15 januari 2013

Impact Investing Nieuws 15 januari 2013

Deze keer de bankierseed & II, Delta Lloyd New Energy Fund (MS), Hummels doet appèl op private equity investeerders (APEC), GIIN en JP Morgan survey 99 II's, VBDO over pensioensfondsen en II, NOTS lid van GIIN, ook GIIN liaison in Zwitserland. Sir Ronald Cohen over de voortgang van Big Society Capital (een model policy case), Stanford Social Inovation Review artikelen over II en reacties, Financial investigator Ronde tafel over II. Gelezen: Jed Emerson- Social Finance-Tides over Donor Advised Funds en als case het Anton Jurgens Fonds.

MARKET

Bankierseed
“Ik verklaar dat ik mijn functie als bankier integer en zorgvuldig zal uitoefenen. Ik zal een zorgvuldige afweging maken tussen alle belangen die bij de bank betrokken zijn, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de werknemers en de samenleving waarin de bank opereert'.
Per 1 jan13 zijn bankiers* wettelijk verplicht een eed af te leggen die geispireerd is door de 2400 jaar oude Eed van Hypocrates die artsen afleggen (en sindsdien is gemoderniseerd o.a. vanwege abortus en euthanasie). De wettelijke verplichting tot het afleggen van de eed is uniek in de wereld.


De eed is vanuit impact investing perspectief veelbelovend vanwege de afweging tussen alle belangen die bij de bank betrokken zijn en hoe idealistisch de gehele samenleving waarin de bank opereert. Kortom daar waar de markt van vraag & aanbod niet goed werkt en maatschappelijke knelpunten ontstaan kunnen de bankiers zorgvuldige afwegingen maken en hun bijdrage leveren. Voor de cynici onder ons: als de interpretatie in de praktijk een do no harm karakter heeft, zal die ongetwijfeld evolueren naar een do good mentaliteit net als met duurzaam beleggen gebeurt.

De eed is een initiatief van Hans Ludo van Mierlo die 5 jaar geleden (2008!) bedacht toen de financiële wereld instortte en de wereldeconomie in een crisis stortte. Hij is niet helemaal gelukkig met het feit dat de eed nu wettelijk verplicht is geworden: het ging hem om de trots en de drijfveren van bankiers. De wettelijk verplichting verklaart wellicht het gebrek aan haast dat een aantal banken maken met de eedaflegging (nu)De eerste eedafleggers deden dat op 10 jan13 in aanwezigheid van de Minister van Financiën (Dijsselbloem) in de Grote kerk in Den Haag met zelfs (naar keuze neem ik aan) zo waarlijk helpe mij God almachtig.

* het betreft nu alleen de commissarissen en bestuurders. Dit jaar komt duidelijkheid (door Raad van State en na voorlopige evaluatie) of evt. alle 250.000 medewerkers van alle financiële instellingen in Nederland de eed afleggen. Dan worden wellicht ook sancties toegevoegd aan de regeling.



Morningstar over New Energy Fund DL
Morningstar's Maarten te Pas publiceerde 9jan13 een overzicht van 18 beleggingsfondsen met de laagste waardering door analysten. Mn sectorfondsen zijn vertegenwoordigd, een benadering waar II in uitblinkt. Maar Morningstar is kritisch over sectorfondsen: ze zijn onnodig bij diversificatie, worden te laat (na de rally tijdens ene hype) opgericht en leveren vooral winst op voor het fondshuis en niet voor de belegger doe duur instapt en laag verkoopt.

Noot van de Blogger: Dus dringend appèl op fondshuizen op dit adagium eens te doorbreken en snel(ler) met impact investing beleggingsfondsen te komen!

Delta Lloyd L New Energy B
Op het lijstje laag gewaardeerde fondsen ook het Delta Lloyd L New Energy Fonds een voortzetting van het OHRA New Energy Fonds anno 2007) en wordt nog steeds beheerd door Ad Schellen, zonder analisten ondersteuning. Het belegt in aandelen (101%) van bedrijven die zich bezig houden met allerlei vormen van nieuwe energie. Voorbeelden zijn zonne-energie, windenergie, biobrandstoffen, geothermische energie, brandstofcellen en schone fossiele energie. Energiebesparing is in feite de goedkoopste vorm van alternatieve energie en dus belegt het fonds ook in bedrijven op het gebied van energieopslag en efficiëntie. De hele waardeketen is in beeld: Energieopwekking en –opslag; Toelevering; Infrastructuur; en Dienstverlening. De Topposities worden ingenomen door Quanta Services (ind) 5%, Cree Inc (tech) 4,65%, Prysmian (kabel fabrikant, top presteerder) Schneider Electric (ind) 4,3% en InterXion Holding NV (tech) 4,1%.
De fondsmanager waarschuwt voor de overcapaciteit bij producenten van zonne-cellen.

F&F New Energy Fund
De koers is 14jan13: 3,28euro, de omvang 20miljoen, de expense ratio 1,47% en de aankoopkosten bedragen 5%. Het rendement in 2012 was echter -3,9%, in 2011 -42,2% en in 2010 -7,1%.
Morningstar-analist Jeffrey Schumacher vindt het fonds (te) volatiel door de unieke sectorpositionering en de uitgesproken voorkeur voor kleinere bedrijven. Het wordt (te) mager gemanaged qua bezetting sparringspartners) en in house deskundigheid. De referentie-index is net verslagen maar de kostenstructuur is niet optimaal. De MS risicorating: 6 van 7


GIIN Nieuwsbrieven
The Global Impact Investing Network de GIIN timmert stevig aan de weg op alle fronten met naast het nieuwe F&F report ism JP Morgan een nieuwsbrief een nieuw Nederlands lid: NOTS, een investors profile van een investering in schone enrgie in Mongolie van onze ontwikkelingsbank FMO, een Zwitserse liaison en een investors spotlight op Big Society Capital: interviews met Eric O'Donnel en Sir Ronald Cohen over de voortgang.


NOTS
De Nederlandse NOTS Foundation werd lid van het GIIN Network. NOTS is een maatschappelijke onderneming en streeft naar maximaal maatschappelijk en klimatologisch rendement  en voldoende financieel rendement. NOTS bestaat uit de NOTS Foundation (een Algemeen Nut Beogende Instelling, waardoor doneren fiscaal aftrekbaar is), de NOTS Holding BV en NOTS Investments BV. NOTS Foundation is de ‘top-holding’: eventuele winsten komen ten goede van de stichting en worden geherinvesteerd in de activiteiten van NOTS. Er worden dus geen uitkeringen gedaan aan bestuurders, etc. NOTS focus is op microfinanciering, duurzame energie en landbouw en voeding. Meer op nots en een uitleg van de NOTS obligatie op IINieuws 15dec2011


FMO Investors profile
FMO, de Nederlandse Ontwikkelingsbank investeert wereldwijd in energie, voeding en water. Clean Energy (CE) werd opgericht voor de Salkhit Wind Farm in Mongolië. FMO’s investering mede-financiert de bouw van een 50-megawatt wind farm, Mongolië’s eerste en beoogt in 5% of de energiebehoefte aan elektriciteit te voorzien. Mongolië gebruikt voor haar energie behoefte 95% vervuilende kolen. De investering bestaat uit een senior debt lening van 21,4 miljoen Euro en 5,3 miljoen Euro aandelen (inclusief een omzetting van gift kapitaal voor een haalbaarheidsonderzoek). Link thegiin.org/FMO


GIIN goes Europe
De GIIN benoemde Ingo Weber tot liaison in Zwitserland. Weber heeft 20 jaar internationale investeringservaring, is oprichter van Bridge Impact Capital Ltd en bestuurslid en adviseur bij diverse bedrijven, fondsen en family offices. Hij is lid van het (GIIN) Investment Committee en het team dat het LeapFrog Financial Inclusion Fund (137 miljoen US$) oprichtte. Dat investeert in bedrijven die mensen met een laag inkomen verzekeringen en ander financiële diensten aanbieden. Weber is ook mede oprichter en adviserend besturuslid bij Partnering for Global Impact, een filantropie & II platform (conferentie) en Global Strategy Partner voor Ashoka (social entrepreneurs ondersteuning en II infrastructuur) .


FACTS & FIGURES

Perspectives on Progress
Het Global Impact investing Network publiceerde met JP Morgan (Social Finance) het rapport Perspectives on Progress met ervaringen, verwachtingen en percepties van 99 impact investors in 2012 en hun plannen voor 2013.
Het onderzoek toont een groeiende markt met ambities voor 9miljard US$ aan impact investeringen in 2013 (8 miljard US$ in 2012 en gemiddeld 10% meer investeringen). De II fund managers willen in 2013 groeien naar 5,7miljard US$ (van 3,5 miljard US$ in 2012).

Respondenten
De survey is gestuurd naar fondsmanagers (52%), ontwikkelingsbanken, chari's, 'brede financiële instituten' en andere investeerders met minstens 10miljoen US$ aan impact investeringen. Uit Nederland deden (GIIN leden) Composition Capital partners, St DOEN, FMO, Hooge Raedt Social Venture, B.V. Oikocredit, SNS Impact Investing, Staalbankiers en Triodos Investment Management mee.

De prestaties van hun II portfolio's zijn conform of beter dan de verwachtingen wat betreft sociaal, milieu en/of financieel rendement in DM's en EM's (Developed en emerging makets). NB Tweederde van de investeerders streeft naar marktconform financieel rendement. 96% van deze respondenten meet impact (met IRIS Impact Reporting and Investment Standards (IRIS) metrics dat online kosteloos wordt aangeboden door de GIIN).

Allocatie
89% investeert direct in bedrijven (51% doen dat exclusief) en 49% investeert via intermediairen (11% doen dat alleen). Dat kan komen doordat ruim de helft fondsmanager is; 78% daarvan doet alleen directe investeringen in bedrijven. Bijna een derde van de respondenten investeert eigen vermogen, 39% dat van anderen en een derde van beiden.

78% investeert in 'growth stage businesses'* en 51% in 'venture stage'** .
83% doet dit met private equity en 66% private debt instruments, klassieke kenmerken van de II industrie. 44% van de respondenten gebruikt equity-like debt structures en 18% garanties, hoger dan JP Morgan verwachtte (mn bij niet fondsmanagers).

* Growth: bedrijf heeft positief EBITDA en is aan het opschalen;
** Venture: de onderneming bedrijf is ''in bedrijf' met of zonder winst maar nog niet positief EBITDA.

Regio's
Het vaakst wordt geïnvesteerd in EM's: Sub Sahara Afrika (34%), Zuid Amerika & het Caraïbisch gebied (32%). Daarna in Oost & Zuid Oost (27%) en Zuid Azië (26%). Toch investeert 32% in de V.S. & Canada (vooral/exclusief waar het hoofdkantoor is gevestigd). II deals hadden de grootste kans om meteen door de screening te komen in -1- de V.S. & Canada, -2- Zuid Azië en -3- Latijns Amerika & het Caraïbisch gebied (inc Mexico). Voor regio favorite Sub Sahara Afrika geldt dat het lastiger is om goede II mogelijkheden te vinden. In Zuid Azië en Europa is het makkelijker om early stage II te vinden.

Sectoren
Er is groeiende belangstelling voor II buiten microkrediet en andere financiële diensten. Voeding en landbouw (57%) wordt gevolgd door gezondheidszorg (51%), financiële diensten (47%), microkrediet (46%), onderwijs (45%) en (betaalbare) huisvesting (44%), energie (43%), water & hygiëne (36%), communicatie & ITC (31%). Duidelijk door de (opgetelde) percentages wordt dat II (86%) in verschillende sectoren investeren. Er zijn verschillen tussen II in EM en Developed Markets (US&Canada) in de laatste wordt veel meer (48% tegen 14%) in 'andere' sectors geïnvesteerd

Portfolio
II's kiezen voor II om hun duurzaam beleggen strategie en/of missie te realiseren, omdat het een efficiënte manier is om impact doelen (missie) te realiseren en omdat ze financieel aantrekkelijk zijn in vergelijking met andere investeringsmogelijkheden. II's voornaamste zorg zijn Business model executie & management risico gevolgd door country & currency risico's en op 3 macro economische risico's.

Vraag naar II groeit
86% van de respondenten rapporteert dat veel of sommige investeerders (cliënten) investeren met impact beginnen te overwegen, 58% dat veel of sommigen een II strategie (gaan) ontwikkelen en 40% dan veel of sommigen kapitaal reserveren voor II.

II industrie barrières
Als altijd worden als obstakels genoemd gebrek aan kapitaal over het gehele risico/rendement spectrum en tekort aan hoge kwaliteit investeringen met track record. Het minst werd genoemd inadequate impact meting praktijk, gebrek aan onderzoek en data van producten en prestaties en gebrek aan II deskundigen. Tussen de 70 & 80% ziet ('enige') en nog eens tussen de 7 & 16% ziet significante vooruitgang in de ontwikkeling van de II industrie.
Opvallend lagerë rendementsverwachtingen maken het niet makkelijker om II te vinden.

Overheidsbeleid
De respondenten werd gevraagd van welke (evt ) overheidsbeleid maatregelen veel of iets zouden helpen II te ontwikkelen. Het hoogst scoort technische assistentie en overheidsgaranties (67%) en het minst wordt verwacht van procurement van investees

Bron: Persbericht met samenvatting GIIN PR Perspectives on Progress Rapport: GIIN Resources


FACTS & FIGURES 2

Nederlandse pensioenfondsen & II
VBDO onderzoekt jaarlijks het beleggingbeleid van Nederlandse pensioen-fondsen. Het onderzocht 50 pensioenfondsen. 21 ondernemingsfondsen, 26 bedrijfstakfondsen en 3 kleinere beroepsgroep-fondsen. 96% van de aangeschreven pensioenfondsen meegedaan en de fondsen beheren de pensioenen van 13.8 miljoen Nederlanders.

Voor het eerst keek de VBDO ook naar impact investing, een kwart, 13 fondsen doen dit (al) ondanks dat positieve selectie en II het minst worden toegepast.21 fondsen rapporteren zelf II's (p.55). Van de 13 II pensioenfondsen beleggen acht minder dan 1% van het beheerd vermogen, vier tussen de 1 en 2% en een fonds 5% of meer voor impact investing.

Definities
VBDO onderscheidt bij II non public impact investments en equity II. Beide worden gedefinieerd als investeringen in bedrijven of projecten die bijdragen aan innovatieve technologische ontwikkeling en waarde voor de samenleving hebben anders dan mainstream solutions. Bij non public impact investments tellen structurele investeringen zwaarder mee, maar worden lager gewaardeerd als geen bedragen worden gecommuniceerd. Equity wordt gewaardeerd op het volume van de investeringen.

In het rapport op 34: A well-balanced investment mix should allow between 2 and 5% of their equity and/or alternative investments portfolio to be used for financing sustainable projects and companies. The instrument is applicable to publicly listed equity and private equity. The latter is assessed in this research’ asset class category ‘alternative investments’. Bron: (pdf 76 pag). VBDOBenchmarkpensioenen


II Public Policy (at work)

Big Society Capital
Big Society Capital (BSC) hoort bij de Big Society bank (zie IINieuws 17aug2011). Deze heeft als doel social enterprises financieren. Het werkkapitaal van de bank bestaat uit 400miljoen pond van (15jaar) niet geclaimde tegoeden op bankrekeningen en 200miljoen pond van de vier 'High street' of Merlin banken. De eerste investering van 1miljoen pond was in de Private Equity Foundation, deze schept kansen voor jongeren in achterstands-situaties, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk. Noot van de Blogger Aan de hand van how-we-invest is te zien waar de bank sindsdien heeft geïnvesteerd en ook de persberichten bigsocietycapital/pressreleases bieden een interessant overzicht.

Eric O Donnel vertelt over de BSC strategie: zij verschaft kapitaal aan Social Investment Financial Intermediaries (SIFIs), die toegang tot kapitaal verzorgen voor sociale organisaties. Deze SIFI's bestaan eigenlijk nauwelijks voor de sociale sector en moeten vaak nog opgericht worden en/of opschalen. BSC wil die sub-sector kickstarten (op verzoek van de sociale sector). Voordeel is ook dat BSC niet direct de 160.000 chari's en 65.000 sociale enterprises in het VK zaken hoeft te doen.

BSC wil met de grote financiële instituties een heel nieuw aanbod creëren van sociale investeringsfondsen en een social impact bond (SIB) markt creëren. Het betrekken van andere sociale èn traditionele (mainstream) investeerders is niet alleen een werkwijze, het investeert nooit alleen en trekt altijd ander kapitaal aan. Investeringen worden gedaan na aanvragen via de SIFI's, maar BSC zoekt zelf ook actief naar 'gaten' in de sociale investeringsmarkt en maatschappelijk tekorten en verzoekt SIFI's fondsen op te zetten. De SIB's (social Impact Bonds markt) groeit snel en er is behoefte een apart investeringsfonds vanwege het outcome (risico & impact) karakter. Hiervoor is een fondsmanager gevonden.

F&F
BSC investeert gemiddeld tussen de 3 en 10 miljoen US$. Rendement wordt verwacht na 10 jaar en moet 'voldoende' zijn (inclusief inflatie, bedrijfskosten en afschrijvingen). Lager dan de markt gezien het risico maer elke investering moet terugbetaald worden met rendement.

Sectoren en thema's
BSC investeert in onderwijs, gezondheidszorg, reclassering, welzijn, verslavindsprojecten, en jongeren werkgelegenheid. Onder social enterprises verstaat het een organisatie met een sociaal doel en minstens 50% van (evt) winst wordt geherinvesteerd. Het kunnen dus chari's of for-profit ondernemingen zijn. Primair wordt investees gevraagd: wie wordt er mee geholpen, welk resultaat beoogt de organisatie en hoe wordt dit gemeten?

Sir Ronald Cohen, VC pionier, sprak over de opvallende parallellen tussen de beginfase van de venture capital sector en II: het ontstaan van vehicles, investeringsfondsen, wetgeving (prudent man rule) en de opvatting (marketing) dat het een aparte beleggingscategorie is. Dan (pas) gaan investeringsfondsen/firma's intern ook de verantwoordelijkheid, deskundige teams, expertise en ervaring ontwikkelen.

Hij verwacht dat andere landen ook Big Socialy Banks, sociale investeringsbanken gaan oprichten inclusief het benutten van slapende tegoeden als werkkapitaal. Voor de bank zelf voorziet hij een directe doelgroep ‘profit with purpose’ bedrijven. Een bestaand bedrijf kan met een gouden aandeel van/voor een chari dan ook een beroep doen op BSC.

In het VK moet de overheid geld reserveren om de succesvolle SIB's (terug) te betalen en het model uit te rollen. Hiervoor heeft een 'Outcomes fund' opgericht, waardoor lokale overheden toegang hebben tot een fonds met 20 miljoen UK£. Een belangrijk onderdeel van de financiële infrastructuur.

Tot slot vat Cohen alles samen 'er is een enorme latente vraag naar II kapitaal, wereldwijd heeft de sociale sector meer geld nodig. Als men denkt dat er is, gaat men op zoek. Cruciaal is meer geld naar de juiste intermediairen te sluizen. Die starten dan met teams, bouwen deskundigheid en ervaring en zoeken goede investees. Dan kan II maatschappelijk tekorten aanpakken'.
Direct naar Sir Ronald Cohens: thegiin.org/SRC


Dutch II THINKING

II supply chain
Harry Hummels kreeg eind december van APEC, Amsterdam Private Equity Club, een onderscheiding voor zijn inspanning voor II met als co-doelstelling het groeiend belang van II te waarderen. APEC wil in 2013 'haar licht laten schijnen over impact investing'.

Hummels ging in zijn dankrede in op de volgende stap in de groei van II: het aantrekken van commercieel kapitaal (institutionele beleggers, asset managers, inclusief private equity investeerders) . II is een keten van alle marktpartijen, 'Met filantropie en soft loans komen we er niet' en de rendementen zijn beter dan men denkt illustreert Hummels met 3 II cases waarvan een Hotel in Hackney, London VK. De term impact investing krijgt een derde lading, het gaat niet alleen om internal rate of return en sociale en/of milieu winst, deze worden overtroffen door de Inspirational Rate of Return, de geestdrift van mensen die door II aan de slag kunnen.

Hummels ontvangt de onderscheiding niet zozeer als een erkenning voor hetgeen is bereikt, maar eerder als een opdracht om met nog meer energie te werken aan het verbreden en versterken van de impact investing supply chain. Filantropie, geefgeld en commercieel kapitaal kunnen samenwerken bij II en ook hier geldt De exit van de één is de investering van de ander.



ACADEMIA

II discours
In de Stanford Social Innovation Review is regelmatig aandacht voor II. II goeroe Antony Bugg Levine schreef 31oct12 Blazing new paths for social impact naar aanleiding van een Social Enterprise World Forum in Brazilië als opwarmer voor zijn artikel in de SSIR Winter edition 2013. Eric Nee managing editor van SSRI schreef een voorwoord. Medio november schreef Kevin Starr van de Mulago Foundation (as always) een kritische noot 'Premature Incorporation, Don’t let it happen to you'. NB Een related story was dat van Randall Kempner van het ANDE Network over opschaling van social enterprises (zie IINieuws 15dec12)

Blazing new paths (to complete capital)
Bugg Levine, mede auteur van het meest complete boek over Impact Investing (sept 2011, zie hIINieuws 15okt11) mikt in Blazing new paths hoger dan een gestage kapitaal stroom naar enkele social enterprises of II clusters* Hij hoopt op een gezamenlijke ambitie en inzet om alle beschikbare middelen zoals investeringen, giften, (overheids) beleid in te zetten om sociale problemen op te lossen. Hij noemt dit 'Complete Capital' niet toevallig de insteek van zijn bijdrage aan de SSIR Winter 2013 editie. In Complete Capital zoekt hij een antwoord op dilemma van de toegenomen sociale vraag en de gekrompen overheidsbestedingen. II of for-profit investment zijn een deel van de oplossing maar belangrijk(er) is in hoeverre ontwikkelde landen hun sociale vangnetten (kunnen) handhaven onder de economische en demografische druk? En zullen ontwikkelende landen de economische groei meer gelijkmatig verdelen? Complete Capital is meer dan rebranding publiek-private partnerships het is het integreren van de innovatieve krachten (financieel-, intellectueel-, menselijk- en sociaal kapitaal) voor het oplossen van complexe sociale vraagstukken. Bij Bugg Levine's werkgever het Nonprofit Finance Fund bestaat het uit giften, investeringen en advies/assistentie. Complete Capitak 'organizeren' duurt langer, verbanden moeten worden gelegd, netwerken gesmeed, cultuurverschillen en (voor)oordelen overwonnen.
* Bugg Levine beschouwt ook de strategie van het Omidyar Network als een beperkte cluster benadering zie IINieuws 15okt2012)

Impact Investing Grows Up
Ook in de SSIR winter editie kwam Eric Nee, managing editor van SSIR met The impact investing field is maturing as leaders of social innovation reflect on their experiences and research. Hij stelt echter ook dat ervaren II's zich realiseren dat hoog sociaal èn hoog financieel rendement niet haalbaar is. En dat voor meer impact investeerders harder moeten werken en lagere rendementen accepteren. Nogal onaantrekkelijk. De hoog rendement ambitie maken II in bedrijven die lage inkomensgroepen willen bedienen onaantrekkelijk(er) en zo onbetaalbaar dus onopschaalbaar. Eric Nee prijst het Omidyar Network en hun strategische II sectoren benadering om dit financieringsprobleem tegen te gaan. (IINieuws 15okt2012) als voorbeeld van de II praktijk

Premature Incorporation (of II)
Kevin Starr van de Mulago schreef een kritische respons omdat hij doodmoe wordt van social entrepreneurs die hij moet overtuigen geen for-profit te willen worden. Veel van hebben gedronken van het II energie drankje en zien een horizon met bergen investeringskapitaal. Starr waarschuwt dat de praktijk anders is: een for profit start up financieren lukt nog wel met steun van vrienden, familie en misschien wat sed kapitaal. Maar de opstartfase duurt langer dan gedacht en men is nog lang niet klaar voor serieus groeikapitaal en opschaling als het geld op is. Want Social entrepreneurship moet vooral ineffectieve markten verslaan een langdurig, dure onderneming die zelden winstgevend is. En hoe groter de impact hoe minder winstgevend (NvdB: dus wat is je prioriteit?) Beginnen als for-profit sociale onderneming maakt je vaag: chari's weten niet wat ze met je moeten (NvdB: als ze het al mogen van de statuten) en traditionele investeerders zien er niets in. Not+for-profits (hybride) ondernemingen zijn ook niet de oplossing: de structuur is te vaag en fluïde of de verlieslijdende delen worden gedumpt aan de not-for-profit kant. Er is een gevaarlijke wederzijdse afhankelijkheid en zelden groeien beide kanten even snel. Soms lukt het wel; meestal door de R&D aan de not for profit kant te zetten.

Van not-for-profit naar for-profit
Starr's voorstel (voor de social entrepreneurs sector) begin als je een hoog- impact idee hebt met een not-for-profit met als doel een opschaalbaar business model te ontwikkelen dat aantrekkelijk is voor investeerders. Als dat is gelukt verander dan in een profit onderneming met een 'te managen missie'. Nu nog de filantropen en investeerders bijeenbrengen die dit (nieuwe) model laten werken. Als de impact goed is, maar break even point nog ver weg blijf een non profit met toegang tot giften en goedkope leningen. Liever een worstelende non-profit dan een dead-for-profit. Laat het II universum nog maar even voor wat het is: het afwachtende land van belofte en interesse want volgens Starr: It doesn’t make philanthropists feel good, and it doesn’t make investors feel smart.

Closing the pioneer gap
Sasha Dichter (Acumen Fund, zie PAGINA charity cases VS), Robert Katz (Stanford/Acumen), Harvey Koh & Ashish Karamchandani (Monitor Group Mumbai) schreven een artikel over het financieringsgat voor (inclusive) II pioniers. II gericht op lage inkomensgroepen en/of ontwikkelingslanden.
Hoewel II als sector groeit blijven pioniers moeite houden II's te vinden om (door) te groeien omdat het rendement (dan nog) laag is (of nul).

Maar hoe gaan (global) schone water, hernieuwbare energie, hygiène, landbouw, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs het succesverhaal van microkrediet dan herhalen? Microkrediet werd decennia lang gesubsidieerd en (commerciële/agressieve) II's (funds) doen net alsof het allemaal veel sneller kan en de rendementen ventrue capotal evenaren (die trouwens sterk overschat worden volgens een rapport van de Kaufmann Foundation LINK).

Impact ondernemers gericht op lage inkomensgroepen moeten een traditionele markt(cultuur) beïnvloeden ondanks zwakke infrastructuur, waardeketens en onervaren onopgeleid personeel. De kosten stijgen, de planningen vertragen en er ontstaan bottle necks. Meer tijd en geld kan dat oplossen maar het idela business model van blueprint, validate, prepare en scale is nog ver weg.

Essentieel bleek enterprise philanthropy (met een voorbeeld van de Shell Foundation zie PAGINA Charity-cases O-Z) giften èn (technische) ondersteuning, advies en hulp, dus tijd en energie naast cash om de succesvolle ontwikkeling van een social enterprise te laten slagen. De focus is op heldere doelen, een winstgevende propositie, progressie in de (capaciteits)ontwikkeling en vasthoudendheid en doorzetingsvermogen in de het ontwikkelingsproces (in het Engels 'The Four P’s of EnterprisePhilanthropy' Purpose, Profitable Proposition, Progress en Persistence).

Interessant zijn blended investment funds die investeringskapitaal combineren met (geld voor) filanthropische of technical ondersteuning. Een fonds met 50 miljoen US$ en 10 miljoen US$ filanthropisch geld, zoals het Grassroots Business Fund.

De auteurs pleiten voor een breed II spectrum gerelateerd aan de risico's, de regio's (infrastructuur) en doelgroep (armen). Hoe meer risico hoe gespecialiseerder het II vehicle moet zijn, en hoe groter het filantropie aandeel. De auteurs (er werkzaam) noemen Acuman Fund als voorbeeld van zo'n hoog risico II. Investeren met impact is (er) een middel geen doel.

Het artikel verwijst o.a. naar het Monitor rapport From Blueprint to Scale, the case for philantropy in II. (2012 pdf Monitor/Blueprint To Scale)

Bronnen:
Antony Bugg Levine op SSIR Blazing_new_paths_for_social_impact
Antony Bugg Levine op SSIR Complete Capital
Eric Nee op SSIR impact_investing_grows_up
Kevin Starr op SSIR premature_incorporation
Dichter, Katz, Koh & Karamchandani op SSIR Closing the pioneer gap


EVENT
Financial Investigator organizeert op 25jan13 een Ronde Tafel over impact investing, details niet gevonden, hopelijk komt er een verslag in het Magazine.
Financial Investigator, is het onafhankelijke en leidende institutionele magazine voor de Investment Management en Securities Services industrie in Nederland. (6xpj en controlled circulation aan meer dan 7.600 lezers) Link financialinvestigator


GELEZEN

Unifying an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Impacts Assets Brief #5. ImpactAssets issue brief explore critical concepts in impact investing, deze is een co-productie van seniors van ImpactAssets, RSF SocialFinance en Tides (12 pag, juli 2012).

DAF's explosieve groei
De Issue Brief is geschreven voor Donor Advised Funds (DAF's), een 80 jaar oud Amerikaans fiscaal fenomeen voor publieke en community fondsen* en sinds 1991 ook wordt aangeboden aan (particulieren) cliënten door commerciële investeringsfirma's als filantropie mogelijkheid. Het aantal DAF's is snel gegroeid: van de nu ruim 150.000 DAF's is driekwart in de afgelopen 10 jaar opgericht. Er zijn nu 2x zoveel DAF's als private foundations en DAF's beheerden in 2009 25,2miljard US$ vermogen. Een flinke daling na de crisis in 2008, maar 4x zoveel als het vermogen van US private foundations. Ruim een derde van het DAF vermogen wordt beheerd door 35 DAF's/community foundations.

DAF kenmerken
Donoren kunnen een DAF oprichten met een fiscaal aftrekbare gift en de DAF aanbevelen om 'later' geld te doneren aan andere non profits. Hierdoor wordt het fiscale aftrek moment los gemaakt van het schenkingsmoment en kan gunstige(r) aftrek worden genoten. Daarnaast hoeven DAF's die worden aangeboden door publieke chari's geen belasting te betalen over de inkomen uit investeringen (in tegenstelling tot private stichtingen en fondsen). De gedoneerde dollars kunnen zo belasting vrij groeien. Ook is de grens voor aftrekbare giften aan een DAF is hoger dan aan private chari's.

In de Issue Brief wordt het concept en de structuur van DAF's uitgelegd en hun potentieel als II vehikel. Interessant is de uitleg van het verschil en de compabiliteit van II en filantropie. 'Filantropisch kapitaal wordt geïnvesteerd waar de markt niet functioneert en II is de brug tussen commercieel kapitaal (dat in markt mogelijkheden investeert) en filantropische investeringen waar impact en rendement (meer) in evenwicht wordt gebracht. Microkrediet is het voorbeeld van die brug die leidde tot meer evenwichtig sociaal en financieel rendement met het voorbehoud dat er heel lang veel (meer) filantropie kapitaal in ging voor het ook financieel rendement opleverde.

DAF's II potentie
Het grote voordeel van DAF's is dat al het vermogen wordt benut voor de doelstelling(en), Missie gerelateerd investeren in plaats van de (in de VS verplichte) 5% jaarlijkse uitkering en de overige 95% als inkomstenbron (al of niet duurzaam belegd). Maar omdat DAF's niet onder de verplichte 5% uitkering vallen is er geen PRI (MRI) wet- of regelgeving die II stimuleert.

Toch zijn DAF's bij uitstek geschikt als impact investors omdat:
de aanbieders kleine flexibele innovatieve non profits zijn;
DAF's eerder investeringen kunnen doen die lager-dan-de-markt rendement opleveren (omdat ze zijn vrijgesteld van de traditionele regels voor verantwoord fiduciair vermogensbeheer);
DAF's lagere overhead kosten (dan traditionele foundations) maken meer due diligence & onderzoek (uitgaven) mogelijk;
gespecialiseerde DAF's maken het investeringsproces eenvoudiger, soepeler en kosten effectief;
DAF's sneller geneigd zijn een nauwere samenwerking aangaan met een donor die gebaseerd is op hun verwachting(en) en gedeelde ambities.

Hierna worden een aantal indrukwekkende voordelen voor donoren opgesomd waardoor DAF's de ontwikkeling van de II industrie kunnen helpen versnellen en direct afkomstig lijken uit een II marketingonderzoekje maar wel uitgaan van grote II ambities bij die donoren. Niet erg overtuigend.

II door DAF's is nu nog vooral het terrein van leidende DAF aanbieders als de auteurs (Impact Assets, Tides en RSF Social Finance). Alleen het (Zwitserse) Schwab Foundation Double Give Programme biedt de mogelijk 10% van de donaties te oormerken voor de Grameen Foundation van de grondlegger van het microkrediet Mohammed Yunus. best be thought of in two categories: donor selected and donor sourced.

Impact Assets biedt de mogelijkheid te investeren in donor selected en donor sourced non profits. Donor selected is de Calvert Calvert Community Investment Note, een (lage rente) leningenfonds voor non-profits en social enterprises worldwide en Global Impact Ventures, private leningen en aandelen van (thematische) impact fondsen. Donor sourced zijn investeringen door donoren die worden aageboden binnen Impact Assets zoals Village Capital dat haar geselecteerde, getrainde (, geaccelereerde) social entrepreneurs hierdoor opschalingskapitaal verschaft.
RSF Social Finance biedt sinds 1984 DAF's aan voor voeding&landbouw, sociale gelijkheid, milieu bescherming en vebetering van levensomstandigheden. Donoren kunnen deelnemen aan 2 portfolio's een met deposito's bij environmental & community development banks (liquidity portfolio) en obligaties in economische ontwikkeling, sociale huisvesting, en milieu initiatieven. Het heeft een II portfolio met als doel (grant) inkomen te verschaffen door te investeren in institutional quality funds en asset managers
that generate competitive risk adjusted returns. De strategie is te investeren in meerdere II (op het milieu gerichte) fondsen.
Tides investeerde al 10 miljoen US$ in DAF's, creëerde een Mission
Related Investing fund voor institutional en individuele donoren en lanceerde een collective action funds (met diverse financieringsbronnen) voor emancipatie, onderwijs en social bonds, sociaal investeren (zie de PAGINA een kapitaalinjectie voor goede doelen) om (ook) in de VS de opschaling van (bewezen) impact business models te stimuleren.  

Een aantal community foundations zijn actief o.a. de The Greater Cincinnati Community Foundation die in 2008 begon met II (als pilot gesteund door de Rockefeller Foundation). De omzet groeide, er kwamen DAF's bij en recent startte het een (grantmaking) programma voor non profits om investible te worden.

II oogmerk
Er worden vervolgens een aantal suggesties gedaan waardoor DAF's hun II kunnen laten groeien. De meest relevante, interessantste voor niet-VS-investeerders is de mogelijkheid om donoren naast grantmaking suggesties ook investeringssuggesties te laten doen.

RSF Social Finance RSF Social Finance (RSF) is a pioneering non-profit financial services organization dedicated to transforming the way the world works with money. In partnership with a community of investors and donors, RSF provides capital to non-profit and for-profit social enterprises addressing key issues in the areas of Food & Agriculture, Education & the Arts, and Ecological Stewardship. Geinspireerd door Rudolf Steiner, antroposofie. Het biedt sinds 1984 DAF's aan. Het investeert, leent en geeft en had in 2011 135miljoen US$ onder beheer. Social Finance ontving in 2011 een grant van het Omydiar Network om II te promoten in de VS. SRF II (DAF) beheert 40miljoen US$ en een nieuw PRI fonds voor food & agriculture.

Tides, VS een DAF die DAF's aanbied, streeft naar een rechtvaardige wereld. Het gaf in 2011 bijna 100 miljoen US$ 'door' ruim 3000 grants aan non profit organisaties in de VS (75%) en daarbuiten. Het ontving 90 miljoen US$. Het geeft sophisticated financial and managerial services and inspiration to donors & doe-ers.

* Niet te verwarren met nieuw-in-Nederland Gemeenschapsfondsen die gepromoot worden door BiZA en vooral samenwerkingsverbanden zijn van fondsen met een lokaal / regionaal afgebakend werkterrein.


CASE
(Onder voorbehoud van opmerkingen van AJF)

Anton Jurgens Fonds
Deze keer het Anton Jurgens Fonds dat haar jaarrekening niet openbaar maakt en alleen omdat Tera Terpstra chef de bureau is, naast haar werk als director bij de Wire Group, Venturing for Impact (co-founder) Achmea Foundation. Hiervoor was Terpstra director Toniic Europe & Board member bij dit International Impact Investor Network. Tijdens de transformatie naar II fonds, was zij directeur bij de d.o.b foundation (zie PAGINA Charity Cases Nederland A-N) met ondersteuning door clean/green tech & life science investor Frits van de Have (Zandstaete).

Kortom deze keer een fonds dat wordt geleid door een impact investing expert die ook transformeerde/t van een traditioneel (dus weinig effectief) vermogensfonds naar een impact investing fonds. De functieomschrijving van Tineke Kemp, Venture Philanthropy Manager Nederland&Belgie at Anton Jurgens Fonds is ook veelbelovend mede omdat zij hiervoor werkzaam was bij Private Banking van ABNAMRO Mees Pierson. Omdat het Fonds helemaal geen cijfers communiceert, ook haar beneficiënten doen op verzoek niet, kijk ik alleen naar het beleid. NB Over de gesteunde projecten wordt ook (nog) niet gecommuniceerd.

Geschiedenis
De naamgever van het fonds wordt geboren in 1867 en neemt in 1888 noodgedwongen -door het overlijden van zijn vader- de leiding van het familiebedrijf over. Anton bouwt, met hulp van zijn broers, oom en neven, de firma uit tot een multinationale onderneming. In 1906 wordt het een naamloze vennootschap en kan publiek investeren / deelnemen. De NV koopt vele margarinefabrieken in binnen- en buitenland op en in 1902 wortd de firma omgedoopt tot Anton Jurgens' Margarinefabrieken. Deze fuseert in 1927 met concurrent Samuel van den Bergh en wordt de Margarine Unie. Dit bedrijf fuseert in 1929 met de Engelse firma Lever Brothers, waaruit Unilever ontstaat. Volgens de Dow Jones Sustainability Index de wereldwijde sector leader voeding.

In 1925 richt Anton de ‘Stichting Anton Jurgens Fonds’ op voor de financiële ondersteuning van familieleden en instellingen die werkzaam zijn op sociaal gebied. Anton overlijdt zonder kinderen in 1945 in Torquay. In 1969 worden de humanitaire doelstellingen toevertrouwd aan 'Stichting Anton Jurgens Fonds 1969' en ondersteunt de stichting geen familieleden meer. In het bestuur zitten 6 personen die familie of gelieerd zijn aan de familie Jurgens.

Heden en toekomst
Van de website: Het Anton Jurgens Fonds geeft een eigentijdse invulling aan de waarden die destijds aan de basis lagen van het doen en laten van stichter Anton Jurgens: ondernemerschap, maatschappelijke betrokkenheid en zijn open en christelijke levensvisie. Anno 2013 kiest het Fonds voor een werkwijze waarin kwaliteit, meetbare impact, betrokkenheid en een integrale (project)benadering centraal staan. De geografische ligging, focus thema's en de selectiecriteria zijn bepalend voor de keuze van projecten

De aanvraag moet passen binnen de algemene context van het Anton Jurgens Fonds en haar zes fundamentele criteria; ondernemerschap om waarde en meerwaarde te creëren; duurzaamheid voor het project of de organisatie; persoonlijk initiatief & persoonlijke inzet om zelfredzaamheid te stimuleren; preventie om problemen structureel bij de wortel aan te pakken; verantwoordelijkheidszin en maatschappelijke betrokkenheid om de aandacht voor anderen en de inzet voor de gemeenschap te stimuleren: en nastreven van zingeving: om mensen te doen nadenken over niet alleen het ‘hoe’ maar vooral ook over het ‘waarom’ van hun handelen en bestaan.

Het Fonds ondersteunt (nu nog?) alleen projecten in Nederland, België, Mali, Burkina Faso, Benin, Togo, Liberia, Sierra Leone, Guinee (Conakry) en Indonesië. (in het recente verleden Constru Casa in Guatemala, Lusekelo in Zambia (2011), Laos in 2011, Friends Indeed India etc.) Noot van de Blogger: Het werkterrein is dus geografisch gezien ingekrompen.

Voorkeur hebben projecten die:
Een reële slagingskans hebben en waarbij de risico's in alle redelijkheid en realistisch in kaart kunnen worden gebracht;
duidelijk impact hebben en zo mogelijk een blijvende verandering teweegbrengen;
meetbaar en zichtbaar resultaat opleveren, een evaluatie moet mogelijk zijn;
Bij voorkeur vernieuwend zijn en een voorbeeldfunctie kunnen hebben. Het fonds heeft nadrukkelijk uitsluitingscriteria geformuleerd (zie antonjurgensfonds/werkwijze)

Financiering
Het Fonds ondersteunt ‘kleine’ impactvolle projecten (aanvraag tot €7.500) alleen met donaties. Bij de grotere aanvragen zijn diverse alternatieve financiële vormen van doneren, lenen, garantie, investeren of een combinatie daarvan mogelijk. Eventuele financiële rendementen worden niet uitgesloten en door het Anton Jurgens Fonds opnieuw aangewend om de missie van het fonds te verwerkelijken.

Recente activiteiten
Medio 2012 sponsorde het Fonds de presentaties van ondernemersplannen van een groep jonge (van 16-27 jaar)ondernemers, Zij volgden een 2/3 maandse Be a Businessman training van De Jonge Krijger, projectbureau voor jongeren, werk en scholing in Capelle aan den IJssel. In de training ontdekken jongeren hun talenten en kwaliteiten, krijgen meer zelfvertrouwen, eigen verantwoordelijkheidsgevoel en leren om doelen te bereiken. Sociale vaardigheden zoals communiceren, presenteren en samenwerken komen ook aan bod. Bron be-a-businessman

Afgelopen december organiseerde het Fonds met ABNAMRO en St.DOEN een masterclass voor social entrepreneurs over verschillende financieringsvormen Van de voor-en nadelen van bankkredieten tot lenen van informal investors en de kansen die  crowdfunding biedt. Bron social-enterprise

Conclusie
(van het fonds zelf) 'De werkwijze van het Anton Jurgens Fonds kan worden samengevat als een innovatieve mix van filantropie en geldende principes uit het bedrijfsleven, precies zoals Anton Jurgens dat gedaan zou hebben'.
Bronnen: antonjurgensfonds en Wikipedia/Jurgens (en google)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten