In het jaaroverzicht van 2012 had ik 3 impact investing wensen:
-1-
Het toegankelijker maken van impact investing mogelijkheden voor
kleine (Nederlandse en / of Euro) beleggers, gekoppeld aan effectieve
consumenten marketing; Update:
die toegang komt mn van crowdfundingplatforms die veel
duurzaam/impact aanbod hebben en 50% zullen groeien in 2012. Er is
een nieuw overzicht van duurzame beleggingsfondsen op goed-geld
en de VBDO inventariseert het II aanbod van vermogensbeheerder divers
aanbod voor chari's (zie december).
-2-
Nederlandse / Europese vervolgstappen en eventuele varianten op de
initiatieven van mn de (leden van) Global Impact Investing Network
(GIIN) in de VS; Update:
theGIIN
benoemt prof Harry Hummels als Europees liaison en de keus voor mr
impact investing (p-plus)
was slim: het nieuwe GIIN Network heeft 16 Nederlandse leden (van de
95).
-3-
Lobby voor zelfregulering en (fiscaal) stimulerend overheidsbeleid.
Update: Fiscaal
beleid voor Duurzaam
beleggen werd afgebouwd zonder overheersend negatief effect in 2011.
De overheid maakt mogelijk dat het nieuwe Blockbusterfonds grote
culturele evenementen kan ondersteunen met voorfinanciering en
kaartafname (als prijs voor voor de postcode / bankgiro
loterijdeelnemers).
Het
2012 Nieuws beschouwend is er heel veel werk verzet voor impact
investing: in 'de markt', door aanbieders, institutionele
investeerders en HNWI's, door (VBDO, Eurosif, SIRP, Harvard)
onderzoekers en code-, benchmark-, rating- en II-ontwikkelaars,
practitioners en promotors als Prof. Harry Hummels.
Bijna onderaan (net voor de uitmsijter) mijn wensen voor 2013 .
JANUARI
2012: Metrics, verzekeraarscode, Harvard studie
Metrics:
De
coöperatieve
pensioenuitvoeringsorganisatie
PPGM
heeft met Dr Karen Maas* van de Erasmus
Universiteit, een eigen 'maatschappelijk rendement' systeem
ontwikkeld. De
impactgebieden die het maatschappelijk
rendement systeem meet
zijn: werkgelegenheid, lokale ontwikkeling, capaciteitsbouw,
empowerment,
gezondheid & veiligheid, materiaalgebruik, ecosystemen &
afval en emissies. PGGM wil het instrument samen met andere beleggers
verder doorontwikkelen.
PGGM
beheert 110miljard vermogen voor meerdere pensioenfondsen, waaronder
het grote Fonds Zorg&Welzijn. PGGM heeft in 2011 99% van het
belegd vermogen verantwoord belegd, 88% ESG-integratie gerealiseerd
en 4,7miljard Euro ESG gericht belegd (4,1%) ofwel impact investing
maar zo noemen ze het niet (meer). Het streven is om in 2012 te komen
tot 99% ESG integratie en 5% ESG gericht beleggen. Bron:
(pdf) PGGM
Verantwoord Beleggen
Jaarverslag 2011
Meer
op EUR/maatschappelijk
rendement van duurzame beleggingen
* zie JULI
Gedragscode:
Het Verbond van Verzekeraars neemt een verbindende code
duurzaam beleggen aan. De code gaat uit van het 'pas toe of leg uit’
principe (afwijkingen mits gemotiveerd zijn toegestaan) en is van
kracht is vanaf 1jan12. Leden van het Verbond zullen in hun
beleggingsbeleid rekening houden met milieu aspecten, sociale
aspecten en goed ondernemingsbestuur (ESG). De UN Principles
for Responsible Investments (UN PRI) zijn richtlijn en de leden
zullen de principes van de UN Global Compact naleven. Er wordt niet
belegd in controversiële wapens zoals anti-persoonsmijnen en
clustermunitie. De
code geldt intern, voor extern beheerd vermogen geldt alleen een
'inspannings-verplichting' duurzaam beleggen te bevorderen (dus
engagement).
De leden van het Verbond vertegenwoordigen tussen de 97 en 82% van de
levens-, schade- en zorg verzekeraars in Nederland. Zij hebben 381
miljard Euro aan beleggingen / belegde verzekeringspremies. Meer
in (pdf)
VerzekerdVanCijfers
2012 De Code is niet meer
te downloaden, wel een artikeltje over een VBDO onderzoek en het
positieve effect van de code. Verzekeraars/
Code Duurzaam Beleggen zet sector in beweging
Academia:
Harvard Business School: hoe duurzamer hoe beter
Onderzoekers
van Harvard Business School bekeken retrospectief 90 duurzame
'koplopers', (sectorleiders) en 90 bedrijven met dezelfde
karakteristieken die 'niet of 'onvrijwillig' duurzaamheid in hun
beleid hebben geïntegreerd. Het onderzoek ging 18 jaar terug om
effecten te vinden ook van de DJ
sustainability-index.
Conclusies
duurzame koploper bedrijven
presteren 'significant' beter dan achterblijvers (Low
Sustainability firms)
zowel extern (op de aandelenmarkt) als intern (in de boeken). Ze
scoorden 4,8%
hoger op de
aandelenmarkt, ze lieten minder
koersschommelingen zien
en behaalden een betere
ROA (return on assets en equity). De
hoge prestaties zijn sterker in sectoren met individuele klanten,
sterke merken (-marketing) en hoog gebruik van natuurlijke
grondstoffen. NB Helaas
werden banken niet onderzocht.
De koplopers hebben een duurzame
(bedrijfs)'cultuur
en binnen die cultuur is duurzaamheid geen overheadfactor of winst
verlager en greenwashing
onvoldoende. Duurzaamheid is 2x vaker (directe) verantwoordelijkheid
van het bestuur,
een van de prestatie
indicatoren,
de bedrijven hebben een langetermijnhorizon
en -investeringsbasis
en communiceren effectiever met (potentiële) investeerders.
Eenderde van de koplopers integreert milieuprestaties en een kwart
'sociaal' duurzame informatie in de financiële rapportages (niet
duurzaam 10% en 5%). Het
rapport:
hbsresearch
(pdf 57pag)
FEBRUARI
2012: Agendasetting, JP Morgan 2,200 II-cases en Wakawaka
Agendasetting:
Op het World
Economic Forum in Davos
is aandacht voor ‘Harnessing
the
hype: Sustainable and impact investing’. De
workshop wordt geleid door Christian
Ulbrich, CEO EMEA van Jones
Lang LaSalle, Inc.
(JLLaS)
wereldleider in vastgoed-
en investeringsmanagement.
Hij vertelt dat de JLLaS haar klanten al adviseert wat de workshop
poneert: ‘Impact
investing is rapidly emerging as a significant asset class, perhaps
worth over 1trillion US$ within the next decade’. Dus
ook voor vastgoed. Volgens
Wikipedia/The Economist vertegenwoordigt vastgoed inclusief ons
woonhuis ongeveer de helft van ons (wereldwijde) vermogen. Mn in de
VS is social housing populair voor impact investing, in het JP Morgan
onderzoek (hieronder) vertegenwoordigt de waarde van social housing
21% van de 2200 II transacties.
De
workshop behandelde -1-
hoe voldoen aan de toenemende verwachtingen van sociaal en financieel
rendement?; -2-
hoe de barrières voor II te overwinnen; en -3-
hoe ‘do
well by doing good investeringsstrategieën
te ontwerpen.
Ulbrich
stelt dat dit ook voor de vastgoedsector een prioriteit zal worden,
maar betreurt dat uit het levendige
debat
(nog) geen ‘ground-breaking
new ideas’
kwamen. Bron:
joneslanglasalleblog
Facts
& Figures:
Al in dec 11 publiceerde JP Morgen 'Insight
into
the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor
Perspectives and over 2,200 Transactions'. Een
update en uitbreiding van het
onderzoek van eind 2010 'II*
an emerging asset class''. De
52
respondenten zijn van de Global Impact Investing Network
(thegiin.org),
Impact Assets50 en clientèle van JP Morgan. NvdB
Amerikaanse cijfers overheersen in het onderzoek, maar ook in de
II beleggingsmarkt dus ik neem e.e.a over.
Men
verwacht van medio 2011 tot medio 2012 bijna 4 miljard US$ aan II te
doen. Ze meten impact meestal (70%) met IRIS,
maar ook door
andere 'eigen' modellen. Het gebrek aan track record voor succesvolle
II blijft de grootste uitdaging. Daarnaast spelen 'illiquiditeit' en
de onzekerheid van het financieel rendement. Actieve overheden (mn
UK, USA, de EU** en Australië) en de ontwikkeling van de II
infrastructuur vergroten de kennis en stimuleren de groei. **
EU Regional Development Fund en EU Social Fund.
Tweederde
van de respondenten zou financieel rendement opofferen voor meer
impact, maar 60% denkt niet dat dat 'nodig' is. Het internal rate of
return (IRR) kan nogal verschillen, ook van benchmarks
onderling: Bij Developed Markets Equity is het 19% (benchmark
29%), Emerging Market Equity: 18% (benchmark 11%), Developed
Market Corporate Debt: 4% (benchmark 11%) en in Emerging
Market Corporate Debt is het gelijk aan de benchmark 9%.
Het
impact doel is meestal 'mensen' (58%) of mens&milieu
(34%). Slechts 8% geeft prioriteit aan milieu impact. 94% van
de II zijn in bedrijven die werken voor/met op mensen met een laag
inkomen. 70% van de II (50% van het kapitaal) is
in SME.
62% van de II is in ''debt', 94% van de debt
transacties is in senior debt, maar 59% daarvan is ´unsecured'.
67%
van de II is in Emerging
Markets
(44%
van het kapitaal)
en 31%
in Developed
Markets
(53%
van het kapitaal).
Sectoren:
34%
van de II is in microkrediet
(37%
van het kapitaal) 15%
in
landbouw & voedselvoorziening (6%
van het kapitaal), 13% cross-sectoraal
(15%
van het kapitaal) 13%
in
clean tech & energy
(6% van het kapitaal), 7%
in huisvesting (21%
van het kapitaal). Download
report bij
thegiin.org
Crowdfunding
(case): Duurzame
Nederlander Maurits Groen en Off Grid Solutions halen na succesvolle
PR bij the Clinton Globale Initiative en een crowdfunding campagne
bij Kickstarter in de VS ook in Nederland 75.000 Euro op voor hun
WakaWaka
Solar Lights. Ze
verkopen 2,5% van hun aandelen via crowdfundingplatform Symbid,
een van de weinigen die aandelen aanbiedt. De Solar Lights worden
weggezet via de contacten en de 3,5
miljoen US$
van Gerry van de Sluys 'an
expert in the field of wind, solar and other forms of renewable
energy' van
het in Zwitserland gevestigde Business Creation Investments (BCI). De
lamp wordt gedistribueerd in 8 landen in Afrika en Azië naar 1
miljoen mensen en dat binnen 5 jaar. Het zal hiervoor 352 mensen
opleiden voor verkoop en service en proberen de productie van de
lampen in die landen op te zetten. Omdat de lamp ontwikkeld is
om in een fles te passen mikt BCI op promotie en distributie in
samenwerking met de drankenhandel. Op
You Tube: Gerry van der
Sluys BCI licht het commitment
toe op het Clinton Global Initiative (5m) youtube
Van der Sluys is honorary
member of the board
van het Center for Global Dialogue and Cooperation
(anno 2011) www.cgcd.eu
Helaas
is de volgende crowdfunding actie van Off Grid voor een mobiele /
Ipad solar battery charger vie OnePlanetCrowd slechts een productie
investering. Vroege intekenaars krijgen korting, geen aandelen.
MAART
2012: clean tech, microkrediet en revolving II
Market:
GreenTech
meldt een investeringsrecord in 2011: 260 miljard US$. Vooral zonne
energie groeit hard met +33%, deels door de ‘dramatische
daling’ in de kosten van zonnepanelen. Het neemt met 136,6
miljoen US$ ruim de helft van de investeringen voor haar rekening. De
VS waren de grote kracht achter de clean
tech
investeringen met +30%. Bron
Bloomberg,
Global Renewable Energy Market Outlook (Executive summary, 16nov2011)
Bloomberg
New Energy WhitePaper 53
O
ok
Global research firm Clean Tech Group (VK) verwacht dat 2012 weer een
record jaar voor clean
tech investeringen wordt.
Het publiceerde cijfers over de particuliere (corporate
& venture capital)
investeringen in clean
tech: 9miljard US$, ofwel
+13%. Het aantal deals in 2011 daalde met 7%, een indicatie dat de
kapitaalomvang groeit en opvallend fusies en overnames in de sector
bereikten een record: 391 deals met een waarde van ruim 41miljard
US$. In China gingen 28 clean
tech bedrijven naar de
beurs (51 wereldwijd). In Noord Amerika groeide de investeringen met
31%, maar Europa en Israël daalde de investeringen bijna
evenveel (!) Bronnen Earthtechling en CleanTechGroup corporate & venture M&A in 2011
In
oktober lanceerde het VK een ''Green Deal'' een ongeëvenaard
clean tech
investeringsprogramma van de overheid dat o.a. 14 miljoen huizen
energiezuiniger wil maken. Het is voor particulieren en bedrijven.
Een bedrag in deze subsidiepot heb ik niet kunnen vinden.
Wikipedia/The
Green
Deal
Market:
Microkrediet een
sector met een omvang van 80miljard US$ meldt
4% groei
in 2011.
25miljard
van de omzet komt door buitenlandse bedrijven en Nederland neemt
hiervan 2,1miljard
US$ of 8,4% voor haar rekening. Het betreft (particuliere) donoren,
internationale hulporganisaties en bankinstellingen . ING rapporteert
verder in 'A
Billion to Gain: The Dutch contributions to the microfinance sector’
(maart2012)
''Naast
financiële steun leveren de Nederlanders ook kennis en lopen zij
voorop bij de implementatie van initiatieven die transparantie en het
maatschappelijk rendement van de sector vergroten''.
Het
tijdperk van de grote groeipercentages (50% in 2007 en 23% in 2008)
lijkt voorbij, maar ter vergelijking: de AEX verloor 11% in 2011 en de Nederlandse economie groeide
over heel 2011 met 1,2 procent (CBS). De economie van de eurozone
groeide met 1,5 procent.
16 Nederlandse banken en ontwikkelingshulp/medefinancieringsorganisaties
werden onderzocht. Zij investeren in microkredietprojecten in 94
landen. 8/9 bieden ook particulieren beleggingsmogelijkheden aan
(cursief).
Op alfabetische volgorde ABNAMRO,
ASN,
Min van BuZa/OS, St DOEN, FMO, Hivos, ICCO, ING,
Oikocredit, Oxfam Novib, Rabobank, SNSbank,
SNV, Terrafina Finance, Triodos,
Triple Jump. Zij zijn verenigd in het Nederlands Platform voor
Microfinanciering. Bron: ING
A_Billion_to_Gain
NB
Op www.goed-geld.nl
staat
een overzicht van duurzame beleggingsfondsen, met slechts drie
microkrediet fondsen: Annexxum (?) en 2 thematische Oikocredit en ASN
Oxfam-Novib microkredietfonds.
II
katalysator:
McKinsey
Consultant Alex Hamilton Chan v/h MIT schreef voor de Stanford Social
Innovation Review The
responsible hand: overcoming the shortcomings of impact investing.
Chan wijst op 3 zwakke plekken die op de lange termijn de
ontwikkeling van II ondermijnen. Het betreft de afwezigheid van: -
incentives voor het impact aspect, - incentives voor impact
efficiency en – duidelijkheid over de 'trade-off', de afweging
tussen financieel en impact rendement*.
Er
is een theoretische oplossing: Socially
Responsible Equity
(Academic
paper 30p). Het is een vorm van aandeelhouderschap waarbij de
aandeelhouders een beperkt deel van de huidige en toekomstige
cashflow/winst kunnen afromen. Het bereikte impact niveau bepaalt welk deel dat is.
Huidige
stimulerend bedoelde wetgeving in de VS schiet tekort op de door Chan
genoemde zwakke plekken. Ook Social
Impact
Bonds
(VK)
of Pay-for-success- Bonds (VS) hebben volgens Chan geen efficiency
incentive. Er is een voordeel voor meer impact per project, maar niet
voor grote efficiency of lange termijn doelen. Marktwerking
stimuleert efficiency door winst maximalisering, kostenverlaging,
hoge productie, het bevordert investeringen en vermindert
verspilling. SRE is een incentive voor impact maar (enthousiasme
voor)
aandeelhouderschap
is afhankelijk van winstgevendheid. Amartya Sen, de Indiase Economie
Nobelprijswinnaar, is positief: het SRE concept behoudt de
marktwerking, maar heeft ook incentives voor sociale doelen / impact.
Het artikel: AH
Chan op ssri The
responsible hand: overcoming the shortcomings
of impact investing
APRIL
2012: Ethisch vastgoed, II-rating en de Shell Foundation
Nieuw
in Nederland: ethisch vastgoed Er
was al maatschappelijk & cultureel vastgoed, energie zuinig
vastgoed, en vastgoed dat met duurzame materialen is gebouwd. Een
aantal vermogensfondsen gebruiken hun eigen vastgoed al als middel om
hun missie te ondersteunen door het te verhuren aan gelieerde non
profits. Maar nu is er ook ethisch
vastgoed als beleggingsmogelijkheid. Ethical
Property (her)ontwikkelt vastgoed
locaties
tot centra voor maatschappelijke verandering en duurzame
ontwikkeling. Op 23
locaties in het VK, België, Frankrijk en Kenia (i.o.) huren meer
dan 350 maatschappelijke organisaties, sociale ondernemingen en
actiegroepen hoogwaardige kantoorruimte met gemeenschappelijke
faciliteiten tegen betaalbare prijzen.
Ethical
Property begint nu ook Nederland en heeft 6 objecten op het oog om de
komende 5 à 7
jaar te ontwikkelen. De 1e objecten zijn in Amsterdam en Den Haag.
Voor Amsterdam zijn als 30 geïnteresseerde huurders in de
kantoorruimte die varieert van 10 m² tot 750 m² per
organisatie in de kantooroppervlakte van 3 tot 4.000 m² met 240
werkstations.
Ethical
Property benadert hiervoor 'grote' impact investors op een
bijeenkomst bij Fonds 1818 en zal later
ook kleine beleggers (vanaf 100euro) uitnodigen deel te nemen. Meer
informatie: over
de ambities in Nederland: ethicalproperty
netherlands
en our
projects.
Triodos bank is bankier & intermediair voor het werk in België
triodos-bank
Impact
Rating in 2012
GIIRS,
het Global Impact Investing Rating System komt met haar eerste
2012-Q1 rapport. De index is een standaard voor impact prestaties en
wordt berekend op basis van de mediane score van de 'betreffende
'sector'' over de langere termijn. Het 1e GIRRS rapport is gebaseerd
op rapportages van de huidige 136 GIRRS bedrijven: 72 in ''developed
markets'' en 64 in ''emerging markets''. GIIRS kent
ratings toe op basis van 4 impact gebieden: Governance, Workers,
Community en Environment. De focus is op Operations zoals
stimulerend beleid en Socially and Environmentally Focused Business
Models (SEM's).
Eind
2012 bevat GIIRS Q3 data van 331 GIIRS bedrijven. Er zitten
153 bedrijven in de pipeline. 43 Fondsen zijn GIIRS Rated en
24 Fondsen zitten in de Pipeline. Er zijn 21 GIIRS Pionier
Investeerders (waaronder UBS AG)en de omvang van de impact
investments is 4miljard US$.
Q3 verslag over 268 GIIRS bedrijven in 29 landen en 70
industrieën
55% groeide
met meer dan 5% in werkgelegenheid;
30% richt
zich op een sociaal maatschappelijk tekort met meer dan 50% van hu
diensten of producten;
39%
gaat de komende 12 maanden (meer) kapitaal werven;
36%
rapporteert een toename van de salarissen met meer dan 5% (ex
executive management).
36
GIIRS impact investing fondsen investeren meer dan 1,1miljard US$ de meerderheid
mikt op 11-25% rendement;
de gemiddelde
investering tussen de 1 en 5 miljoen US$;
53%
van de fondsen richt zich op diensten voor de 'underserved' en;
39% investeert in socially beneficial
handelsketens. Link GIIRS.org
CASE Go further with
Shell Foundation
De pas 10 jaar oude Shell Foundation (SF) is gericht
op energie (besparing) & milieu (bescherming) en recenter
educatie & leiderschap. Het gaf in die 10 jaar 112 miljoen US$
weg (waarvan in 2009 en 2010 59miljoen US$) uit de inkomsten van
430miljoen US$ vermogen en donaties.
De SF is geen impact investor, maar omschrijft
zichzelf angel
philantropist en
'social enterprise starter',
waarna bij succes impact of social
investors kunnen instappen.
Medio
2012 werd de Shell Foundation (wel) lid van het GIIN network (zie
JUNI).
De SF streeft naar exit's en aarzelt niet projecten stop te zetten als
resultaat uitblijft.SF streeft nadrukkelijk naar Scale
(of opschaling) omdat de ambitie is om honderden miljoenen mensen te
bereiken en Sustainability,
omdat alleen onafhankelijkheid van subsidies en giften, door kosten
effectieve inkomsten te genereren, een organisatie 'echt' duurzaam
maken. De tactiek: disruptive
change en het
werkterrein omvat 4 thema's: openbaar vervoer in grootstedelijke
centra, groeikapitaal voor SME's, binnenlucht kwaliteit en 'better'
of 'pro poor' trading.
Beneficianten worden uitgenodigd voor tenders. Men zoekt strategische
partners bij de uitvoering.
De Foundation beschouwt tweederde van haar projecten
als succesvol en dat komt door: de concentratie op nieuw:
nieuwe organisaties & nieuwe business modellen; Partners die
100% gefocused zijn, eigen kapitaal inbrengen en ook scale &
sustainability als ambitie hebben; Investeringen
in organisaties & capaciteit;
En actief
investeerderschap & co-development
van business models.
Fases
en duur: De
ideale fasering is evolutionair: Eureka (plan), Experimenteren,
Enterprise, Ecosystem (partnerschappen) en Economie (System
change & sustainability).
SF benadrukt dat pas na 3 tot 5 jaar een 'tipping
point'
wordt bereikt, waarna het tot het 7e à 10e jaar duurt voordat
ook echt 'scale' wordt bereikt. SF benadrukt vooraf ruim
opschalingsbudget te reserveren en rekening te houden met een
behoorlijke PM factor en geduld te hebben ook financieel (patient
capital).
Opschaling is moeilijk (er dan gedacht) en opschaling door replicatie
werkt beter dan door propaganda.
More
than Money & Harnassing value added: De
SF is onafhankelijk en benut haar positie tussen de partners en Shell
voor meer resultaat. Het heeft hiervoor meer mensen van Shell
aangetrokken (nu 11 van de 14) en helpt met advies (50%), kennis van
de lokale markt (24%), haar infrastructuur (11%) en haar materieel
(6%). Bron:
Shellfoundation
Enterprise
Solutions to Poverty
of
Shellfoundation
Executive Summary
Jaarverslag
2010 Shell
Foundation 2010
MEI
2012: Venture II, vastgoed en chari 2.0: Blockbusterfonds
Market:
ASN investeert venture capital in financial inclusion. ASN
Bank gaat 400.000euro
investeren in financiële diensten in India, Ghana en Nigeria via
haar Venture Capital Fonds (VCF), dat het durfkapitaal bevat van het
ASN Duurzaam Aandelenfonds en het ASN Duurzaam Mixfonds.
ASN
Bank VCF investeert weer via Goodwell,
Hilversum 160.000 Euro in een bedrijf voor financiële diensten
via de mobiele telefoon in Pagatech in Nigeria. Met de
vervolginvestering wil Pagatech de toegang tot spaar- en
betaalrekeningen verbeteren. Ook
wordt 112.000 Euro geïnvesteerd in de Nwabiagya Rural Bank in
Ghana voor meer klanten, waardoor de kosten omlaag gaan en de rente
op de leningen ook verlaagd kan worden. In India wordt 128.000 Euro
geïnvesteerd in Utkarsh Microfin, een
microfinancierings-
instelling die leningen geeft aan vrouwen. Bron
duurzaam-beleggen
Unibail
Rodamco: marktleider wil ook duurzaam vastgoed leider zijn
U-R is
vastgoedbeheerder, -investeerder en -ontwikkelaar met 26miljard Euro
aan vastgoed in Europa waarvan anderhalf miljard Euro in Nederland
(was 4 miljard). Directeur Nederland Van Haaren vertelt o.a. dat het
met name de investeerders en dan de
grote aandeelhouders zijn
die aandringen op verduurzaming van vastgoed. In
alle U-R winkelcentra zijn minimale duurzaamheidseisen waar
voortdurend aan gewerkt wordt en
de lat ligt best hoog: de
huurders zijn zelf verantwoordelijk voor het energieverbruik en een
aantal duurzaamheidsmaatregelen. Hoog energie- of watergebruik moet
aangepakt, afval gescheiden en carpoolen en/of OV gestimuleerd. Zo
worden de huurders gestuurd
richting duurzaam gedrag.
Duurzaamheid
wordt verder aangemoedigd door marketing en investeringen in de
-lange termijn- toekomst.
Voor eigen rekening
verduurzaamt UR een A locatie complex in Rotterdam (Plaza) om
energieklasse A te halen,
omdat veel 'superbrand'
huurders
op dat soort toplocaties willen voldoen aan de hoogste
duurzaamheidseisen.
Bron:
Managementscope
14april2012 duurzaam vastgoed
Chari
2.0: het Blockbuster
Fonds
Joop
van den Ende richt met het Prins
Bernhard Cultuurfonds, het VSB-fonds, zijn VandenEnde Foundation en
de BankGiroLoterij een nieuw cultuur fonds op. Het wil een
breder bereik geven aan kunst & cultuur. Het stimuleert en
initieert de totstandkoming van belangrijke en uitzonderlijke, zo mogelijk multidisciplinaire culturele evenementen in Nederland
met een zo groot en/of breed mogelijk (inter)nationaal publiek.
Het ondersteunt met financiële bijdragen en met de door de
BankGiro Loterij gegarandeerde voorafname van toegangskaarten (als
loterijprijzen).
Speciale
regelgeving: Van de Ende gaat op de koffie bij Marc Rutte en dat
loont: de overheid maakt de werkwijze van het fonds mede mogelijk
gemaakt door de vergunning van de BankGiro Loterij (Goede Doelen
Loterijen) aan te passen. De BankGiroLoterij kan nu bij de
begunstigde instelling(en)
culturele prijzen afnemen voor haar loterijdeelnemers. De
initiatiefnemers geven elk jaar anderhalf miljoen Euro maar de
(waarde van de bijdrage van de) BankGrioLoterij in natura kan oplopen
tot 10 miljoen per jaar. Het fonds hoopt hiermee de komende vijf jaar
een budget van 57,5 miljoen te krijgen.
Impact
denker: In
mei 2011 vroeg van den Ende 100miljoen Euro aan de overheid voor een
cultuurfonds dat geld op zou leveren door stevig (50%)
te
investeren in marketing. Van den Ende had marktonderzoek laten
uitvoeren dat aantoonde dat een
museumaanbod van internationale kwaliteit, in combinatie met andere
kunstproducties, 3,4 miljoen meer bezoekers oplevert. De
extra bezoekers leveren 1,3 miljard euro extra inkomsten op waarvan
rond de 50% naar de fiscus gaat. Die investering van 100 miljoen Euro
zou de staat dus 650 miljoen Euro opleveren (of 550% rendement). Bron
EUR
Mandeville
De 100 miljoen kwamen er niet, wel de aangepaste regelgeving. Over
de door van den Ende voorgestelde 'stevige' marketing wordt
gecommuniceerd dat: Het
Blockbuster Fonds is van zins culturele instellingen te steunen met
'voorfinanciering, kaartafname en innovatieve
marketing'.
Bronnen:
3voor12.vpro
en Blockbusterfonds
JUNI
2012: groene stroom en sociale beleggers
Nederlandse
banken investeren 55% meer in groene stroom.
De
Eerlijkebankwijzer
publiceerde
begin mei een rapport over de investeringen van 8 Nederlandse banken
in groene stroom. Die bedroegen in '10 en '11 samen
3,1 miljard euro en dat is 94%
(was 64% tussen '07 en '09) van de investeringen in elektriciteit. De
investeringen stegen sinds '07-'09 met ruim 55 procent tot ruim 1,5
miljard euro per jaar. Rabobank is marktleider met 40% van alle
investeringen in groene stroom gevolgd door Triodos Bank dat 23%
doet. Rabobank, Triodos bank, NIBC en ASN Bank investeren alleen in
groene stroom. ING steeg naar 72% (was 46%) en ABNAMRO bleef achter
(47% was 46%).
I
nvesteringen
in energiebesparing, energiebesparende productietechnieken en
-producten vielen buiten het onderzoek evenals de investeringen van
vermogensbeheerders die tot dezelfde bankgroepen en 'merken' behoren.
Noot
van de Blogger:
Groene of hernieuwbare energie is met 211miljard US$ in 2010 (UNEP)
de grootste sector binnen impact investing. Investeren in groene(re)
energie heeft 100 jaar (!) trackrecord en wordt gestimuleerd door het
opraken van traditionele energiebronnen, (beoogde) kostenbesparingen
en omdat het bijdraagt aan de doelstellingen CO2 uitstoot terug te
dringen om klimaatverandering (opwarming van de aarde en extreem
weer) tegen te gaan.
Bronnen:
diverse
persberichten
Onderzoek
EB pfd praktijkonderzoek energie
Promotieonderzoek
sociaal beleggen
Paul
Smeets promoveert 15 juni op 'Risk- and
Social Preferences of Individual Investors' aan de Universiteit
Maastricht. Smeets won
in 2010 de Best paper award from the
United Nations Principles of Responsible Investments*.
Maastricht is een van de 15 deelnemende
universiteiten van SIRP, een 5-jarig academische ESG
onderzoeksproject gesponsord door van de Mistra Foundation (zie
IINieuws15dec12 voor het final report)
Een
van Smeets conclusies: Duurzame beleggers
gedragen zich ook in andere opzichten socialer dan gewone beleggers.
Het
promotieonderzoek werd aan de hand van experimenten uitgevoerd onder
duizenden
particuliere
beleggers bij Robeco. Zij konden anoniem tot 300euro verdienen met
beleggingstransacties en 200euro
gedeeltelijk weggegeven aan A-merk goede doelen en 90%
deed dat. Op zijn blog staat de verdeling van
giften aan de goede doelen. paulsmeets/blog
Een
grote groep verdeelde het bedrag 50-50. Smeets verklaart dit als
volgt: 'In het experiment moesten de
deelnemers een bewuste keuze maken om zich al dan niet sociaal te
gedragen'. In werkelijkheid heeft een op de
zes Nederlandse beleggers een duurzaam beleggingsfonds, Volgens
Smeets is de reden daarvoor 'dat mensen niet
overstappen naar een duurzame bank of beleggingsproduct komt (dus)
vooral voort uit onwetendheid of laksheid'.
2 soorten beleggers
Uit
het onderzoek blijkt ook dat er 2 soorten duurzame beleggers bestaan:
uit -1- bewuste overtuiging en een actieve keuze bij te dragen
aan een betere wereld en -2- strategische (spreiding, risico-
en rendementsverwachting) en fiscale voordelen. Daarom moeten
banken volgens Smeets in hun marketing onderscheid maken tussen de 2
soorten duurzame beleggers
Klanten
van Triodos en ASB Bank blijken loyaler en meer omzet te genereren.
Toch pleit Smeets voor aangescherpt CRS/MVO beleid bij banken of
apart duurzame dochterbedrijven dan een groter aanbod van duurzame
beleggingsproducten.
*
de UNPRI award kreeg hij voor “Some Men Invest Like Women: the Influence of Social Values on Investment Decisions and Investor Loyalty”, previously entitled “Social Values and Mutual Fund Clienteles”, co-authored by Prof. dr. Rob Bauer.
JULI
2012 GIIN goes Europe, ESG benchmark staatsobligaties, metrics by
Karen Maas
GIIN
Prof.
Dr. Harry Hummels (SNS II) wordt Europees liaison voor het Global
Impact Investing Network en hij strikt 16 Nederlandse leden voor het
nieuwe (95 leden tellende) GIIN Network. Medio december 12 krijgt
Hummels van the
Amsterdam Private Equity Club (APEC)
een
Award
voor zijn bijdrage aan the
emerging field of Impact Investing.
Hiermee wordt ook Impact Investing als nieuw en veelbelovende
nieuwkomer erkend. Link naar zijn aanvaardings- tevens II appèl
speech (pdf) SNSimpactinvesting.
Voor
beleggers in staatsobligaties
vind
ik de Global
Sustainable Competitive Index
van SolAbility
een Koreaanse duurzaamheidsdienstverlener. Het overzicht omvat 176
landen en rating op basis van 69 duurzaamheidscriteria en 4 thema's.
Databronnen zijn de UNDP, UNEP, UNICEF, FAO, WHO, WMO, de Wereld
Bank, het International Monetary Fund en NGO's als Transparency
International, Reporters without Borders, The New Economics
Foundation, The Institute for Economics and Peace en The Fund For
Peace.
Thema's:
De rangschikking is gebaseerd: Natural Capital (land,
water, biomassa, mineralen), Resource Intensity
(energie, water, klimaatverandering, grondstoffen), Sustainable
Innovation + competitiveness (onderwijs, innovatie,
infrastructuur, beleid) en Social cohesion (gezondheidszorg,
gelijke kansen, criminaliteit, vrijheid).
Nederland
staat 8ste in een ranglijst die gedomineerd bovenaan wordt door
Europese en ontwikkelde/welvarende landen. Maar 55-ste op natural
capital, 46-ste op resource intensity, 7e op sustainable innovation +
competitiveness en 12e op social cohesion. Hoogste
ontwikkelingsland/BRIC-er in de algemene rangschikking is Brazilië
op de 25ste plek, nog boven het VK en de USA. Bron:
Global
Sustainable Competitive Report 2012 Link solability.com
METRICS:
Ik lees -eindelijk- Karen Maas proefschrift uit 2009 'Corporate Social Performance From Output Measurement to Impact Measurement'.
Met 30 impact
meting methodieken en de filantropie impactmeting van 500 DJSI
bedrijven. De vier peilers zijn CSR
as a
strategic activity:
value creation, redistribution and integration, Social
Impact Measurement:
classification of methods, Talk
the Walk:
impact measurement of corporate philanthropy en Social Impact of the
Netherlands Hearts Foundation: a
case study. NB
De Executive Summary, de
samenvatting
en hoofdstuk 6 zijn uitstekend.
Interessant
voor de impact investor die impact criteria wil formuleren is de
classificatie van impact meting methoden met verschillende accenten
als Purpose
(Screening,
Monitor, Reporting & Evaluation) Time
frame
(Prospective, Ongoing, Retrospective) Orientation
(Input or Output) Length
of Time frame
Short term or Long term Perspective
(Micro: Individual, Meso: Company, Macro: Society) Approach
(Process, Methods, Impact Methods, Monetarisation). Download
Pdf van het Proefschrift
Karen Maas Corporate Social Performance
AUGUSTUS
2012: voeding, IDH en Unilever's thee
Sector:
Als zomerproject duik ik in beleggen
in voeding, actueel
vanwege de maismisoogst, verder stijgende voedselprijzen en de
komende hongersnood in Afrika. VBDO en CREM publiceerden Beleggen
& Voedingsgrondstoffen naar
aanleiding van de uitgave van de United
Nations
Principles
for Responsible Investment in Commodities,
met extra aandacht voor agriculture (2011). Mn de UN Principles
bieden heldere richtlijnen voor (institutionele) beleggers, de VBDO
wil het maatschappelijk debat aanwakkeren. Bronnen:
VBDO
Onderzoek Beleggen en Voedsel
(pdf) en de Principles
Responsible Investment in Commodities 2011
(pfd)
I
nspirerend
is het jaarverslag van het Initiatief
Duurzame Handel van
Nederlandse
bedrijven voor het verduurzamen van de voedselproductie- en
handelsketen. Men werkt op 8 teelten, helaas niet de 3 belangrijkste
voedingsteelten die 4miljard mensen voeden. Bron:
idhsustainabletrade
Unilever
katalyseerde de thee sector om duurzaam/gecertificeerd te gaan:
Sustainable
Tea
leapfrogging to mainstream. Bron (gek genoeg niet meer te vinden op de Unilever site, wel elders op de titel: (pdf) Tea
Booklet
SEPTEMBER
2012: ESG rapportages, hernieuwbare energie, risico & volatiliteit criteria voor beleggingsfondsen
EUMEDION
kritisch over nut ESG rapportages
Eumedion
is
de koepelorganisatie van institutionele
beleggers
voor corporate
governance en
duurzaamheid. Haar leden
hebben samen meer dan 1000 miljard euro aan beleggingen onder beheer
en gebruiken
steeds vaker informatie over ESG prestaties (Milieu=Environment,
Sociale
en Governance)
bij
hun beleggingsbeslissingen. Maar die voldoen niet aan de hun
informatiebehoefte (kwaliteitseisen) en daarom besteden beide
partijen veel tijd aan aanvullend onderzoek.
De
Erasmus School of Economics (o.a. dr. Karen Maas) en Shareholder
Support onderzocht voor Eumedion de Key Performace Indicators
(KPI's) en Sustainability. Hieruit bleek dat ESG criteria
nauwelijks in verband worden gebracht met de strategie, risico’s
en financiële en operationele zaken van de onderneming. Hierdoor
wordt de toegevoegde waarde van de ESG activiteiten niet goed gezien
en onderschat.
De
meest gebruikte duurzame KPI’s zijn: vrijwillige bijdrage aan
maatschappelijke en goede doelen (filantropie), verloren werkdagen
door ongelukken, inspanningen om broeikasgassen terug te brengen en
informatie over de stakeholders dialoog. Concrete doelen stellen,
prestaties over verschillende jaren tonen en de interne processen en
interne verslaggeving verbeteren zou informatie geven die de
(institutionele) beleggers nodig hebben. Duurzaamheidsverslagen
worden nu vooral gemaakt voor maatschappelijke organisaties en de
eigen werknemers, maar zijn niet
gericht op huidige en potentiële beleggers. Bron:
eumedion
Hernieuwbare
energie groeit steeds harder Het heeft nu een marktaandeel van zo'n 20% en is de snelst
groeiende energiebron. Het zal tussen 2011 en 2017 zelfs 60%
sneller groeien (met 1840 Terrawatt) dan in de periode 2005-2011
rapporteert het Internationaal Energie Agentschap (IAE) in haar 1e
-jaarlijks geplande- studie: Renewable Energy Market Report
2012.
De
groei komt met name uit opkomende en OECD landen: China (40%), de VS,
Brazilië, Duitsland en India. 15 sleutellanden bepalen 80% van
de hernieuwbare energiemarkt. Waterkracht energie (Hydropower)
is de belangrijkste (80%) en snelst groeiende hernieuwbare
energiebron (+730Terrawatt tussen 2011 en 2017) met nog veel potentie
en mn in niet-OECD landen. Wind-energie-op-land en bio- en
(foto-voltaïsche) zonne-energie (+27% per jaar) groeien het
snelst na waterkracht.
De groei van hernieuwbare energie productie is afhankelijk van
(politiek) beleid en de ontwikkeling van de markt frameworks.
Technologische ontwikkeling, integratie van infrastructuur
(grid&system) en de
kosten en beschikbaarheid van investeringen zijn
sleutel variabelen.
Bronnen:
duurzaamgebouwd
en iea
PersBericht en ExSum MTrenew2012
Risico
& volatiliteit De
nieuwe risicorating van Oikocredit door Morningstar bevestigd het
nieuwe credo dat duurzaam beleggen beter scoort op volatiliteit en
dus risico. Oikocredit gaat van 7 naar 1! Per 1
juli kregen beleggingsinstellingen een nieuwe risicometer. Het risico
van Oikocredit werd zo sterk verlaagd omdat de nieuwe risicometer is
gebaseerd op de volatiliteit (beweeglijkheid) van het rendement over
de afgelopen vijf jaar. De volatiliteit van
OKN is nul, want het heeft vanaf 2003 elk jaar hetzelfde rendement
uitgekeerd (1,55% of 2% -0,45% beheerskosten). Omdat Oikocredit is
aangemerkt als sociaal ethisch fonds kon het rendement oplopend tot
3,45%.
Chari's
zijn niet zo vlot:
De Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (VFI, FIN en IF)
rapporteren eind september over de uitvoering van de afspraken met de
overheid uit het Convenant Ruimte voor Geven (juni 2011). Met
transparantie gaat het steeds beter en de haalbaarheidsstudie
naar verdienmodellen en innovatieve fondsenwerving
is (met een half jaar vertraging) gereed. Het wordt 'zo
snel mogelijk''
(na de bekendmaking 22sept) aangeboden aan de minister van
Binnenlandse en Koninkrijkszaken. 'Zo snel' gaat al net zo vlot als
het onderzoek:
eind 2012 is het nog niet aangeboden/openbaar. Dat
is erg jammer want als chari's verdienmodellen ontwikkelen wordt het
mogelijk om niet alleen om giften maar ook om leningen te vragen, kan
het werk opgeschaald worden en worden chari's veel financieel en qua
impact gezien veel duurzamer.
OKTOBER
2012: II door Rockefeller, Gates, Machielse en Houtzaager
Aanrader:
De Rockefeller
Foundation, motor achter de Programma Related Investment wetgeving in
de VS en mede-oprichter van de Global Impact Investing Network laat
de resultaten van 5jaar Impact Investing Initiative marketbuilding,
research & networking onderzoeken.
Het rapport Accelerating
Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the
Impact Investing Industry, geeft
de actuele stand van zaken in de ontwikkeling van II (mn vanuit VS
optiek).
In hun interne aanbevelingen het stimuleren van de II markt door a)
steun voor nieuwe producten, distributie systemen en infrastructureel
werk (plumbing)
b)
versterken van de capaciteit van intermediairs om nieuwe deals
''markt-klaar'' te maken van lead
tot en met exit voor
investeerders en investees.
c)
groei
van privaat-publieke investeringssyndicaten voor ontwikkeling zoals
schoon/zoet water, gezondheidszorg, energie, landbouw etc. d)
opzetten
van grootschalige investeringsfonden en mechanismen voor
institutionele investeerders.
e)
nauwere
samenwerking en partnerships tussen impact investors en ESG, CSR,
SRI, Community Development Finance (in de VS),
clean
tech
en inclusive
business (microkredietmodel uitrollen naar mobiel-bankieren,
verzekeringen, hypotheken en andere diensten voor the
base of the pyramid, de
armsten). Bronnen:
(pdf's) Accelerating
Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the
Impact Investing Industry E.T.
Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012,
86 pag) of Executive
Summary
Gates
Foundation accelerated it's impact investing
Uit de IRS 2010 aangifte van de Bill & Melinda Gates Foundation,
een van de grootste chari's van de wereld, blijkt dat zij serieus
werk maakt van impact investing en dat dit dat (mijn
berekening op basis van IRS gegevens)
en de inspanningen in 2011 nu circa 3% bedraagt. En dat naast keurig
duurzame toppers in de beleggingsportefeuille die gebaseerd is op
principles van good
governance and good management. De
tabakssector is uitgesloten en bedrijven waarvan het
business/winstmodel egresious:
extraordinary
in some bad way is.
D
e
Gates Foundation heeft
na 2010 1miljard US$ toegewezen aan program-related investments (PRI)
in de vorm van garanties, schuld en aandelen*. Samen
met mede GIIN leden the Gatsby Charitable Foundation (VK), J.P.
Morgan (bank) en de Rockefeller Foundation investeerde de Gates
Foundation in 2011 in het 1e GIIN
Fonds the African Agricultural Capital Fund (AACF) dat 25miljoen
US$ ophaalde.
Opmerkelijk:
Bill, Melinda en mede bestuurder Warren (Buffet) geloven dat het
fonds moet focussen op de 21ste eeuw, daarom zal het vermogen binnen
50 jaar na hun overlijden worden opgemaakt. (asset-trust)
*
PRI's vallen onder een fiscaal regime in de VS voor investeringen die
bijdragen aan de doelstelling. Inkomsten uit de investeringen vloeien
terug in dit aparte fonds. Bronnen:
Gates
Foundation IRS
2010 Gates
Foundation 2010 IRS pdf
Chari's
fondsenwerving & verdienmodellen Harald Machielse van Chuva
Consulting en ik publiceren ons artikel over social bonds van
goede doelen: Een
kapitaalinjectie voor goede doelen. In het artikel voorbeelden van de snelle ontwikkelingen in het Verenigd
Koninkrijk die al de Atlantische oceaan hebben overgestoken (met financiële
steun van het Omidyar Network) en nu ook de
Noordzee hebben overgestoken en Nederland bereikt.
Boudewijn
de Blij, directeur van impact investing pionier Fonds 1818 toont belangstelling
binnen haar missie gerelateerd beleggingsbeleid (dat budget is 22
miljoen, maar let op het regionale werkgebied). Onze sites worden
goed bezocht en het levert interessante reacties, discussies en
leads op. Chuva Consulting doet Filantropie advies &
Fondsenwerving en ik zal vanaf in 2013 exclusief als adviseur Chuva Consulting ondersteunen op social bonds.
NOVEMBER
2012: DB mainstream & emerging markets, crowdfunding groeit
explosief II door vermoegsnbeheerders en HNWI
Gewone
beleggingsfondsen vaak duurzaam AfU
Investor Research uit Duitsland en RepRisk uit Zwitserland
ontwikkelen een meetmethode van ESG factoren en bedrijfsreputatie- en
waardering. De Reputational Risk Index (RRI) vat ESG scores samen
inclusief controversiële rapportages over bedrijven en
vermenigvuldigen ze met de weging (%) die bedrijven in een van 166
(grootste?) Europese
beleggingsfondsen hebben.
De meeste beleggingsfondsen beleggen in dezelfde bedrijven als 13
fondsen die als expliciet als maatschappelijk verantwoord worden
aangeboden. De verantwoorde
fondsen scoorden iets beter dan gewone fondsen, maar de verschillen
waren ‘erg klein’ en ‘niet significant’. Ook
de financiële resultaten vertoonden geen opmerkelijke
verschillen. Noot
van de Blogger:
Als er sprake is van hogere beheerskosten vanwege meer gedetailleerd
(ESG) onderzoek zijn beleggers duurder uit zonder extra
maatschapelijk rendement.
Bron:
Fondsnieuws
1okt12
search duurzame fondsen of google fondsnieuws duurzame fondsen
blijken niet duurzamer Persbericht:
RepRisk
Duurzame
beleggers kiezen voor opkomende markten Sinds
de economische crisis steeg de asset allocatie voor duurzame
investeringen in (emerging
markets) EM's
met 30%.
Een kwart van de duurzame investeerders heeft haar investeringen in
EM's vergroot en 10% investeerde voor het eerst in EM's. Het
populairst zijn China, Brazilië, Taiwan, Thailand, India,
Indonesië en Zuid Afrika. Het populairste bedrijf is Samsung
(Korea, was 2) gevolgd door Taiwan Semiconductor Manufacturing
(Taiwan was 4). Daler was PetroBras (Brazilië) dat zakte van 1
naar 6.
Belangrijke
ontwikkeling waren de vooruitstrevende ESG listing
requirements, duurzame
indices en transparantie niveau's op de beurzen van Brazilië en
Zuid Afrika. Die overheden starten ook initiatieven voor ESG
prestaties. In China, India, Turkey, Mexico en Hong Kong werd goede
voortgang geboekt. Toch noemde 78% van de investeerders gebrek aan
ESG transparantie als voornaamste uitdaging. De onderzoekers
constateren dat de
groeiende integratie van opkomende markten in de global
economy de
trend van groeiende investeringen in die markten versterkt. De groei
van responsible
investment
organisaties als UNPRI en het tastbaar worden van ESG beleid in EM's
toont de vasthoudendheid van investeerders om ESG factoren mee te
wegen.
Het
onderzoek werd uitgevoerd onder 40 duurzame fondshuizen. Het
Emerging
Markets Disclosure Project (EMDP) onderzoek
wil inzicht krijgen en geven over relevante ESG factoren in EM's.
Bron
pdf
(16 pag) EIRIS
EmergingMarketsReport2012
*Eiris is de Britse onafhankelijke non-profit organisatie voor
responsible
investing
en environmental,
social, governance (ESG) research.
Het voorziet meer dan 100 vermogens- bezitters en beheerders,
handelaars, overheden en indexmakers van ESG en responsible
investment informatie.
Lid
Eurosif.
Crowdfunding
in Europe +50%, Hoewel
crowdfunding ongeveer in een kwart van de proposities 'debt' betreft
en een kwart donaties èn
aandelen en verder rendement in natura (CD/DVD, kaartjes, Tshirts),
groeit de sector hard en wordt dus ook voor beleggers steeds
interessanter. Bovendien is er relatief veel duurzaam of impact
investing aanbod binnen crowdfunding. Sinds begin 2012 heeft
Nederland een AFM erkend crowfundingplatform: geldvoorelkaar
(mn leningen)
Een
Europees onderzoek / overzicht voorspelt dat 200
Europese crowdfunding
platformen
in 2012 zullen
afronden met 450
miljoen Euro omzet.
Een
groei van 50% in vergelijking met 2011. Ook het aantal platforms zal
waarschijnlijk met zo'n 50% stijgen. Wereldwijd zijn er zo'n 450
crowdfunding platforms.
Gemiddeld
wordt 4500 Euro voor leningen en 50.000 Euro voor aandelen geworven.
De
onderzoekers pleiten voor Europees beleid gebaseerd op: wet- en
regelgeving, educatie en verder onderzoek. Bron:
mkbservicedesk
A
Framework
for European
Crowdfunding
Nederlandse
Vermogensbeheerders en II De
VBDO publiceerde een Overzichtsrapport van (11) Vermogensbeheerders
voor filantropische instellingen met aandacht voor hun impact
investing aanbod. De definitie 'gericht
beleggen in niet-beursgenoteerde
bedrijven (private equity) die vanwege hun producten en/of
productieprocessen als zeer duurzaam en maatschappelijk verantwoord
beschouwd kunnen worden'.
De
criteria:
• De vermogensbeheerder biedt II aan via eigen
beleggingsfondsen of via een externe, gespecialiseerde
vermogensbeheerder;
• De vermogensbeheerder biedt een overzicht
en evaluatie van vermogensbeheerders die zich met II bezig houden;
•
De vermogensbeheerder kan de belegger helpen een II fonds op te
zetten dat gebaseerd is op de eigen voorkeuren en prioriteiten van de
belegger.
Het aanbod is interessant en gevarieerd. Bron:
vbdo
of
Vermogensbeheer
voor filantropische instellingen.
Helft
Europese HNWI heeft Impact Investments Eurosif,
de Europese koepelorganizatie voor duurzaam beleggen onderzocht weer
High
Net
Worth
Individuals
Sustainable Investments 2012. Deze HNWI worden gezien als een
belangrijke doelgroep en mogelijke katalysator voor impact investing.
In dit rapport voor het eerst expliciet aandacht voor impact
investing en daaruit blijkt dat HNWI hun katalysator rol waarmaken.
HNWI
werden de afgelopen 2 jaar 18% rijker, maar hun duurzame
investeringen groeiden met 60% naar 1,15 biljoen of 1150
miljard Euro. De toename is zowel het gevolg van nieuwe cliënten
(44%) als het uitbreiden van duurzame investeringen door bestaande
cliënten (37%). Een verklaring is dat HNWI eerst hebben
geëxperimenteerd met duurzame beleggingen en die nu snel
uitbreiden. 87% van de respondenten verwacht een verdere -wellicht
scherpe- stijging van duurzame beleggingen door HNWI's.
Positieve
screening strategieën zoals best-in-class en duurzame thema's
worden het meest gebruikt. De populairste duurzaam beleggen thema's
zijn energie, water en groene technologie. Bij impact invetsing
kiezen HNWI voor Microkrediet (43%), dan sociale ondernemingen
(33%), community investment (20%) en 3% anders waaronder vastgoed.
Rapport:
Eurosif
HNWI
2012
DECEMBER
2012 de impact van impact (meting)
De
impact van de Acces2medicine index Deze
Nederlandse wereldwijde index kijkt naar prijsbeleid, de ontwikkeling
van medicijnen voor aandoeningen die arme mensen treffen en
samenwerking door farmaceuten. Sinds de start van de index in 2008
hebben farmaceuten hun inspanningen hebben opgevoerd en 17 van de 20
deelnemers hebben hoger gescoord. En er is nu een leidende kopgroep
van 7 ondernemingen. Index
initiatiefnemer Wim Leereveld: "We
willen samenwerking stimuleren tussen alle betrokkenen, om de
gezondheidszorg in de ontwikkelingslanden te verbeteren. Er is al
resultaat: een afspraak tussen alle farmaceuten om samen te werken
aan de bestrijding van een aantal zeldzame tropische ziekten.
Betrokken
stakeholders zijn de World Health Organization, NGOs, overheden,
universiteiten en 30
institutionele investeerders. De Index wordt gesponsord door de Bill
& Melinda Gates Foundation, Het Ministerie van BuZa (OS), the UK
Department for International Development en andere chari's.
De
beoordeling en benchmarking van pharmaceuten in 2012 werd gedaan door
MSCI ESG Research www.msci.com
een
dienstverlener op het gebied van investeerders data. De index
criteria evolueert op verzoek van de stakeholders. Bron:
Accesstomedicineindex.org
ESG
Benchmark voor staatsobligaties EM Pensioenbelegger
Syntrus Achmea heeft een benchmark ontwikkeld voor staatsobligaties
van opkomende landen. In de benchmark worden ecologische, sociale en
bestuurlijke (ESG-)thema’s meegewogen. Uitgesloten worden
landen waartegen de Nederlandse Staat sancties heeft afgekondigd
wegens schendingen van het internationaal recht of de mensenrechten.
De basis voor de portefeuille is een index van JP Morgan, die bestaat
uit liquide staatsobligaties in harde valuta’s (euro, dollar)
met een relatief goede kredietwaardigheid.
D
e
benchmark is ontwikkeld op verzoek van het Bedrijfspensioenfonds voor
de Landbouw, dat via de benchmark-op-maat 150 miljoen euro heeft
belegd in deze EM obligaties. Dat is 15% van het totaal voor dit
pensioenfonds beheerd vermogen. Bron:
IPE/syntrus-esg-benchmark-staatspapier-opkomende-landen
Vraag
naar impact investing De
Millennials,
de
generaties geboren tussen 1978 en 2000 in de VS, zullen 41
biljoen (1000
miljard) US$ erven van hun ouders, een ongekende overdracht.
Millennials
hebben
andere, meer sociale verwachtingen, van vermogensbeheer(ders) dan hun
ouders. Eerst (hard) werken en verdienen en dan (pas) weggeven is
'uit' en direct maatschappelijk investeren is 'in'.
Vermogensbeheerders moeten hier op inspelen om de Millennials
goed te kunnen bedienen. Het
Social Welfare Research Institute van Boston College onderzoekt
vererving en de overdracht van welvaart in periode tussen 1998 en
2052. Bron:
institutionalinvestor/Will-Millennials-Take-Impact-Investing-Mainstream
Final
report van Sustainable Investment Research Platform
Een
van de grootste ESG onderzoeksprojecten, het Sustainable Investment
(SI)
Research Platform (SIRP) van 14 Europese universiteiten werd in 2012
met een Final
Report: Do
sustainable investments add value?
SI
voegt waarde toe op 4 manieren:
-1-
Duurzame bedrijfsvoering geeft meer financiële waarde door de
verwachte toename in positieve cash flows of
winstgevendheid. Naarmate de kosten van duurzame bedrijfsvoering
dalen nemen de baten toe.
-
2-
Naarmate duurzame bedrijfsvoering gebruikelijk wordt in bepaalde
industrieën en de kennis hierover groeit, wordt de intrinsieke
waarde van die duurzame bedrijfsvoering (ook) meegerekend. De
investeerder die streeft naar duurzame beleggingen creëert
(meer) waarde voor duurzame bedrijven
-3-
Er is een first mover voordeel
voor vroege investeerders in duurzaamheid, zij hebben meer kans op
een premie en het bescheiden extra rendement is aantrekkelijker dan
het risico van niet duurzame bedrijfsvoering.
-4-
Er is aanzienlijk verminderd risico voor de investeringsstrategie,
maar assymetrisch
door het
lange termijn karakter. Dit itt risico gebeurtenissen met veel
impact. Milieurampen, arbeids- of mensenrechten schendingen en slecht
bestuur hebben meteen veel effect op de waarde van een onderneming.
Actief aandeelhouderschap kan die schade beperken of voorkomen.
Omdat
SI minder risico (volatiliteit) en meer voorspelbare toekomstige
inkomsten oplevert is er een sterke case voor (meer) SI. Duurzame
bedrijven lopen minder risico op de lange termijn en in de
obligatiemarkt is het prijseffect al duidelijk, zij lenen goedkoper.
Een belangrijk obstakel voor SI blijken de homogene
investeerders kernwaarden
van financiële professionals die cultuur en grens overschrijdend
blijken. De
auteurs voorspellen dat de belangrijkste ontwikkeling zal komen van
benchmarking op greenness
& duurzaamheid en mogelijke verbeteringen en die te gebruiken als
engagement
strategie. Bron:
sirp
Rapport
pdf Final
report van Sustainable Investment Research Platform
Mijn impact investing wensen voor 2013:
Primair
dat 'de markt' en (VBDO, Eurosif, SIRP) onderzoekers en code-,
benchmark- en II-promotors hun interesse en inspanningen uit 2012
... intensiveren in 2013
.
-1- De
eerste wens van 2012 blijft staan: Het toegankelijker maken van
impact investing mogelijkheden voor kleine (Nederlandse en / of Euro)
beleggers, gekoppeld aan effectieve consumenten marketing en
bescherming;
-2- Voor
vermogensfondsen zou een vorm van Programma Related Investing*
wetgeving zoals in de VS mogelijk gemaakt kunnen worden. Met hun
20miljard Euro vermogen kunnen deze fondsen hun maatschappelijke
bijdragen -in eerste instantie- kunnen verdubbelen. (Door 5% als PRI
te beleggen naast de 5% (rendement) subsidies. Dat is dan een mooie
compensatie wetgeving nu de
goede
doelen die hun
beleggingen in een bv hebben daar vennootschapsbelasting over moeten
betalen.
*het
benutten van het vermogen voor de missie met fiscale aftrek bij
verlies.
-3- Voor
fondsenwervende chari's hoop ik dat zij hun huiver om vermogen (vaker) te
beleggen overwinnen, omdat de huidige 2% rendement op de gezamenlijke
2,5 miljard Euro een gemiste kans is en het blijven vragen om giften
ondermijnt.
-4- Voor
chari's en vermogensfondsen is het essentieel dat er stimulerende
wetgeving komt voor (de ontwikkeling) van verdienmodellen, zodat zij hun
activiteiten opschalen en hiervoor ook geld
kunnen gaan lenen.
Dat betekent dat de huidige stichtingenwet een uitzondering maakt
voor activiteiten die de doelstelling (direct) ondersteunen en het
15.000 Euro plafond wordt opgehoogd.
(20 jaar werken voor chari's beklijft)
Uitsmijter:
een briljante II mislukking
Het
Instituut voor Briljante Mislukkingen is een initiatief is van de
ABN-AMRO’s Dialogues House, in samenwerking met internationale
ontwikkelingsNGO SPARK en de branchevereniging PARTOS. Het reikt
jaarlijks een award uit voor het beste leermoment in
ontwikkelingssamenwerking, omdat zich juist daar complexe,
onoverzichtelijke of onverwachte situaties voordoen.
In2012 zocht men naar een briljante mislukking showcase die met de
beste intenties en een goede voorbereiding, toch onverwachte
resultaten had en een leermoment oplevert.
Niet
de winnaar, maar wel een mooie showcase, vanwege het herkenbare
impact investing probleem van de keuze voor een organisatie vorm,
vond ik de inzending van ICCO door André Vording: Not
for Profit = Not for Business?
ICCO
steunt een not-for-profit bedrijf (de commerciële
doorstart van een NGO) wil 60 kleine producenten linken aan
supermarktketens. De doelstelling – een duurzame markttoegang
voor producenten – wordt gehaald, maar het bedrijf is feitelijk
failliet.
Opzet
Het
bedrijf geeft trainingen aan producentenorganisaties, ontwikkelt en
vermarkt producten en legt relaties met supermarkten om kleine
producenten een betrouwbare en winstgevende afzetmarkt te
verschaffen. De winst van het not-for-profit bedrijf kan
gebruikt worden om nieuwe producenten-
organisaties te trainen. Het
businessplan van de partner is veelbelovend met projecties en
scenario’s, keuzes in producten en marketingstrategieën.
ICCO ondersteunt vanaf 2004 met een donatie voor het
capaciteitsopbouwwerk van het not-for-profit bedrijf als mede
met een deelgarantie voor een lening voor werkkapitaal.
De
nieuwe producten komen in nieuwe verpakkingen volgens de nieuwste
marktformules in de schappen: innovatie op en top. Vanaf 2007 zien
ook commerciële marktpartijen winst in deze formule en gaan de
concurrentie aan door producten bij de producentenorganisaties op te
kopen en aan supermarktketens te leveren. De kleine producenten en
hun coöperaties hebben nu een slagvaardige markt buiten het
not-for-profit bedrijf om, dat niet in staat blijkt met
beperkte capaciteit en werkkapitaal steeds grotere volumes af te
leveren tegen steeds lagere marges en daardoor in 2012 feitelijk
failliet is.
Leermoment
De
dubbele agenda van een not-for-profit en het NGO (NvdB
verleden ?) speelt de organisatie parten. ICCO kan meer geld
geven, maar het bedrijf zal niet structureel slagvaardig zijn in een
snel veranderende markt en zij is niet meer de enige speler in deze
nichemarkt. Achteraf gezien had een splitsing van het not-for-profit
bedrijf in een volledig commercieel bedrijf en een
capaciteitsopbouw-gerichte NGO mogelijk de verschillende uitdagingen
helderder gemaakt en de problemen (deels) voorkomen.
Bron:
briljantemislukkingen/inzending
2012 ICCO