1 januari 2013

Impact Investing Nieuws 2012 jaaroverzicht


In het  jaaroverzicht van 2012 had ik 3 impact investing wensen:


-1- Het toegankelijker maken van impact investing mogelijkheden voor kleine (Nederlandse en / of Euro) beleggers, gekoppeld aan effectieve consumenten marketing; Update: die toegang komt mn van crowdfundingplatforms die veel duurzaam/impact aanbod hebben en 50% zullen groeien in 2012. Er is een nieuw overzicht van duurzame beleggingsfondsen op goed-geld en de VBDO inventariseert het II aanbod van vermogensbeheerder divers aanbod voor chari's (zie december).
-2- Nederlandse / Europese vervolgstappen en eventuele varianten op de initiatieven van mn de (leden van) Global Impact Investing Network (GIIN) in de VS; Update: theGIIN benoemt prof Harry Hummels als Europees liaison en de keus voor mr impact investing (p-plus) was slim: het nieuwe GIIN Network heeft 16 Nederlandse leden (van de 95).
-3- Lobby voor zelfregulering en (fiscaal) stimulerend overheidsbeleid. Update: Fiscaal beleid voor Duurzaam beleggen werd afgebouwd zonder overheersend negatief effect in 2011. De overheid maakt mogelijk dat het nieuwe Blockbusterfonds grote culturele evenementen kan ondersteunen met voorfinanciering en kaartafname (als prijs voor voor de postcode / bankgiro loterijdeelnemers).
Het 2012 Nieuws beschouwend is er heel veel werk verzet voor impact investing: in 'de markt', door aanbieders, institutionele investeerders en HNWI's, door (VBDO, Eurosif, SIRP, Harvard) onderzoekers en code-, benchmark-, rating- en II-ontwikkelaars, practitioners en promotors als Prof. Harry Hummels.

Bijna onderaan (net voor de uitmsijter) mijn wensen voor 2013 .

JANUARI 2012: Metrics, verzekeraarscode, Harvard studie

Metrics: De coöperatieve pensioenuitvoeringsorganisatie PPGM heeft met Dr Karen Maas* van de Erasmus Universiteit, een eigen 'maatschappelijk rendement' systeem ontwikkeld. De impactgebieden die het maatschappelijk rendement systeem meet zijn: werkgelegenheid, lokale ontwikkeling, capaciteitsbouw, empowerment, gezondheid & veiligheid, materiaalgebruik, ecosystemen & afval en emissies. PGGM wil het instrument samen met andere beleggers verder doorontwikkelen.

PGGM beheert 110miljard vermogen voor meerdere pensioenfondsen, waaronder het grote Fonds Zorg&Welzijn. PGGM heeft in 2011 99% van het belegd vermogen verantwoord belegd, 88% ESG-integratie gerealiseerd en 4,7miljard Euro ESG gericht belegd (4,1%) ofwel impact investing maar zo noemen ze het niet (meer). Het streven is om in 2012 te komen tot 99% ESG integratie en 5% ESG gericht beleggen. Bron: (pdf) PGGM Verantwoord Beleggen Jaarverslag 2011 Meer op EUR/maatschappelijk rendement van duurzame beleggingen * zie JULI


Gedragscode: Het Verbond van Verzekeraars neemt een verbindende code duurzaam beleggen aan. De code gaat uit van het 'pas toe of leg uit’ principe (afwijkingen mits gemotiveerd zijn toegestaan) en is van kracht is vanaf 1jan12. Leden van het Verbond zullen in hun beleggingsbeleid rekening houden met milieu aspecten, sociale aspecten en goed ondernemingsbestuur (ESG). De UN Principles for Responsible Investments (UN PRI) zijn richtlijn en de leden zullen de principes van de UN Global Compact naleven. Er wordt niet belegd in controversiële wapens zoals anti-persoonsmijnen en clustermunitie. De code geldt intern, voor extern beheerd vermogen geldt alleen een 'inspannings-verplichting' duurzaam beleggen te bevorderen (dus engagement).

De leden van het Verbond vertegenwoordigen tussen de 97 en 82% van de levens-, schade- en zorg verzekeraars in Nederland. Zij hebben 381 miljard Euro aan beleggingen / belegde verzekeringspremies. Meer in (pdf) VerzekerdVanCijfers 2012 De Code is niet meer te downloaden, wel een artikeltje over een VBDO onderzoek en het positieve effect van de code. Verzekeraars/ Code Duurzaam Beleggen zet sector in beweging


Academia: Harvard Business School: hoe duurzamer hoe beter
O
nderzoekers van Harvard Business School bekeken retrospectief 90 duurzame 'koplopers', (sectorleiders) en 90 bedrijven met dezelfde karakteristieken die 'niet of 'onvrijwillig' duurzaamheid in hun beleid hebben geïntegreerd. Het onderzoek ging 18 jaar terug om effecten te vinden ook van de DJ sustainability-index.

Conclusies duurzame koploper bedrijven presteren 'significant' beter dan achterblijvers (Low Sustainability firms) zowel extern (op de aandelenmarkt) als intern (in de boeken). Ze scoorden 4,8% hoger op de aandelenmarkt, ze lieten minder koersschommelingen zien en behaalden een betere ROA (return on assets en equity). De hoge prestaties zijn sterker in sectoren met individuele klanten, sterke merken (-marketing) en hoog gebruik van natuurlijke grondstoffen. NB Helaas werden banken niet onderzocht.

De koplopers hebben een duurzame (bedrijfs)'cultuur en binnen die cultuur is duurzaamheid geen overheadfactor of winst verlager en greenwashing onvoldoende. Duurzaamheid is 2x vaker (directe) verantwoordelijkheid van het bestuur, een van de prestatie indicatoren, de bedrijven hebben een langetermijnhorizon en -investeringsbasis en communiceren effectiever met (potentiële) investeerders. Eenderde van de koplopers integreert milieuprestaties en een kwart 'sociaal' duurzame informatie in de financiële rapportages (niet duurzaam 10% en 5%). Het rapport: hbsresearch (pdf 57pag)


FEBRUARI 2012: Agendasetting, JP Morgan 2,200 II-cases en Wakawaka

Agendasetting: Op het World Economic Forum in Davos is aandacht voor Harnessing the hype: Sustainable and impact investing’. De workshop wordt geleid door Christian Ulbrich, CEO EMEA van Jones Lang LaSalle, Inc. (JLLaS) wereldleider in vastgoed- en investeringsmanagement. Hij vertelt dat de JLLaS haar klanten al adviseert wat de workshop poneert: ‘Impact investing is rapidly emerging as a significant asset class, perhaps worth over 1trillion US$ within the next decade’. Dus ook voor vastgoed. Volgens Wikipedia/The Economist vertegenwoordigt vastgoed inclusief ons woonhuis ongeveer de helft van ons (wereldwijde) vermogen. Mn in de VS is social housing populair voor impact investing, in het JP Morgan onderzoek (hieronder) vertegenwoordigt de waarde van social housing 21% van de 2200 II transacties.

De workshop behandelde -1- hoe voldoen aan de toenemende verwachtingen van sociaal en financieel rendement?; -2- hoe de barrières voor II te overwinnen; en -3- hoe ‘do well by doing good investeringsstrategieën te ontwerpen. Ulbrich stelt dat dit ook voor de vastgoedsector een prioriteit zal worden, maar betreurt dat uit het levendige debat (nog) geen ‘ground-breaking new ideas’ kwamen. Bron: joneslanglasalleblog
 
Facts & Figures: Al in dec 11 publiceerde JP Morgen 'Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and over 2,200 Transactions'. Een update en uitbreiding van het onderzoek van eind 2010 'II* an emerging asset class''. De 52 respondenten zijn van de Global Impact Investing Network (thegiin.org), Impact Assets50 en clientèle van JP Morgan. NvdB Amerikaanse cijfers overheersen in het onderzoek, maar ook in de II beleggingsmarkt dus ik neem e.e.a over.

Men verwacht van medio 2011 tot medio 2012 bijna 4 miljard US$ aan II te doen. Ze meten impact meestal (70%) met IRIS, maar ook door andere 'eigen' modellen. Het gebrek aan track record voor succesvolle II blijft de grootste uitdaging. Daarnaast spelen 'illiquiditeit' en de onzekerheid van het financieel rendement. Actieve overheden (mn UK, USA, de EU** en Australië) en de ontwikkeling van de II infrastructuur vergroten de kennis en stimuleren de groei. ** EU Regional Development Fund en EU Social Fund.

Tweederde van de respondenten zou financieel rendement opofferen voor meer impact, maar 60% denkt niet dat dat 'nodig' is. Het internal rate of return (IRR) kan nogal verschillen, ook van benchmarks onderling: Bij Developed Markets Equity is het 19% (benchmark 29%), Emerging Market Equity: 18% (benchmark 11%), Developed Market Corporate Debt: 4% (benchmark 11%) en in Emerging Market Corporate Debt is het gelijk aan de benchmark 9%.

Het impact doel is meestal 'mensen' (58%) of mens&milieu (34%). Slechts 8% geeft prioriteit aan milieu impact. 94% van de II zijn in bedrijven die werken voor/met op mensen met een laag inkomen. 70% van de II (50% van het kapitaal) is in SME. 62%  van de II is in ''debt', 94% van de debt transacties is in senior debt, maar 59% daarvan is ´unsecured'.

67% van de II is in Emerging Markets (44% van het kapitaal) en 31% in Developed Markets (53% van het kapitaal). Sectoren: 34% van de II is in microkrediet (37% van het kapitaal) 15% in landbouw & voedselvoorziening (6% van het kapitaal), 13% cross-sectoraal (15% van het kapitaal) 13% in clean tech & energy (6% van het kapitaal), 7% in huisvesting (21% van het kapitaal). Download report bij thegiin.org

Crowdfunding (case): Duurzame Nederlander Maurits Groen en Off Grid Solutions halen na succesvolle PR bij the Clinton Globale Initiative en een crowdfunding campagne bij Kickstarter in de VS ook in Nederland 75.000 Euro op voor hun WakaWaka Solar Lights. Ze verkopen 2,5% van hun aandelen via crowdfundingplatform Symbid, een van de weinigen die aandelen aanbiedt. De Solar Lights worden weggezet via de contacten en de 3,5 miljoen US$ van Gerry van de Sluys 'an expert in the field of wind, solar and other forms of renewable energy' van het in Zwitserland gevestigde Business Creation Investments (BCI). De lamp wordt gedistribueerd in 8 landen in Afrika en Azië naar 1 miljoen mensen en dat binnen 5 jaar. Het zal hiervoor 352 mensen opleiden voor verkoop en service en proberen de productie van de lampen in die landen op te zetten. Omdat de lamp ontwikkeld is om in een fles te passen mikt BCI op promotie en distributie in samenwerking met de drankenhandel. Op You Tube: Gerry van der Sluys BCI licht het commitment toe op het Clinton Global Initiative (5m) youtube Van der Sluys is honorary member of the board van het Center for Global Dialogue and Cooperation (anno 2011) www.cgcd.eu 

Helaas is de volgende crowdfunding actie van Off Grid voor een mobiele / Ipad solar battery charger vie OnePlanetCrowd slechts een productie investering. Vroege intekenaars krijgen korting, geen aandelen.

 
MAART 2012: clean tech, microkrediet en revolving II

Market: GreenTech meldt een investeringsrecord in 2011: 260 miljard US$. Vooral zonne energie groeit hard met +33%, deels door de ‘dramatische daling’ in de kosten van zonnepanelen. Het neemt met 136,6 miljoen US$ ruim de helft van de investeringen voor haar rekening. De VS waren de grote kracht achter de clean tech investeringen met +30%. Bron Bloomberg, Global Renewable Energy Market Outlook (Executive summary, 16nov2011) Bloomberg New Energy WhitePaper 53

Ook Global research firm Clean Tech Group (VK) verwacht dat 2012 weer een record jaar voor clean tech investeringen wordt. Het publiceerde cijfers over de particuliere (corporate & venture capital) investeringen in clean tech: 9miljard US$, ofwel +13%. Het aantal deals in 2011 daalde met 7%, een indicatie dat de kapitaalomvang groeit en opvallend fusies en overnames in de sector bereikten een record: 391 deals met een waarde van ruim 41miljard US$. In China gingen 28 clean tech bedrijven naar de beurs (51 wereldwijd). In Noord Amerika groeide de investeringen met 31%, maar Europa en Israël daalde de investeringen bijna evenveel (!) Bronnen Earthtechling en CleanTechGroup corporate & venture M&A in 2011

In oktober lanceerde het VK een ''Green Deal'' een ongeëvenaard
clean tech investeringsprogramma van de overheid dat o.a. 14 miljoen huizen energiezuiniger wil maken. Het is voor particulieren en bedrijven. Een bedrag in deze subsidiepot heb ik niet kunnen vinden. Wikipedia/The Green Deal

 
Market: Microkrediet een sector met een omvang van 80miljard US$ meldt 4% groei in 2011. 25miljard van de omzet komt door buitenlandse bedrijven en Nederland neemt hiervan 2,1miljard US$ of 8,4% voor haar rekening. Het betreft (particuliere) donoren, internationale hulporganisaties en bankinstellingen . ING rapporteert verder in 'A Billion to Gain: The Dutch contributions to the microfinance sector(maart2012) ''Naast financiële steun leveren de Nederlanders ook kennis en lopen zij voorop bij de implementatie van initiatieven die transparantie en het maatschappelijk rendement van de sector vergroten''.

Het tijdperk van de grote groeipercentages (50% in 2007 en 23% in 2008) lijkt voorbij, maar ter vergelijking: de AEX verloor 11% in 2011 en de Nederlandse economie groeide over heel 2011 met 1,2 procent (CBS). De economie van de eurozone groeide met 1,5 procent.

16
Nederlandse banken en ontwikkelingshulp/medefinancieringsorganisaties werden onderzocht. Zij investeren in microkredietprojecten in 94 landen. 8/9 bieden ook particulieren beleggingsmogelijkheden aan (cursief). Op alfabetische volgorde ABNAMRO, ASN, Min van BuZa/OS, St DOEN, FMO, Hivos, ICCO, ING, Oikocredit, Oxfam Novib, Rabobank, SNSbank, SNV, Terrafina Finance, Triodos, Triple Jump. Zij zijn verenigd in het Nederlands Platform voor Microfinanciering. Bron: ING A_Billion_to_Gain
NB Op www.goed-geld.nl staat een overzicht van duurzame beleggingsfondsen, met slechts drie microkrediet fondsen: Annexxum (?) en 2 thematische Oikocredit en ASN Oxfam-Novib microkredietfonds.


II katalysator: McKinsey Consultant Alex Hamilton Chan v/h MIT schreef voor de Stanford Social Innovation Review The responsible hand: overcoming the shortcomings of impact investing. Chan wijst op 3 zwakke plekken die op de lange termijn de ontwikkeling van II ondermijnen. Het betreft de afwezigheid van: - incentives voor het impact aspect, - incentives voor impact efficiency en – duidelijkheid over de 'trade-off', de afweging tussen financieel en impact rendement*.

E
r is een theoretische oplossing: Socially Responsible Equity (Academic paper 30p). Het is een vorm van aandeelhouderschap waarbij de aandeelhouders een beperkt deel van de huidige en toekomstige cashflow/winst kunnen afromen.  Het bereikte impact niveau bepaalt welk deel dat is.

Huidige stimulerend bedoelde wetgeving in de VS schiet tekort op de door Chan genoemde zwakke plekken. Ook Social Impact Bonds (VK) of Pay-for-success- Bonds (VS) hebben volgens Chan geen efficiency incentive. Er is een voordeel voor meer impact per project, maar niet voor grote efficiency of lange termijn doelen. Marktwerking stimuleert efficiency door winst maximalisering, kostenverlaging, hoge productie, het bevordert investeringen en vermindert verspilling. SRE is een incentive voor impact maar (enthousiasme voor) aandeelhouderschap is afhankelijk van winstgevendheid. Amartya Sen, de Indiase Economie Nobelprijswinnaar, is positief: het SRE concept behoudt de marktwerking, maar heeft ook incentives voor sociale doelen / impact. Het artikel: AH Chan op ssri The responsible hand: overcoming the shortcomings of impact investing


APRIL 2012: Ethisch vastgoed, II-rating en de Shell Foundation

Nieuw in Nederland: ethisch vastgoed Er was al maatschappelijk & cultureel vastgoed, energie zuinig vastgoed, en vastgoed dat met duurzame materialen is gebouwd. Een aantal vermogensfondsen gebruiken hun eigen vastgoed al als middel om hun missie te ondersteunen door het te verhuren aan gelieerde non profits. Maar nu is er ook ethisch vastgoed als beleggingsmogelijkheid. Ethical Property (her)ontwikkelt vastgoed locaties tot centra voor maatschappelijke verandering en duurzame ontwikkeling. Op 23 locaties in het VK, België, Frankrijk en Kenia (i.o.) huren meer dan 350 maatschappelijke organisaties, sociale ondernemingen en actiegroepen hoogwaardige kantoorruimte met gemeenschappelijke faciliteiten tegen betaalbare prijzen.

Ethical Property begint nu ook Nederland en heeft 6 objecten op het oog om de komende 5 à 7 jaar te ontwikkelen. De 1e objecten zijn in Amsterdam en Den Haag. Voor Amsterdam zijn als 30 geïnteresseerde huurders in de kantoorruimte die varieert van 10 m² tot 750 m² per organisatie in de kantooroppervlakte van 3 tot 4.000 m² met 240 werkstations.

Ethical Property benadert hiervoor 'grote' impact investors op een bijeenkomst bij Fonds 1818 en zal later ook kleine beleggers (vanaf 100euro) uitnodigen deel te nemen. Meer informatie: over de ambities in Nederland: ethicalproperty netherlands en our projects. Triodos bank is bankier & intermediair voor het werk in België triodos-bank

Impact Rating in 2012
G
IIRS, het Global Impact Investing Rating System komt met haar eerste 2012-Q1 rapport. De index is een standaard voor impact prestaties en wordt berekend op basis van de mediane score van de 'betreffende 'sector'' over de langere termijn. Het 1e GIRRS rapport is gebaseerd op rapportages van de huidige 136 GIRRS bedrijven: 72 in ''developed markets'' en 64 in ''emerging markets''. GIIRS kent ratings toe op basis van 4 impact gebieden: Governance, Workers, Community en Environment. De focus is op Operations zoals stimulerend beleid en Socially and Environmentally Focused Business Models (SEM's).

Eind 2012 bevat GIIRS Q3 data van 331 GIIRS bedrijven. Er zitten 153 bedrijven in de pipeline. 43 Fondsen zijn GIIRS Rated en 24 Fondsen zitten in de Pipeline. Er zijn 21 GIIRS Pionier Investeerders (waaronder UBS AG)en de omvang van de impact investments is 4miljard US$.

Q3 verslag over 268 GIIRS bedrijven in 29 landen en 70 industrieën
55% groeide met meer dan 5% in werkgelegenheid;
30% richt zich op een sociaal maatschappelijk tekort met meer dan 50% van hu diensten of producten;
39% gaat de komende 12 maanden (meer) kapitaal werven;
36% rapporteert een toename van de salarissen met meer dan 5% (ex executive management). 

36 GIIRS impact investing fondsen investeren meer dan 1,1miljard US$ de meerderheid mikt op 11-25% rendement;
de gemiddelde investering tussen de 1 en 5 miljoen US$;
53% van de fondsen richt zich op diensten voor de 'underserved' en;
39% investeert in socially beneficial handelsketens. Link GIIRS.org


CASE Go further with Shell Foundation
De pas 10 jaar oude Shell Foundation (SF) is gericht op energie (besparing) & milieu (bescherming) en recenter educatie & leiderschap. Het gaf in die 10 jaar 112 miljoen US$ weg (waarvan in 2009 en 2010 59miljoen US$) uit de inkomsten van 430miljoen US$ vermogen en donaties. 

De SF is geen impact investor, maar omschrijft zichzelf angel philantropist en 'social enterprise starter', waarna bij succes impact of social investors kunnen instappen. Medio 2012 werd de Shell Foundation (wel) lid van het GIIN network (zie JUNI). 

De SF streeft naar exit's en aarzelt niet projecten stop te zetten als resultaat uitblijft.SF streeft nadrukkelijk naar Scale (of opschaling) omdat de ambitie is om honderden miljoenen mensen te bereiken en Sustainability, omdat alleen onafhankelijkheid van subsidies en giften, door kosten effectieve inkomsten te genereren, een organisatie 'echt' duurzaam maken. De tactiek: disruptive change en het werkterrein omvat 4 thema's: openbaar vervoer in grootstedelijke centra, groeikapitaal voor SME's, binnenlucht kwaliteit en 'better' of 'pro poor' trading. Beneficianten worden uitgenodigd voor tenders. Men zoekt strategische partners bij de uitvoering.

De Foundation beschouwt tweederde van haar projecten als succesvol en dat komt door: de concentratie op nieuw: nieuwe organisaties & nieuwe business modellen; Partners die 100% gefocused zijn, eigen kapitaal inbrengen en ook scale & sustainability als ambitie hebben; Investeringen in organisaties & capaciteit; En actief investeerderschap & co-development van business models.

Fases en duur: De ideale fasering is evolutionair: Eureka (plan), Experimenteren, Enterprise, Ecosystem (partnerschappen) en Economie (System change & sustainability). SF benadrukt dat pas na 3 tot 5 jaar een 'tipping point' wordt bereikt, waarna het tot het 7e à 10e jaar duurt voordat ook echt 'scale' wordt bereikt. SF benadrukt vooraf ruim opschalingsbudget te reserveren en rekening te houden met een behoorlijke PM factor en geduld te hebben ook financieel (patient capital). Opschaling is moeilijk (er dan gedacht) en opschaling door replicatie werkt beter dan door propaganda.

More than Money & Harnassing value added: De SF is onafhankelijk en benut haar positie tussen de partners en Shell voor meer resultaat. Het heeft hiervoor meer mensen van Shell aangetrokken (nu 11 van de 14) en helpt met advies (50%), kennis van de lokale markt (24%), haar infrastructuur (11%) en haar materieel (6%). Bron: Shellfoundation Enterprise Solutions to Poverty of Shellfoundation Executive Summary Jaarverslag 2010 Shell Foundation 2010
 

MEI 2012: Venture II, vastgoed en chari 2.0: Blockbusterfonds

Market: ASN investeert venture capital in financial inclusion. ASN Bank gaat 400.000euro investeren in financiële diensten in India, Ghana en Nigeria via haar Venture Capital Fonds (VCF), dat het durfkapitaal bevat van het ASN Duurzaam Aandelenfonds en het ASN Duurzaam Mixfonds.

ASN Bank VCF investeert weer via Goodwell, Hilversum 160.000 Euro in een bedrijf voor financiële diensten via de mobiele telefoon in Pagatech in Nigeria. Met de vervolginvestering wil Pagatech de toegang tot spaar- en betaalrekeningen verbeteren. Ook wordt 112.000 Euro geïnvesteerd in de Nwabiagya Rural Bank in Ghana voor meer klanten, waardoor de kosten omlaag gaan en de rente op de leningen ook verlaagd kan worden. In India wordt 128.000 Euro geïnvesteerd in Utkarsh Microfin, een microfinancierings-
instelling die leningen geeft aan vrouwen. Bron duurzaam-beleggen
 
Unibail Rodamco: marktleider wil ook duurzaam vastgoed leider zijn

U-R is vastgoedbeheerder, -investeerder en -ontwikkelaar met 26miljard Euro aan vastgoed in Europa waarvan anderhalf miljard Euro in Nederland (was 4 miljard). Directeur Nederland Van Haaren vertelt o.a. dat het met name de investeerders en dan de grote aandeelhouders zijn die aandringen op verduurzaming van vastgoed. In alle U-R winkelcentra zijn minimale duurzaamheidseisen waar voortdurend aan gewerkt wordt en de lat ligt best hoog: de huurders zijn zelf verantwoordelijk voor het energieverbruik en een aantal duurzaamheidsmaatregelen. Hoog energie- of watergebruik moet aangepakt, afval gescheiden en carpoolen en/of OV gestimuleerd. Zo worden de huurders gestuurd richting duurzaam gedrag.

Duurzaamheid wordt verder aangemoedigd door marketing en investeringen in de -lange termijn- toekomst. Voor eigen rekening verduurzaamt UR een A locatie complex in Rotterdam (Plaza) om energieklasse A te halen, omdat veel 'superbrand' huurders op dat soort toplocaties willen voldoen aan de hoogste duurzaamheidseisen.  
Bron: Managementscope 14april2012 duurzaam vastgoed
 
Chari 2.0: het Blockbuster Fonds 
Joop van den Ende richt met het Prins Bernhard Cultuurfonds, het VSB-fonds, zijn VandenEnde Foundation en de BankGiroLoterij een nieuw cultuur fonds op. Het wil een breder bereik geven aan kunst & cultuur. Het stimuleert en initieert de totstandkoming van belangrijke en uitzonderlijkezo mogelijk multidisciplinaire culturele evenementen in Nederland met een zo groot en/of breed mogelijk (inter)nationaal publiek. Het ondersteunt met financiële bijdragen en met de door de BankGiro Loterij gegarandeerde voorafname van toegangskaarten (als loterijprijzen)
Speciale regelgeving: Van de Ende gaat op de koffie bij Marc Rutte en dat loont: de overheid maakt de werkwijze van het fonds mede mogelijk gemaakt door de vergunning van de BankGiro Loterij (Goede Doelen Loterijen) aan te passen. De BankGiroLoterij kan nu bij de begunstigde instelling(en) culturele prijzen afnemen voor haar loterijdeelnemers. De initiatiefnemers geven elk jaar anderhalf miljoen Euro maar de (waarde van de bijdrage van de) BankGrioLoterij in natura kan oplopen tot 10 miljoen per jaar. Het fonds hoopt hiermee de komende vijf jaar een budget van 57,5 miljoen te krijgen.

Impact denker: In mei 2011 vroeg van den Ende 100miljoen Euro aan de overheid voor een cultuurfonds dat geld op zou leveren door stevig (50%) te investeren in marketing. Van den Ende had marktonderzoek laten uitvoeren dat aantoonde dat een museumaanbod van internationale kwaliteit, in combinatie met andere kunstproducties, 3,4 miljoen meer bezoekers oplevert. De extra bezoekers leveren 1,3 miljard euro extra inkomsten op waarvan rond de 50% naar de fiscus gaat. Die investering van 100 miljoen Euro zou de staat dus 650 miljoen Euro opleveren (of 550% rendement). Bron EUR Mandeville
De 100 miljoen kwamen er niet, wel de aangepaste regelgeving. Over de door van den Ende voorgestelde 'stevige' marketing wordt gecommuniceerd dat: Het Blockbuster Fonds is van zins culturele instellingen te steunen met 'voorfinanciering, kaartafname en innovatieve marketing'. Bronnen: 3voor12.vpro en Blockbusterfonds


JUNI 2012: groene stroom en sociale beleggers

Nederlandse banken investeren 55% meer in groene stroom. 
De Eerlijkebankwijzer publiceerde begin mei een rapport over de investeringen van 8 Nederlandse banken in groene stroom. Die bedroegen in '10 en '11 samen 3,1 miljard euro en dat is 94% (was 64% tussen '07 en '09) van de investeringen in elektriciteit. De investeringen stegen sinds '07-'09 met ruim 55 procent tot ruim 1,5 miljard euro per jaar. Rabobank is marktleider met 40% van alle investeringen in groene stroom gevolgd door Triodos Bank dat 23% doet. Rabobank, Triodos bank, NIBC en ASN Bank investeren alleen in groene stroom. ING steeg naar 72% (was 46%) en ABNAMRO bleef achter (47% was 46%).

Investeringen in energiebesparing, energiebesparende productietechnieken en -producten vielen buiten het onderzoek evenals de investeringen van vermogensbeheerders die tot dezelfde bankgroepen en 'merken' behoren.

Noot van de Blogger: Groene of hernieuwbare energie is met 211miljard US$ in 2010 (UNEP) de grootste sector binnen impact investing. Investeren in groene(re) energie heeft 100 jaar (!) trackrecord en wordt gestimuleerd door het opraken van traditionele energiebronnen, (beoogde) kostenbesparingen en omdat het bijdraagt aan de doelstellingen CO2 uitstoot terug te dringen om klimaatverandering (opwarming van de aarde en extreem weer) tegen te gaan. Bronnen: diverse persberichten Onderzoek EB pfd praktijkonderzoek energie


Promotieonderzoek sociaal beleggen 
Paul Smeets promoveert 15 juni op 'Risk- and Social Preferences of Individual Investors' aan de Universiteit Maastricht. Smeets won in 2010 de Best paper award from the United Nations Principles of Responsible Investments*. Maastricht is een van de 15 deelnemende universiteiten van SIRP, een 5-jarig academische ESG onderzoeksproject gesponsord door van de Mistra Foundation (zie IINieuws15dec12 voor het final report)  

Een van Smeets conclusies: Duurzame beleggers gedragen zich ook in andere opzichten socialer dan gewone beleggers. Het promotieonderzoek werd aan de hand van experimenten uitgevoerd onder duizenden particuliere beleggers bij Robeco. Zij konden anoniem tot 300euro verdienen met beleggingstransacties en 200euro gedeeltelijk weggegeven aan A-merk goede doelen en 90% deed dat. Op zijn blog staat de verdeling van giften aan de goede doelen. paulsmeets/blog

Een grote groep verdeelde het bedrag 50-50. Smeets verklaart dit als volgt: 'In het experiment moesten de deelnemers een bewuste keuze maken om zich al dan niet sociaal te gedragen'. In werkelijkheid heeft een op de zes Nederlandse beleggers een duurzaam beleggingsfonds, Volgens Smeets is de reden daarvoor 'dat mensen niet overstappen naar een duurzame bank of beleggingsproduct komt (dus) vooral voort uit onwetendheid of laksheid'.
2 soorten beleggers 
Uit het onderzoek blijkt ook dat er 2 soorten duurzame beleggers bestaan: uit -1- bewuste overtuiging en een actieve keuze bij te dragen aan een betere wereld en -2- strategische (spreiding, risico- en rendementsverwachting) en fiscale voordelen. Daarom moeten banken volgens Smeets in hun marketing onderscheid maken tussen de 2 soorten duurzame beleggers

Klanten van Triodos en ASB Bank blijken loyaler en meer omzet te genereren. Toch pleit Smeets voor aangescherpt CRS/MVO beleid bij banken of apart duurzame dochterbedrijven dan een groter aanbod van duurzame beleggingsproducten. 
* de UNPRI award kreeg hij voor “Some Men Invest Like Women: the Influence of Social Values on Investment Decisions and Investor Loyalty”, previously entitled “Social Values and Mutual Fund Clienteles”, co-authored by Prof. dr. Rob Bauer.


JULI 2012 GIIN goes Europe, ESG benchmark staatsobligaties, metrics by Karen Maas

GIIN Prof. Dr. Harry Hummels (SNS II) wordt Europees liaison voor het Global Impact Investing Network en hij strikt 16 Nederlandse leden voor het nieuwe (95 leden tellende) GIIN Network. Medio december 12 krijgt Hum­mels van the Ams­ter­dam Private Equity Club (APEC) een Award voor zijn bijdrage aan the emer­ging field of Impact Invest­ing. Hiermee wordt ook Impact Invest­ing als nieuw en veelbelovende nieuwkomer erkend. Link naar zijn aanvaardings- tevens II appèl speech (pdf) SNSimpactinvesting.

Voor beleggers in staatsobligaties vind ik de Global Sustainable Competitive Index van SolAbility een Koreaanse duurzaamheidsdienstverlener. Het overzicht omvat 176 landen en rating op basis van 69 duurzaamheidscriteria en 4 thema's. Databronnen zijn de UNDP, UNEP, UNICEF, FAO, WHO, WMO, de Wereld Bank, het International Monetary Fund en NGO's als Transparency International, Reporters without Borders, The New Economics Foundation, The Institute for Economics and Peace en The Fund For Peace. 

Thema's: De rangschikking is gebaseerd: Natural Capital (land, water, biomassa, mineralen), Resource Intensity (energie, water, klimaatverandering, grondstoffen), Sustainable Innovation + competitiveness (onderwijs, innovatie, infrastructuur, beleid) en Social cohesion (gezondheidszorg, gelijke kansen, criminaliteit, vrijheid).

Nederland staat 8ste in een ranglijst die gedomineerd bovenaan wordt door Europese en ontwikkelde/welvarende landen. Maar 55-ste op natural capital, 46-ste op resource intensity, 7e op sustainable innovation + competitiveness en 12e op social cohesion. Hoogste ontwikkelingsland/BRIC-er in de algemene rangschikking is Brazilië op de 25ste plek, nog boven het VK en de USA. Bron: Global Sustainable Competitive Report 2012 Link solability.com

METRICS: Ik lees -eindelijk- Karen Maas proefschrift uit 2009 'Corporate Social Performance From Output Measurement to Impact Measurement'. Met 30 impact meting methodieken en de filantropie impactmeting van 500 DJSI bedrijven. De vier peilers zijn CSR as a strategic activity: value creation, redistribution and integration, Social Impact Measurement: classification of methods, Talk the Walk: impact measurement of corporate philanthropy en Social Impact of the Netherlands Hearts Foundation: a case study. NB De Executive Summary, de samenvatting en hoofdstuk 6 zijn uitstekend.

Interessant voor de impact investor die impact criteria wil formuleren is de classificatie van impact meting methoden met verschillende accenten als Purpose (Screening, Monitor, Reporting & Evaluation) Time frame (Prospective, Ongoing, Retrospective) Orientation (Input or Output) Length of Time frame Short term or Long term Perspective (Micro: Individual, Meso: Company, Macro: Society) Approach (Process, Methods, Impact Methods, Monetarisation). Download Pdf van het Proefschrift Karen Maas Corporate Social Performance


AUGUSTUS 2012: voeding, IDH en Unilever's thee

Sector: Als zomerproject duik ik in beleggen in voeding, actueel vanwege de maismisoogst, verder stijgende voedselprijzen en de komende hongersnood in Afrika. VBDO en CREM publiceerden Beleggen & Voedingsgrondstoffen naar aanleiding van de uitgave van de United Nations Principles for Responsible Investment in Commodities, met extra aandacht voor agriculture (2011). Mn de UN Principles bieden heldere richtlijnen voor (institutionele) beleggers, de VBDO wil het maatschappelijk debat aanwakkeren. Bronnen: VBDO Onderzoek Beleggen en Voedsel (pdf) en de Principles Responsible Investment in Commodities 2011 (pfd)

Inspirerend is het jaarverslag van het Initiatief Duurzame Handel van Nederlandse bedrijven voor het verduurzamen van de voedselproductie- en handelsketen. Men werkt op 8 teelten, helaas niet de 3 belangrijkste voedingsteelten die 4miljard mensen voeden. Bron: idhsustainabletrade

Unilever katalyseerde de thee sector om duurzaam/gecertificeerd te gaan: Sustainable Tea leapfrogging to mainstream. Bron (gek genoeg niet meer te vinden op de Unilever site, wel elders op de titel: (pdf) Tea Booklet


SEPTEMBER 2012: ESG rapportages, hernieuwbare energie, risico & volatiliteit criteria voor beleggingsfondsen

EUMEDION kritisch over nut ESG rapportages
Eumedion is de koepelorganisatie van institutionele beleggers voor corporate governance en duurzaamheid. Haar leden hebben samen meer dan 1000 miljard euro aan beleggingen onder beheer en gebruiken steeds vaker informatie over ESG prestaties (Milieu=Environment, Sociale en Governance) bij hun beleggingsbeslissingen. Maar die voldoen niet aan de hun informatiebehoefte (kwaliteitseisen) en daarom besteden beide partijen veel tijd aan aanvullend onderzoek.

De Erasmus School of Economics (o.a. dr. Karen Maas) en Shareholder Support onderzocht voor Eumedion de Key Performace Indicators (KPI's) en Sustainability. Hieruit bleek dat ESG criteria nauwelijks in verband worden gebracht met de strategie, risico’s en financiële en operationele zaken van de onderneming. Hierdoor wordt de toegevoegde waarde van de ESG activiteiten niet goed gezien en onderschat.

De meest gebruikte duurzame KPI’s zijn: vrijwillige bijdrage aan maatschappelijke en goede doelen (filantropie), verloren werkdagen door ongelukken, inspanningen om broeikasgassen terug te brengen en informatie over de stakeholders dialoog. Concrete doelen stellen, prestaties over verschillende jaren tonen en de interne processen en interne verslaggeving verbeteren zou informatie geven die de (institutionele) beleggers nodig hebben. Duurzaamheidsverslagen worden nu vooral gemaakt voor maatschappelijke organisaties en de eigen werknemers, maar zijn niet gericht op huidige en potentiële beleggers. Bron: eumedion

Hernieuwbare energie groeit steeds harder Het heeft nu een marktaandeel van zo'n 20% en is de snelst groeiende energiebron. Het zal tussen 2011 en 2017 zelfs 60% sneller groeien (met 1840 Terrawatt) dan in de periode 2005-2011 rapporteert het Internationaal Energie Agentschap (IAE) in haar 1e -jaarlijks geplande- studie: Renewable Energy Market Report 2012.

De groei komt met name uit opkomende en OECD landen: China (40%), de VS, Brazilië, Duitsland en India. 15 sleutellanden bepalen 80% van de hernieuwbare energiemarkt. Waterkracht energie (Hydropower) is de belangrijkste (80%) en snelst groeiende hernieuwbare energiebron (+730Terrawatt tussen 2011 en 2017) met nog veel potentie en mn in niet-OECD landen. Wind-energie-op-land en bio- en (foto-voltaïsche) zonne-energie (+27% per jaar) groeien het snelst na waterkracht.

De
groei van hernieuwbare energie productie is afhankelijk van (politiek) beleid en de ontwikkeling van de markt frameworks. Technologische ontwikkeling, integratie van infrastructuur (grid&system) en de kosten en beschikbaarheid van investeringen zijn sleutel variabelen. Bronnen: duurzaamgebouwd en iea PersBericht en ExSum MTrenew2012


Risico & volatiliteit De nieuwe risicorating van Oikocredit door Morningstar bevestigd het nieuwe credo dat duurzaam beleggen beter scoort op volatiliteit en dus risico. Oikocredit gaat van 7 naar 1! Per 1 juli kregen beleggingsinstellingen een nieuwe risicometer. Het risico van Oikocredit werd zo sterk verlaagd omdat de nieuwe risicometer is gebaseerd op de volatiliteit (beweeglijkheid) van het rendement over de afgelopen vijf jaar. De volatiliteit van OKN is nul, want het heeft vanaf 2003 elk jaar hetzelfde rendement uitgekeerd (1,55% of 2% -0,45% beheerskosten). Omdat Oikocredit is aangemerkt als sociaal ethisch fonds kon het rendement oplopend tot 3,45%.

Chari's zijn niet zo vlot: De Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (VFI, FIN en IF) rapporteren eind september over de uitvoering van de afspraken met de overheid uit het Convenant Ruimte voor Geven (juni 2011). Met transparantie gaat het steeds beter en de haalbaarheidsstudie naar verdienmodellen en innovatieve fondsenwerving is (met een half jaar vertraging) gereed. Het wordt 'zo snel mogelijk'' (na de bekendmaking 22sept) aangeboden aan de minister van Binnenlandse en Koninkrijkszaken. 'Zo snel' gaat al net zo vlot als het onderzoek: eind 2012 is het nog niet aangeboden/openbaar. Dat is erg jammer want als chari's verdienmodellen ontwikkelen wordt het mogelijk om niet alleen om giften maar ook om leningen te vragen, kan het werk opgeschaald worden en worden chari's veel financieel en qua impact gezien veel duurzamer.


OKTOBER 2012: II door Rockefeller, Gates, Machielse en Houtzaager

Aanrader: De Rockefeller Foundation, motor achter de Programma Related Investment wetgeving in de VS en mede-oprichter van de Global Impact Investing Network laat de resultaten van 5jaar Impact Investing Initiative marketbuilding, research & networking onderzoeken. Het rapport Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, geeft de actuele stand van zaken in de ontwikkeling van II (mn vanuit VS optiek).

In hun interne aanbevelingen het stimuleren van de II markt door a) steun voor nieuwe producten, distributie systemen en infrastructureel werk (plumbing) b) versterken van de capaciteit van intermediairs om nieuwe deals ''markt-klaar'' te maken van lead tot en met exit voor investeerders en investees. c) groei van privaat-publieke investeringssyndicaten voor ontwikkeling zoals schoon/zoet water, gezondheidszorg, energie, landbouw etc. d) opzetten van grootschalige investeringsfonden en mechanismen voor institutionele investeerders. e) nauwere samenwerking en partnerships tussen impact investors en ESG, CSR, SRI, Community Development Finance (in de VS), clean tech en inclusive business (microkredietmodel uitrollen naar mobiel-bankieren, verzekeringen, hypotheken en andere diensten voor the base of the pyramid, de armsten). Bronnen: (pdf's) Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012, 86 pag) of Executive Summary


Gates Foundation accelerated it's impact investing Uit de IRS 2010 aangifte van de Bill & Melinda Gates Foundation, een van de grootste chari's van de wereld, blijkt dat zij serieus werk maakt van impact investing en dat dit dat (mijn berekening op basis van IRS gegevens) en de inspanningen in 2011 nu circa 3% bedraagt. En dat naast keurig duurzame toppers in de beleggingsportefeuille die gebaseerd is op principles van good governance and good management. De tabakssector is uitgesloten en bedrijven waarvan het business/winstmodel egresious: extraordinary in some bad way is.

De Gates Foundation heeft na 2010 1miljard US$ toegewezen aan program-related investments (PRI) in de vorm van garanties, schuld en aandelen*. Samen met mede GIIN leden the Gatsby Charitable Foundation (VK), J.P. Morgan (bank) en de Rockefeller Foundation investeerde de Gates Foundation in 2011 in het 1e GIIN Fonds the African Agricultural Capital Fund (AACF) dat 25miljoen US$ ophaalde.

Opmerkelijk: Bill, Melinda en mede bestuurder Warren (Buffet) geloven dat het fonds moet focussen op de 21ste eeuw, daarom zal het vermogen binnen 50 jaar na hun overlijden worden opgemaakt. (asset-trust)
* PRI's vallen onder een fiscaal regime in de VS voor investeringen die bijdragen aan de doelstelling. Inkomsten uit de investeringen vloeien terug in dit aparte fonds. Bronnen: Gates Foundation IRS 2010 Gates Foundation 2010 IRS pdf

 
Chari's fondsenwerving & verdienmodellen Harald Machielse van Chuva Consulting en ik publiceren ons artikel over social bonds van goede doelen: Een kapitaalinjectie voor goede doelen. In het artikel voorbeelden van de snelle ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk die al de Atlantische oceaan hebben overgestoken (met financiële steun van het Omidyar Network) en nu ook de Noordzee hebben overgestoken en Nederland bereikt.

Boudewijn de Blij, directeur van impact investing pionier Fonds 1818 toont belangstelling binnen haar missie gerelateerd beleggingsbeleid (dat budget is 22 miljoen, maar let op het regionale werkgebied). Onze sites worden goed bezocht en het levert interessante reacties, discussies en leads op. Chuva Consulting doet Filantropie advies & Fondsenwerving en ik zal vanaf in 2013 exclusief als adviseur Chuva Consulting ondersteunen op social bonds.


NOVEMBER 2012: DB mainstream & emerging markets, crowdfunding groeit explosief II door vermoegsnbeheerders en HNWI

Gewone beleggingsfondsen vaak duurzaam AfU Investor Research uit Duitsland en RepRisk uit Zwitserland ontwikkelen een meetmethode van ESG factoren en bedrijfsreputatie- en waardering. De Reputational Risk Index (RRI) vat ESG scores samen inclusief controversiële rapportages over bedrijven en vermenigvuldigen ze met de weging (%) die bedrijven in een van 166 (grootste?) Europese beleggingsfondsen hebben.

De meeste beleggingsfondsen beleggen in dezelfde bedrijven als 13 fondsen die als expliciet als maatschappelijk verantwoord worden aangeboden. De verantwoorde fondsen scoorden iets beter dan gewone fondsen, maar de verschillen waren ‘erg klein’ en ‘niet significant’. Ook de financiële resultaten vertoonden geen opmerkelijke verschillen. Noot van de Blogger: Als er sprake is van hogere beheerskosten vanwege meer gedetailleerd (ESG) onderzoek zijn beleggers duurder uit zonder extra maatschapelijk rendement.

Bron: Fondsnieuws 1okt12 search duurzame fondsen of google fondsnieuws duurzame fondsen blijken niet duurzamer Persbericht: RepRisk

Duurzame beleggers kiezen voor opkomende markten Sinds de economische crisis steeg de asset allocatie voor duurzame investeringen in (emerging markets) EM's met 30%. Een kwart van de duurzame investeerders heeft haar investeringen in EM's vergroot en 10% investeerde voor het eerst in EM's. Het populairst zijn China, Brazilië, Taiwan, Thailand, India, Indonesië en Zuid Afrika. Het populairste bedrijf is Samsung (Korea, was 2) gevolgd door Taiwan Semiconductor Manufacturing (Taiwan was 4). Daler was PetroBras (Brazilië) dat zakte van 1 naar 6.

Belangrijke ontwikkeling waren de vooruitstrevende ESG listing requirements, duurzame indices en transparantie niveau's op de beurzen van Brazilië en Zuid Afrika. Die overheden starten ook initiatieven voor ESG prestaties. In China, India, Turkey, Mexico en Hong Kong werd goede voortgang geboekt. Toch noemde 78% van de investeerders gebrek aan ESG transparantie als voornaamste uitdaging. De onderzoekers constateren dat de groeiende integratie van opkomende markten in de global economy de trend van groeiende investeringen in die markten versterkt. De groei van responsible investment organisaties als UNPRI en het tastbaar worden van ESG beleid in EM's toont de vasthoudendheid van investeerders om ESG factoren mee te wegen.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder 40 duurzame fondshuizen. Het Emerging Markets Disclosure Project (EMDP) onderzoek wil inzicht krijgen en geven over relevante ESG factoren in EM's. Bron pdf (16 pag) EIRIS EmergingMarketsReport2012 
*Eiris is de Britse onafhankelijke non-profit organisatie voor responsible investing en environmental, social, governance (ESG) research. Het voorziet meer dan 100 vermogens- bezitters en beheerders, handelaars, overheden en indexmakers van ESG en responsible investment informatie. Lid Eurosif.


Crowdfunding in Europe +50%, Hoewel crowdfunding ongeveer in een kwart van de proposities 'debt' betreft en een kwart donaties èn aandelen en verder rendement in natura (CD/DVD, kaartjes, Tshirts), groeit de sector hard en wordt dus ook voor beleggers steeds interessanter. Bovendien is er relatief veel duurzaam of impact investing aanbod binnen crowdfunding. Sinds begin 2012 heeft Nederland een AFM erkend crowfundingplatform: geldvoorelkaar (mn leningen)

Een Europees onderzoek / overzicht voorspelt dat 200 Europese crowdfunding platformen in 2012 zullen afronden met 450 miljoen Euro omzet. Een groei van 50% in vergelijking met 2011. Ook het aantal platforms zal waarschijnlijk met zo'n 50% stijgen. Wereldwijd zijn er zo'n 450 crowdfunding platforms.

Gemiddeld wordt 4500 Euro voor leningen en 50.000 Euro voor aandelen geworven. De onderzoekers pleiten voor Europees beleid gebaseerd op: wet- en regelgeving, educatie en verder onderzoek. Bron: mkbservicedesk A Framework for European Crowdfunding


Nederlandse Vermogensbeheerders en II De VBDO publiceerde een Overzichtsrapport van (11) Vermogensbeheerders voor filantropische instellingen met aandacht voor hun impact investing aanbod. De definitie 'gericht beleggen in niet-beursgenoteerde bedrijven (private equity) die vanwege hun producten en/of productieprocessen als zeer duurzaam en maatschappelijk verantwoord beschouwd kunnen worden'.

De criteria: 
• De vermogensbeheerder biedt II aan via eigen beleggingsfondsen of via een externe, gespecialiseerde vermogensbeheerder; 
• De vermogensbeheerder biedt een overzicht en evaluatie van vermogensbeheerders die zich met II bezig houden; 
• De vermogensbeheerder kan de belegger helpen een II fonds op te zetten dat gebaseerd is op de eigen voorkeuren en prioriteiten van de belegger. 
Het aanbod is interessant en gevarieerd. Bron: vbdo of Vermogensbeheer voor filantropische instellingen.


Helft Europese HNWI heeft Impact Investments Eurosif, de Europese koepelorganizatie voor duurzaam beleggen onderzocht weer High Net Worth Individuals Sustainable Investments 2012. Deze HNWI worden gezien als een belangrijke doelgroep en mogelijke katalysator voor impact investing. In dit rapport voor het eerst expliciet aandacht voor impact investing en daaruit blijkt dat HNWI hun katalysator rol waarmaken.

HNWI werden de afgelopen 2 jaar 18% rijker, maar hun duurzame investeringen groeiden met 60% naar 1,15 biljoen of 1150 miljard Euro. De toename is zowel het gevolg van nieuwe cliënten (44%) als het uitbreiden van duurzame investeringen door bestaande cliënten (37%). Een verklaring is dat HNWI eerst hebben geëxperimenteerd met duurzame beleggingen en die nu snel uitbreiden. 87% van de respondenten verwacht een verdere -wellicht scherpe- stijging van duurzame beleggingen door HNWI's.

Positieve screening strategieën zoals best-in-class en duurzame thema's worden het meest gebruikt. De populairste duurzaam beleggen thema's zijn energie, water en groene technologie. Bij impact invetsing kiezen HNWI voor Microkrediet (43%), dan sociale ondernemingen (33%), community investment (20%) en 3% anders waaronder vastgoed. Rapport: Eurosif HNWI 2012

DECEMBER 2012 de impact van impact (meting)

De impact van de Acces2medicine index Deze Nederlandse wereldwijde index kijkt naar prijsbeleid, de ontwikkeling van medicijnen voor aandoeningen die arme mensen treffen en samenwerking door farmaceuten. Sinds de start van de index in 2008 hebben farmaceuten hun inspanningen hebben opgevoerd en 17 van de 20 deelnemers hebben hoger gescoord. En er is nu een leidende kopgroep van 7 ondernemingen. Index initiatiefnemer Wim Leereveld: "We willen samenwerking stimuleren tussen alle betrokkenen, om de gezondheidszorg in de ontwikkelingslanden te verbeteren. Er is al resultaat: een afspraak tussen alle farmaceuten om samen te werken aan de bestrijding van een aantal zeldzame tropische ziekten.

Betrokken stakeholders zijn de World Health Organization, NGOs, overheden, universiteiten en 30 institutionele investeerders. De Index wordt gesponsord door de Bill & Melinda Gates Foundation, Het Ministerie van BuZa (OS), the UK Department for International Development en andere chari's.

De beoordeling en benchmarking van pharmaceuten in 2012 werd gedaan door MSCI ESG Research www.msci.com een dienstverlener op het gebied van investeerders data. De index criteria evolueert op verzoek van de stakeholders. Bron: Accesstomedicineindex.org

ESG Benchmark voor staatsobligaties EM Pensioenbelegger Syntrus Achmea heeft een benchmark ontwikkeld voor staatsobligaties van opkomende landen. In de benchmark worden ecologische, sociale en bestuurlijke (ESG-)thema’s meegewogen. Uitgesloten worden landen waartegen de Nederlandse Staat sancties heeft afgekondigd wegens schendingen van het internationaal recht of de mensenrechten. De basis voor de portefeuille is een index van JP Morgan, die bestaat uit liquide staatsobligaties in harde valuta’s (euro, dollar) met een relatief goede kredietwaardigheid.

De benchmark is ontwikkeld op verzoek van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw, dat via de benchmark-op-maat 150 miljoen euro heeft belegd in deze EM obligaties. Dat is 15% van het totaal voor dit pensioenfonds beheerd vermogen. Bron: IPE/syntrus-esg-benchmark-staatspapier-opkomende-landen

Vraag naar impact investing De Millennials, de generaties geboren tussen 1978 en 2000 in de VS, zullen 41 biljoen (1000 miljard) US$ erven van hun ouders, een ongekende overdracht. Millennials hebben andere, meer sociale verwachtingen, van vermogensbeheer(ders) dan hun ouders. Eerst (hard) werken en verdienen en dan (pas) weggeven is 'uit' en direct maatschappelijk investeren is 'in'. Vermogensbeheerders moeten hier op inspelen om de Millennials goed te kunnen bedienen. Het Social Welfare Research Institute van Boston College onderzoekt vererving en de overdracht van welvaart in periode tussen 1998 en 2052. Bron: institutionalinvestor/Will-Millennials-Take-Impact-Investing-Mainstream

Final report van Sustainable Investment Research Platform 
Een van de grootste ESG onderzoeksprojecten, het Sustainable Investment (SI) Research Platform (SIRP) van 14 Europese universiteiten werd in 2012 met een Final Report: Do sustainable investments add value?

SI voegt waarde toe op 4 manieren: 
-1- Duurzame bedrijfsvoering geeft meer financiële waarde door de verwachte toename in positieve cash flows of winstgevendheid. Naarmate de kosten van duurzame bedrijfsvoering dalen nemen de baten toe.
-2- Naarmate duurzame bedrijfsvoering gebruikelijk wordt in bepaalde industrieën en de kennis hierover groeit, wordt de intrinsieke waarde van die duurzame bedrijfsvoering (ook) meegerekend. De investeerder die streeft naar duurzame beleggingen creëert (meer) waarde voor duurzame bedrijven
-3- Er is een first mover voordeel voor vroege investeerders in duurzaamheid, zij hebben meer kans op een premie en het bescheiden extra rendement is aantrekkelijker dan het risico van niet duurzame bedrijfsvoering. 
-4- Er is aanzienlijk verminderd risico voor de investeringsstrategie, maar assymetrisch door het lange termijn karakter. Dit itt risico gebeurtenissen met veel impact. Milieurampen, arbeids- of mensenrechten schendingen en slecht bestuur hebben meteen veel effect op de waarde van een onderneming. Actief aandeelhouderschap kan die schade beperken of voorkomen.

Omdat SI minder risico (volatiliteit) en meer voorspelbare toekomstige inkomsten oplevert is er een sterke case voor (meer) SI. Duurzame bedrijven lopen minder risico op de lange termijn en in de obligatiemarkt is het prijseffect al duidelijk, zij lenen goedkoper. Een belangrijk obstakel voor SI blijken de homogene investeerders kernwaarden van financiële professionals die cultuur en grens overschrijdend blijken. De auteurs voorspellen dat de belangrijkste ontwikkeling zal komen van benchmarking op greenness & duurzaamheid en mogelijke verbeteringen en die te gebruiken als engagement strategie. Bron: sirp Rapport pdf Final report van Sustainable Investment Research Platform

Mijn impact investing wensen voor 2013:
P
rimair dat 'de markt' en (VBDO, Eurosif, SIRP) onderzoekers en code-, benchmark- en II-promotors hun interesse en inspanningen uit 2012 ... intensiveren in 2013

.









-
1- De eerste wens van 2012 blijft staan: Het toegankelijker maken van impact investing mogelijkheden voor kleine (Nederlandse en / of Euro) beleggers, gekoppeld aan effectieve consumenten marketing en bescherming;
-2- Voor vermogensfondsen zou een vorm van Programma Related Investing* wetgeving zoals in de VS mogelijk gemaakt kunnen worden. Met hun 20miljard Euro vermogen kunnen deze fondsen hun maatschappelijke bijdragen -in eerste instantie- kunnen verdubbelen. (Door 5% als PRI te beleggen naast de 5% (rendement) subsidies. Dat is dan een mooie compensatie wetgeving nu de goede doelen die hun beleggingen in een bv hebben daar vennootschapsbelasting over moeten betalen. *het benutten van het vermogen voor de missie met fiscale aftrek bij verlies.
-3- Voor fondsenwervende chari's hoop ik dat zij hun huiver om vermogen (vaker) te beleggen overwinnen, omdat de huidige 2% rendement op de gezamenlijke 2,5 miljard Euro een gemiste kans is en het blijven vragen om giften ondermijnt.
-4- Voor chari's en vermogensfondsen is het essentieel dat er stimulerende wetgeving komt voor (de ontwikkeling) van verdienmodellen, zodat zij hun activiteiten opschalen en hiervoor ook geld kunnen gaan lenen. Dat betekent dat de huidige stichtingenwet een uitzondering maakt voor activiteiten die de doelstelling (direct) ondersteunen en het 15.000 Euro plafond wordt opgehoogd.
(20 jaar werken voor chari's beklijft)





Uitsmijter: een briljante II mislukking

Het Instituut voor Briljante Mislukkingen is een initiatief is van de ABN-AMRO’s Dialogues House, in samenwerking met internationale ontwikkelingsNGO SPARK en de branchevereniging PARTOS. Het reikt jaarlijks een award uit voor het beste leermoment in ontwikkelingssamenwerking, omdat zich juist daar complexe, onoverzichtelijke of onverwachte situaties voordoen.

In2012 zocht men naar een briljante mislukking showcase die met de beste intenties en een goede voorbereiding, toch onverwachte resultaten had en een leermoment oplevert.


Niet de winnaar, maar wel een mooie showcase, vanwege het herkenbare impact investing probleem van de keuze voor een organisatie vorm, vond ik de inzending van ICCO door  André Vording: Not for Profit = Not for Business?


ICCO steunt een not-for-profit bedrijf (de commerciële doorstart van een NGO) wil 60 kleine producenten linken aan supermarktketens. De doelstelling – een duurzame markttoegang voor producenten – wordt gehaald, maar het bedrijf is feitelijk failliet.

Opzet
H
et bedrijf geeft trainingen aan producentenorganisaties, ontwikkelt en vermarkt producten en legt relaties met supermarkten om kleine producenten een betrouwbare en winstgevende afzetmarkt te verschaffen. De winst van het not-for-profit bedrijf kan gebruikt worden om nieuwe producenten-
organisaties te trainen. Het businessplan van de partner is veelbelovend met projecties en scenario’s, keuzes in producten en marketingstrategieën. ICCO ondersteunt vanaf 2004 met een donatie voor het capaciteitsopbouwwerk van het not-for-profit bedrijf als mede met een deelgarantie voor een lening voor werkkapitaal.


De nieuwe producten komen in nieuwe verpakkingen volgens de nieuwste marktformules in de schappen: innovatie op en top. Vanaf 2007 zien ook commerciële marktpartijen winst in deze formule en gaan de concurrentie aan door producten bij de producentenorganisaties op te kopen en aan supermarktketens te leveren. De kleine producenten en hun coöperaties hebben nu een slagvaardige markt buiten het not-for-profit bedrijf om, dat niet in staat blijkt met beperkte capaciteit en werkkapitaal steeds grotere volumes af te leveren tegen steeds lagere marges en daardoor in 2012 feitelijk failliet is.

Leermoment
D
e dubbele agenda van een not-for-profit en het NGO (NvdB verleden ?) speelt de organisatie parten. ICCO kan meer geld geven, maar het bedrijf zal niet structureel slagvaardig zijn in een snel veranderende markt en zij is niet meer de enige speler in deze nichemarkt. Achteraf gezien had een splitsing van het not-for-profit bedrijf in een volledig commercieel bedrijf en een capaciteitsopbouw-gerichte NGO mogelijk de verschillende uitdagingen helderder gemaakt en de problemen (deels) voorkomen. 
Bron: briljantemislukkingen/inzending 2012 ICCO




Geen opmerkingen:

Een reactie posten