Deze
keer de bankierseed & II, Delta Lloyd New Energy Fund (MS),
Hummels doet appèl
op private equity investeerders (APEC), GIIN en JP Morgan survey 99
II's, VBDO over pensioensfondsen en II, NOTS lid van GIIN, ook GIIN
liaison in Zwitserland. Sir Ronald Cohen over de voortgang van Big
Society Capital (een model policy case), Stanford Social Inovation
Review artikelen over II en reacties, Financial investigator Ronde
tafel over II. Gelezen: Jed Emerson- Social Finance-Tides over
Donor Advised Funds en als case het Anton Jurgens Fonds.
MARKET
Bankierseed
“Ik verklaar dat ik mijn functie als bankier integer en zorgvuldig zal uitoefenen. Ik zal een zorgvuldige afweging maken tussen alle belangen die bij de bank betrokken zijn, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de werknemers en de samenleving waarin de bank opereert'.Per 1 jan13 zijn bankiers* wettelijk verplicht een eed af te leggen die geispireerd is door de 2400 jaar oude Eed van Hypocrates die artsen afleggen (en sindsdien is gemoderniseerd o.a. vanwege abortus en euthanasie). De wettelijke verplichting tot het afleggen van de eed is uniek in de wereld.
De
eed is vanuit impact investing perspectief veelbelovend vanwege
de afweging tussen alle belangen die bij de bank betrokken zijn en hoe idealistisch de gehele samenleving waarin de bank opereert. Kortom daar waar de markt van vraag & aanbod niet goed werkt en maatschappelijke knelpunten ontstaan kunnen de bankiers zorgvuldige afwegingen maken en hun bijdrage leveren. Voor de cynici onder ons: als de interpretatie in de praktijk een do no harm karakter heeft, zal die ongetwijfeld evolueren naar een do good mentaliteit net als met duurzaam beleggen gebeurt.
De eed is een initiatief van Hans Ludo van Mierlo die 5 jaar geleden (2008!) bedacht toen de financiële wereld instortte en de wereldeconomie in een crisis stortte. Hij is niet helemaal gelukkig met het feit dat de eed nu wettelijk verplicht is geworden: het ging hem om de trots en de drijfveren van bankiers. De wettelijk verplichting verklaart wellicht het gebrek aan haast dat een aantal banken maken met de eedaflegging (nu). De eerste eedafleggers deden dat op 10 jan13 in aanwezigheid van de Minister van Financiën (Dijsselbloem) in de Grote kerk in Den Haag met zelfs (naar keuze neem ik aan) zo waarlijk helpe mij God almachtig.
* het betreft nu alleen de commissarissen en bestuurders. Dit jaar komt duidelijkheid (door Raad van State en na voorlopige evaluatie) of evt. alle 250.000 medewerkers van alle financiële instellingen in Nederland de eed afleggen. Dan worden wellicht ook sancties toegevoegd aan de regeling.
Bronnen:
Een
Vandaag, officielebekendmakingen
en nu.
Morningstar
over New Energy Fund DL
Morningstar's
Maarten te Pas publiceerde 9jan13 een overzicht van 18
beleggingsfondsen met de laagste waardering door analysten. Mn
sectorfondsen zijn vertegenwoordigd, een benadering waar II in
uitblinkt. Maar Morningstar is kritisch over sectorfondsen: ze zijn
onnodig bij diversificatie, worden te laat (na de rally tijdens ene
hype) opgericht en leveren vooral winst op voor het fondshuis en niet
voor de belegger doe duur instapt en laag verkoopt.
Noot
van de Blogger: Dus dringend appèl
op fondshuizen op dit adagium eens te doorbreken en snel(ler) met
impact investing beleggingsfondsen te komen!
Delta
Lloyd L New Energy B
Op
het lijstje laag gewaardeerde fondsen ook het Delta Lloyd L New
Energy Fonds een voortzetting van het OHRA New Energy Fonds anno
2007) en wordt nog steeds beheerd door Ad Schellen, zonder analisten
ondersteuning. Het belegt
in aandelen (101%) van bedrijven
die zich bezig houden met allerlei vormen van nieuwe energie.
Voorbeelden zijn zonne-energie, windenergie, biobrandstoffen,
geothermische energie, brandstofcellen en schone fossiele energie.
Energiebesparing is in feite de goedkoopste vorm van alternatieve
energie en dus belegt het fonds ook in bedrijven op het gebied van
energieopslag en efficiëntie. De
hele waardeketen is in beeld: Energieopwekking
en –opslag; Toelevering; Infrastructuur; en Dienstverlening. De
Topposities worden ingenomen door Quanta Services (ind) 5%, Cree Inc
(tech) 4,65%, Prysmian (kabel fabrikant, top presteerder) Schneider
Electric (ind) 4,3% en InterXion Holding NV (tech) 4,1%.
De
fondsmanager waarschuwt voor de overcapaciteit bij producenten van
zonne-cellen.
F&F
New Energy Fund
De
koers is 14jan13: 3,28euro, de omvang 20miljoen, de expense ratio
1,47% en de aankoopkosten bedragen 5%. Het rendement in 2012 was
echter -3,9%, in 2011 -42,2% en in 2010 -7,1%.
Morningstar-analist
Jeffrey Schumacher vindt het fonds (te) volatiel
door de unieke
sectorpositionering en
de uitgesproken voorkeur voor kleinere bedrijven. Het wordt (te)
mager gemanaged qua bezetting sparringspartners)
en
in house deskundigheid.
De referentie-index is net verslagen maar de kostenstructuur is niet
optimaal. De MS risicorating: 6 van 7
Bronnen
Morningstar MS
Nieuwsbrief/18 Beleggingsfondsen met de laagste waardering Delta
Lloyd Factsheet
Morningstar Delta
Lloyd L New Energy B
GIIN
Nieuwsbrieven
The
Global Impact Investing Network de GIIN timmert stevig aan de weg
op alle fronten met naast het nieuwe F&F report ism JP Morgan een
nieuwsbrief een nieuw Nederlands lid: NOTS, een investors profile van
een investering in schone enrgie in Mongolie van onze
ontwikkelingsbank FMO, een Zwitserse liaison en een investors
spotlight op Big Society Capital: interviews met Eric O'Donnel en
Sir Ronald Cohen over de voortgang.
NOTS
De Nederlandse NOTS Foundation werd lid van het GIIN Network. NOTS is een maatschappelijke onderneming en streeft naar maximaal maatschappelijk en klimatologisch rendement en voldoende financieel rendement. NOTS bestaat uit de NOTS Foundation (een Algemeen Nut Beogende Instelling, waardoor doneren fiscaal aftrekbaar is), de NOTS Holding BV en NOTS Investments BV. NOTS Foundation is de ‘top-holding’: eventuele winsten komen ten goede van de stichting en worden geherinvesteerd in de activiteiten van NOTS. Er worden dus geen uitkeringen gedaan aan bestuurders, etc. NOTS focus is op microfinanciering, duurzame energie en landbouw en voeding. Meer op nots en een uitleg van de NOTS obligatie op IINieuws 15dec2011
De Nederlandse NOTS Foundation werd lid van het GIIN Network. NOTS is een maatschappelijke onderneming en streeft naar maximaal maatschappelijk en klimatologisch rendement en voldoende financieel rendement. NOTS bestaat uit de NOTS Foundation (een Algemeen Nut Beogende Instelling, waardoor doneren fiscaal aftrekbaar is), de NOTS Holding BV en NOTS Investments BV. NOTS Foundation is de ‘top-holding’: eventuele winsten komen ten goede van de stichting en worden geherinvesteerd in de activiteiten van NOTS. Er worden dus geen uitkeringen gedaan aan bestuurders, etc. NOTS focus is op microfinanciering, duurzame energie en landbouw en voeding. Meer op nots en een uitleg van de NOTS obligatie op IINieuws 15dec2011
FMO
Investors profile
FMO,
de Nederlandse Ontwikkelingsbank investeert wereldwijd in energie,
voeding en water. Clean Energy (CE) werd opgericht voor de Salkhit
Wind Farm in Mongolië.
FMO’s investering mede-financiert de bouw van een 50-megawatt wind
farm, Mongolië’s
eerste en beoogt in 5% of de energiebehoefte aan elektriciteit te
voorzien. Mongolië
gebruikt voor haar energie behoefte 95% vervuilende kolen. De
investering bestaat uit een senior debt lening van 21,4 miljoen Euro
en 5,3 miljoen Euro aandelen (inclusief een omzetting van gift
kapitaal voor een haalbaarheidsonderzoek). Link
thegiin.org/FMO
GIIN
goes Europe
De
GIIN benoemde Ingo Weber tot liaison in Zwitserland. Weber heeft 20
jaar internationale investeringservaring, is oprichter van Bridge
Impact Capital Ltd en bestuurslid en adviseur bij diverse bedrijven,
fondsen en family offices. Hij is lid van het (GIIN) Investment
Committee en het team dat het LeapFrog Financial Inclusion Fund (137
miljoen US$) oprichtte. Dat investeert in bedrijven die mensen met
een laag inkomen verzekeringen en ander financiële diensten
aanbieden. Weber is ook mede oprichter en adviserend besturuslid bij
Partnering
for Global Impact, een filantropie & II platform (conferentie) en
Global Strategy Partner voor Ashoka (social entrepreneurs
ondersteuning en II infrastructuur) .
FACTS & FIGURES
Perspectives
on Progress
Het
Global Impact investing Network publiceerde met JP Morgan (Social
Finance) het rapport Perspectives on Progress met ervaringen,
verwachtingen en percepties van 99 impact investors in 2012 en hun
plannen voor 2013.
Het
onderzoek toont een groeiende markt met ambities voor 9miljard US$
aan impact investeringen in 2013 (8 miljard US$ in 2012 en gemiddeld
10% meer investeringen). De II fund managers willen in 2013 groeien
naar 5,7miljard US$ (van 3,5 miljard US$ in 2012).
Respondenten
De
survey is gestuurd naar fondsmanagers (52%), ontwikkelingsbanken,
chari's, 'brede financiële
instituten' en andere investeerders met minstens 10miljoen US$ aan
impact investeringen. Uit Nederland deden (GIIN leden) Composition
Capital partners, St DOEN, FMO, Hooge Raedt Social Venture, B.V.
Oikocredit, SNS Impact Investing, Staalbankiers en Triodos Investment
Management mee.
De
prestaties van hun II portfolio's zijn conform of beter dan de
verwachtingen wat betreft sociaal, milieu en/of financieel rendement
in DM's en EM's (Developed en emerging makets). NB Tweederde van de
investeerders streeft naar marktconform financieel rendement. 96% van
deze respondenten meet impact (met IRIS Impact
Reporting and Investment Standards (IRIS)
metrics dat online kosteloos wordt aangeboden door de GIIN).
Allocatie
89%
investeert direct in bedrijven (51% doen dat exclusief) en 49%
investeert via intermediairen (11% doen dat alleen). Dat kan komen
doordat ruim de helft fondsmanager is; 78% daarvan doet alleen
directe investeringen in bedrijven. Bijna een derde van de
respondenten investeert eigen vermogen, 39% dat van anderen en een
derde van beiden.
78%
investeert in 'growth stage businesses'*
en 51% in 'venture stage'** .
83%
doet dit met private equity en 66% private debt instruments,
klassieke kenmerken van de II industrie. 44% van de respondenten
gebruikt equity-like debt structures en 18% garanties, hoger dan JP
Morgan verwachtte (mn bij niet fondsmanagers).
*
Growth:
bedrijf heeft positief EBITDA en is aan het opschalen;
**
Venture: de onderneming bedrijf is ''in bedrijf' met of zonder
winst maar nog niet positief EBITDA.
Regio's
Het
vaakst wordt geïnvesteerd
in EM's: Sub Sahara Afrika (34%), Zuid Amerika & het Caraïbisch
gebied (32%). Daarna in Oost & Zuid Oost (27%) en Zuid Azië
(26%). Toch investeert 32% in
de V.S. & Canada (vooral/exclusief waar het hoofdkantoor is
gevestigd). II deals hadden de grootste kans om meteen door de
screening te komen in -1- de V.S. & Canada, -2- Zuid Azië
en -3- Latijns Amerika & het Caraïbisch
gebied (inc Mexico). Voor regio favorite Sub Sahara Afrika geldt dat
het lastiger is om goede II mogelijkheden te vinden. In Zuid Azië
en Europa is het makkelijker om early
stage II te vinden.
Sectoren
Er
is groeiende belangstelling voor II buiten microkrediet en andere
financiële
diensten. Voeding en landbouw (57%) wordt gevolgd door
gezondheidszorg (51%), financiële
diensten (47%), microkrediet (46%), onderwijs (45%) en (betaalbare)
huisvesting (44%), energie (43%), water & hygiëne
(36%), communicatie & ITC (31%). Duidelijk door de (opgetelde)
percentages wordt dat II (86%) in verschillende sectoren investeren. Er
zijn verschillen tussen II in EM en Developed Markets (US&Canada)
in de laatste wordt veel meer (48% tegen 14%) in 'andere' sectors
geïnvesteerd
Portfolio
II's
kiezen voor II om hun duurzaam beleggen strategie en/of missie te
realiseren, omdat het een efficiënte
manier is om impact doelen (missie) te realiseren en omdat ze
financieel aantrekkelijk zijn in vergelijking met andere
investeringsmogelijkheden. II's voornaamste zorg zijn Business
model executie &
management risico gevolgd door country
& currency risico's
en op 3 macro economische risico's.
Vraag
naar II groeit
86%
van de respondenten rapporteert dat veel of sommige investeerders
(cliënten) investeren met
impact beginnen te overwegen, 58% dat veel of sommigen een II
strategie (gaan) ontwikkelen en 40% dan veel of sommigen kapitaal
reserveren voor II.
II
industrie barrières
Als
altijd worden als obstakels genoemd gebrek
aan kapitaal over het gehele risico/rendement spectrum
en tekort aan hoge
kwaliteit investeringen met track record.
Het minst werd genoemd inadequate
impact meting praktijk,
gebrek aan onderzoek en
data van producten en prestaties
en gebrek aan II
deskundigen. Tussen de 70
& 80% ziet ('enige') en nog eens tussen de 7 & 16% ziet
significante vooruitgang in de ontwikkeling van de II industrie.
Opvallend
lagerë rendementsverwachtingen maken het niet makkelijker om II te
vinden.
Overheidsbeleid
De
respondenten werd gevraagd van welke (evt ) overheidsbeleid
maatregelen veel of iets zouden helpen II te ontwikkelen. Het hoogst
scoort technische assistentie en overheidsgaranties (67%) en het
minst wordt verwacht van procurement
van investees
Bron:
Persbericht met samenvatting GIIN
PR Perspectives on Progress Rapport:
GIIN
Resources
Nederlandse pensioenfondsen & II
VBDO
onderzoekt jaarlijks het beleggingbeleid van Nederlandse
pensioen-fondsen. Het onderzocht 50 pensioenfondsen. 21
ondernemingsfondsen, 26 bedrijfstakfondsen en 3 kleinere
beroepsgroep-fondsen. 96% van de aangeschreven pensioenfondsen
meegedaan en de fondsen beheren de pensioenen van 13.8 miljoen
Nederlanders.
Voor
het eerst keek de VBDO ook naar impact investing, een kwart, 13
fondsen doen dit (al) ondanks dat positieve selectie en II het
minst worden toegepast.21 fondsen rapporteren zelf II's (p.55).
Van de 13 II pensioenfondsen beleggen acht minder dan 1% van het
beheerd vermogen, vier tussen de 1 en 2% en een fonds 5% of meer voor
impact investing.
Definities
VBDO
onderscheidt bij II non
public impact investments en
equity II. Beide
worden gedefinieerd als investeringen
in bedrijven of projecten die bijdragen aan innovatieve
technologische ontwikkeling en waarde voor de samenleving hebben
anders dan mainstream
solutions. Bij
non public impact
investments tellen
structurele investeringen zwaarder mee, maar worden lager gewaardeerd
als geen bedragen worden gecommuniceerd. Equity
wordt gewaardeerd op het
volume van de investeringen.
In
het rapport op 34: A well-balanced investment mix should
allow between 2 and 5% of their equity and/or alternative investments
portfolio to be used for financing sustainable projects and
companies. The instrument is applicable to publicly listed equity and
private equity. The latter is assessed in this research’ asset
class category ‘alternative investments’. Bron:
(pdf 76 pag).
VBDOBenchmarkpensioenen
II
Public Policy (at work)
Big
Society Capital
Big
Society Capital (BSC) hoort bij de Big Society bank (zie IINieuws
17aug2011). Deze heeft als doel social
enterprises
financieren. Het
werkkapitaal van de bank bestaat uit 400miljoen pond van (15jaar)
niet geclaimde tegoeden op bankrekeningen en 200miljoen pond van de
vier 'High street' of Merlin banken. De eerste investering van
1miljoen pond was in de Private
Equity Foundation, deze schept kansen voor jongeren in
achterstands-situaties, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk.
Noot
van de Blogger
Aan de
hand van how-we-invest
is te zien waar de bank sindsdien heeft geïnvesteerd
en ook de persberichten bigsocietycapital/pressreleases
bieden een interessant overzicht.
Eric
O Donnel vertelt over de BSC strategie: zij verschaft kapitaal aan
Social Investment
Financial Intermediaries (SIFIs),
die toegang tot kapitaal verzorgen voor sociale organisaties. Deze
SIFI's bestaan eigenlijk nauwelijks voor de sociale sector en moeten
vaak nog opgericht worden en/of opschalen. BSC wil die sub-sector
kickstarten (op verzoek van de sociale sector). Voordeel is ook dat
BSC niet direct de 160.000 chari's en 65.000 sociale enterprises in
het VK zaken hoeft te doen.
BSC
wil met de grote financiële
instituties een heel nieuw aanbod creëren
van sociale investeringsfondsen en een social impact bond (SIB) markt
creëren.
Het betrekken van andere sociale èn
traditionele (mainstream) investeerders is niet alleen een werkwijze,
het investeert nooit alleen en trekt altijd ander kapitaal aan.
Investeringen worden gedaan na aanvragen via de SIFI's, maar BSC
zoekt zelf ook actief naar 'gaten' in de sociale investeringsmarkt en
maatschappelijk tekorten en verzoekt SIFI's fondsen op te zetten. De
SIB's (social Impact Bonds markt) groeit snel en er is behoefte een
apart investeringsfonds vanwege het outcome (risico & impact)
karakter. Hiervoor
is een fondsmanager gevonden.
F&F
BSC
investeert gemiddeld tussen de 3 en 10 miljoen US$. Rendement wordt
verwacht na 10 jaar en moet 'voldoende' zijn (inclusief inflatie,
bedrijfskosten en afschrijvingen). Lager dan de markt gezien het
risico maer elke investering moet terugbetaald worden met rendement.
Sectoren
en thema's
BSC
investeert in onderwijs, gezondheidszorg, reclassering, welzijn,
verslavindsprojecten, en jongeren werkgelegenheid. Onder social
enterprises verstaat het een organisatie met een sociaal doel en
minstens 50% van (evt) winst wordt geherinvesteerd. Het kunnen dus
chari's of for-profit ondernemingen zijn. Primair
wordt investees gevraagd:
wie wordt er mee geholpen, welk resultaat beoogt de organisatie en
hoe wordt dit gemeten?
Sir
Ronald Cohen, VC pionier, sprak over de opvallende parallellen
tussen de beginfase van de venture capital sector en II: het ontstaan
van vehicles, investeringsfondsen, wetgeving (prudent man rule)
en de opvatting (marketing) dat het een aparte beleggingscategorie
is. Dan (pas) gaan investeringsfondsen/firma's intern ook de
verantwoordelijkheid, deskundige teams, expertise en ervaring
ontwikkelen.
Hij
verwacht dat andere landen ook Big Socialy Banks, sociale
investeringsbanken gaan oprichten inclusief het benutten van slapende
tegoeden als werkkapitaal. Voor de bank zelf voorziet hij een directe
doelgroep ‘profit
with purpose’ bedrijven.
Een bestaand bedrijf kan met een gouden aandeel van/voor een chari
dan ook een beroep doen op BSC.
In
het VK moet de overheid geld reserveren om de succesvolle SIB's
(terug) te betalen en het model uit te rollen. Hiervoor heeft een
'Outcomes fund'
opgericht, waardoor lokale overheden toegang hebben tot een fonds met
20 miljoen UK£.
Een belangrijk onderdeel van de financiële
infrastructuur.
Tot
slot vat Cohen alles samen 'er is een enorme latente vraag naar II
kapitaal, wereldwijd heeft de sociale sector meer geld nodig. Als men
denkt dat er is, gaat men op zoek. Cruciaal is meer geld naar de
juiste intermediairen te sluizen. Die starten dan met teams, bouwen
deskundigheid en ervaring en zoeken goede investees.
Dan
kan II maatschappelijk tekorten aanpakken'.
Direct
naar Sir Ronald Cohens:
thegiin.org/SRC
Dutch
II THINKING
II
supply chain
Harry
Hummels kreeg eind december van APEC, Amsterdam Private Equity Club,
een onderscheiding voor zijn inspanning voor II met als
co-doelstelling het groeiend belang van II te waarderen. APEC wil in
2013 'haar licht laten schijnen over impact investing'.
Hummels
ging in zijn dankrede in op de volgende stap in de groei van II: het
aantrekken van commercieel kapitaal (institutionele beleggers, asset
managers, inclusief private equity investeerders) . II is een keten
van alle marktpartijen, 'Met filantropie en soft loans komen we er
niet' en de rendementen zijn
beter dan men denkt illustreert Hummels met 3 II cases waarvan een Hotel in
Hackney, London VK. De term impact investing krijgt een derde lading,
het gaat niet alleen om internal rate of return
en sociale en/of milieu winst, deze worden overtroffen door de
Inspirational Rate of
Return, de geestdrift van
mensen die door II aan de slag kunnen.
Hummels
ontvangt de onderscheiding niet zozeer als een erkenning voor
hetgeen is bereikt, maar eerder als een opdracht om met nog meer
energie te werken aan het verbreden en versterken van de impact
investing supply chain. Filantropie, geefgeld en commercieel
kapitaal kunnen samenwerken bij II en ook hier geldt De exit van
de één is de investering van de ander.
ACADEMIA
II
discours
In
de Stanford Social Innovation Review is regelmatig aandacht voor II.
II goeroe Antony Bugg Levine schreef 31oct12 Blazing
new paths for social impact
naar aanleiding van een Social Enterprise World Forum in Brazilië
als opwarmer voor zijn artikel in
de SSIR Winter edition 2013. Eric
Nee managing editor van SSRI schreef een voorwoord. Medio november
schreef Kevin Starr van de Mulago Foundation (as
always)
een kritische noot
'Premature
Incorporation, Don’t let it happen to you'. NB Een
related
story
was dat van Randall Kempner van het ANDE Network over opschaling van
social
enterprises (zie
IINieuws
15dec12)
Blazing
new paths (to complete capital)
Bugg
Levine, mede auteur van het meest complete boek over Impact Investing
(sept 2011, zie hIINieuws
15okt11) mikt in Blazing
new paths hoger
dan een gestage kapitaal stroom naar enkele social
enterprises
of II clusters* Hij hoopt op een gezamenlijke ambitie en inzet om
alle beschikbare middelen zoals investeringen, giften, (overheids)
beleid in te zetten om sociale problemen op te lossen. Hij noemt dit
'Complete
Capital'
niet toevallig de insteek van zijn bijdrage aan de SSIR Winter 2013
editie. In Complete
Capital zoekt hij een antwoord op dilemma van de toegenomen
sociale vraag en de gekrompen overheidsbestedingen. II of for-profit
investment
zijn een deel van de oplossing maar belangrijk(er) is in hoeverre
ontwikkelde landen hun sociale vangnetten (kunnen) handhaven onder de
economische en demografische druk? En zullen ontwikkelende landen de
economische groei meer gelijkmatig verdelen? Complete Capital is meer
dan rebranding
publiek-private
partnerships het is het integreren van de innovatieve krachten
(financieel-, intellectueel-, menselijk- en sociaal kapitaal) voor
het oplossen van complexe sociale vraagstukken. Bij Bugg Levine's
werkgever het Nonprofit Finance Fund bestaat het uit giften,
investeringen en advies/assistentie. Complete Capitak 'organizeren'
duurt langer, verbanden moeten worden gelegd, netwerken gesmeed,
cultuurverschillen en (voor)oordelen overwonnen.
*
Bugg Levine beschouwt ook de strategie van het Omidyar
Network als een beperkte cluster benadering zie IINieuws
15okt2012)
Impact
Investing Grows Up
Ook
in de SSIR winter editie kwam Eric Nee, managing editor van SSIR met
The
impact investing field is maturing as leaders of social innovation
reflect on their experiences and research.
Hij stelt echter ook dat ervaren II's zich realiseren dat hoog
sociaal èn hoog financieel rendement niet haalbaar is. En dat voor
meer impact investeerders harder moeten werken en lagere rendementen
accepteren. Nogal onaantrekkelijk. De hoog rendement ambitie maken II
in bedrijven die lage inkomensgroepen willen bedienen
onaantrekkelijk(er) en zo onbetaalbaar dus onopschaalbaar. Eric Nee
prijst het Omidyar Network en hun strategische II sectoren benadering
om dit financieringsprobleem
tegen
te gaan. (IINieuws
15okt2012) als
voorbeeld van de II praktijk
Premature
Incorporation (of II)
Kevin
Starr van de Mulago schreef een kritische respons omdat hij doodmoe
wordt van social entrepreneurs die hij moet overtuigen geen
for-profit te willen worden. Veel van hebben gedronken van het II
energie drankje en zien een horizon met bergen
investeringskapitaal. Starr waarschuwt dat de praktijk anders is: een
for profit start up financieren lukt nog wel met steun van vrienden,
familie en misschien wat sed kapitaal. Maar de opstartfase duurt
langer dan gedacht en men is nog lang niet klaar voor serieus
groeikapitaal en opschaling als het geld op is. Want Social
entrepreneurship moet vooral ineffectieve markten verslaan een
langdurig, dure onderneming die zelden winstgevend is. En hoe groter
de impact hoe minder winstgevend (NvdB:
dus wat is je prioriteit?) Beginnen
als for-profit sociale onderneming maakt je vaag: chari's weten niet
wat ze met je moeten (NvdB:
als ze het al mogen van de statuten)
en traditionele investeerders zien er niets in. Not+for-profits
(hybride) ondernemingen zijn ook niet de oplossing: de structuur is
te vaag en fluïde of de verlieslijdende delen worden gedumpt aan de
not-for-profit kant. Er is een gevaarlijke wederzijdse
afhankelijkheid en zelden groeien beide kanten even snel. Soms lukt
het wel; meestal door de R&D aan de not for profit kant te
zetten.
Van
not-for-profit naar for-profit
Starr's
voorstel (voor de social entrepreneurs sector) begin als je een hoog-
impact idee hebt met een not-for-profit met als doel een opschaalbaar
business model te ontwikkelen dat aantrekkelijk is voor
investeerders. Als dat is gelukt verander dan in een profit
onderneming met een 'te managen missie'.
Nu nog de filantropen en investeerders bijeenbrengen die dit (nieuwe)
model laten werken. Als de impact goed is, maar break even point nog
ver weg blijf een non profit met toegang tot giften en goedkope
leningen. Liever een worstelende non-profit dan een dead-for-profit.
Laat het II universum nog maar even voor wat het is: het afwachtende
land van belofte en interesse want volgens Starr: It
doesn’t make philanthropists feel good, and it doesn’t make
investors feel smart.
Closing
the pioneer gap
Sasha
Dichter (Acumen Fund, zie PAGINA charity
cases VS), Robert Katz (Stanford/Acumen), Harvey Koh & Ashish
Karamchandani (Monitor Group Mumbai) schreven een artikel over het
financieringsgat voor (inclusive) II pioniers. II gericht op lage
inkomensgroepen en/of ontwikkelingslanden.
Hoewel
II als sector groeit blijven pioniers moeite houden II's te vinden om
(door) te groeien omdat het rendement (dan nog) laag is (of nul).
Maar
hoe gaan (global) schone water, hernieuwbare energie, hygiène,
landbouw, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs het succesverhaal
van microkrediet dan herhalen? Microkrediet werd decennia lang
gesubsidieerd en (commerciële/agressieve) II's (funds) doen net
alsof het allemaal veel sneller kan en de rendementen ventrue capotal
evenaren (die trouwens sterk overschat worden volgens een rapport van
de Kaufmann Foundation LINK).
Impact
ondernemers gericht op lage inkomensgroepen moeten een traditionele
markt(cultuur) beïnvloeden ondanks zwakke infrastructuur,
waardeketens en onervaren onopgeleid personeel. De kosten stijgen, de
planningen vertragen en er ontstaan bottle necks. Meer tijd en geld
kan dat oplossen maar het idela business model van blueprint,
validate, prepare en
scale
is nog ver weg.
Essentieel
bleek enterprise
philanthropy
(met een voorbeeld van de Shell Foundation zie PAGINA Charity-cases
O-Z) giften èn (technische) ondersteuning, advies en hulp, dus
tijd en energie naast cash om de succesvolle ontwikkeling van een
social
enterprise
te laten slagen. De focus is op heldere doelen, een winstgevende
propositie, progressie
in de (capaciteits)ontwikkeling en
vasthoudendheid en doorzetingsvermogen in de het
ontwikkelingsproces
(in
het Engels 'The Four P’s of EnterprisePhilanthropy' Purpose,
Profitable Proposition, Progress en Persistence).
Interessant
zijn blended
investment funds
die investeringskapitaal combineren met (geld voor) filanthropische
of technical ondersteuning. Een fonds met 50 miljoen US$ en 10
miljoen US$ filanthropisch geld, zoals het Grassroots
Business Fund.
De
auteurs pleiten voor een breed II spectrum gerelateerd aan de
risico's, de regio's (infrastructuur) en doelgroep (armen). Hoe meer
risico hoe gespecialiseerder het II vehicle moet zijn, en hoe groter
het filantropie aandeel. De auteurs (er werkzaam) noemen Acuman Fund
als voorbeeld van zo'n hoog risico II. Investeren met impact is (er)
een middel geen doel.
Het
artikel verwijst o.a. naar het Monitor rapport From
Blueprint to Scale, the case for philantropy in II.
(2012 pdf Monitor/Blueprint
To Scale)
Bronnen:
Antony
Bugg Levine op SSIR Blazing_new_paths_for_social_impact
Eric
Nee op SSIR impact_investing_grows_up
Kevin
Starr op SSIR premature_incorporation
EVENT
Financial
Investigator organizeert op 25jan13 een Ronde Tafel over impact
investing, details niet gevonden, hopelijk komt er een verslag in het
Magazine.
Financial
Investigator, is
het onafhankelijke en leidende institutionele magazine voor de
Investment Management en Securities Services industrie in Nederland.
(6xpj en controlled circulation aan meer dan 7.600 lezers) Link
financialinvestigator
GELEZEN
Unifying
an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Impacts
Assets Brief #5. ImpactAssets
issue brief explore critical concepts in impact investing,
deze is een co-productie van seniors van ImpactAssets, RSF
SocialFinance en Tides
(12 pag, juli 2012).
DAF's
explosieve groei
De
Issue Brief is geschreven voor Donor Advised Funds (DAF's), een 80
jaar oud Amerikaans fiscaal fenomeen voor publieke en community
fondsen* en sinds 1991 ook wordt aangeboden aan (particulieren)
cliënten door commerciële investeringsfirma's als filantropie
mogelijkheid. Het aantal DAF's is snel gegroeid: van de nu ruim
150.000 DAF's is driekwart in de afgelopen 10 jaar opgericht. Er zijn
nu 2x zoveel DAF's als private foundations en DAF's beheerden
in 2009 25,2miljard US$ vermogen. Een flinke daling na de crisis in
2008, maar 4x zoveel als het vermogen van US private foundations.
Ruim een derde van het DAF
vermogen wordt beheerd door 35 DAF's/community foundations.
DAF
kenmerken
Donoren
kunnen een DAF oprichten met een fiscaal aftrekbare gift en de DAF
aanbevelen om 'later' geld te doneren aan andere non profits.
Hierdoor wordt het fiscale aftrek moment los gemaakt van het
schenkingsmoment en kan gunstige(r) aftrek worden genoten. Daarnaast
hoeven DAF's die worden aangeboden door publieke chari's geen
belasting te betalen over de inkomen uit investeringen (in
tegenstelling tot private stichtingen en fondsen). De gedoneerde
dollars kunnen zo belasting vrij groeien. Ook is de grens voor
aftrekbare giften aan een DAF is hoger dan aan private chari's.
In
de Issue Brief wordt het concept en de structuur van DAF's uitgelegd
en hun potentieel als II vehikel. Interessant is de uitleg van het
verschil en de compabiliteit van II en filantropie. 'Filantropisch
kapitaal wordt geïnvesteerd waar de markt niet functioneert en II is
de brug tussen commercieel kapitaal (dat in markt mogelijkheden
investeert) en filantropische investeringen waar impact en rendement
(meer) in evenwicht wordt gebracht. Microkrediet
is het voorbeeld van die brug die leidde tot meer evenwichtig sociaal
en financieel rendement met het voorbehoud dat er heel lang veel
(meer) filantropie kapitaal in ging voor het ook financieel rendement
opleverde.
DAF's
II potentie
Het
grote voordeel van DAF's is dat al het vermogen wordt benut voor de
doelstelling(en), Missie gerelateerd investeren in plaats van de (in
de VS verplichte) 5% jaarlijkse uitkering en de overige 95% als
inkomstenbron (al of niet duurzaam belegd). Maar omdat DAF's niet
onder de verplichte 5% uitkering vallen is er geen PRI (MRI) wet- of
regelgeving die II stimuleert.
Toch
zijn DAF's bij uitstek geschikt als impact investors omdat:
de
aanbieders kleine flexibele innovatieve non profits zijn;
DAF's
eerder investeringen kunnen doen die lager-dan-de-markt rendement
opleveren (omdat ze zijn vrijgesteld van de traditionele regels voor
verantwoord fiduciair vermogensbeheer);
DAF's
lagere overhead kosten (dan traditionele foundations) maken meer due
diligence & onderzoek (uitgaven) mogelijk;
gespecialiseerde
DAF's maken het investeringsproces eenvoudiger, soepeler en kosten
effectief;
DAF's
sneller geneigd zijn een nauwere samenwerking aangaan met een donor
die gebaseerd is op hun verwachting(en) en gedeelde ambities.
Hierna
worden een aantal indrukwekkende voordelen voor donoren opgesomd
waardoor DAF's de ontwikkeling van de II industrie kunnen helpen
versnellen en direct afkomstig lijken uit een II marketingonderzoekje
maar wel uitgaan van grote II ambities bij die donoren. Niet erg
overtuigend.
II
door DAF's is nu nog vooral het terrein van leidende DAF aanbieders
als de auteurs (Impact Assets, Tides en RSF Social Finance). Alleen
het (Zwitserse) Schwab Foundation Double Give Programme biedt de
mogelijk 10% van de donaties te oormerken voor de Grameen Foundation
van de grondlegger van het microkrediet Mohammed Yunus. best be
thought of in two categories: donor selected and donor sourced.
Impact
Assets biedt de mogelijkheid te investeren in donor selected
en donor sourced non profits. Donor selected is de Calvert
Calvert Community Investment Note, een (lage rente) leningenfonds
voor non-profits en social enterprises worldwide en Global
Impact Ventures, private leningen en aandelen van (thematische)
impact fondsen. Donor sourced zijn investeringen door donoren die
worden aageboden binnen Impact Assets zoals Village Capital dat haar
geselecteerde, getrainde (, geaccelereerde) social
entrepreneurs hierdoor opschalingskapitaal verschaft.
RSF
Social Finance biedt sinds 1984 DAF's aan voor voeding&landbouw,
sociale gelijkheid, milieu bescherming en vebetering van
levensomstandigheden. Donoren kunnen deelnemen aan 2 portfolio's een
met deposito's bij environmental & community development
banks (liquidity portfolio) en
obligaties in economische ontwikkeling, sociale huisvesting, en
milieu initiatieven. Het heeft een II portfolio met als doel
(grant) inkomen te verschaffen door te investeren in institutional
quality funds en asset managers
that
generate competitive risk adjusted returns. De strategie is te
investeren in meerdere II (op het milieu gerichte) fondsen.
Tides
investeerde al 10 miljoen US$ in DAF's, creëerde een Mission
Related
Investing fund voor institutional en individuele donoren en lanceerde
een collective
action funds
(met diverse financieringsbronnen) voor emancipatie, onderwijs en
social
bonds,
sociaal investeren (zie de PAGINA een
kapitaalinjectie voor goede doelen) om (ook) in de VS de
opschaling van (bewezen) impact business
models
te stimuleren.
Een aantal community foundations zijn actief o.a. de The Greater Cincinnati Community Foundation die in 2008 begon met II (als pilot gesteund door de Rockefeller Foundation). De omzet groeide, er kwamen DAF's bij en recent startte het een (grantmaking) programma voor non profits om investible te worden.
Een aantal community foundations zijn actief o.a. de The Greater Cincinnati Community Foundation die in 2008 begon met II (als pilot gesteund door de Rockefeller Foundation). De omzet groeide, er kwamen DAF's bij en recent startte het een (grantmaking) programma voor non profits om investible te worden.
II
oogmerk
Er
worden vervolgens een aantal suggesties gedaan waardoor DAF's hun II
kunnen laten groeien. De meest relevante, interessantste voor
niet-VS-investeerders is de mogelijkheid om donoren naast grantmaking
suggesties ook investeringssuggesties te laten doen.
RSF
Social Finance RSF Social Finance (RSF) is a pioneering
non-profit financial services organization dedicated to transforming
the way the world works with money. In partnership with a community
of investors and donors, RSF provides capital to non-profit and
for-profit social enterprises addressing key issues in the areas of
Food & Agriculture, Education & the Arts, and Ecological
Stewardship. Geinspireerd door
Rudolf Steiner, antroposofie. Het biedt sinds 1984 DAF's aan.
Het investeert, leent en geeft
en had in 2011 135miljoen US$ onder beheer. Social Finance ontving in
2011 een grant van het Omydiar Network om II te promoten in de VS.
SRF II (DAF) beheert 40miljoen US$ en een nieuw PRI fonds voor food &
agriculture.
Tides,
VS een DAF die DAF's aanbied, streeft naar een rechtvaardige
wereld. Het gaf in 2011 bijna 100 miljoen US$ 'door' ruim 3000 grants
aan non profit organisaties in de VS (75%) en daarbuiten. Het ontving
90 miljoen US$. Het geeft sophisticated financial and managerial
services and inspiration to donors & doe-ers.
Download
(pdf) op impactassets/issue-briefs
of tides/Publications
of rsfsocialfinance/ultimateimpact
*
Niet te verwarren met nieuw-in-Nederland Gemeenschapsfondsen die
gepromoot worden door BiZA en vooral samenwerkingsverbanden zijn van
fondsen met een lokaal / regionaal afgebakend werkterrein.
CASE
(Onder
voorbehoud van opmerkingen van AJF)
Anton
Jurgens Fonds
Deze
keer het Anton Jurgens Fonds dat haar jaarrekening niet openbaar
maakt en alleen omdat Tera Terpstra chef de bureau is, naast haar
werk als director bij de Wire Group, Venturing for Impact
(co-founder) Achmea Foundation. Hiervoor was Terpstra director Toniic
Europe & Board member bij dit International Impact Investor
Network. Tijdens de transformatie naar II fonds, was zij directeur
bij de d.o.b foundation (zie PAGINA Charity
Cases Nederland A-N) met ondersteuning door clean/green tech &
life science investor Frits van de Have (Zandstaete).
Kortom
deze keer een fonds dat wordt geleid door een impact investing expert
die ook transformeerde/t van een traditioneel (dus weinig effectief)
vermogensfonds naar een impact investing fonds. De
functieomschrijving van Tineke Kemp, Venture Philanthropy Manager
Nederland&Belgie at Anton Jurgens Fonds is ook veelbelovend mede
omdat zij hiervoor werkzaam was bij Private Banking van ABNAMRO Mees
Pierson. Omdat het Fonds helemaal geen cijfers communiceert, ook haar
beneficiënten doen op verzoek niet, kijk ik alleen naar het beleid.
NB Over de gesteunde projecten wordt ook (nog) niet gecommuniceerd.
Geschiedenis
De
naamgever van het fonds wordt geboren in 1867 en neemt in 1888
noodgedwongen -door het overlijden van zijn vader- de leiding van het
familiebedrijf over. Anton bouwt, met hulp van zijn broers, oom en
neven, de firma uit tot een multinationale onderneming. In
1906 wordt het een naamloze vennootschap en kan publiek investeren /
deelnemen. De NV koopt vele margarinefabrieken in binnen- en
buitenland op en in 1902 wortd de firma omgedoopt tot Anton
Jurgens' Margarinefabrieken. Deze fuseert in 1927 met concurrent
Samuel van den Bergh en wordt de Margarine Unie. Dit bedrijf fuseert
in 1929 met de Engelse firma Lever Brothers, waaruit Unilever
ontstaat. Volgens de Dow Jones Sustainability Index de wereldwijde
sector leader voeding.
In
1925 richt Anton de ‘Stichting Anton Jurgens Fonds’ op voor de
financiële ondersteuning van familieleden en instellingen die
werkzaam zijn op sociaal gebied. Anton overlijdt zonder kinderen in
1945 in Torquay. In 1969 worden de humanitaire doelstellingen
toevertrouwd aan 'Stichting Anton Jurgens Fonds 1969' en ondersteunt
de stichting geen familieleden meer. In het bestuur zitten 6 personen
die familie of gelieerd zijn aan de familie Jurgens.
Heden
en toekomst
Van
de website: Het
Anton Jurgens Fonds geeft een eigentijdse invulling aan de waarden
die destijds aan de basis lagen van het doen en laten van stichter
Anton Jurgens: ondernemerschap, maatschappelijke betrokkenheid en
zijn open en christelijke levensvisie. Anno 2013 kiest het Fonds voor
een werkwijze waarin kwaliteit, meetbare impact, betrokkenheid en een
integrale (project)benadering centraal staan. De geografische
ligging, focus thema's en de selectiecriteria zijn bepalend voor de
keuze van projecten.
De
aanvraag moet passen binnen de algemene context van het Anton Jurgens
Fonds en haar zes fundamentele criteria; ondernemerschap
om
waarde en meerwaarde te creëren; duurzaamheid
voor
het project of de organisatie; persoonlijk
initiatief & persoonlijke inzet om
zelfredzaamheid te stimuleren; preventie
om
problemen structureel bij de wortel aan te pakken;
verantwoordelijkheidszin
en maatschappelijke betrokkenheid om
de aandacht voor anderen en de inzet voor de gemeenschap te
stimuleren: en nastreven
van zingeving:
om mensen te doen nadenken over niet alleen het ‘hoe’ maar vooral
ook over het ‘waarom’ van hun handelen en bestaan.
Het
Fonds ondersteunt (nu
nog?) alleen projecten
in Nederland, België, Mali, Burkina Faso, Benin, Togo, Liberia,
Sierra Leone, Guinee (Conakry) en Indonesië. (in het recente
verleden Constru Casa in
Guatemala, Lusekelo in Zambia (2011), Laos in 2011, Friends Indeed
India etc.) Noot
van de Blogger:
Het werkterrein is dus geografisch gezien ingekrompen.
Voorkeur
hebben projecten die:
Een
reële
slagingskans hebben
en waarbij de risico's in alle redelijkheid en realistisch in kaart
kunnen worden gebracht;
duidelijk
impact hebben en
zo mogelijk een blijvende verandering teweegbrengen;
meetbaar
en zichtbaar resultaat opleveren,
een evaluatie moet mogelijk zijn;
Bij
voorkeur vernieuwend
zijn en een voorbeeldfunctie
kunnen hebben. Het fonds heeft nadrukkelijk uitsluitingscriteria
geformuleerd (zie antonjurgensfonds/werkwijze)
Financiering
Het
Fonds ondersteunt ‘kleine’ impactvolle projecten (aanvraag tot
€7.500) alleen met donaties. Bij de grotere aanvragen zijn diverse
alternatieve financiële vormen van doneren, lenen, garantie,
investeren of een combinatie daarvan mogelijk. Eventuele financiële
rendementen worden niet uitgesloten en door het Anton Jurgens Fonds
opnieuw aangewend om de missie van het fonds te verwerkelijken.
Recente
activiteiten
Medio
2012 sponsorde het Fonds de presentaties van ondernemersplannen van
een groep jonge (van 16-27 jaar)ondernemers, Zij volgden een 2/3
maandse Be a Businessman training van De Jonge Krijger, projectbureau
voor jongeren, werk en scholing in Capelle aan den IJssel. In
de training
ontdekken jongeren
hun talenten en kwaliteiten, krijgen meer zelfvertrouwen, eigen
verantwoordelijkheidsgevoel en leren om doelen te bereiken. Sociale
vaardigheden zoals communiceren, presenteren en samenwerken komen ook
aan bod. Bron
be-a-businessman
Afgelopen
december organiseerde het Fonds met ABNAMRO en St.DOEN een
masterclass voor social
entrepreneurs over
verschillende financieringsvormen
Van de voor-en nadelen van bankkredieten tot lenen van informal
investors en de kansen die crowdfunding biedt. Bron
social-enterprise
Conclusie
(van
het fonds zelf) 'De werkwijze van het Anton Jurgens Fonds kan worden
samengevat als een innovatieve mix van filantropie en geldende
principes uit het bedrijfsleven, precies zoals Anton Jurgens dat
gedaan zou hebben'.
Bronnen:
antonjurgensfonds
en Wikipedia/Jurgens
(en google)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten