NB
de pagina wat-is-impact-investing? is herzien, meer toegespitst op de praktijk van impact investing
voor grote en kleine beleggers, met aandacht voor private en public
equity impact investing, de doelgroep(en) en belangrijkste sectoren.
Dat mocht ook wel eens na 2,5 jaar voortschrijdend inzicht.
MARKET
Duurzaam
sparen en beleggen in 2012
De gestage groei van
duurzaam sparen en beleggen door particulieren sinds de crises van
2008 en 2003 (+200%) zet zich door. Het marktaandeel sparen en
beleggen steeg in 2012 met 0,2% naar 4,8%. De toename komt op het
conto van duurzaam sparen, het marktaandeel van duurzaam beleggen
daarentegen daalde met 0,4% naar 6,8%. Het totaal ingelegd kapitaal
steeg tot bijna 20 miljard Euro, een toename met 9,2%. De
niet-duurzame markt steeg met 4,9%. Duurzaam sparen had eind 2012 een
omvang van 14,2 miljard Euro (+15%), duurzaam beleggen 5,7 miljard
Euro (-3%).
Het regulier
ingelegd kapitaal, zonder fiscale vrijstelling, steeg met 16%
naar 14miljard Euro. Het fiscaal vrijgesteld duurzaam kapitaal daalde
met 4% tot bijna 6 miljard euro. Oorzaak is de de gefaseerde afbouw
van het fiscale voordeel door kabinet Rutte 1. Binnen de fiscaal
vrijgestelde duurzaam kapitaal verschoof de inleg van
beleggingsproducten (-19%) naar spaarproducten (+21%), de verdeling
is nu bijna gelijk met 2,8 miljard Euro gespaard en 3,1 miljard Euro
belegd . De regering Rutte 2 heeft besloten om voor groene producten
het huidige fiscale voordeel te handhaven.
ASN Bank is marktleider
duurzaam sparen en beleggen met 56% !, gevolgd door Triodos Bank en
Rabobank met beiden 14%. ABN Amro en Rabobank verkopen de meeste
duurzame beleggingsproducten. Buitenlandse beleggingsfondsen en
duurzame mandaten zijn niet meegenomen, dus is er onderrapportage van
de werkelijke markt van duurzame spaar en beleggingsproducten.
Duurzaam
Sparen en Beleggen in 2012
(pdf, 32 pag) Tip
van e-nieuwsbrief duurzaam-beleggen
NB België laat heel andere cijfers en een tegengestelde trend zien voor duurzame Social Responsibility Investment (SRI)fondsen: minus 40 procent in drie jaar tijd. SRI-fondsen omvatten niet het totale aanbod van ethische beleggingsformules maar vormen wel een goede graadmeter voor de ethische beleggingsmarkt. In 2012 was het 4,91 miljard dit jaar tegen nog 8,91 miljard Euro in 2010. Het aantal ethische fondsen aangeboden door banken daalde van 232 in 2011 naar 135 in het tweede kwartaal dit jaar. Gedaalde interesse wordt als oorzaak gezien. Het onderzoek werd uitgevoerd door de Belgian Asset Management Association, onderdeel van Febelfin, de sectorfederatie van de financiële sector. Bron: deMorgen.be/Ethisch-beleggen-keldert-in-Belgie Tip Nieuwsbrief Duurzaam-beleggen.nl
NB België laat heel andere cijfers en een tegengestelde trend zien voor duurzame Social Responsibility Investment (SRI)fondsen: minus 40 procent in drie jaar tijd. SRI-fondsen omvatten niet het totale aanbod van ethische beleggingsformules maar vormen wel een goede graadmeter voor de ethische beleggingsmarkt. In 2012 was het 4,91 miljard dit jaar tegen nog 8,91 miljard Euro in 2010. Het aantal ethische fondsen aangeboden door banken daalde van 232 in 2011 naar 135 in het tweede kwartaal dit jaar. Gedaalde interesse wordt als oorzaak gezien. Het onderzoek werd uitgevoerd door de Belgian Asset Management Association, onderdeel van Febelfin, de sectorfederatie van de financiële sector. Bron: deMorgen.be/Ethisch-beleggen-keldert-in-Belgie Tip Nieuwsbrief Duurzaam-beleggen.nl
MARKET
2
Expertisecentrum
financieringskennis en duurzame energie
Afgelopen
september sloot de SER een Green Deal, een energie-akkoord,
met ruim 40 partijen. Minister
Kamp van Economische Zaken (EZ), de Nederlandse Vereniging van Banken
(NVB) en het Beraad Groenfondsen hebben afgesproken dat de banken die
groene financieringen verstrekken meer geld in duurzame
energieprojecten steken.
Er
komt een expertisecentrum om financieringskennis en technische kennis
bij elkaar brengen en knelpunten voor duurzame investeringen weg te
nemen. Er worden oplossingen gezocht voor duurzame projecten die
financierbaar zijn, maar door bijvoorbeeld technische onzekerheden of
kleinschaligheid nu nog geen geld krijgen. Ook gaat het
expertisecentrum de samenwerking tussen banken, duurzame
investeerders en lagere overheden verbeteren om bijvoorbeeld
trage vergunningsprojecten te versnellen. Bron:
banken-gaan-investeren-duurzame-energieprojecten
MARKET
3
Gemeente
Amsterdam impact investor
Amsterdam
gaat 45 miljoen Euro investeren in financieel en duurzaam rendabele
energieprojecten. Via het (externe) Amsterdams Klimaat en
Energiefonds gaat de gemeente investeren in grootschalige projecten
die aantoonbaar bijdragen aan energiebesparing, duurzame
energieopwekking en energie-efficiency. Veel duurzame investeringen
zijn in de opstartfase risicovol voor banken. Het nieuwe fonds kan
deze risico's wel nemen. Er wordt geen subsidie gegeven: de projecten
moeten rendabel zijn zodat het geïnvesteerde geld weer wordt
terugverdiend. Het fonds is revolverend, dus toekomstige opbrengsten
van de projecten worden de komende vijftien
jaar
opnieuw geïnvesteerd. De eerste 30 projecten hebben zich al gemeld,
het streven is nog dit jaar enkele aanvragen toe te kennen.
Naast het Amsterdams Investeringsfonds heeft de gemeente 4,75 miljoen euro beschikbaar voor duurzame initiatieven uit de stad. (Particuliere) Amsterdammers die in hun buurt duurzame energie willen opwekken of besparen kunnen bij de gemeente een lening aanvragen. De lening heeft een vaste, lage rente van 1,99% en een looptijd van maximaal 15 jaar. De eerste 8 bewonersinitiatieven hebben al een lening gekregen samen voor 1 miljoen Euro. De projecten zijn voor de installatie van zonnepanelen (op wooncomplexen, een clubhuis van een voetbalclub en een school) en dubbele beglazing in woningen. Vanaf 3 oktober kunnen nieuwe leningen bij de gemeente worden aangevraagd. Bron: Infrasite
Naast het Amsterdams Investeringsfonds heeft de gemeente 4,75 miljoen euro beschikbaar voor duurzame initiatieven uit de stad. (Particuliere) Amsterdammers die in hun buurt duurzame energie willen opwekken of besparen kunnen bij de gemeente een lening aanvragen. De lening heeft een vaste, lage rente van 1,99% en een looptijd van maximaal 15 jaar. De eerste 8 bewonersinitiatieven hebben al een lening gekregen samen voor 1 miljoen Euro. De projecten zijn voor de installatie van zonnepanelen (op wooncomplexen, een clubhuis van een voetbalclub en een school) en dubbele beglazing in woningen. Vanaf 3 oktober kunnen nieuwe leningen bij de gemeente worden aangevraagd. Bron: Infrasite
II
Instrument
Catalytic
First Loss Capital
De
GIIN publiceerde een issue brief met als omineuze titel Catalytic
First Loss Capital
in impact investing transacties. Een grant
gever
financiert de eerste verliezen om investeerders anderen aan boord te
krijgen die anders niet mee zouden doen. (participatie katalysering
of leverage).
Catalytic
first-loss capital
(CFLC) is een prominente tactiek geworden in de wereld van impact
investing nu meer investeerders de markt onderzoeken en betreden. Het
is een innovatieve manier om risico te verminderen, sociaal en milieu
doelen vooruit te helpen door grootschalig commercieel kapitaal in te
zetten en investeringen in nieuwe markten te stimuleren.
De
issue brief schetst 2 scenario's voor het inzetten van catalytic
capital:
voor (a) versnelling en grote opschaling van sociaal en/of milieu
impact en/of (b) het demonstreren van de financiële
levensvatbaarheid van high-impact
sectoren
voor commerciële investeerders. © het verbeteren van de
onderhandelingsposities van investees
bij
fondsenwerving. Met 5 deals als voorbeelden van deze 2 scenario's,
met de motivatie, overwegingen en ervaring(slessen) van de
investeerders.
CFLC
is een manier van credit enhancement kredietvergroting net als
(bank)garanties, kredietbrieven, first-loss kapitaal, overwaardering
van onderpanden, verzekeringen en reserves. Veelgebruikt als CFLC
zijn giften, (junior) aandelen/certificaten, achtergestelde leningen
en garanties. Een argument tegen het gebruik van CFLC's als domme
investering
ligt in de perversiteit van de schijnbaar verlagen van het risico
voor andere investeerders en het ondermijnen van de marktwerking.
Voor investees
kan het reputatieschade opleveren dat ze het instrument en chari geld
nodig hebben om de winsten op te krikken. Noot
van de Blogger:
of kneusjes projecten te financieren.
Daarom is belangrijk het businessmodel en de impact ambities te
benadrukken. De auteurs waarschuwen er nadrukkelijk voor CLFS
investees niet automatisch of te makkelijk verdere financiering door
CLFC aan te bieden.
CFLC
verschaffers zijn over het algemeen (vermogens)fondsen,
high-net-worth
individuals (HNWI),
overheden en Ontwikkelingsbanken vanwege hun missie maar elke
investeerder met gepaste motivatie en risk appetite
kan de rol vervullen. Sector kennis en ervaring is een belangrijke
voorwaarde en kwaliteitsborg voor CLFC.
Potentiële
investees moeten voldoen aan investment parameters:
rendements- en risico eisen, bijvoorbeeld in het licht van fiduciair
vermogensbeheer . Dat kan de totaal bereikbare investeringsbedragen
beïnvloeden. Voor impact investing in de praktijk een belangrijk
plafond. (GIIN JP Morgan Survey Perspective on progress, 2013). CFLC
bijdragen kunnen het risico en rendement profiel verbeteren en de
marktdeskundigheid van de CLFC verschaffer het risicoprofiel.
Investees
kunnen gebruik maken van die marktdeskundigheid die vaak in
(geografisch) nieuwe markten extra waardevol is.
De
5 cases betreffen het Community Finance Fund for Social Entrepreneurs
(CFFSE) in Australië en Peak II in Tanzania voor Markt
ontwikkeling en het FreshWorks Fund, Democracy Prep en
FlexCAP voor Versterking (Leverage) van Impact In
een matrix staan overzichtelijk de impact ambities, CLFC bedragen en
bescherming, totale investeringen en verschaffers.
4
van de cases zijn in developed markets: Australië en de VS. De enige
ontwikkelingshulp case is gefinancierd door FMO, onze eigen
Financierings Maatschappij Ontwikelingslanden. Peak II is een
investeringsfonds in Tanzania. FMO is met 1 miljoen Euro, originally
grants CLFC en
'C'
investeerder. Mede-investeerders ('A'
schuld en 'B'
aandelen)
met verminderd risico zijn fondsen, chari's, impact
investeringsfondsen en HNWI's. Verliezen worden door alle drie
categorieën, in meer of mindere mate, gedragen. Als meer
investeerders instappen verlaagt het huidige beschermingspercentage
van 25% (pag. 24). De geplande termijn is 7 jaar en het beoogde
rendement is 24 a 28% Tanzaniaanse shilling. Het fonds komt traag op
gang, heeft nog maar de helft van haar doel (10 miljoen US$) bereikt
maar wel al ene vervijfvousiging van de FMO grant. (Een VS case van
de California Endowment bereikt een ver-50-bvoudiging). Het gelaagde
A-B-C investeringsmodel blijkt wat gecompliceerd en heeft de
fondsenwerving vertraagd. Op pag. 14-15 staat een uitgebreide
beschrijving.
II
METRICS
Impact
meting voor MKB's, SME's of SGB's
ANDE
het Aspen Network of Development Entrepreneurs heeft een innovatief
en makkelijk te gebruiken impact meting systeem ontwikkeld voor
haar leden, doelgroep: kleine ondernemingen in opkomende markten.
MKB's (MKB: Midden en KleinBedrijf,
SME's Small & Mediumsized Enterprises en bij ANDE SGB's Small
Growing Businesses). Het
metrics systeem meet en managet de belangrijkste factoren voor een
SGB op basis van 29 bestaande best practice gidsen en omvat 90% van
de onderwerpen. Het systeem is getest door 5 leden en
leidt tot positieve resultaten vooral voor bedrijven die aan het
opschalen en professionaliseren zijn. Het blijkt een leerzaam
instrument en nuttig voor beleidsontwikkeling. En als er beleid
is, komen er vrij snel resultaten. Mn ESG (milieu, sociale en
beleids)factoren worden versterkt en bedrijfsrisico's verminderd.
ANDE
publiceert een 13 pagina's tellend rapport met daarin te veel
verantwoording van de opzet en werkwijze, ze hebben wel 6 maanden
gestudeerd, maar gelukkig ook wat sales argumenten. Het
systeem is te downloaden na registratie bij GIIRS en focust op 4
terreinen: beleid, medewerkers, gemeenschap en milieu. Het begint met
het invullen van de Impact Assessment module (de basis) 150 vragen
duur circa 2 tot 3 uur. (als je alle cijfers en info paraat
hebt?) 8000 b Corps (VS
fiscaliteit voor social enterprises) hebben het al gedaan. Voeg het
curriculum toe et voila een plan for improvement.
Ik
licht 2 onderdelen uit het curriculum toe omdat ze origineel zijn:
Medewerkers:
betreft betaling,
Job creation, verantwoordelijkheid en werkomgeving, Training &
educatie, emolumenten of benefits. Gemeenschap:
evalueren van S&M beleid toeleveranciers, Lokale betrokkenheid,
dienstverlening aan de gemeenschap, Innovatieve business
modellen
voor de underserved,
mensen die nu uitgeslotenen zijn van een product of dienst omdat het
niet is of onbetaalbaar. Mn dit laatste is vaak de focus van veel
andere impact methodieken hiermee toont het curriculum zich ene
realistisch meet-systeem voor kleine impact ondernemingen: ook de
eigen bedrijfsvoering moet professioneel zijn, vooral het het oog op
groei ofwel impact opschaling. Bron:
giirs.org/developing_and_implementing_an_impact_measurement_curriculum_b_lab_final_report
II
THINKING
CSR
2.0 weg naar impact investing?
McKinsey
doet een duit in het zakje van de CSR (2.0) als argument voor impact
investing discussie waar ik aandacht aan besteedde in IINieuws-1okt13
en IINieuws
15sept13. Maximilian Martin, haar voorvechter, was consultant bij
McKinsey dat in haar Insights ruimte aan Doug Conant, voormalig CEO
van Campbell Soups Company. Tegenwoordig is Conant actief met CECP,
Committee
Encouraging Corporate Philanthropy kortweg een CEO clubje van de
grootste bedrijven in de VS. Hun bedrijven gaven in 2012 samen 14
miljard US$ aan goede doelen. Forbes signaleerde dat bijna 60% van de
Fortune 500 bedrijven hun filantropische giften tussen 2007 en 2012
liet stijgen. Mn Giften in nature (deskundigheid en materieel) stegen
hard, van 57% naar 69%. Onderwijs is het populairst, met het lager en
middelbaar onderwijs (kleuter tot 18) als grote ontvanger met 29% van
het budget.
Conant
pleit voor gericht geven door bedrijven als basis voor toekomstig
commercieel succes. Hij definieert corporate filantropie als een
ontdekkingsreis in een sociaal probleem/tekort. Net zoals
Research & Development is filantropie een doorwrochte besteding in
een sector waar de verwachtte opbrengst speculatief is. Bij Campbell
Soup werd onder Conant de missie gedefinieerd als “building
the world’s most extraordinary food company by nourishing people’s
lives everywhere, every day.”
Een onderdeel waren filantropische initiatieven in
samenwerking met de Amerikaanse Hartstichting gericht op voeding en
vooral eetgewoonten. Focus werd obesitas bij kinderen en honger
(kwalitatieve ondervoeding?) in de gebieden waar de
onderneming haar fabrieken heeft. De betrokkenheid van de medewerkers
groeide meer naarmate de inspanningen rond de fabrieken toenam en
hoe beter het bedrijf presteerde.
Vodafone
stapte in 2000 in Safaricom, mobiele telefonie en
betalings-mogelijkheden op het platteland van Kenia Het was eigenlijk
te duur en er was te weinig vertrouwen van het management team voor
de benodigde investeringen. Met een begrotingstekort aanvullende gift
van het ministerie van ontwikkelingssamenwerking van het VK kon toch
gestart worden en het werd een winstgevend bedrijf(sonderdeel). Noot
van de Blogger: en wat heeft Vodafone toen
teruggegeven? *
IBM’s
Smarter Cities Challenge is een competitie die IBM medewerkers naar
steden over de hele wereld stuurt om gezondheid en veiligheid
problemen op te lossen. IBM-ers die meededen aan het integrated
consultancy & IT project vonden het een
van de meest 'rewarding'
ervaringen van hun carrière. Kortom een onbetaalbaar programma voor
professionele ontwikkeling dat die markt niet kan bieden. Bron:
McKinsey.com/insights/CSR/why_philanthropy_is_r&d_for_business
*
Wikipedia: In
2000 werd Vodafone voor 40% eigenaar van Safaricom en ook
verantwoordelijk voor het management. Er is een rechtszaak geweest
over 5% van de aandelen die naar corrupte machtshebbers in Kenia zijn
verdwenen. Safaricom is mn succesvol in grote steden (mission
drift!)
maar heeft wel voor minder fortuinlijken de Safaricom
Foundation (Associated
Vodafone charity)
MEDIA
Chari's
kunnen het
opschalingsplafond
doorbreken
In
de Huffington Post stond eind sept'13 een vlammend betoog voor het
opnieuw uitvinden van de filantropie om als echt effectieve
changemaker haar
doelen te realiseren. Auteur is Valeria Budinich, oprichtster en COO
van Ashoka Full Economic Citizenship. Ashoka is een wereldwijd
netwerk van social entrepreneurs en wordt veel genoemde in de wereld
van Impact Investing. Dit is een initiatief om mensen kansen te
bieden hun economische, sociale en culturele rechten te benutten. Dit
klinkt wat zweverig maar is vrij concreet: mensen moeten in hun
basisbehoeften kunnen voorzien om als consument, producent en
kapitaal bezitter = welvaart schepper actief te kunnen zijn.
Oorsprong
van het bouwwerk
Puttend
uit chari criticaster Dan
Pallotta's
TED talk wijst Budinich op de pilaren waarop zowel het kapitalisme
als de filantropie in de 18e en 17e eeuw gevestigd zijn: macht
(voor
weinigen), regels
(door hen gemaakt),
hiërarchie
(top down controleert), besluitvorming
(door een selecte groep), en loyaliteit
(door
de uitvoerenden) om gevestigde
patronen te volgen (inertie
versterkt de status quo). Chari's en non profits kwamen voort uit dit
systeem en werken binnen dit systeem. Social entrepreneurs, die de
afgelopen eeuw opkwamen zijn de motor om dit allemaal te veranderen.
Het gaat niet meer om (acute) noden verlichten, maar om structurele
oplossingen te vinden en gaan er zelf direct mee aan de slag. Noot
van de Blogger:
Met 20 jaar chari ervaring herken ik wel het verschil in stijl van de
mensen binnen de (Nederlandse) chari en non-profit wereld en social
entrepreneurs. Mensen binnen de chari en non-profit gaan lobbyen voor
agendering, beleid en budget bij de overheid en machtsstructuren die
voor hun doelstelling relevant zijn. Premier Balkende verzuchtte aan
het begin van dit Millennium mijn inziens terecht dat de overheid aan
veel te veel verlangens tegemoet wil(de) komen, dat niet en nooit
waar kan maken, de samenleving te afwachtend maakt en initiatieven
frustreert.
Budinich
noemt David
Green als lichtend voorbeeld: hij werkt volgens "compassionate
capitalism"
en zag kans de prijs van staarlenzen en -operaties met 80% te
verlagen. Vroeger werden in India in 8 jaar tijd 200.000 (arme)
mensen geopereerd, nu worden in India elk jaar 2,2 miljoen mensen
geopereerd. Zijn
succes aanpak is mee gefinancierd door de giften van chari's, maar
had groter kunnen zijn als er meer geld beschikbaar was / is.
Budinich
pleit dus voor meer chari geld voor social
entrepreneurs
die grootschalige resultaten boeken, in het geval van Green 5x
zoveel met het traditionele budget.
Ik neem aan dat het aantal giften ook toeneemt, als er veel meer
mensen mee kunnen worden geholpen. Qua fondsenwerving de meest
succesvolle campagne die ik ooit mee- bedacht is 'Help een kind met
15ct per dag'. Dat minimale bedrag is een van de succesfactoren van
deze jaarlijkse (collecte)campagne plus de concrete voedselprojecten
die ermee gefinancierd worden.
Budinich
roept chari's op zichzelf opnieuw uit te vinden door de beste
strategie voor effectieve grootschalige verandering te (h)erkennen EN
door mee te werken aan geïntegreerde hybride waarde systemen.
Ofwel ondersteun social enterprises initiatieven en hun umfeld
als belanghebbend deelnemer in een nieuw co-creatie model waar bij de
muren -of misschien in de Nederlandse context de zuilen-
tussen chari's en social entrepreneurs zijn geslecht. De filantropie
weet op welke probleem (deel)terreinen particulier gefinancierde
business modellen of de overheid nooit toereikend zullen zijn. Dat is
waar hun rol is. Noot van de Blogger:
maar liggen daar ook hun talenten en capaciteiten? Ik pleit voor
actieve samenwerking met social enterprises EN innovatieve dedicated
spin offs met kwalitatief goede (liefst intern gerekruteerde)
deskundigheid en meerjarig budget. Niet het zoveelste eendagsvliegjes
voor net afgestudeerden, hoe energiek en enthousiast ook. Want
chari's moeten ook intern vernieuwen en innoveren. Alleen onoplosbare
problemen aanpakken houdt de status quo in stand en in het ergste
geval het dweilen met de kraan open.
Filantropie
is cruciaal voor steun, samenwerking, innovatie en nieuwe
oplossingen. De filantropische sector als mentor, verbinder en
versneller van succes door snelle verspreiding. Haar denkers,
influentials in goed Nederlands mediajargon, onderzoekskennis
en internationale netwerken kunnen veranderingstrends (financieel)
steunen en zo het opschalingsplafond doorbreken.
Meer
op: HuffingtonPost/VBudinich/reinventing-the-role-of-charitable
Giving 'Reinventing the Role of Charitable Giving in a World of
Accelerating Change' en haar organisatie Ashoka/FEC
CHARI's
Compliance,
Impact en Transparantie
De
Transparantprijzen 2013 voor jaarverslagen die uitblinken in
Compliance, Impact en Transparantie gingen dit jaar (weer) naar Oxfam
Novib (groot) en El Fuego (kleine fondsenwervende instellingen). De
prijs voor meest innovatieve jaarverslag ging naar Terre des Hommes.
Oxfam krijgt 75.000 Euro van supporter de Postcode Loterij (waarvan
het in 2012 al 13,5 miljoen Euro ontvaning en in totaal 319,1 miljoen
Euro). El Fuego krijgt 25.000 Euro 00De vermogensfondsen deden weer
niet mee.
Topspreker
dit jaar was Herman Wijffels, maar de inhoud ging over
publieksvertrouwen en daarvoor was Coen van Veenendaal v/h Alpe
d'Huzes uitgenodigd. Dit natuurlijk vanwege de recente rol over zijn
inkomsten en de claim dat niemand geld verdient aan de actie. Meer
op Transparantprijs<
GELEZEN
PATH
TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An
ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact
investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful
Investors. De
9e Issue Brief en deze keer een lichtvoetige die onderstreept dat
impact investing misschien wel hip en hot is maar niet nieuw. Jed
Emerson interviewt Stuart Rudick die zijn carrière als impact
investor begon in 1980, 25 jaar voordat het marketing label
impact investing werd
uitgevonden.
De
beslissing om impact investor te worden privé
of professioneel is vaak een persoonlijke, op basis van normen,
waarden en (toekomst)visie. Ook bij Stuart Ruddick maar hij had het
geluk dat hij bij zijn eerste baan bij een kleine beurshandelaar een
familiebedrijf zich meteen al kon richten op onderzoek en
investeringen in bedrijven die zich bezig houden met water
hergebruik, recycling en energie efficiency.
Hij kwam binnen 10 jaar binnen als partner bij Bear
Stearns (bank en effectenhandelaar*) en investeerde daar in bedrijven
met positieve social impact. Een milieublad, landbouw technologie
gericht op vermindering van water- en pesticide gebruik en het eerste
venture
fund voor technologische oplossingen voor het milieu. Hij focuste
steeds meer op gezond leven en de duurzame
community
en industrie (in US). Achteraf gezien is volgens Rudick de sleutel
voor succes: het (senior) management team, want investeren doe je in
mensen niet alleen in producten, ideeën of technologie.
Zijn huidige
investeringsmaatschappij, Mindful Investors Lmt, ziet veel aanbod van
deals, maar veel in een vroeger stadium dan zij er in willen
investeren. Daarom monitoren zij hun groei en vooruitgang, tot ze
rijp zijn voor groeikapitaal investering. Risico hoort bij
investeren, dus ook bij impact investing. Zijn keuze is om alleen te
investeren in bedrijfstakken en bedrijven waar hij een persoonlijke
passie voor heeft en deskundigheid. Maar vooral investeert hij in
teams waarmee hij een sterke (vertrouwens)band heeft en in hun
vermogen een succesvol bedrijf met social impact te bouwen.
Impact
bereikt Rudick door zich te verzekeren van toewijding aan social
impact van het management team, maar ook door zelf zitting te nemen
in de board (directie of toezicht) en ene nauwe relatie met het
senior management. Rudicks investeringsfonds was een van de eerste B
Corps (fiscale faciliteit in de VS voor duurzame bedrijven) en hij
moedigt zijn
investees
aan om ook B Corps te worden en social impact beleid te
implementeren. Opvallend is dat Rudick zegt helemaal geen lagere
rendementen te hebben hoeven accepteren voor social impact
investments, zijn sociale ondernemingen hebben het juist beter gedaan
dan de markt.
Terugkijkend
schetst Rudick een periode van exclusie van sin stocks in de
jaren 70, enthousiasme voor socially responsible investments
in de jaren 80, zoals groene energie. De venture kapitalisten die
daar in stapten hadden echter geen kennis van die markt en
presteerden minder goed dan de markt. Nu ziet hij een breed scala van
mogelijke
impact investeringen in microkrediet, landbouw en consumenten
producten die winstgevend en impactvol willen zijn.
Investeerders die
willen beginnen met (private equity) impact investing adviseert
Rudick om te beginnen bij het management team, maar ook actief
betrokken te zijn bij de onderneming en investeringen te spreiden
over meerder bedrijven of in een social impact investeringsfonds te
stappen. De sectoren die hij de komende jaren het meest interessant
vind zijn: landbouw en water en nieuwe technologieën
om productie en efficiency te verhogen.
Stuart
Rudick is oprichter en partner van Mindful Investors, L.P.,
een hybride publiek en privaat market hedge fund. Hij heeft 30 jaar
ervaring als impact investor. Jed Emerson is Chief Impact Strategist
bij ImpactAssets, een non profit organisatie voor impact investing.
Hij is senior adviseur van 2 families die ''total portfolio” impact
investment nastreven en al jaren actief binnen het terrein van impact
investing.
*
Ondergegaan in de US kredietcrisis van 2008 en overgenomen door JP
Morgan.
PATH
TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An
ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact
investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful
Investors Rapport:
ImpactAssets/issue-briefs
Bron:
Impactassets/Brief
9
(pdf, 9 pag)
JOBS
CASE
KiKa
KinderKankerfonds
Stichting
Kinderen Kankervrij (KiKa) is in 2002 opgericht door Frits
Hirschstein toen nog hfd Communicatie by Oxfam Novib en later bij
CliniClowns. Mede oprichter was Maarten Stoopendaal, Directeur
communicatiebureau Giftkikker, ook bezig met fondsenwerving voor
goede doelen. Kortom 2 mannen met relevante ervaring en kennis. Ze
starten Kika op verzoek van Prof. Rob Pieters van het Sophia
kinderziekenhuis in Rotterdam en Prof. Huib Caron van het Emma
kinderziekenhuis in Amsterdam die geld zochten hadden voor onderzoek
naar kinderkanker. In Nederland krijgen 500 kinderen per jaar kanker
naast de duizenden volwassen die kanker krijgen. Dan is geoormerkt
werven wel een manier om te voorkomen dat je bij de verdeling van
budget onderaan het lijstje terechtkomt.
KiKa
is een eclatant succes: in 10 jaar groeide Kika uit tot een
middelgrote fondsenwerver en een van de snelst groeiende. Als het aan
Hirschstein ligt blijft dat zo want er moet veel geld worden
opgehaald voor de bouw van het Prinses Maxima Centrum een
gespecialiseerd ziekenhuis voor kinderen met kanker in Utrecht.
KiKa
werft fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op
het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn en strijd, meer
genezing en een hogere kwaliteit van leven op latere leeftijd. Meer
specifiek streeft KiKa naar: 1. Verhoging
van de genezingskans. 2. Verbetering van de
kwaliteit van de behandeling (minder agressief waar mogelijk). 3.
Vermindering van bijwerkingen na de behandeling (effecten
op latere leeftijd).
Vrijwel
al het geld ging in 2012 ook naar wetenschappelijk onderzoek 5,5
miljoen, 1 miljoen werd besteed aan voorlichting en 4 miljoen is
gereserveerd voor het nieuw te bouwen Prinses Maxima Centrum. In 2012
werd de officiële CBF keurmerk norm voor de kosten van
fondsenwerving van maximaal 25% met 3% overschreden. Dit na jaren
mooie lage scores: in 2009 was het nog maar 10%. Kika heeft sinds de
crisis echter ingezet op Direct Mail, relatief duur wel een
bestendige vork van fondsenwerving als mits de geef-pyramide goed
gemanaged wordt. Dan worden mensen van eenmalig, structureel
donateur, grote geven, periodiek schenker en laten evt. een bedrag na
aan Kika. Zolang nog 25% van de kinderen met kanker er aan overlijdt,
heeft Kika hier een vreselijk argument voor, maar zoals gezegd de
bouw van het Prinses Maxima Centrum is een eenmalig project waarvoor
Kika snel hard moet groeien.
Inkomsten
en vermogensbeheer
KiKa haalde in 2012
15,5 miljoen Euro op waarvan 13 miljoen Euro door giften en
schenkingen. Elke dag worden ergens in Nederland 12 acties
georganiseerd voor Kika die gemiddeld 2200 euro ophalen. Daarmee
werven actieve vrijwilligers dus de helft van de inkomsten voor KiKa.
Bekend is de KiKa beer die mensen kunnen kopen voor kinderen en /of
kankerpatiëntjes.
Vermogen
en vermogensbeheer
Het
vermogen bedraagt bijna 14 miljoen euro, Kika heeft geen geoormerkte
fondsen (Prinses Maxima Centrum?). De inkomsten uit het vermogen
bedroegen in 2012 773.945 euro ofwel 5,6%. Dat is een heel mooi
percentage terwijl KiKa alleen spaart. Hoe
doen ze dat met de huidige lage rentestanden?
KiKa spaart bij verschillende banken, waaronder 5miljoen euro bij de
ASN bank en heeft deposito's. De spaarentes bedragen
tussen de 1,3% en 2,7%. De looptijd varieëert en is altijd
kortlopend. Van het totale saldo aan liquide middelen stond (per
ultimo 2012: 29.682.309 Euro stond 28.266.301 Euro op
spaarrekeningen. Kortom KiKa houdt nauwelijks geld in kas en benut
elke cent om rente inkomsten te behalen. De
kosten voor het vermogensbeheer waren trouwens hoog 10% 77.000 Euro
(CBF).
Conclusie
KiKa
is zonder twijfel aan haar bestedingenkant een impact investor,
investeren in wetenschappelijk onderzoek levert een directe bijdrage
aan de overlevingskansen, het ontwikkelen van minder agressieve
behandelingen en bijwerkingen na de behandeling en effecten op latere
leeftijd.
Aan
de vermogenskant laat KiKa echter geld liggen, met alleen
spaarrekeningen en deposito's ookal behaalde het in 2012 een mooi
resultaat van 5,6%. De beleggingsmarkt deed 10% na het drama jaar
2011. Mijn inzien een onderbenutting van een belangrijk
bedrijfsmiddel.
Ik
schrijf dit natuurlijk wel 2 dagen voor Debtmageddon zoals Durk
Veenstra van RTZ de deadline datum voor het schuldenplafond van de VS
noemt. Als de politici dat niet voor de 100ste keer sinds 1917
verhogen, dan ontstaat een acute wereldwijde crisis met grote
negatieve gevolgen voor de financiele wereld en voor de inkomsten uit
vermogen. Dan heeft KiKa gelijk met haar voorzichtige
vermogensbeheer.
Kika
kan er ook voor kiezen om haar vermogen van 13 miljoen Euro met
impact, financieel en voor kinderen met kanker, te investeren in
bijvoorbeeld ondernemingen die onderzoek doen naar en medicijnen
ontwikkelen tegen kinderkanker. Dan zou ze haar middelen 2x zo
effectief gebruiken: meer impact en meer inkomsten.
Bronnen:
CBF/KiKa-Kinderen-Kankervrij-St,
eigen website Kika/over-kika,
jaarverslag 2012 en Kika/Jaarverslag-2012pdf
Blog
101fundraising/de-5-snelste-groeiers-en-het-recept-van-hun-succes
Vragen
en reacties graag naar impactinvestmentnews @ yahoo.com of onderaan
dit blog (inloggen als blogger of met gmail)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten