15 oktober 2013

Impact Investing Nieuws 15 oktober 13

Deze keer: duurzaam sparen en beleggen particulieren weer gegroeid, (Groenfonds) banken gaan groene investeringen faciliteren en Gemeente Amsterdam: impact investor! In duurzame energie projecten. Catalytic First Loss Capital als instrument voor impact investing (o.a. door FMO) en Impact metrics voor het mkb in ontwikkelingslanden. McKinsey sluit zich aan bij impact investing en CSR debat en de Huff Post over co-creatie door chari's en social entrepreneurs. Transparantprijs weer voor Oxfam Novib. Gelezen: Jed Emerson interview met een impact investor avant la lettre in de VS. Als case: KiKa KinderKankerfonds

NB de pagina wat-is-impact-investing? is herzien, meer toegespitst op de praktijk van impact investing voor grote en kleine beleggers, met aandacht voor private en public equity impact investing, de doelgroep(en) en belangrijkste sectoren. Dat mocht ook wel eens na 2,5 jaar voortschrijdend inzicht.


MARKET
Duurzaam sparen en beleggen in 2012
De gestage groei van duurzaam sparen en beleggen door particulieren sinds de crises van 2008 en 2003 (+200%) zet zich door. Het marktaandeel sparen en beleggen steeg in 2012 met 0,2% naar 4,8%. De toename komt op het conto van duurzaam sparen, het marktaandeel van duurzaam beleggen daarentegen daalde met 0,4% naar 6,8%. Het totaal ingelegd kapitaal steeg tot bijna 20 miljard Euro, een toename met 9,2%. De niet-duurzame markt steeg met 4,9%. Duurzaam sparen had eind 2012 een omvang van 14,2 miljard Euro (+15%), duurzaam beleggen 5,7 miljard Euro (-3%).

Het regulier ingelegd kapitaal, zonder fiscale vrijstelling, steeg met 16% naar 14miljard Euro. Het fiscaal vrijgesteld duurzaam kapitaal daalde met 4% tot bijna 6 miljard euro. Oorzaak is de de gefaseerde afbouw van het fiscale voordeel door kabinet Rutte 1. Binnen de fiscaal vrijgestelde duurzaam kapitaal verschoof de inleg van beleggingsproducten (-19%) naar spaarproducten (+21%), de verdeling is nu bijna gelijk met 2,8 miljard Euro gespaard en 3,1 miljard Euro belegd . De regering Rutte 2 heeft besloten om voor groene producten het huidige fiscale voordeel te handhaven.
ASN Bank is marktleider duurzaam sparen en beleggen met 56% !, gevolgd door Triodos Bank en Rabobank met beiden 14%. ABN Amro en Rabobank verkopen de meeste duurzame beleggingsproducten. Buitenlandse beleggingsfondsen en duurzame mandaten zijn niet meegenomen, dus is er onderrapportage van de werkelijke markt van duurzame spaar en beleggingsproducten.
Duurzaam Sparen en Beleggen in 2012 (pdf, 32 pag) Tip van e-nieuwsbrief duurzaam-beleggen

NB België laat heel andere cijfers en een tegengestelde trend zien voor duurzame Social Responsibility Investment (SRI)fondsen: minus 40 procent in drie jaar tijd. SRI-fondsen omvatten niet het totale aanbod van ethische beleggingsformules maar vormen wel een goede graadmeter voor de ethische beleggingsmarkt. In 2012 was het 4,91 miljard dit jaar tegen nog 8,91 miljard Euro in 2010. Het aantal ethische fondsen aangeboden door banken daalde van 232 in 2011 naar 135 in het tweede kwartaal dit jaar. Gedaalde interesse wordt als oorzaak gezien.
Het onderzoek werd uitgevoerd door de Belgian Asset Management Association, onderdeel van Febelfin, de sectorfederatie van de financiële sector. Bron: deMorgen.be/Ethisch-beleggen-keldert-in-Belgie Tip Nieuwsbrief Duurzaam-beleggen.nl 
MARKET 2

Expertisecentrum financieringskennis en duurzame energie
Afgelopen september sloot de SER een Green Deal, een energie-akkoord, met ruim 40 partijen. Minister Kamp van Economische Zaken (EZ), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en het Beraad Groenfondsen hebben afgesproken dat de banken die groene financieringen verstrekken meer geld in duurzame energieprojecten steken.

Er komt een expertisecentrum om financieringskennis en technische kennis bij elkaar brengen en knelpunten voor duurzame investeringen weg te nemen. Er worden oplossingen gezocht voor duurzame projecten die financierbaar zijn, maar door bijvoorbeeld technische onzekerheden of kleinschaligheid nu nog geen geld krijgen. Ook gaat het expertisecentrum de samenwerking tussen banken, duurzame investeerders en lagere overheden verbeteren om bijvoorbeeld trage vergunningsprojecten te versnellen. Bron: banken-gaan-investeren-duurzame-energieprojecten

MARKET 3

Gemeente Amsterdam impact investor
Amsterdam gaat 45 miljoen Euro investeren in financieel en duurzaam rendabele energieprojecten. Via het (externe) Amsterdams Klimaat en Energiefonds gaat de gemeente investeren in grootschalige projecten die aantoonbaar bijdragen aan energiebesparing, duurzame energieopwekking en energie-efficiency. Veel duurzame investeringen zijn in de opstartfase risicovol voor banken. Het nieuwe fonds kan deze risico's wel nemen. Er wordt geen subsidie gegeven: de projecten moeten rendabel zijn zodat het geïnvesteerde geld weer wordt terugverdiend. Het fonds is revolverend, dus toekomstige opbrengsten van de projecten worden de komende vijftien jaar opnieuw geïnvesteerd. De eerste 30 projecten hebben zich al gemeld, het streven is nog dit jaar enkele aanvragen toe te kennen.

Naast het Amsterdams Investeringsfonds heeft de gemeente 4,75 miljoen euro beschikbaar voor duurzame initiatieven uit de stad. (Particuliere) Amsterdammers die in hun buurt duurzame energie willen opwekken of besparen kunnen bij de gemeente een
lening aanvragen. De lening heeft een vaste, lage rente van 1,99% en een looptijd van maximaal 15 jaar. De eerste 8 bewonersinitiatieven hebben al een lening gekregen samen voor 1 miljoen Euro. De projecten zijn voor de installatie van zonnepanelen (op wooncomplexen, een clubhuis van een voetbalclub en een school) en dubbele beglazing in woningen. Vanaf 3 oktober kunnen nieuwe leningen bij de gemeente worden aangevraagd. Bron: Infrasite

II Instrument

Catalytic First Loss Capital
De GIIN publiceerde een issue brief met als omineuze titel Catalytic First Loss Capital in impact investing transacties. Een grant gever financiert de eerste verliezen om investeerders anderen aan boord te krijgen die anders niet mee zouden doen. (participatie katalysering of leverage). Catalytic first-loss capital (CFLC) is een prominente tactiek geworden in de wereld van impact investing nu meer investeerders de markt onderzoeken en betreden. Het is een innovatieve manier om risico te verminderen, sociaal en milieu doelen vooruit te helpen door grootschalig commercieel kapitaal in te zetten en investeringen in nieuwe markten te stimuleren. 

De issue brief schetst 2 scenario's voor het inzetten van catalytic capital: voor (a) versnelling en grote opschaling van sociaal en/of milieu impact en/of (b) het demonstreren van de financiële levensvatbaarheid van high-impact sectoren voor commerciële investeerders. © het verbeteren van de onderhandelingsposities van investees bij fondsenwerving. Met 5 deals als voorbeelden van deze 2 scenario's, met de motivatie, overwegingen en ervaring(slessen) van de investeerders.

CFLC is een manier van credit enhancement kredietvergroting net als (bank)garanties, kredietbrieven, first-loss kapitaal, overwaardering van onderpanden, verzekeringen en reserves. Veelgebruikt als CFLC zijn giften, (junior) aandelen/certificaten, achtergestelde leningen en garanties. Een argument tegen het gebruik van CFLC's als domme investering ligt in de perversiteit van de schijnbaar verlagen van het risico voor andere investeerders en het ondermijnen van de marktwerking. Voor investees kan het reputatieschade opleveren dat ze het instrument en chari geld nodig hebben om de winsten op te krikken. Noot van de Blogger: of kneusjes projecten te financieren. Daarom is belangrijk het businessmodel en de impact ambities te benadrukken. De auteurs waarschuwen er nadrukkelijk voor CLFS investees niet automatisch of te makkelijk verdere financiering door CLFC aan te bieden.

CFLC verschaffers zijn over het algemeen (vermogens)fondsen, high-net-worth individuals (HNWI), overheden en Ontwikkelingsbanken vanwege hun missie maar elke investeerder met gepaste motivatie en risk appetite kan de rol vervullen. Sector kennis en ervaring is een belangrijke voorwaarde en kwaliteitsborg voor CLFC. 

Potentiële investees moeten voldoen aan investment parameters: rendements- en risico eisen, bijvoorbeeld in het licht van fiduciair vermogensbeheer . Dat kan de totaal bereikbare investeringsbedragen beïnvloeden. Voor impact investing in de praktijk een belangrijk plafond. (GIIN JP Morgan Survey Perspective on progress, 2013). CFLC bijdragen kunnen het risico en rendement profiel verbeteren en de marktdeskundigheid van de CLFC verschaffer het risicoprofiel. 
Investees kunnen gebruik maken van die marktdeskundigheid die vaak in (geografisch) nieuwe markten extra waardevol is.

De 5 cases betreffen het Community Finance Fund for Social Entrepreneurs (CFFSE) in Australië en Peak II in Tanzania voor Markt ontwikkeling en het FreshWorks Fund, Democracy Prep en FlexCAP voor Versterking (Leverage) van Impact In een matrix staan overzichtelijk de impact ambities, CLFC bedragen en bescherming, totale investeringen en verschaffers.

4 van de cases zijn in developed markets: Australië en de VS. De enige ontwikkelingshulp case is gefinancierd door FMO, onze eigen Financierings Maatschappij Ontwikelingslanden. Peak II is een investeringsfonds in Tanzania. FMO is met 1 miljoen Euro, originally grants CLFC en 'C' investeerder. Mede-investeerders ('A' schuld en 'B' aandelen) met verminderd risico zijn fondsen, chari's, impact investeringsfondsen en HNWI's. Verliezen worden door alle drie categorieën, in meer of mindere mate, gedragen. Als meer investeerders instappen verlaagt het huidige beschermingspercentage van 25% (pag. 24). De geplande termijn is 7 jaar en het beoogde rendement is 24 a 28% Tanzaniaanse shilling. Het fonds komt traag op gang, heeft nog maar de helft van haar doel (10 miljoen US$) bereikt maar wel al ene vervijfvousiging van de FMO grant. (Een VS case van de California Endowment bereikt een ver-50-bvoudiging). Het gelaagde A-B-C investeringsmodel blijkt wat gecompliceerd en heeft de fondsenwerving vertraagd. Op pag. 14-15 staat een uitgebreide beschrijving.
Toelichting theGIIN/recources het rapport Catalytic First Loss Capital (36 pag., pdf)


II METRICS

Impact meting voor MKB's, SME's of SGB's
ANDE het Aspen Network of Development Entrepreneurs heeft een innovatief en makkelijk te gebruiken impact meting systeem ontwikkeld voor haar leden, doelgroep: kleine ondernemingen in opkomende markten. MKB's (MKB: Midden en KleinBedrijf, SME's Small & Mediumsized Enterprises en bij ANDE SGB's Small Growing Businesses). Het metrics systeem meet en managet de belangrijkste factoren voor een SGB op basis van 29 bestaande best practice gidsen en omvat 90% van de onderwerpen. Het systeem is getest door 5 leden en leidt tot positieve resultaten vooral voor bedrijven die aan het opschalen en professionaliseren zijn. Het blijkt een leerzaam instrument en nuttig voor beleidsontwikkeling. En als er beleid is, komen er vrij snel resultaten. Mn ESG (milieu, sociale en beleids)factoren worden versterkt en bedrijfsrisico's verminderd.

ANDE publiceert een 13 pagina's tellend rapport met daarin te veel verantwoording van de opzet en werkwijze, ze hebben wel 6 maanden gestudeerd, maar gelukkig ook wat sales argumenten. Het systeem is te downloaden na registratie bij GIIRS en focust op 4 terreinen: beleid, medewerkers, gemeenschap en milieu. Het begint met het invullen van de Impact Assessment module (de basis) 150 vragen duur circa 2 tot 3 uur. (als je alle cijfers en info paraat hebt?) 8000 b Corps (VS fiscaliteit voor social enterprises) hebben het al gedaan. Voeg het curriculum toe et voila een plan for improvement.

Ik licht 2 onderdelen uit het curriculum toe omdat ze origineel zijn: Medewerkers: betreft betaling, Job creation, verantwoordelijkheid en werkomgeving, Training & educatie, emolumenten of benefits. Gemeenschap: evalueren van S&M beleid toeleveranciers, Lokale betrokkenheid, dienstverlening aan de gemeenschap, Innovatieve business modellen voor de underserved, mensen die nu uitgeslotenen zijn van een product of dienst omdat het niet is of onbetaalbaar. Mn dit laatste is vaak de focus van veel andere impact methodieken hiermee toont het curriculum zich ene realistisch meet-systeem voor kleine impact ondernemingen: ook de eigen bedrijfsvoering moet professioneel zijn, vooral het het oog op groei ofwel impact opschaling. Bron: giirs.org/developing_and_implementing_an_impact_measurement_curriculum_b_lab_final_report


II THINKING

CSR 2.0 weg naar impact investing?
McKinsey doet een duit in het zakje van de CSR (2.0) als argument voor impact investing discussie waar ik aandacht aan besteedde in IINieuws-1okt13 en IINieuws 15sept13. Maximilian Martin, haar voorvechter, was consultant bij McKinsey dat in haar Insights ruimte aan Doug Conant, voormalig CEO van Campbell Soups Company. Tegenwoordig is Conant actief met CECP, Committee Encouraging Corporate Philanthropy kortweg een CEO clubje van de grootste bedrijven in de VS. Hun bedrijven gaven in 2012 samen 14 miljard US$ aan goede doelen. Forbes signaleerde dat bijna 60% van de Fortune 500 bedrijven hun filantropische giften tussen 2007 en 2012 liet stijgen. Mn Giften in nature (deskundigheid en materieel) stegen hard, van 57% naar 69%. Onderwijs is het populairst, met het lager en middelbaar onderwijs (kleuter tot 18) als grote ontvanger met 29% van het budget.

Conant pleit voor gericht geven door bedrijven als basis voor toekomstig commercieel succes. Hij definieert corporate filantropie als een ontdekkingsreis in een sociaal probleem/tekort. Net zoals Research & Development is filantropie een doorwrochte besteding in een sector waar de verwachtte opbrengst speculatief is. Bij Campbell Soup werd onder Conant de missie gedefinieerd als “building the world’s most extraordinary food company by nourishing people’s lives everywhere, every day.Een onderdeel waren filantropische initiatieven in samenwerking met de Amerikaanse Hartstichting gericht op voeding en vooral eetgewoonten. Focus werd obesitas bij kinderen en honger (kwalitatieve ondervoeding?) in de gebieden waar de onderneming haar fabrieken heeft. De betrokkenheid van de medewerkers groeide meer naarmate de inspanningen rond de fabrieken toenam en hoe beter het bedrijf presteerde.

Vodafone stapte in 2000 in Safaricom, mobiele telefonie en betalings-mogelijkheden op het platteland van Kenia Het was eigenlijk te duur en er was te weinig vertrouwen van het management team voor de benodigde investeringen. Met een begrotingstekort aanvullende gift van het ministerie van ontwikkelingssamenwerking van het VK kon toch gestart worden en het werd een winstgevend bedrijf(sonderdeel). Noot van de Blogger: en wat heeft Vodafone toen teruggegeven? *

IBM’s Smarter Cities Challenge is een competitie die IBM medewerkers naar steden over de hele wereld stuurt om gezondheid en veiligheid problemen op te lossen. IBM-ers die meededen aan het integrated consultancy & IT project vonden het een van de meest 'rewarding' ervaringen van hun carrière. Kortom een onbetaalbaar programma voor professionele ontwikkeling dat die markt niet kan bieden. Bron: McKinsey.com/insights/CSR/why_philanthropy_is_r&d_for_business

* Wikipedia: In 2000 werd Vodafone voor 40% eigenaar van Safaricom en ook verantwoordelijk voor het management. Er is een rechtszaak geweest over 5% van de aandelen die naar corrupte machtshebbers in Kenia zijn verdwenen. Safaricom is mn succesvol in grote steden (mission drift!) maar heeft wel voor minder fortuinlijken de Safaricom Foundation (Associated Vodafone charity)


MEDIA

Chari's kunnen het opschalingsplafond doorbreken
In de Huffington Post stond eind sept'13 een vlammend betoog voor het opnieuw uitvinden van de filantropie om als echt effectieve changemaker haar doelen te realiseren. Auteur is Valeria Budinich, oprichtster en COO van Ashoka Full Economic Citizenship. Ashoka is een wereldwijd netwerk van social entrepreneurs en wordt veel genoemde in de wereld van Impact Investing. Dit is een initiatief om mensen kansen te bieden hun economische, sociale en culturele rechten te benutten. Dit klinkt wat zweverig maar is vrij concreet: mensen moeten in hun basisbehoeften kunnen voorzien om als consument, producent en kapitaal bezitter = welvaart schepper actief te kunnen zijn.

Oorsprong van het bouwwerk
Puttend uit chari criticaster Dan Pallotta's TED talk wijst Budinich op de pilaren waarop zowel het kapitalisme als de filantropie in de 18e en 17e eeuw gevestigd zijn: macht (voor weinigen), regels (door hen gemaakt), hiërarchie (top down controleert), besluitvorming (door een selecte groep), en loyaliteit (door de uitvoerenden) om gevestigde patronen te volgen (inertie versterkt de status quo). Chari's en non profits kwamen voort uit dit systeem en werken binnen dit systeem. Social entrepreneurs, die de afgelopen eeuw opkwamen zijn de motor om dit allemaal te veranderen. Het gaat niet meer om (acute) noden verlichten, maar om structurele oplossingen te vinden en gaan er zelf direct mee aan de slag. Noot van de Blogger: Met 20 jaar chari ervaring herken ik wel het verschil in stijl van de mensen binnen de (Nederlandse) chari en non-profit wereld en social entrepreneurs. Mensen binnen de chari en non-profit gaan lobbyen voor agendering, beleid en budget bij de overheid en machtsstructuren die voor hun doelstelling relevant zijn. Premier Balkende verzuchtte aan het begin van dit Millennium mijn inziens terecht dat de overheid aan veel te veel verlangens tegemoet wil(de) komen, dat niet en nooit waar kan maken, de samenleving te afwachtend maakt en initiatieven frustreert.

Budinich noemt David Green als lichtend voorbeeld: hij werkt volgens "compassionate capitalism" en zag kans de prijs van staarlenzen en -operaties met 80% te verlagen. Vroeger werden in India in 8 jaar tijd 200.000 (arme) mensen geopereerd, nu worden in India elk jaar 2,2 miljoen mensen geopereerd. Zijn succes aanpak is mee gefinancierd door de giften van chari's, maar had groter kunnen zijn als er meer geld beschikbaar was / is. Budinich pleit dus voor meer chari geld voor social entrepreneurs die grootschalige resultaten boeken, in het geval van Green 5x zoveel met het traditionele budget. Ik neem aan dat het aantal giften ook toeneemt, als er veel meer mensen mee kunnen worden geholpen. Qua fondsenwerving de meest succesvolle campagne die ik ooit mee- bedacht is 'Help een kind met 15ct per dag'. Dat minimale bedrag is een van de succesfactoren van deze jaarlijkse (collecte)campagne plus de concrete voedselprojecten die ermee gefinancierd worden.

Budinich roept chari's op zichzelf opnieuw uit te vinden door de beste strategie voor effectieve grootschalige verandering te (h)erkennen EN door mee te werken aan geïntegreerde hybride waarde systemen. Ofwel ondersteun social enterprises initiatieven en hun umfeld als belanghebbend deelnemer in een nieuw co-creatie model waar bij de muren -of misschien in de Nederlandse context de zuilen- tussen chari's en social entrepreneurs zijn geslecht. De filantropie weet op welke probleem (deel)terreinen particulier gefinancierde business modellen of de overheid nooit toereikend zullen zijn. Dat is waar hun rol is. Noot van de Blogger: maar liggen daar ook hun talenten en capaciteiten? Ik pleit voor actieve samenwerking met social enterprises EN innovatieve dedicated spin offs met kwalitatief goede (liefst intern gerekruteerde) deskundigheid en meerjarig budget. Niet het zoveelste eendagsvliegjes voor net afgestudeerden, hoe energiek en enthousiast ook. Want chari's moeten ook intern vernieuwen en innoveren. Alleen onoplosbare problemen aanpakken houdt de status quo in stand en in het ergste geval het dweilen met de kraan open.

Filantropie is cruciaal voor steun, samenwerking, innovatie en nieuwe oplossingen. De filantropische sector als mentor, verbinder en versneller van succes door snelle verspreiding. Haar denkers, influentials in goed Nederlands mediajargon, onderzoekskennis en internationale netwerken kunnen veranderingstrends (financieel) steunen en zo het opschalingsplafond doorbreken.
Meer op: HuffingtonPost/VBudinich/reinventing-the-role-of-charitable Giving 'Reinventing the Role of Charitable Giving in a World of Accelerating Change' en haar organisatie Ashoka/FEC


CHARI's

Compliance, Impact en Transparantie
De Transparantprijzen 2013 voor jaarverslagen die uitblinken in Compliance, Impact en Transparantie gingen dit jaar (weer) naar Oxfam Novib (groot) en El Fuego (kleine fondsenwervende instellingen). De prijs voor meest innovatieve jaarverslag ging naar Terre des Hommes. Oxfam krijgt 75.000 Euro van supporter de Postcode Loterij (waarvan het in 2012 al 13,5 miljoen Euro ontvaning en in totaal 319,1 miljoen Euro). El Fuego krijgt 25.000 Euro 00De vermogensfondsen deden weer niet mee.

Topspreker dit jaar was Herman Wijffels, maar de inhoud ging over publieksvertrouwen en daarvoor was Coen van Veenendaal v/h Alpe d'Huzes uitgenodigd. Dit natuurlijk vanwege de recente rol over zijn inkomsten en de claim dat niemand geld verdient aan de actie. Meer op Transparantprijs<


GELEZEN

PATH TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors. De 9e Issue Brief en deze keer een lichtvoetige die onderstreept dat impact investing misschien wel hip en hot is maar niet nieuw. Jed Emerson interviewt Stuart Rudick die zijn carrière als impact investor begon in 1980, 25 jaar voordat het marketing label impact investing werd uitgevonden.

De beslissing om impact investor te worden privé of professioneel is vaak een persoonlijke, op basis van normen, waarden en (toekomst)visie. Ook bij Stuart Ruddick maar hij had het geluk dat hij bij zijn eerste baan bij een kleine beurshandelaar een familiebedrijf zich meteen al kon richten op onderzoek en investeringen in bedrijven die zich bezig houden met water hergebruik, recycling en energie efficiency. Hij kwam binnen 10 jaar binnen als partner bij Bear Stearns (bank en effectenhandelaar*) en investeerde daar in bedrijven met positieve social impact. Een milieublad, landbouw technologie gericht op vermindering van water- en pesticide gebruik en het eerste venture fund voor technologische oplossingen voor het milieu. Hij focuste steeds meer op gezond leven en de duurzame community en industrie (in US). Achteraf gezien is volgens Rudick de sleutel voor succes: het (senior) management team, want investeren doe je in mensen niet alleen in producten, ideeën of technologie.

Zijn huidige investeringsmaatschappij, Mindful Investors Lmt, ziet veel aanbod van deals, maar veel in een vroeger stadium dan zij er in willen investeren. Daarom monitoren zij hun groei en vooruitgang, tot ze rijp zijn voor groeikapitaal investering. Risico hoort bij investeren, dus ook bij impact investing. Zijn keuze is om alleen te investeren in bedrijfstakken en bedrijven waar hij een persoonlijke passie voor heeft en deskundigheid. Maar vooral investeert hij in teams waarmee hij een sterke (vertrouwens)band heeft en in hun vermogen een succesvol bedrijf met social impact te bouwen.
Impact bereikt Rudick door zich te verzekeren van toewijding aan social impact van het management team, maar ook door zelf zitting te nemen in de board (directie of toezicht) en ene nauwe relatie met het senior management. Rudicks investeringsfonds was een van de eerste B Corps (fiscale faciliteit in de VS voor duurzame bedrijven) en hij moedigt zijn investees aan om ook B Corps te worden en social impact beleid te implementeren. Opvallend is dat Rudick zegt helemaal geen lagere rendementen te hebben hoeven accepteren voor social impact investments, zijn sociale ondernemingen hebben het juist beter gedaan dan de markt.

Terugkijkend schetst Rudick een periode van exclusie van sin stocks in de jaren 70, enthousiasme voor socially responsible investments in de jaren 80, zoals groene energie. De venture kapitalisten die daar in stapten hadden echter geen kennis van die markt en presteerden minder goed dan de markt. Nu ziet hij een breed scala van mogelijke impact investeringen in microkrediet, landbouw en consumenten producten die winstgevend en impactvol willen zijn. 

Investeerders die willen beginnen met (private equity) impact investing adviseert Rudick om te beginnen bij het management team, maar ook actief betrokken te zijn bij de onderneming en investeringen te spreiden over meerder bedrijven of in een social impact investeringsfonds te stappen. De sectoren die hij de komende jaren het meest interessant vind zijn: landbouw en water en nieuwe technologieën om productie en efficiency te verhogen.

Stuart Rudick is oprichter en partner van Mindful Investors, L.P., een hybride publiek en privaat market hedge fund. Hij heeft 30 jaar ervaring als impact investor. Jed Emerson is Chief Impact Strategist bij ImpactAssets, een non profit organisatie voor impact investing. Hij is senior adviseur van 2 families die ''total portfolio” impact investment nastreven en al jaren actief binnen het terrein van impact investing.
* Ondergegaan in de US kredietcrisis van 2008 en overgenomen door JP Morgan.

PATH TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors Rapport: ImpactAssets/issue-briefs Bron: Impactassets/Brief 9 (pdf, 9 pag)


JOBS
Impact jobs op www.jobs.thegiin.org


CASE

KiKa KinderKankerfonds
Stichting Kinderen Kankervrij (KiKa) is in 2002 opgericht door Frits Hirschstein toen nog hfd Communicatie by Oxfam Novib en later bij CliniClowns. Mede oprichter was Maarten Stoopendaal, Directeur communicatiebureau Giftkikker, ook bezig met fondsenwerving voor goede doelen. Kortom 2 mannen met relevante ervaring en kennis. Ze starten Kika op verzoek van Prof. Rob Pieters van het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam en Prof. Huib Caron van het Emma kinderziekenhuis in Amsterdam die geld zochten hadden voor onderzoek naar kinderkanker. In Nederland krijgen 500 kinderen per jaar kanker naast de duizenden volwassen die kanker krijgen. Dan is geoormerkt werven wel een manier om te voorkomen dat je bij de verdeling van budget onderaan het lijstje terechtkomt.

KiKa is een eclatant succes: in 10 jaar groeide Kika uit tot een middelgrote fondsenwerver en een van de snelst groeiende. Als het aan Hirschstein ligt blijft dat zo want er moet veel geld worden opgehaald voor de bouw van het Prinses Maxima Centrum een gespecialiseerd ziekenhuis voor kinderen met kanker in Utrecht.

KiKa werft fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn en strijd, meer genezing en een hogere kwaliteit van leven op latere leeftijd. Meer specifiek streeft KiKa naar: 1. Verhoging van de genezingskans. 2. Verbetering van de kwaliteit van de behandeling (minder agressief waar mogelijk). 3. Vermindering van bijwerkingen na de behandeling (effecten op latere leeftijd).

Vrijwel al het geld ging in 2012 ook naar wetenschappelijk onderzoek 5,5 miljoen, 1 miljoen werd besteed aan voorlichting en 4 miljoen is gereserveerd voor het nieuw te bouwen Prinses Maxima Centrum. In 2012 werd de officiële CBF keurmerk norm voor de kosten van fondsenwerving van maximaal 25% met 3% overschreden. Dit na jaren mooie lage scores: in 2009 was het nog maar 10%. Kika heeft sinds de crisis echter ingezet op Direct Mail, relatief duur wel een bestendige vork van fondsenwerving als mits de geef-pyramide goed gemanaged wordt. Dan worden mensen van eenmalig, structureel donateur, grote geven, periodiek schenker en laten evt. een bedrag na aan Kika. Zolang nog 25% van de kinderen met kanker er aan overlijdt, heeft Kika hier een vreselijk argument voor, maar zoals gezegd de bouw van het Prinses Maxima Centrum is een eenmalig project waarvoor Kika snel hard moet groeien.

Inkomsten en vermogensbeheer
KiKa haalde in 2012 15,5 miljoen Euro op waarvan 13 miljoen Euro door giften en schenkingen. Elke dag worden ergens in Nederland 12 acties georganiseerd voor Kika die gemiddeld 2200 euro ophalen. Daarmee werven actieve vrijwilligers dus de helft van de inkomsten voor KiKa. Bekend is de KiKa beer die mensen kunnen kopen voor kinderen en /of kankerpatiëntjes.

Vermogen en vermogensbeheer
Het vermogen bedraagt bijna 14 miljoen euro, Kika heeft geen geoormerkte fondsen (Prinses Maxima Centrum?). De inkomsten uit het vermogen bedroegen in 2012 773.945 euro ofwel 5,6%. Dat is een heel mooi percentage terwijl KiKa alleen spaart. Hoe doen ze dat met de huidige lage rentestanden? KiKa spaart bij verschillende banken, waaronder 5miljoen euro bij de ASN bank en heeft deposito's. De spaarentes bedragen tussen de 1,3% en 2,7%. De looptijd varieëert en is altijd kortlopend. Van het totale saldo aan liquide middelen stond (per ultimo 2012: 29.682.309 Euro stond 28.266.301 Euro op spaarrekeningen. Kortom KiKa houdt nauwelijks geld in kas en benut elke cent om rente inkomsten te behalen. De kosten voor het vermogensbeheer waren trouwens hoog 10% 77.000 Euro (CBF).

Conclusie
KiKa is zonder twijfel aan haar bestedingenkant een impact investor, investeren in wetenschappelijk onderzoek levert een directe bijdrage aan de overlevingskansen, het ontwikkelen van minder agressieve behandelingen en bijwerkingen na de behandeling en effecten op latere leeftijd.
Aan de vermogenskant laat KiKa echter geld liggen, met alleen spaarrekeningen en deposito's ookal behaalde het in 2012 een mooi resultaat van 5,6%. De beleggingsmarkt deed 10% na het drama jaar 2011. Mijn inzien een onderbenutting van een belangrijk bedrijfsmiddel.

Ik schrijf dit natuurlijk wel 2 dagen voor Debtmageddon zoals Durk Veenstra van RTZ de deadline datum voor het schuldenplafond van de VS noemt. Als de politici dat niet voor de 100ste keer sinds 1917 verhogen, dan ontstaat een acute wereldwijde crisis met grote negatieve gevolgen voor de financiele wereld en voor de inkomsten uit vermogen. Dan heeft KiKa gelijk met haar voorzichtige vermogensbeheer.

Kika kan er ook voor kiezen om haar vermogen van 13 miljoen Euro met impact, financieel en voor kinderen met kanker, te investeren in bijvoorbeeld ondernemingen die onderzoek doen naar en medicijnen ontwikkelen tegen kinderkanker. Dan zou ze haar middelen 2x zo effectief gebruiken: meer impact en meer inkomsten.


Vragen en reacties graag naar impactinvestmentnews @ yahoo.com of onderaan dit blog (inloggen als blogger of met gmail)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten