehensiveness of their access to medicine management systems, Index 2012 will focus on pricing & Distribution) – Policy & influence (lobby) – R & D – pricing & distribution – licensing & patenting -capability advancement (supply and quality of products) – donation & philantropy.
Het is zelfs mogelijk een index samenstellen op basis van persoonlijke voorkeuren door het selecteren van (een van de 40) keywords ie beoordelingscriteria.

Initiatief en support
De index is een initiatief van oud-farmadirecteur Wim Leereveld (Walsh, PSMI, Bugamor Pharma). De Access2Medicine wordt ondersteund door bijna 30 investeerders met een beleggingsvermogen van 3,7triljoen US$ en financieel ondersteund door: de Bill & Melinda Gates Foundation, Ministerie van BuZa, UK Department for International Development, Nederlandse MFO's (Oxfam Novib, Cordaid, HIVOS, ICCO) en the European Agency for the Development and Health. Bron: accesstomedicineindexreport

Beleggen in Health
In de top 20 van de Access2medicine index staan 8 Europese bedrijven waarvan 5 in de eurozone (geen valuta risico). Nb ze staan niet allemaal in de sustainable investement database (kan door de naam komen). De duurzame healthcare bedrijven volgens de (duitstalig Europa) staan op de site sustainable-investment.org

The HIP Investor, 'making bigger profits by building a better world' door R.Paul Herman (Wiley 2010). Gekocht bij Amazon.com, 24(!) excerpts (delen) zijn te downloaden via matternetwork. In IINEWS 15nov2011 


Paul Herman is een man met een eigen investerings 'systeem' of filosofie gericht op Human Impact & Profit. Het is gebaseerd op 5 peilers: Health, Wealth, Earth, Equality en (later toegevoegd) Trust die (ook) de winstgevendheid verhogen. De 5 peilers hebben hun eigen aandachtsgebieden en kwantitatieve benchmarks. Bij Health bijvoorbeeld healthy employees (bijv: -maar erg Amerikaans- een ziektekostenverzekering voor het personeel), safety, healthy 'returns' inclusief innovatie, wellness for stakeholders & community health. Er zit wat herhaling in de verdieping van de peilers.


In zijn boek beargumenteert Herman per peiler het belang, toont voorbeelden van (Amerikaanse, ook internationaal opererende) bedrijven en hun peiler 'prestaties' in (Amerikaanse/internationale) benchmarks. E.e.a. is gebaseerd op PR en CSR-verslagen, thematische benchmarks en rapporten van derden, want soms zijn bedrijven weinig transparant. Bijvoorbeeld slechts 50% van de 500 grootste bedrijven in de VS heeft data over 'supplier diversity' (ras en/of oorsprongskenmerken en de omvang van toeleveranciers). Dit is relevant omdat bijvoorbeeld het midden- en kleinbedrijf een positieve innovatie factor heeft en vanwege de groeiende koopkracht van bepaalde bevolkingsgroepen.


Herman meet 'van alles', bijvoorbeeld ook het HIP-gehalte van de S&P 500. Noot van de Blogger: dat is aardig nu bijna 'alle'* AEX bedrijven in de DJSI staan en dus 'gemiddeld marktgevoelig(er)' zijn hetgeen -op dit moment- negatief uitpakt. Herman toont in zijn boek de toepassing van de HIP criteria op 10x2 marktleiders met scores in percentage zoals: Coca Cola (62% HIP) & Pepsi (56%), Morgan Chase (60%) & Bank of America (48%) en Microsoft (47%) versus Apple (38%) etc.


De top 10 van Herman's 100 HIP(ste) (Amerikaanse) bedrijven portfolio staan op een pdf (te downloaden van zijn site). Het rendement van de HIP100 was van 2004 tot 2008 gemiddeld 6% hoger dan de S&P 500, in 2008-2009 5% minder slecht... (boek), maar daarna weer structureel hoger, te zien in de pdf download. De HIP 100 portfolio op basis van een investering van 100.000US$ in juli 2009 heeft in april 2011 een waarde van 135.000US$ (S&P 500 130.500US$).

Noot van de Blogger: Het HIP investing systeem vind ik effectief omdat het op basis van de 5 peilers positieve / best-in-class selectie toepast in relatie tot hun winstverhogende of kostenverminderende argumenten en kwantitatieve data en benchmarks. Voor het toepassen van het HIP investor systeem (tot wel 30 criteria) op Nederlandse investeringsmogelijkheden is -denk ik- behoorlijk veel materiaal voor handen, maar er zullen ook grote 'gaten' in de informatie zijn, omdat sommige data niet 'zo' wordt verzameld en/of gerapporteerd in Nederland.
* Shell is er in 2009 uitgegooid vanwege Nigeria, Aegon en ING zijn er net uitgegooid en Aperam staat nog maar net in de AEX. Op duurzaamaandeel staan 'beoordelingen en prestaties van de AEX fondsen mmv Sustainalytics. Meer informatie op: HIPinvestor en de excerpts staan op matternetwork


THE NEW WORLD OF WEALTH Seven key trends for investing, giving and spending among the very rich (2010). The Economist Intelligence Unit Limited In IINieuws 1nov2011

Tijdens alle commotie over de euro-, slechte staatobligaties- en de 2e bankencrisis een rapport uit 2010 over de Ultra Rijken (+30miljoenUS$) en hun reactie op de vorige crisis. The Economist Intelligence Unit interviewde 24 'Ultra Rijken' en zag 7 trends voor hun investeringen, filantropie en bestedingen.


Vanwege het geknakt vertrouwen door hun 'verarming' was de 1e trend meer 'hands on' betrokkenheid. Want volgens het World Wealth Report 2009 verloren veel ultra rijken hun bijvoeglijk naamwoord (ultra) en daalde hun aantal 24.6% in 2008 tot ongeveer 78,000 personen. De 2e trend is een voorkeur voor simpele beleggingen (cash), maar de wens van betere rendementen zal ze doen terugkeren naar meer gecompliceerde beleggingen, maar nu met grotere transparantie.

Interessanter voor dit blog zijn de 4e en de 5e trend. 4: De ultra rijken zullen blijven 'geven' maar worden zakelijker en willen hardere resultaat zien. Deze trend was al zichtbaar voor de crisis, maar is erdoor versneld. 5: Filantropie in 'emerging markets' zoals India en China wordt volwassen(er) en er ontstaat meer samenwerking tussen overheden, de NGO's en de ultra rijken. In India is filantropie nog erg religie gebonden, in China moedigt de overheid filantropie juist aan om de sociale uitdagingen aan te pakken.


Bij Trend 4 een BOX ' More than just moral returns '. Er is een groeiende interesse in investeringen die zowel rendement als een sociaal of milieu doel realiseren. 'So-called impact investing' ligt ergens tussen filantropie en puur investeren . … Geoff Burnand, CEO van 'Investing for Good', impact investment consultant voor 'private' banks, asset managers en fonsden bevestigt de trend en geeft emotionele en zakelijke argumenten. “Impact investing enables you to build a deep connection with the difference your money can make either locally in the community or globally with poverty alleviation or environmental issues”. En “Returns from impact investing can compare favourably with traditional investment, particularly during a period of record- low interest rates and volatility in equity markets. Often, these are debt-yielding assets that can yield 5% plus and have fixed maturities,” legt Mr Burnand uit. “Debt is handy because it matures and has a yield. Equity has the problem of exit and valuation.” “Most investors are coming in because they are attracted by the mission, so they’re prepared to buy and hold,” zegt Mr Burnand. “What is important to these investors is the ability to measure and rate the ‘blended return’ of these investments.
Bron: The new world of wealth Seven key trends for investing, giving and spending among the very rich © The Economist Intelligence Unit Limited 2010 The new world of wealth Link eiu new world of wealth


FINANCING SUSTAINABILITY, Jarst Weda, Marco Kerste en Nicole Rosenboom van SEO Research voor DuisenbergSchool of Finance. Gebundeld door Holland Financial Center. (dec 2010 rapport en aug2011 bundel) In IINews 1okt2011
In IINews 16aug2011werd de publicatie van de bundel FINANCING SUSTAINABILITY – Insights for Investors, Corporate Executives, and Policymakers door Holland Financial Center gemeld. De bundel werd samengesteld door Duisenberg School en SEO Research.


Deel 4 van de bundel is 'Sustainable investment' en bevat een overzicht van de academische onderzoeken/publicaties naar duurzaam investeren. Onderscheiden worden -1- Corporate Social Responsibility, -2- Socially Responsible Investing, -3- de Performance of Sustainable Funds en -4- SRI Success drivers.

De inventarisatie wordt gebruikt om het onderzoeksprogramma van de Duisenberg School of Finance in te vullen en gesignaleerde lacunes op te vullen (zie pag. iii) Noot van de Blogger: Jammer genoeg is in het overzicht geen onderzoeksvraag naar de resultaten van impact investing dat ik als 'best-in-class' of positieve screening investeringen beschouw. Wel in de resultaten en conclusie. Dat is natuurlijk ook een lacune.

-1- CRS
In het rapport wordt gekeken naar het effect van Corporate Social Responsability of 'duurzaam' beleid op de financiele prestaties ondernemingsniveau (verbetert), vervolgens in vergelijking met conventionele fondsen (minstens even goed). Opvallend vond ik: de positieve relatie tussen milieu (Environmental/Ecological) prestaties en de waarde van een onderneming. (Renneboog, Ter Horst en Zhang 2007-2008 p.6 en 42) Lijkt een beetje een open deur: Er is een positief effect van milieu onderscheidingen en negatief effect van matig milieu beleid of het gebruik van giftige chemische stoffen. (p.6-7) De gevoeligheid van ondernemingen voor waardeschommelingen (beta) neemt af bij goed/beter milieubeleid. (Halkos & Sepetis 2007 p.7 en 40).

-2- SRI
Uit financieel opzicht heeft SRI (Socially Responsible Investment 3 voordelen: -1- aantrekkelijkheid en minder directe en indirecte risico's. -2- 'Compliance': voldoen aan wettelijke of zelfreguleringsregels (de Equator Principles voor banken/investeerders zijn onderzocht) en -3- Meer data geeft beter (pre) investerings onderzoeksresultaat.

-3- (Sustainable) Duurzame Fondsen
Er is veel empirisch vergelijkend onderzoek gedaan naar de resultaten van duurzame fondsen: naar onderprestatie (vanwege de beperktere keuze/investeringsmogelijkheden), naar overprestatie (vanwege onderwaardering) en de verschillende risico's. VEEL onderzoeken -op basis van een single index model- geven GEEN statistisch significante conclusies (een overzicht op p.17-18 van 16 onderzoeken).

Galema (2008 p. 18&39) toont wel een positief effect aan van SRI gebaseerd op positieve selectie op en vooral selectie op basis van diversiteit, milieu en het product. Goldreyer & Diltz (1999 p.20) vergeleken 69 fondsen in de VS en het VK tussen 1981 en 1997. De SRI fondsen deden het niet beter dan niet SRI fondsen, maar de SRI fondsen met positieve selectie deden het beter dan fondsen met andere selectie of screeningsmethoden. (p.19 en 39). Kreander et al (2005 p.20) onderzochten fondsen in Belgie, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en het VK en vonden geen over- of onderprestatie. Hill et al (2007 p.20) keken naar korte, middellange en lange termijn en vonden overprestatie op korte en lange termijn, maar niet op de middellange termijn met verschillen per regio (periode 1995-2005). Derwall et al (2005 p. 20 en 38) keken naar positively (eco) screended portfolios en zagen een overprestatie van 6% in de periode 1997-2003. Kempf et al (2007 p.21) keken naar portfolio's met beste en slechtste CRS 'ratings' en zagen dat portfolio's met de slechtste CRS ratings het minder deden.

-4- SRI Succes drivers
Goldreyer en Diltz (1999) zagen positieve selectie als succes driver. Renneboog et al (2008a, p. 21 en 42) concluderen dat positieve screening het rendement verhoogt als dat gebaseerd is op 'community involvement policy' (door mij vrij geinterpreeteerd als transparantie naar lokale stakeholders) of een inhouse SRI screening team. Barnett & Salomon (2006 p. 21 en 25) zien dat als het aantal screening criteria toeneemt het rendement afneemt en dan weer toeneemt tot een maximum van 12 criteria. Hun advies: omarm brede screeningmethoden. Zij (voor)zien een positief effect van 'community relations screening', maar uitsluiting van firma's met lage eco of labor relations prestaties verlaagt de score.

Er is ook gekeken naar het effect van fees en fundmanagers kosten bij SRI (p. 22) Noot van de Blogger die voor II weleens wat hoger uitvallen vanwege de intensieve due diligence onderzoeken. Er bleek geen bewijs dat SRI hierop duurder uitvalt (Gil-Bazo et al (2010), behalve voor SRI fondsen in de VS en het VK (Bauer et al 2005).


Conclusie
Onderzoeken op basis van complexere econometrische modellen met niet kwantitatieve aspecten geven aan dat portfolio's opgebouwd op basis van (positieve) screening op ESG criteria het beter doen dan portfolio's met lager(e) ESG score.


Bron: FINANCING SUSTAINABILITY, Jarst Weda, Marco Kerste en Nicole Rosenboom van SEO Research voor DuisenbergSchool of Finance Link Sustainable Investment Final report

Noot van de Blogger: Papers van SSRN 'top 10 auteur' Luc Renneboog (Universiteit Tilburg, ECGI) downloadbaar via: papers.ssrn en papers.ssrn met 'ook gedownload' aanbevelingen. De publicaties van/met Derwall, Ter Horst, Koedijk en Zhang zijn hier ook te vinden. Een overzicht van de publicaties van Renneboog op ecgi members



IMPACT INVESTING: AN EMERGING ASSET CLASS. JP MORGAN (GLOBAL RESEARCH) 29nov2010
In IINieuws 14maart2011

Zakenbank JP Morgan (global research) publiceerde november 2010 'Impact Investing: an emerging asset class'. Een onderzoek op basis van ruim 1100 projecten op het gebied van microfinanciering (30%), landbouw (20%), huisvesting (13%), energie (5%) gezondheid (4%), onderwijs (3%) en water (1%). Input van 24 vermogensfondsen, de Global Impact Investing Network (GIIN) leden. Zoals vorige week al gemeld, de auteurs zien winstmogelijkheden tussen de 183 and 667 miljard US$ en investeringsmogelijkheden tussen de 400 miljard US$ en 1 biljoen US$ in de komende tien jaar. Mn ontwikkelende markten hebben een gunstig perspectief (p.10) en uitgesplitst naar sector op p.39. Het gunstigt lijkt huisvesting, microfinanciering is buiten beschouwing gelaten.

Om impact investment als aparte beleggingscategorie te ontwikkelen ijveren de onderzoekers (en opdrachtgevers) voor professionalisering: een 'eigen' overzichtelijke en toegankelijke markt, samenwerking, deskundigheidsbevordering etc. Interessant is dat bij het overzicht van de betrokken spelers op p15-16 (ontwikkelingsbanken, philantropie, (zaken- en duurzame)banken, vermogens-beheerders, pensioensfondsen/institionele beleggers, 'investment boutiques', bedrijven en community development finance institutions) de categorie informele investeerders ontbreekt.

Impact investment -in de 1105 onderzochte projecten- bestaat uit private leningen (60%) of private investering (bijna 30%) en zij vertegenwoordigen de helft van de totale investering (p.30). Wel een nuttige checklist om de 'impact investment' spelers in Nederland in kaart te brengen. NB Het rapport noemt het SNS African Agricultural Fund als expliciet voorbeeld van een 2e generatie impact investing activiteit, die gestart kan worden als vervolg op de succesvolle (maar recent gesloten) microfinancieringsfondsen (p.20).
Link thegiin resources > 11.29.10



IMPACT FINANCY SURVEY, ALPHA MUNDI (oct 2010)
IINieuws 14april2011

Alpha Mundi, advisory solutions for people, planet and profit, onderzocht de status en ontwikkeling van impact investing. De opzet was een overzicht te geven van de mogelijkheden om (in Luxemburg) een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van impact investing. Luxemburg is 'het' Europese centrum van investeringsfondsen. Opdrachtgevers waren van aantal financiele instellingen en aanleiding was de jaarlijkse European Venture Philantropy Association bijeenkomst die daar werd gehouden.

F&F uit het rapport: De markt van II Financials is klein en gespecialiseerd. Asia is de topregio, dan Africa en Latijns America. Microfinance is nu nog 1, wordt 2 want ingehaald door Energy en Health zit in de lift. 2/3 investeert mn direct en 1/3 door II Fondsen. Het gem. rendement is 5%. Driekwart is pionier (>100miljoenUS$) en nieuwkomer.(> 20miljoen US$). >50% is Private Equity/Venture Capital en ¾ verwacht daar ook de grootste groei. 50% verwcaht een verdubbeling van de impact investeringen in 2015. 50% betaalt management fees van 1 a 2% de rest meer. De helft betaalt ook nog performance fees, bij goede prestaties. Duurst is screening en (aanbevolen hand on) monitoring, daarna fondsenwerving. Deals worden gevonden via -1- het netwerk, -2- veldbezoeken en -3- conferenties. Doorlooptijd naar financiering is minimaal 3 maanden. Een meerderheid heeft een voorkeur voor co-investeringen met II Financiers en Private equity. Minderheid kiest voor publieke financials en/of vermogensfondsen.
Link alphamundi publications


STRATEGIES FOR FOUNDATIONS:When, why and how to use venture, EVPA (Okt 2010) IINieuws 16aug2011
De European Venture Philanthropy Association EVPA is een vereniging opgericht in 2004 (mede door Michiel de Haan, o.a. Atlas en Aescap) en een uniek netwerk van banken, fondsen en onderzoeksinstituten die zich bezig houden met 'venture philanthropy' in Europa.

Venture_philanthropy (VP) of philantro-kapitalisme benut de kennis en werkwijze van innovatief ondernemen en hoogwaardige bedrijfskunde om filantropische doelen te realiseren. NB Volgens EVPA vallen investeringen met hoger of marktconform rendement niet als VP. Rendement wordt veelal geherinvesteerd. maar VP is wel een belangrijke kapitaalverschaffer en katalysator. (p.14)

Nederlandse EVPA leden zijn ABNAMRO Private Banking en NBP Paribas Wealth Management, PriceWaterhouse Coopers. Drie vermogensfondsen: de Noaber -directeur Pieter Oostlander van Noaber zit in de board van EVPA- de Start en van Leer Foundation. Ook lid is Scholten&Franssen Consultancy dat zich bezig houdt met SROI Social Return on Investment en hierover publiceert en trainingen geeft.

In het rapport 'Strategies for Foundation' een VP 'engagement model', vier cases waaronder de Nederlandse d.o.b. Foundation als voorbeeld van een vermogensfonds dat zich compleet getransformerd heeft tot VP organisatie/fonds (p39-44) en dan VP strategieen (p45-60).

EVPA engagement model:
-1- een of meerdere VP werkwijzen zonder evt het jargon/de termen te gebruiken.
-2- Financiële ondersteuning van een VP (investerings) Fonds
-3- Opzetten van een (extern) VP Fonds voor investeringen
-4- Opzetten van een (extern) VP organisatie voor diensten en activiteiten
-5- Co-investeren in een VP Organisatie idem
-6- Complete transformatie in strategie, organisatie evt staf zoals de d.o.b. Foundation (v/h stichting de Oude Beuk). NB Op pag. 9 dit 'engagement' model met gedetailleerde beschrijving van de prakijk(en) met when & why argumenten.

Daarnaast onderscheid EVPA ook zes karakteristieken in de werkwijze van (vermogens)fondsen: A: Hoge (hands on) betrokkenheid, B: financiering op maat, C: meerjarige financiering (meestal 3 à 5 jaar), D: niet financiële ondersteuning (strategie, marketing, HRM, introducties etc), E: focus op organisatie/capaciteit ontwikkeling en F: prestatie meting. De karakteristieken worden toegelegd op p. 17-19. Link naar EVPA-Knowledge-Centre_Strategies-for-Foundations (okt 2010).  
Een 'case' is de d.o.b Foundation, een Nederlands vermogensfonds dat actief meewerkt aan aandacht voor impact investing, maar geen jaarverslagen uitgeeft. Ik behandel het als CASE onderaan het blog 16aug2011 of de PAGINA Charity cases.


'How institutional investors should step up as owners' (sept 2010)
Simon Wong in Butterworths Journal on International Banking and Financial Law'', het artikel werd verkort overgenomen in de McKInsey Quarterly.
InIINieuws 1nov2011

Na alle aandacht voor banken en hun rol in de financiele crisis in 2008 kijkt Wong naar de rol van de institutionele beleggers die 'major market players' zijn en in het VK bijvoorbeeld 70% van de stock market managen. (Noot van de Blogger: In Nederland hebben institutionele beleggers gezamelijk 1499,7 miljard euro belegd vermogen (CBS2010) en 'de meerderheid' van de aandelen en obligaties in handen (Eumedion) Nederlandse institutionele beleggers zijn actieve SRI, Socially Responsible Investors. Eind 2009 was 396 miljard euro SRI belegd, 130 miljard 'op basis van normen en waarden' en op basis van brede definities incl 'engagement'. Slechts 1 miljard is in best-in-class/impact investments belegd. (Eurosif SRI Europe 2010).

Wong pleit voor actief 'stewardship' door institutionele beleggers. (Noot van de Blogger: Het begrip 'stewardship' wordt in Nederland vaak vertaald met het Bijbelse rentmeesterschap en slaat dan op zorgvuldig omgaan met natuurlijke bronnen. In dit verband is de associatie met het verantwoord omgaan met andermans eigendom ook belangrijk). Wong verwijt institutionele beleggers een te korte termijn focus, op kwartaalcijfers (!) met als gevolg risicovolle strategieen, en te weinig betrokkenheid. En hij wijst op een paar ontwikkelingen die dat zullen versterken zoals diversificatie waarbij de portfolio zo groot wordt dat monitoring en betrokkenheid versnipperd raken. Daarnaast ziet hij een groeiende afstand tussen de 'eigenaren, de pensioendeelnemers' en de 'professionals' de asset managers. De groeiende rol van externe asset managers, investment consultants en funds-of-funds beleggingen vergroot die afstand. Wong prijst 2 Nederlandse pensioenfondsen, omdat zij hun equity portfolio met 90% hebben ingekrompen om juist actieve aandeelhouders te kunnen zijn. Hij citeert een recent onderzoek van Meir Statman dat na meer dan 50 deelnemingen de diversificatie voordelen snel afnemen.

Ook de rol van passieve fondsbeheerders wordt belicht, zij besteden de minste tijd aan 'stewardship' en hun marktaandeel zal van circa 25 tot 33% groeien naar 50% (!). Zij zouden volgens Wong minimaal regelmatig 'low-intensity engagements' in hun deelnemingen moeten uitvoeren. Hun goedkopere dienstverlening kan bijv. uitgebreid worden met betaalde stewardship activiteiten. Ook zouden prestatiemetingen minder op relatieve indicatoren zoals benchmarks moeten plaatsvinden en over periodes van 7 a 10jaar (Uit de uitgebreide versie).

De financiele crisis van 2008 heeft wereldwijd (de roep om) beleidshervormingen in gang gezet die (institutionele) beleggers kunnen beperken in hun actieve aandeelhoudersschap. Tenzij ze juist meer betrokken worden en bijvoorbeeld zelfregulering en codes ontwikkelen, zoals de Stewardship Code in het VK (nu getekend door 147 van de 330 institutionele beleggers in het VK). Noot van de Blogger: In Nederland heeft de Tweede Kamer in 2009 de regering na een motie van de SP verzocht om met voorstellen te komen om de macht van aandeelhouders in bedrijven in te perken. Eumedion, de belangenorganisatie van institutionele beleggers op het terrein van corporate governance' publiceerde 11juli11 10 best practices voor betrokken aandeelhouderschap. Die lijkt trouwens wel heel erg op de Stewardship Code uit het VK. Zie dit blog 20juli2011. In maart van dit jaar kwam de Tweede Kamer met een motie voor duurzaam aandeelhouderschap en de focus in de uitvoering ligt op beloning van lange termijn aandeelhouderschap (Kstuk 31980, motie 25 Blanksma-vdH en Slob).
Simon Wong 'How institutional investors should step up as owners' ingekort op: mckinseyquarterly uitgebreid (download) op papers.ssrn

Triodos Sustainable Trade Fund, Impact report 2010 Triodos Investment Management
(sept 2010) In IINieuws 15mei12
De Global Impact Investing Network (theGIIN) presenteert in haar newsletter van 30april12 als case van IRIS (Impact Reporting Investment Standard) het Triodos Sustainable Trade Fund Impact Report 2010 (sept 2011). Het is Triodos eerste impact report en de cijfers zijn niet extern geverifieerd. IRIS is een werk in uitvoering, het Triodos Sustainable Trade Fund heeft o.a. samenwerking geïnitieerd van de Finance Alliance for Sustainable Trade (FAST) en IRIS om standaarden (metrics) voor (duurzame) landbouw en finance te ontwikkelen. Het traject voor landbouw wordt gecoördineerd door Triodos Facet BV. Op pag. 6 waar de cijfers gepresenteerd worden, is bijv. te zien dat Triodos categorieën als 'fair trade' en 'organic' en de combinatie van beide introduceert voor opname in de IRIS landbouw standaard.

Daarnaast relateert Triodos i.s.m. het ministerie van OS haar impact resultaten aan de 4 Millennium doelstellingen van de Verenigde Naties: het terugdringen van (1) honger en armoede; (2) endemische ziekten als malaria en HIV/AIDS; het bevorderen van (6) ecologische duurzaamheid en (8) wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling. Ook Publiciteit & promotie acties zijn vermeld in het rapport en een publicatie van het Kon Instituut voor de Tropen (KIT) 'Value Chain Finance Book' (272pag.) waarvan 4000 exemplaren zijn verspreid en dat downloadbaar is op kitpublishers

Triodos Sustainable Trade Fund
Doelstelling van het fonds is o.a. de handelsstroom van biologische en Fair Trade gecertificeerde producten uit ontwikkelingslanden naar westerse markten stimuleren door handelsfinancieringen. Ofwel voor-financieringen van exportcontracten van producentenorganisaties die zo de aangesloten boeren direct kunnen betalen bij aflevering van hun oogst. De lening wordt afgelost nadat de goederen zijn verscheept en de importeur in het Westen voor ontvangst betaalt. Het Triodos Sustainable Trade Fund financiert hiermee wereldwijd de export van grondstoffen (commodities) als koffie (21%), cacao, katoen, soja, (vers) fruit, (sesam 14% en cashew 10%) zaden & noten en oliën. Maar ook 15% Artemisinin of Qinghaosu, de plantaardige basis voor malaria medicijn. Het fonds werkt in mn Afrika (47%), Latijns Amerika (32%) en Zuid Oost Azië (12%).

Big Impact Numbers
Indrukwekkend zijn de cijfers van 161,272 boeren die hun oogsten verkochten en direct betaald werden, 16,9 doses malaria medicijnen, 154,912 hectare biologische landbouw. 2Miljoen euro premie (meerprijs) voor de boeren. Noot van de Blogger de cijfers worden gepresenteerd met groeipercentages (489%! groei in geëxporteerd volume), maar zonder benchmarks en relatief (markt)aandeel.

Omvang, investeerders en borgstellingen
Het TSTFund startte in 2008 met 10miljoen euro. Het is in 2011 gegroeid naar 28miljoen euro (2010 +24%). Het fonds streeft naar een groei van zijn portefeuille van 20% à 30%. (JV 2011) Noot van de Blogger deze financiële cijfers ontbreken in het impact report, maar hoe kan je impact beoordelen als de kapitaal input onbekend is? Nu lijkt het wel erg op het fondsenwervingsverhaal dat ik voor vele chari's schreef zoals o.a. ICCO (&Kerkinactie) een van de borgstellers.
Het fondsvermogen wordt verstrekt door de Triodos Bank, deels gegarandeerd door diverse stakeholders in de duurzame voedselketen, waaronder Hivos & ICCO (Noot van de Blogger: MFO's gefinancierd door BuZa/Ontwikkelingssamenwerking) en G-Star Raw Denim Foundation. Het fonds staat niet open voor 'het publiek', maar enkele van de portfolio deelnemingen werden wel (als obligatie) aangeboden (aan Triodos klanten) o.a. Sekem in Egypte en dat is nu 'uitverkocht'. Ook kan men bij Triodos sparen en zo kapitaal verschaffen voor non-profit organisaties die sustainable trade steunen.

Conclusie
Het impact report is een interessante proeve, maar of hiermee potentiële impact investors overtuigd worden? De huidige stakeholders hebben de deskundigheid en doelstellingen die liggen op het terrein van het fonds en zijn vast tevreden. Als pilot en case wat finance voor impact kan betekenen lijkt het mij ook een geslaagde exercitie, maar als ik de cijfers afzet tegen bijv. de cijfers die het Initiatief Duurzame Handel (van de grote commerciële grondstoffen marktleiders) in 2011 communiceerde is het nu nog marginaal. Bronnen: triodos het rapport Impact Report 2010 Triodos Sustainable Trade Fund


SOMO on Investing Responsibly: a financial puzzle (sept2010)
IINieuws 15sept2011


SOMO onderzoekt sinds 1973 multinationale ondernemingen en de gevolgen van hun activiteiten voor mens en milieu wereldwijd. Het is een not for profit onderneming die voor 75% gefinancierd wordt door government grants. (JV'09)


SOMO publiceerde in sept 2010 'Investing Responsibly: a financial puzzle, The limited scope of sustainable asset management'. SOMO keek naar het (eigen) investeringbeleid van 5 grote Europese banken, waaronder ING en SNS REAAL en Triodos. De laatste twee werden toegevoegd vanwege hun respectievelijke ambities en core business. Het rapport werd gemaakt op basis van website en jaarverslag informatie een een enquete onder de banken.
Banken hebben vaak CSR beleid, er zijn ook nogal wat codes: UN Global Compact, the Equator principles, UNPRI en GRI (incl financial suplement). Maar volgens SOMO passen banken die niet (altijd) consequent toe op haar eigen vermogensbeheer. Onder eigen vermogensbeheer wordt verstaan investeren met vermogen van rekening- en depositohouders. (tabel 3 p. 6). Wel bieden banken de mogelijkhede voor responsible investing 'op maat' in portfolio of via beleggingsfondsen. Die maken echter een miniem deel uit van het vermogen onder beheer (AuM). Bij ING: 0,74% (van 343.2miljard euro), Deutsche Bank: 0,31% (van 880miljard euro), BNP: Paribas 2,13% (van 357miljard euro). RBS en Santander rapporteren dit niet. SNS REAAL scoort slechts 0,69% (van 43miljard euro, maar Triodos natuurlijk 100% (van 4,9 miljard). Alleen SNS en Triodos rapporteren over het % van het beheerde vermogen dat wordt beoordeeld op duurzaamheidscriteria: SNS 64% en Triodos 100%.


SOMO pleit voor toepassing van CSR beleid op alle werkterreinen van banken, dus het eigen vermogenbeheer en dat van klanten. Daarmee weten stakeholders hoe en waar ze feitenlijk bankieren.


'MONEY FOR GOOD' HOPE CONSULTANCY (mei 2010)

Hope Consultancy, een Amerikaans marktonderzoeksbureau en (implementatie) strategie consultant onderzocht de belangstelling voor impact investing eerst kwalitatief en toen online onder ruim 4000 welstandige Amerikanen. De helft heeft een jaarlijks inkomen van meer dan 80.000 U$, de ander helft meer dan 300.000 U$. Noot van de Blogger Ik vat paginas key findings en p59-84 over impact investing samen.


Niet alleen de latente vraag, maar ook afwegingen en gedrag van donateurs/investeerders werden onderzocht. Hope testte vooraf wat opvattingen en definities van impact investing oa tax deductability (excluded). De belangstelling voor impact investing bleek groot: bijna 50%! en met beperkte (10%) kannibalisering op geef gedrag. Er is geen correlatie tussen geven en investeren, het zijn 2 aparte markten. NB Hope verwacht op basis van de investeer intenties van de onderzochte groep een groei van impact investing met een factor 25! naar 1200 miljard US$, waarmee de impact van charity met haar jaarlijkse omzet van 45 miljard bijna marginaliseert.....


Hope schetst 6 segmenten van 'geinteresseerden': sceptici, wil geen risico, wil geen gedoe, kijkt naar de kwaliteit van de organisatie, kijkt naar de sociale focus en persoonlijk netwerk/aanbevolen. Mensen willen meer weten, willen klein beginnen (10.000 a 25.000 dollar investeren), maar staat dan open voor opschaling, verwachten deskundigheid bij hun -huidige- adviseurs, een belangrijke barriere is de prille staat van dienst van de impact investing markt en (financiele) benchmarks en niet zozeer de 'impact' meting. De voornaamste overweging is dat risico(afweging) belangrijker is dan rendement.


Hope doet een aantal concrete en onderbouwde suggesties voor het vermarkten van impact investing van p.78 tot 88 en sluit af met aanbevelingen Link HOPEconsulting/money-for-good


Addendum MONEY for GOOD: investing in developing countries
IINieuws 6 juli

Addendum bij het marktonderzoek door HOPE Consultancy naar de belangstelling voor impact investing in de VS over internationaal (geven en) investeren en mn of en wat de verschillen zijn tussen investeren in en buiten de VS.

Men investeert mn in energie (42%), gezondheidszorg (36%), ontwikkeling-ondernemerschap-mikrokrediet (28%), informatie/communicatie (28%), onderwijs (27%), kinderen (24%) en nog negen andere categorien. (P.11) NB Onderaan staat mensenrechten met 12%.

Ruim de helft (57%) investeert internationaal vanwege de mogelijkheid van spreiding/diversificatie, een derde vanwege hoger rendement(sverwachtingen), 27% door het kapitaal tekort in ontwikkelingslanden en 25% ziet grotere groeikansen (P.13). Het grootste obstakel voor internationaal investeren is het risico element (58%) nog net overtroffen door het risico op corruptie 61%. (P.24)

Mensen die bewust buiten de VS investeren zijn bovengemiddeld geinteresseerd en geinformeerd en vaker geinteresseerd in aspecten van impact investing. Het hoogst scoort de sociale bonus (49%), dan 'een zakelijk oplossing van sociale problemen' (44%), dan “mensen helpen zichzelf te helpen' (43%) en tot slot 'duurzame charitas' (41%) op P.20.

HOPE onderscheidt 6 soorten investeerders en de hoogste score met 39% krijgt de categorie 'Socially Focused impact investors' die in 'ontwikkeling' en 'ondernemerschap' investeren. Hun karakteristiek: 'This is a great way to support the causes that are important to me'. (p.29-30)




INVESTING FOR IMPACT CASE STUDIES ACROS ASSET CLASSES, 
BRIDGES VENTURES en de PARTHENON GROUP (Jan2010).
IINieuws 14april2011

Een rapport van Bridges Ventures en Parthenon Group gesponsord door Generation Investment Management en the Rockefellar Foundation, gepresenteerd aan 120 investerings professionals.
Met de medewerking van 50 impact investing pionies, leden van the GIIN, Global Impact Investing Network. Er worden 16 concrete cases beschreven waarvan 9 finance first (impact) investments en 7 impact first investments. De cases beschrijven de investeerder(s), de investeringsmaatschappijen, de concrete investeringen en de rendementen. De gekozen cases tonen het brede scala van investeringsmogelijkheden: Cash, senior schulden1, mezzanine2 quasi equity, publiek vermogen, venture capital3, private growth equity4, real estate5, andere activa en focus op rendement (hedge funds).


CASE 3 is een achtergestelde lening van het Nederlandse Triodos Renewables Fund, een van de vier duurzame energie fondsen die worden gemanaged door Triodos Investment Management, 100% bezit van de Triodos bank. Dit Fonds is gestart in 2006 met 30miljoen Pond en investeert -met een minimum van 1 miljoen pond- in kleine en middelgrote energie projecten. Mikt op 7% rendement. CASE 6 is Pro Credit Holding een II 'vehicle' met diverse investeerders, uit Nederland: DOEN en FMO. De Holding investeert in 22 ontwikkelingsbanken in ontwikkelingslanden. 15% ROI verwacht.


Het rapport biedt 3 conclusies. -1- Impact Investment groeit wereldwijd. -2- Veel fondsen laten hogere rendementen zien dan de markt en hebben nu toegang tot kapitaal van institutionele beleggers voor microfinanciering(kredieten), gezondheid(szorg), duurzame bosbouw, en 'cleantech', groene energie en technieken. Lang beschouwd als een investeringstrerrein voor philantropie schudt impact investing dit imago af door de goede rendementen. -3- Impact investing ontwikkelt zich breder dan (SRI) sociaal verantwoord/ethisch investeren en biedt daardoor ook meer keus om investerings portfolios te verbreden en diversificeren. Impact investment fondsen worden ontwikkeld in allerlei investeringsterreinen waardoor de afweging tussen risico, rendement en impact effect steeds gevanceerder wordt.

1Lening die met voorrang worden terugbetaald itt achtergesteldeleningen (junior debt) die als laatste worden afbetaald.
2Achtergestelde lening die als laatste wordt afbetaald.
3Durfkapitaal, is de financiering met hoog risico's van ondernemingen. Meestal zijn dit startende ondernemingen.
4 Letterlijk: privaat vermogen, investeerders die met risicodragend vermogen niet-beursgenoteerde ondernemingen financieren.
5Vastgoed, onroerend goed ook grond.




GOED GELDBEHEER, Leidraad voor het verantwoord nemen van risico's Drs Liesbeth Burgers en Dr Rene Willemsen RBA. (2010, VU Amsterdam, deel in de reeks filantropische studies)
IINieuws 4maart2011

Hier wordt alleen besproken de paragraaf Missie gerelateerd investeren, p 62-63.
In 'Goed geldbeheer, sommen de auteurs vier argumenten op voor impact investing (onder de noemer missie gerelateerd investeren): -1- ethische motieven en consitentie tussen doelsteling en bellegingsactiviteiten -2- beleid maximeren van doelstelingen met alle mogelijke middelen -3- relatiemanagement met donateurs en sponsors (door gunstige investeringen in plaats van geven) en tot slot -4- binding met 'ondernemende' donateurs die ook investeren als middel zien om doelen te realiseren.
Noot van de Blogger: impact investing is volgens mij gebaat bij teamwork tussen fondsenwerving en fondsenbeheer. De meest kansrijke/minst risicovolle beleggingen fase II projecten kunnen (gedeeltelijk) worden gefinancierd uit het vermogen. Pilots en innovatieve projecten worden gefinancierd uit het bestedingen budget. Vermogensbeheer vraagt nu eenmaal om prudentie èn rendement en fondsenwerving voor innovatieve projecten doet het altijd goed.
Power Point presentatie van PAO studie VU Filantropie
Copy & paste in browser geveninnederland.nl/file/235/college-16-mei-2011-vu-jong-bestuur.ppt



2009


INVESTING FOR SOCIAL AND ENVIRONMENTAL IMPACT: A DESIGN FOR CATALYZING AN EMERGING INDUSTRY', MONITOR INSTITUTE deel 1
IINieuws 24maart2011

In opdracht van het Global Impact Investing Network onderzocht The Monitor Institute de mogelijkheden voor impact Investing in 2009. Enkele citaten uit de executive summary / inleiding: “Impact investors want to move beyond socially responsible investing which focuses primarily on avonding investments in harmful companies or encouraging improved corporate practices. .. they actively seek to place capital in businesses and funds that can provide solutions at a scale that purely philantropic interventions cannot reach”.... ''The pressing question is whether impact investing will remain a small disorganized underleveraged niche for years or even decades to come. (...) Will the industry fulfill it's clear promise, making this new domain a major complementary force for providing capital, talent and creativity needed to adress pressing social and environmental challenges”. Ook hier veel aandacht voor 'community development', microfinanciering en schone technologie. Jammer genoeg drie terreinen die in Nederland nog nauwelijks ontwikkeld zijn, als beleggingsoptie 'on hold' zijn en waarvan de fiscale heffingskorting wordt afgebouwd. Link thegiin resources research

deel 2
IINieuws 4 april 2011

Een behoorlijk ambitieus 'ontwerp' voorstel met een organisatie advies invalhoek. Het rapport lanceert maar liefst 5 hoofd-prioriteiten en 12 sub-prioriteiten om impact investing te laten slagen. Bovendien onderscheidt het Institute nadrukkelijk 'impact first' investeerders, 'finance first' investeerders en 'yin-yang' combinaties van investeerders die beiden doelstellingen even zwaar laten wegen.

Impact investing is of te moeilijk of te makkelijk en haar grootste uitdagingen zijn het ontwikkelen van -I- een georganiseerde aanzienlijke vraag om impact investeringsprojecten, -II- een deskundige en ervaren intermediairen markt (banken, vermogensbeheerders, beleggingsadviseurs) en -III- een goed kapitaal-intensief aanbod van investeringsmogelijkheden die herhaal/uitrolbaar en opschaalbaar zijn.
Samenwerking, coordinatie en (aanzienlijk aanbod van en vraag om) kapitaal zijn zijn essentieel in hun optiek om het proces te versnellen. In diverse tabellen worden de verschillende doelstellingen toegelicht met hier en daar wat overlapping, maar de actoren kom je ook bij de verschillende doelstellingen/terreinen tegen. In de 'detailed recommendations' p. 61-76 toelichtingen en voorbeelden op de 17 prioriteiten met mogelijke initiatieven, actoren en voorbeelden.
Noot van de Blogger: De uitdaging is om dit model in te vullen met een Nederlandse umfeld analyse. Ik zal hiervoor een 'pagina' (rechter kolom) of eventueel een aparte website maken en die tijdens dit onderzoek blijven in- en aanvullen.

Motivatie video door de Monitor Institute CEO youtube
Het rapport en/of summary thegiin resources research



'SOLUTIONS FOR IMPACT INVESTORS: FROM STRATEGY TO IMPLEMENTATION'. Steve Godeke, Raul Pomares voor ROCKEFELLER PHILANTROPY ADVISORS. Nov 2009
IINieuws 11feb2011

Een beschrijving van impact investing dilemma's, de werkwijze van drie Amerikaanse fondsen en op blz 64-65 een overzicht van investerings- mogelijkheden op missie/werkterrein en vermogensbeheersdoelstelling. Online downloadbaar bij rockpa.org > Publications


2008

EEN AANDEEL IN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING, Prof H Hummels
Een zeer compleet overzicht incl. literatuur en noten van impact investment visies, mogelijkheden en cases met een onderzoek onder 51 grotere Nederlandse bedrijfs- en vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen. Uit 2008 uitgeverij van Gorcum of bol.com


What is the relationship between IRIS and SROI?, anoniem&ongedateerd ik gok op 2008. In IINieuws 15sept13
 
Op de Knowledge Centre pagina's van the European Venture Philantropy Association (EVPA) staat een korte uitleg van de verschillen en overeenkomsten van de begrippen Social Return on Investment (SROI) en Impact Reporting and Investment Standards (IRIS). En hoe zij samen te gebruiken zijn. Heel kort: de SROI methode is een stappenplan om te bepalen welke indicators worden gemeten en IRIS is een gestandaardiseerde gedefinieerde set indicators (i.o). Denk aan input, output, outcome en impact, de beoogde en onverwachte effecten, die niet altijd positief hoeven te zijn.
Noot van de Blogger: Kortom de 1e stap is SROI bepalen en dan de IRIS definities gebruiken als SMART * basis en bij benchmarks/ratings. Dat die nog niet altijd toepasbaar zijn bleek uit de behoefte van Triodos om bij haar Sustainable Trade Fund te kijken naar biologische landbouwproducten (zie IINieuws 15mei2012)

SROI
SROI is het proces waarbij verschillende ''stakeholders”” wordt gevraagd naar hun perceptie van de resultaten, hoe die te meten zijn, wat het resultaat zou zijn als activiteiten niet uitgevoerd waren en de impact van die activiteiten. Het gaat hier om de toegevoegde sociale/maatschappelijke, milieu en economische waarde van de. Dit kan op project/programma niveau zijn maar ook voor de organisatie in haar geheel. Noot van de Blogger: SROI lijkt een beetje over haar hoogtepunt heen, maar is een belangrijke stap in het vaststellen van SMART doelen en resultaten. Nu kan al meteen gekeken worden naar veelgebruikte IRIS indicatoren per doel/werkveld wat effeciënt is, mits het bij de stakeholders wordt gechekt. Onderaan een link naar een uitgebreide SROI gids uit het VK.

IRIS
IRIS is de gestandaardiseerde set indicators voor rapportages over sociale en milieu prestaties. Noot van de Blogger: Het is een work in progress waarbij accountants/consultants van Deloitte en PricewaterhouseCoopers technische ondersteuning bieden aan impact investors die samen standaarden vaststellen. Door IRIS ontstaat inzicht in het gebruik van indicatoren in sectoren en werkvelden. Gebruik van IRIS vergroot consistentie en maakt vergelijking van impact prestaties mogelijk; transparantie. Organisaties kiezen zelf welke indicatoren van toepassing zijn op hun werk(velden) en prestaties. Dat kunnen er tientallen zijn: the GIIN heeft profielen van impact invesments op haar website staan met daarin de oa de 45 (scorecards) indicatoren van SNS Impact Investing.

GIIRS
Noot van de Blogger De publicatie is wat ouder en gaat daarom nog niet in op GIIRS, het Global Impact Investing Rating System voor externe analyse en rating van impact prestaties. Dat kan zowel voor investees en impact beogende organisaties, veelal bedrijven of (fondsenwervende) organisaties als voor investeerders en bv vermogensfondsen. GIIRS lijkt op Morningstars investment rankings of S&P credit risk ratings maar kijkt niet naar financiële prestaties. Noot van de Blogger: Ook GIIRS is een work in progress. 246 bedrijven heben een rating, 103 worden beoordeeld, 32 fondsen hebben een rating en 28 worden beoordeeld, er zijn 20 pionier investeeerders met een gezamenlijke budget van 4miljard US$.  Het is nog een beetje een Amerikaans feestje, maat groeit hard ook door de nauwe samenwerking met het Global Impact Investing Network.

* SMART Specifiek; Is de doelstelling eenduidig?; Meetbaar; Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt?; Aanvaardbaar; Is deze acceptabel genoeg voor de doelgroep en/of management?; Realistisch; Is de doelstelling haalbaar?; Tijdgebonden; Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn?

Bron: What is the relationship between IRIS and SROI? Anoniem, upload op EVPA European Venture Philantropy Association 3pag. www.evpa.eu.com
SROI Guide uit het VK: socialevaluator.nl/SROI Guide


2007

The HANDBOOK ON RESPONSIBLE INVESTMENT ACROSS ASSET CLASSES, is een uitgave van het Boston College Center for Responsible Citizenship uit 2007. Het BCCRC werkt tegenwoordig samen met het Hauser NGO Center van de Harvard Universiteit. Het handboek is gesponsord door de FB Heron Foundation, (profiel op dit blog 11mei2011).
In IINieuws 26mei2011 en IINieuws 8juni2011

Het is 'back to basics' beleggen. De doelgroepen zijn institutionele investeerders, vermogensbeheerders, beleggingsadviseurs en zeer vermogende particulieren. Per asset groep op een A4 een samenvatting van -1- de ESG EcologicalSocialGovernance opportunities, -2- de beschikbare 'tools' voor meten en beinvloeden, -3- de investeringsmogelijkheden/producten en -4- de potentieel beschikbare benchmarks.
Het handboek is een brede introductie en meteen een asset allocatie stappenplan.

-A- Cash voor impact investing: Omdat dit een Amerikaans handboek is, een zee aan mogelijkheden om geld weg te zetten bij allerlei regionale en sectorale ontwikkelingsbanken in de VS.
Noot van de blogger: Dergelijke gespecialiseerde banken zijn er in Nederland voor internationale samenwerking (FMO, AsDB, AfDB) maar 100% in bezit van de overheid. Omdat de meeste banken in Nederland een duurzaam sparen product aanbieden is dit in Nederland eenvoudig te doen. En voor de kritische spaarder: op de eerlijkebankwijzer en verhuisjegeld worden bank onderzocht op hun (duurzame) prestaties.

Voor de chauvinisten onder ons” op p10, een box over Triodos bank -wederom- als lichtend voorbeeld uit Europa. Gezien het marginale marktaandeel van Triodos Bank is het goed om te weten dat ze strategisch samenwerken met (ABNAMRO)MeesPierson. Zie triodosmeespierson voor meer informatie. En... TriodosMeesPierson kwam in 2011 weer als beste uit de Euromoney Private Banking and Wealth Management Survey. Instellingen uit de sector kiezen de beste dienstverlener voor private banking.

-B- Obligaties: Het Handboek ziet beleggen in obligaties als aantrekkelijke mogelijkheid voor o.a. publieke investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur of 'arme', onderontwikkelde regio's. Product types zijn o.a. Obligaties van ontwikkelingsbanken, de staat, duurzame bedrijven of obligatiefondsen in duurzame bedrijven. Sectorale staatobligaties kennen we in Nederland dacht ik niet, een staatsobligatie is er voor de financiering van 'de' maatschappelijke activiteiten/investeringen en sectorale specialisatie bestaat niet. Uitsluiting van bijvoorbeeld wapens/defensie is dus ook niet mogelijk. Noot van de blogger: Een opmerkelijk feit waar ik op stuitte bij vanlieshout & partners 'Het Triodos Sustainable Bond Fund belegt voor circa 70% in staatsobligaties'

In Nederland is er ruime keuze uit duurzame obligatiefondsen met transparante risico- en rendementsdata zoals voor 'Duurzame' fondsen, 'Duurzame bedrijven', StaatsObligatie etc. Tradebox van ABNAMRO geeft een zeer compleet overzicht en Morningstar. Op pag 25 Sarasin Sustainable Bond Fund als case omdat zij staats- en duurzame obligatiesfondsen vergelijkt op duurzaamheid op milieu gebied. . Sarasin is onderdeel van Rabobank en nu 100% duurzaam. Investeren in bedrijfsobligaties is interessant omdat bedrijven hiervoor transparant (moeten) zijn over hun ESG beleid en resultaten. Meer hierover in het volgende hoofdstuk over aandelen/public equity.

Als case op p. 25 het PaxWorld High Yield Fund. Noot van de blogger: PaxWorld is opgericht in 1971 door 2 Amerikaanse geestelijken die niet (indirect) wilden investeren in de Vietnam oorlog. Anno nu heeft PaxWorld, 11 'mutual' funds en 24 miljard US$ vermogen onder beheer. In Nederland kennen we meen ik geen religieus geinspireerde vermogensbeheers-of investeringsmaatschappij muv Oikocredit (zie blog 24feb2011) en Stimulans dat in 1980 werd opgericht door 30RK kloosterordes en congregaties (en enkele PC instellingen), maar in 2008 stopte met de participatie activiteiten.

-C- Aandelen kopen van duurzame bedrijven vormt de grootste duurzame beleggings categorie. Noot van de blogger: Het belangrijkste voordeel is natuurlijk de schaal van de impact, maar het verklaart ook de verbazing dat duurzaam beleggen vaak 'gewoon' beleggen is in de bekende grote (Nederlandse) multinationals. De VBDO www.vbdo.nl en SOMO www.somo.nl geven op hun sites analyses en stemadviezen aan aandeelhouders op basis van (minder)duurzaam gedrag van de grote Nederlandse bedrijven. NB2 In Nederland wordt nog geen 4% duurzaam gespaard en belegd, in de VS rapporteert het The Social Investment Forum dat 12,2% van de investeringen Socially Responsible zijn met een waarde van 3 biljoen US$. Meer informatie socialinvest.org en 2010 Report on Socially Responsible Investing Trends.

De aandelen markt is transparant en gevoelig voor publiciteit en hiermee dankbaar doelwit om ESG/duurzaam beleid van bedrijven te bevorderen. De DowJones publiceert sinds 1999 een Sustainbility Index en (London) de FTSE, de FTSE4Good. De bekende strategie, sustainable of de triple bottom line, focust op -1- uitsluiting, -2- positieve selectie en -3- beste-in-de-sector-selectie van bedrijven. p. 38 Voor institutionele investeerdes die minder uitsluitings (of desinvesterings)mogelijkheden hebben, is positieve selectie op ESG criteria een belangrijk middel op invloed uit te oefenen voor verandering.

-D- Investeren in niet beursgenoteerde duurzame bedrijven. Een van de onderdelen van impact investing waar opschaling door versneld kan worden door de ontwikkeling van duurzame producten en diensten en investeringen in achterbleven gebieden en diversiteit als doelstelling Requests for Proposals door grote investeerders spelen hierbij een belangrijke stimulerende rol (Noot van de blogger: net als (jaar)thema's van subsidierende instellingen dat kunnen doen). Hier gaat het om product of procesverbeteringen en/of gerichte investeringen in werkgelegenheid, 'housing and underserved communities' (handboek is gericht op de VS). De RFP geven de ESG criteria waarop voorstellen beoordeeld worden aangepast aan het 'thema' en/of de doelstellingen.
Een interessante regio case is het Bay Area Equity Fund (nu met 75 miljoen US$) van JP Morgan Chase gericht op 'venture stage' ondernemingen in laag inkomen gebieden (p.46). Spin-out is een venture capital firma, DBL, die haar 4e fonds heeft gelanceerd en nu 215 miljoen US$ beheert/belegt.
Een 'proces' gerichte case is het Calvert Special Equities Program dat 26 miljoen US$ investeert in ondernemers “that provide market based solutions voor sociale environmental en health problems” (p.51).

-E- Vastgoed Met/na contanten, obligaties en aandelen is vastgoed of onroerend een belangrijkste beleggingscategorie. Afhankelijk van de ambitie en termijn waarop belegd wordt varieert het %.
(Socially) Responsible Investing in vastgoed is in de VS een belangrijk fenomeen, in het JP Morgan II verslag was bijna 13% van de 1100 projecten een 'affordable social housing investment' en een derde van het kapitaal. (IINieuws 15maart2011). SRI kan ook kiezen voor economische (re)vitalisering van arme(re) regio's of vastgoed projecten, 'groene' (energie zuinige) gebouwen, duurzame bouw(materialen) en 'fair labor prices'.

Noot van de Blogger  1 In Nederland biedt Triodos Bank een (duurzaam) Vastgoed Fonds aan met de focus op duurzaam gebouwde of beheerde panden en monumenten. Voornamelijk commercieel vastgoed (kantoren, bedrijfsgebouwen en winkels) soms ook scholen en kinderdagverblijven en vooral in Nederland. Bakkenist & Emmens Management beheert het VastgoedCultuurFonds dat (nu) belegt in Fort Asperen, Felix Merites en het io Muziekmakerscentrum (Adam)
Noot van de Blogger 2 De Universiteit van Maastricht, APG, PGGM en USS hebben een wereldwijde milieu benchmark ontwikkeld voor duurzaam vastgoed, de Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB). Elf grote pensioenbeheerders met 1400 miljard US$ onder beheer doen mee.. Institutionele beleggers kunnen er de milieuprestaties van hun vastgoedbeleggingen mee meten. In september worden de eerste resultaten verwacht. Meer op duurzaamvastgoed. De website focust ook op de milieu ambities van duurzaam vastgoed.

-F- Duurzame Hedge Funds bestaan ondanks hun imago (probleem?) dat ze op de korte termijn en winst focussen. Hedge Funds bieden aandeelhouders activisme opties en als strategie long short gaan. Dwz lang duurzame bedrijven (kwaliteit) kopen vanwege de 'winst' verwachting en 'short' gaan (even verkopen en daarna terugkopen vanwege 'verlies' verwachting) op niet duurzame bedrijven.

In 2004 startte in de VS het (Highland) Good Steward Fund (of Hedge Funds) voor ethische beleggers dat belegt op basis van uitsluiting en in 'global companies' met een goede ESG staat van dienst. Het Fonds beheert 330 miljoen US$ en wil uitbreiden in Azie. Het Amerikaanse GLG Partners European Equity Fund startte ook in 2004 en selecteert best in class bedrijven op basis van 'environmental data' beheert 12 milajrd US$ vermogen, maar geeft geen beheerscijfers per fonds. In 2006 startte het Renewable Energy Fund van Ardsley Partners (USA) gevolgd door het Renewable Energy Offshore Fund in 2007 omdat hun 'hoofd' fonds 250 miljoen US$ renewable energy assets beheerde. Ardsley Partners long short equity hedge fund beheert 1miljard US$ en specialiseert in 'industrial and energy companies'.
Noot van de Blogger Een Nederlands long (quality) short (on sustainability) Greenbay Europe Fund beheerde 10 miljoen euro vermogen, maar stopte in 2010 bij gebrek aan kapitaal instroom. Zie ook artiekel Charities SRI & HedgeFunds uit het VK.  
 
-G- Grondstoffen handel is gebaseerd op toekomstverwachtingen van mn energie- en landbouwprijzen of basis materialen van producten en is erg 'bewegelijk'. SRInvesting in grondstoffen weegt milieu aspecten mee of prijsstabiliteit of de gebruikte marketing methoden. Er zijn weinig beleggingsmogelijkheden en veel problematische (niet duurzame) producten en productiewijzen. De Forrest Stewardship Council is een wereldwijd (FSC) keurmerk voor duurzame bosbouw / houthandel (o.a. herbebossing) dat als model kan dienen voor meer grondstoffen, ook (duurzame) energie en eerlijke handel(sprijzen) bieden kansen.
Noot van de Blogger 1: bijna de helft van de in Nederland verkochte koffie is al 'duurzaam'. Daarmee loopt Nederland voorop: wereldwijd heeft slechts 8 procent van de verkochte koffie een duurzaamheidskeurmerk. De ambities is om te groeien naar 75% in 2015. bron nu.nl/economie
Noot van de Blogger 2: De toenemende vraag door de groei van de wereldbevolking drijft wereldmarktprijzen op. Op IINewsblog 4april2011 het Nederlandse Initiatief Duurzame Handel en de duurzame investeringen per per grondstoffen(handel). Dat biedt aanknopingspunten voor beleggingskeuzes.

-H- Opkomende Markten Ofwel markten in regio's en landen met een relatief laag inkomen waar grote groei spurts verwacht worden door de groei van de bevolking en de welvaart zoals in Azie. Het is geen beleggingscategorie, wel een 'sector'. Het grootste succes is de afgelopen jaren geboekt in microkrediet of 'inclusive finance'. Echter (gebrekkig) overheidbeleid en transparantie en culturele verschillen kunnen ESG data lastig te interpreteren maken. ESG Incentives, betrokkenheid, gerichte financiering en de het belang van ESG afweging in investeringsbeslissingen kunnen positieve invloed uitoefenen.
Noot van de Blogger Responsible Research, een ESG onderzoeker in Singapore keek recent naar impact investing in in emerging markets. Artikel op socialfunds Het onderzoek Responsibleresearch Impact_Investing_in_Emerging_Markets

Conclusie Een interessant Handboek. Gezien de populariteit van (goedkope) multi asset fondsen sinds de financiele crisis van 2008 is een II multi asset fonds wellicht een optie.....

Bron: Het Handbook heb ik gevonden op de site van de Council of Foundation www.cof.org via de search optie > Handbook Responsible Investment. Met literatuur- en organisatieslijst. 



SUMMARY 'The Fortune at the Bottom of the Pyramid', CK Pralahad en Stuart Hart
CK Pralahad (1941 - 2010) was een Indiase hoogleraar die werkte in de Verenigde Staten. Pralahad begon zijn carrière gericht op in bedrijfsstrategieën en ontwikkelde met Gary Hamel een theorie over core competences (kerncompetenties) Dit leidde tot meer focus en daardoor uitbesteding of outsourcing in het bedrijfsleven. Ook ontwikkelde hij Co-Creatie door bedrijven en hun klanten.

Samen met Stuart Hart bedacht CK Pralahad het concept voor van The Fortune at the Bottom of the Pyramid, of de 4 miljard armste mensen op aarde hebben koopkracht. Eerst verscheen een artikel in een Strategy & Business blad van Booz&Company (business consultants) Het concept was ook bedoeld voor the world's wealthiest companies. Het is uitgewerkt in een boek (2002) en ik vond online een samenvatting door de auteurs op de website van Berkeley University. Het concept wordt tegenwoordig gebruikt door academici, bedrijven en investeerders als argument om nieuwe diensten en producten te ontwikkelen voor de 4 -soms het 1- miljard armste mensen op aarde om 'noden' te lenigen, daar waar overheden in gebreke blijven, werk- en inkomen te creëren en voor duurzame productiewijzen.

De boodschap is voor MultiNationals (MN's) die zich door de stijgende welvaart, het eind van de koude oorlog en de opkomst van rijkere ontwikkelingslanden hebben verkeken op de middenklasse als 'nieuwe' consument cq doelgroep (tiers 2&3 nog geen miljard). Hoewel 'arm' met een jaarinkomen van minder dan 1500US$ tot een daginkomen van minder dan 1US$ treden deze 4 miljard armsten op aarde wel toe tot de wereldmarkt, door o.a. massacommunicatie en digitale informatie. Bovendien gaat deze bevolkingsgroep het hardst groeien: tot wel 6 miljard mensen.

Vandaar het concept van inclusive capitalism voor MN's: met investeringen en doorzettingsvermogen kunnen zij als pilot nieuwe duurzame diensten, producten en vooral productiewijzen met VEEL lagere korten uittesten die zijn aangepast aan de lokale cultuur en (toch) winstgevend. Hier kan het voordeel van de ervaring (met o.a. productiekostenverlaging) gecombineerd worden met de technologische achterstand in deze nieuwe markt waar de kwaliteit van het aanbod vaak laag is. De digital divide kan ook een digital dividend zijn, een grote sprong voorwaarts. En het slechts mondiaal uitrollen van de huidige productie naar deze nieuwe doelgroep is niet alleen nog onbetaalbaar voor de prospects, het doet op termijn een veel te groot beroep op de beschikbare grondstoffen.

Bij MN's overheersen nu 6 'traditionele' opvattingen die als drempel werken: -1- ons product/dienst is te duur om te kunnen concurreren in onontwikkelde markten; -2- Armen kunnen zich ons product of dienst niet veroorloven; -3- Alleen rijke markten betalen voor technologische vooruitgang, armen ''krijgen'' de bestaande en verouderde technologie; -4- Overheden en non-profits richten zich op de 4 miljard armsten, niet bedrijven; -5- Managers worden niet enthousiast van humanitaire doelen (ouch!); -6- Intellectuelen worden veel meer geïnspireerd door (NvdB: concurrentie en budgetten?) in ontwikkelde markten.

Opportunities
Daar tegenover staan een aantal innovatiekrachten die juist voor MN's relevant zijn: -A- Door massacommunicatie en informatietechnologie ontstaat kennis, houding en vraag naar diensten en producten die nu nog niet (kunnen) worden aangeboden. -B- Terugtredende overheden en de afnemende rol van Ngo's biedt nieuwe investeringsklimaat voor MN's. -C- Overcapaciteit en concurrentie in ontwikkelde markten maken deze 'genegeerde' markt aantrekkelijk. -D- Het tegengaan van de bevolkingstrek van het platteland naar de stad kan worden versterkt door op het platteland nieuwe of betere diensten en producten aan te bieden.

Pralahad noemt een paar pioniers waaronder Indian (Uni)lever dochter HLL dat een goedkoop wasmiddel (met minder plantaardige olie) ontwikkelde om weer marktleider te worden, Arnind Mills dat haar jeans lokaal (goedkoop) in elkaar laat zetten om hoge distributiekosten te vermijden. Maar koopkracht i.e. krediet is essentieel dat verklaart het succes van Grameen Bank's microkrediet en nu Standards bankrekeningen vanaf 8US$ inleg en flappentappen bij ATM's in Zuid Afrika. Distributie kanalen zijn cruciaal (SELF biedt hernieuwbare energie aan op lokaal niveau om te koken (zonder brandgevaar en ongezonde dampen) en de introductie van de dorpstelefoon werd een groot succes (en misschien we de basis voor het succes van mobiele telefonie in ontwikkelingslanden).

Rethinking your business
MN's moeten hun hele productieproces herzien om tegen wel 90% minder kosten hun product(en) en/of dienst(en) aan te kunnen bieden en investeren in een commerciële infrastructuur (distributiesystemen) ofwel toegang tot hun aanbod is daarbij belangrijk heel belangrijk. Hierbij hoort ook samenwerken met (lokale) overheden en NGO's (producenten en retailers). Marketing en marktonderzoek moeten worden aangepast aan de lokale realiteit, want 'armen''hebben geen (geld voor) voorraden of belangstelling voor 2=3 aanbiedingen, maar wel voor 1xgebruiksverpakkingen. Maar ook de beschikbaarheid van elektriciteit, water en koeling zijn niet vanzelfsprekend. Unilever ontwikkelde daarom transport-zonder-koeling voor haar ijs tegen veel lagere kosten, minder afval en gevaarlijke stoffen.

MN bonus effect
Dat Pralahad & Stuart zich richten tot MN's heeft meer voordelen: ervaringen, oplossingen en successen kunnen door hun werkkapitaal mondiaal uitgerold worden en van de base of the pyramid ''naar boven'' gebracht. De grondstof'fen- en kapitaalintensieve productiewijzen, kunnen worden getransformeerd naar de voor de ''base of the pyramid'' ontwikkelde productie. Daardoor wordt het dreigende tekort aan ''alles'' (we hebben 5 werelden nodig om de huidige consumptie in stand te houden) afgewend. Bron: Berkeley.edu Fortune-BoP pdf