1 maart 2013

Impact Investing Nieuws 1 maart 2013

Deze keer een mopperblog, Floris Lambrechtsen verwijt etf beleggers 'onverschilligheid' waarop repliek van Andre Maunier van ING duurzaam beleggen en deze blogger. Sir Ronald Cohen van Big Society Capital moppert op het gebrek aan innovatie durf en risico angst van de sociale sector, Jed Emerson en Sarona AM mopperen op de neveneffecten van internationale hulp en deze blogger moppert op de marktverstoring van impact investing.

Gelukkig wordt er ook gewoon aan de weg getimmerd: Franklin Templeton gaat een beslissing nemen over UNPRI, AXA onderzoekt ESG bonds, Triodos licht haar investeringsstrategie toe, Robeco is bijna verkocht, de Financial Investigator besteedt uitgebreid aandacht aan haar Ronde Tafel over Impact investing en interviewt Harry Hummels en Marleen Janssen Groesbeek. Van Lanschot promoot II bij vermogenden en fondsen, HIP investor R Paul Herman heeft tips voor een HOT money manager, in het VK is een impact meting matrix ontwikkeld en zijn 350 investees onderzocht. En tot slot als case Plan Nederland.


MARKET

Duurzaam indexbeleggen
8feb13 schreef Floris Lambrechtsen van Double Dividend (DD) Indexbeleggen-is-niet-duurzaam, op IEX.nk waar hij columnist is over duurzaam vermogensbeheer (dem FD en BNR). Indexbeleggen het getuigt van onverschilligheid en je hebt geen stemrecht. De DD visie is beleggen in ondernemingen of beleggingsfondsen die een substantiële inspanning doen om de producten en diensten die ze leveren te verduurzamen en daarmee een materiële impact hebben op de wereld als geheel. Lambrechtsen schreef o.a. mee aan de United Nations Principles Responsible Investment publicatie over Responsible investing in passive management strategies (pdf) met een achttal case studies.

Mijn reactie dd15feb13
Het feit dat er duurzame etf's worden aangeboden loochenstraft het betoog. Duurzaam beleggen is idealiter best in class/impact gericht, maar de marketing belooft te veel en het marktaanbod te beperkt. Jammer genoeg doen de duurzame etf's het niet allemaal even goed als je van duurzaam beleggen mag verwachten. Mijn Europese sustainables doen het trouwens aardig en keren tenminste uit.

Bovendien kan je de voordelen van duurzaam beleggen (impact, beter rendement en minder risico's) zo combineren met de voordelen van etf beleggen (spreiding, niet emotioneel beheer etc). Ik heb recent een etf European Health Care stocks gekocht vanwege de impact, nav de eerdere FL IEX column over de vooruitzichten van pharma en omdat ik zo kan investeren in aandelen die op NYSE niet verkocht worden (aan/verkoopkosten) of van buiten het euro gebied (currency risk).

Voor Health is er naast de standaard duurzame informatie bronnen (DJSI, Triodos, ASN, ASPI, engagementspublicaties etc) een extra benchmark: de (Nederlandse) Acccestomedicine index. Die kijkt naar wereldwijde toegankelijkheid van medicatie. Dus niet steeds duurdere medicijnen voor steeds minder mensen, maar juist het tegenovergestelde: meer medicijnen voor meer ziekten, voor meer (arme) mensen. IEX/ndexbeleggen-is-niet-duurzaam/Reacties


ETF is geen beperking
IEX columnist Manuel Adamini, hoofd ESG-research van SNS Asset Management, is het ook niet eens met de strekking van Kastrop en Lambrechtsen. Zijn reactie/conclusie: Een slimme indexbelegger is alles behalve onverschillig. Hij sluit controversiële bedrijven uit, stemt weloverwogen op aandeelhoudersvergaderingen, en spreekt het ondernemingsbestuur constructief kritisch aan. Het kost alleen wat geduld, goede contacten, en heldere argumenten. De index belegger als (onverwachte) activist. Lees de hele column op IEX/Verantwoord-indexhuggen


MARKET II

AXA toetst staatsobligaties aan ESG criteria.
AXA Investment Management is met ruim 500 miljard Euro onder beheer de 15e grootste investment asset manager in de wereld. Het is een jonge organisatie, pas opgericht in 1994. Kenmerken zijn actief management & multi-asset. Het heeft ruim 2000 fondsen onder beheer en werkt in Noord Amerika, Europa en Azië.

AXA gaat op verzoek van de clientèle (in totaal 10.000) ook bij staatsobligaties de ESG-criteria toetsen. Hun investeerders willen de kans op reputatieschade verminderen, aanleiding was oa de Eurozone crisis, maar ook de staatsschuld scenario's voor de VS en Japan vormen een aanleiding. Voor de E (milieu) kijkt het naar de CO2 uitstoot (bij gebrek aan beter), voor S (social) kijkt het naar de United Nations Human Development Index en voor G (bestuur) naar de World Bank Governance Index van democratische en rechtsstaat kenmerken, politieke stabiliteit en effectiviteit van het bestuur en corruptie.

Er zijn 2 invalshoeken: verminderen van het risico management of ESG overlay dat wil zeggen naast of over een portfolio analyse ESG criteria toetsen voor het macro economisch perspectief.

Matt Christensen, wereldwijd hoofd Responsible Investment bij AXA IM. ‘Een belangrijk punt voor beleggers is de stabiliteit op lange termijn van de economische en politieke situatie in een land’, zegt ‘Zo bezien sluit een ESG-screening op natuurlijke wijze daarop aan. Bovendien willen veel institutionele beleggers (…) negatieve percepties voorkomen in verband met een bepaalde activiteit of een bepaald regime. ... Vooral de screening van opkomende markten kan nuttig zijn, ‘omdat deze landen vergeleken met ontwikkelde markten doorgaans zwak scoren op governance maatregelen, zoals de bestrijding van corruptie’
Bron: Fondsnieuws google op AXA of het AXA persbericht
axa-im.com/press-release 110213 Daar staat ook het onderliggende
AXA Researchpapaper (16pag. online of als download beschikbaar) asp.zone-secure.net/

MARKET III

Franklin Templeton en UNPRI
Het in 1947 in New York opgerichte Franklin Templeton (FT) is met 727 miljard US$ onder beheer een van de grootste asset managers van de wereld. Het is ook een van de laatste grote vermogensbeheerders die UNPRI, de United Nations Principles On Responsible Investment (nog) niet hebben getekend, maar het neemt nog voor 31maart13 een beslissing. De klanten hechten er aan.

Volgens Dirk de Vlaam, hoofd sales en marketing in Nederland begon het met de pensioenfondsen, gevolgd door de retailbanken die er op aandrongen. Mn het aandringen van de Rabobank, die een UNPRI voortrekkersrol vervult, lijkt bij FT de doorslag te geven. Dat de beslissing -voor alle bedrijfsonderdelen- nog niet genomen werd is opmerkelijk, omdat FT stelt dat ESG factoren altijd een belangrijke rol hebben gespeeld in het beleid.
Meer : Google Fondsnieuws en Templeton of de Nederlandstalige website van franklintempleton Noot van de Blogger: Daar staat geen enkele informatie over UNPRI, ESG criteria of duurzaamheid anders dan concurrentievoordeel etc.

MARKET IV

Triodos Best in class strategie
In haar laatste Engelstalige kwartaal(?) Nieuwsbrief voor particulieren, licht Triodos haar best-in-class investeringsstrategie voor de Socially Responsible Investing Funds toe. Een stringent proces verzekert duurzaam succes omdat wordt geselecteerd op ESG criteria en economische prestaties. De eigen onderzoeksafdeling selecteert en beslist over elke investering. Die afdeling is altijd op de hoogte van de laatste inzichten, gegevens en wetgeving die relvant zijn voor duurzaamheid. De internationald advies raad vertegenwoordigt deskundigheden op specifieke thema's zoals klimaat, mensen- en arbeidsrechten, landbouw, stakeholders dialoog en internationale ontwikkeling.

Het selectieproces doorloopt uit 3 stappen:
1- Bedrijven moeten minimaal 50% van hun inkomsten halen uit duurzame activiteiten: diensten en producten die bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van mensen; (Meer in het Engels in Investment strategy (pfd 4+ pag. NB Er is een aparte paragraaf over dialoog met ondernemingen gericht op bewustwording, overtuigen en verandering en ook voor staatsobligaties zijn aanvullende eisen.)
-2- Bedrijven die niet voldoen aan het 1e criterium kunnen toch gekwalificeerd zijn als door hun algehele duurzaamheidsscore als best-inclass (sector) behoren tot de top 50% op basis van 70 algemene en sectorcriteria die te maken hebben met ESG prestaties (enviroment, social en governance) dus milieu-, sociaal- en bestuur.
-3- Bedrijven die voldoen aan de minimum standaard dat zij geen activiteiten ondernemen die schadelijk zijn voor mens(en), de maatschappij en het milieu. Meer in het Engels Minimum standards (pdf 3pag).

Alleen als bedrijven stap 1,2, en 3 succesvol hebben doorlopen komen zij in aanmerking voor investeringen. Delta Lloyd Asset Management neemt die beslissing op basis van haar financiële deskundigheid en kennis van de markt(en). Bron: Triodos Nieuwsbrief feb 2013. Link Nieuwsbrief.

MARKET V

ROBECO overname bijna rond
Binnen 6 maanden, na de wettelijke goedkeuringen zal de Japanse Orix Corporation voor 90,01% eigenaar zijn van Robeco, de duurzame vermogensbeheerder met 189 miljard Euro onder beheer. (+26% ivm 2011).
De nettowinst steeg met van 134 miljoen Euro naar 197 miljoen Euro. 65% van de Robeco beleggingen versloegen hun benchmarks (in 2011).

Deal
Orix betaalt 1,9 miljard Euro voor Robeco en krijgt hiermee voet aan wal op het vasteland van Europa. Rabobank, de huidige eigenaar, houdt 9,99% van de aandelen. ORIX koop Robeco in het kader van haar Finance + Service strategie en de ambities voor internationaal vermogensbeheer. Robeco blijft juridisch intact evenals het huidig management.

ORIX
ORIX onderscheidde zich niet eerder op het gebied van duurzaamheid, het heeft environment & society beleid en verslagen en een Foundation die zich richt tegen vreselijke misdaden en op kinderen en jongeren met nieuwe waarden en voor het milieu. Foundation message. In haar corporate philiosophy geen woord over sustainability. Wel innovation. Meer over ORIX op orix/en/envsoc



MEDIA

Prof Harry Hummels in Financial Investigator feb13
Hummels breekt in het interview een lans voor duurzaam of verantwoord beleggen 2.0. Ondanks het incorporeren van de UNPRI pricipes in investeringsbeleid stagneert duurzaam ondernemen. Pas als beleggen in emerging markets inclusief in staatsobligaties volgens de UNPRI normen groter/groot wordt treedt echt effect op. Maar met de huidige nadruk op risico minimalisatie zal dat niet snel gebeuren.

Hummels pleit voor samenwerking van institutionele beleggers zoals de pensioenfondsen om de zaak weer in beweging te krijgen, door gezamenlijk op te trekken en niet alleen uitsluiting toe te passen maar ook engagement en dialoog. Uitsluiting kan ook voorbehouden blijven voor ondernemingen die wettelijk verboden producten maken zoals clustermunitie en landmijnen.

Behalve gezamenlijk engagment kunnen institutionele beleggers -net als PGGM- een kleine responsible equity portefeuille ontwikkelen. De kennis en ervaring die hierdoor wordt opgedaan is belangrijk voor de toekomst en geeft een concurrentievoordeel: bijvoorbeeld als de nu nog prille impact investing markt efficiënter en transparanter is geworden. Hummels gaat uitgebreid in op de -naar zijn mening onterechte- kritiek op microkrediet.

Volgens hem is een belangrijk verschil dat verantwoord beleggen vooraf uitgaat van optimale beleggingskeuze op basis van criteria als mens en milieu, terwijl impact investing ook achteraf meet wat de feitelijke impact is.

Prof Hummels is hoogleraar ethiek aan de Universiteit Maastricht, Managing Director van SNS Impact investing en liaison van het Global Impact Investing Network. Lees het hele interview op: FinancialInvestigator pag 10-12.

MEDIA II

Marleen Janssen Groesbeek: rol voor PE en HF in II
Ook in Financial Investigator feb13 wijst Janssen Groesbeek op het hardnekkig vooroordeel dat verantwoord beleggen financieel rendement kost. Financieel analisten en portfolio managers zijn weinig geïnteresseerd in strategieën, ESG rapportages en duurzaamheidsverslagen zelfs van bedrijven die daarvoor onderscheiden worden. Maar verantwoord beleggen betekent steeds meer duurzaam, toekomstbestendig beleggen, zeker met de hoge frequentie van financiële crises. Diversificatie en een manier om risico te spreiden, maar rekening houden met ESG factoren ook.

Kansen en bedreigingen
Private equity investeerders en hedge fondsen kunnen verantwoord beleggen stimuleren door hun zachte (PE) of harde aanpak (HF) van het management en de onderneming. Dat is een veel positievere bijdrage aan de financiële sector en de samenleving, dan het onverantwoord volstoppen met vreemd vermogen (PE) of speculeren op verlies door short te gaan (HF). Iets waar veel maatschappelijke kritiek op is, maar waar tegen niet of nauwelijks wordt opgetreden door de wetgever of de belastingbetaler die de rekening krijgt gepresenteerd.

Marleen Janssen Groesbeek is bij Eumedion, de belangenvereniging van institutionele beleggers voor goed bestuur, verantwoordelijk voor duurzaamheid en de best practices voor betrokken aandeelhouderschap. Meer op IINieuws 20juli11. Marleen Janssen Groesbeek is daarnaast oprichter en bestuurslid van Platform purewinst, en columnist bij p-plus.nl over people-planet-profit en CSR. Lees het hele interview op: FinancialInvestigator pag 30-31. Zie ook EVENT Verslag

MEDIA III

HIP R Paul Herman's HOT money Manager
Al weer een jaar geleden publiceerde The HuffingtonPost een artikel van R Paul Herman, de HIP (Human Impact & Profit) investor. Dit blog besteedde in IINieuws 15nov11 aandacht aan zijn investeringsstrategie. In de Linked In group van Mission Markets is het het best gelezen artikel.

In het artikel zet Herman uiteen hoe beleggers kunnen beoordelen of hun money manager HOT is: Honest, Open en Trustworthy. Zijn ze open over hun hele leven, niet slechts hun financiële deskundigheid, kloppen hun cv's/credentials? Zijn ze transparant, in jaarverslagen of op hun State of de Securities Exchange Commission website (AdviserInfo.SEC.gov) of als handelaar op FINRA.org. (VS) Daar staat o.a. de omvang van de assets under management (AUM). Investeert de money manager is zijn eigen fonds(en)? Zijn de werknemers gelukkig, i.e. wat is de score van het bedrijf bij benchmark voor populaire werkgevers, is uw beleggersprofiel in kaart gebracht (doel, tijdshorizon, risico etc) en is daarbij gevraagd naar uw eigen deskundigheid en ervaring? Is men klantvriendelijk. Is men open over het investeringsbeleid? De gebruikte data en de risisco's en kansen door human, social en environmental factoren naast de financiële downside & upside?

Op de site van R Paul Herman neemt impact investing tegenwoordig een prominente plaats is. Staat bovenaan op: HIPinvestor.com/how-to-be-an-impact-investor



II THINKING

De sociale sector: risico en falen hoort erbij
Sir Ronald Cohen gaat onvermoeibaar door met zijn II promotie campagne op het Harvard Business Review blog. Deze keer pleit hij met zijn Big Society Capital partner William Sahlman voor een mentaliteitsverandering bij de sociale (non profit) sector. De vorige keer voorspelden ze dat Impact Investing (II) op hetzelfde punt staat als venture kapitalisme (VC) 35 jaar geleden. Zie IINieuws 1feb13.

II kan net als VC: de beste kansen identificeren, de juiste mensen steunen en ondernemers helpen slagen. Ofwel investeren in experimenten en de ondernemers verdienen die tijd/aandacht en extra investering door hun behaald resultaten. Maar er is ook altijd de kans op een mislukking, bij VC is de afgelopen jaar de helft van de experimenten mislukt. Niet door non moral - incompetentie, misleiding of anderszins onoirbaar- gedrag, het hoort er bij, is een nuttige leerervaring en wordt dus ook geaccepteerd.

Bij de sociale, non profit, filantropische sector is echter sprake van het tegenovergestelde: grote angst voor mislukking en sterke risicomijding. Maar sociale ondernemers ook zij die net beginnen en de filantropische instituten die hen (financieel) ondersteunen verwachten vooral voorspelbaarheid. Maar als social impact organisaties willen opschalen op dezelfde manier dat (technische) ondernemingen dat doen, moeten investeerders hun tolerantie voor non-moral falen vergroten.

De sociale sector moet beginnen aan een tijdperk van experimenteren en innoveren als het sociale problemen wil oplossen. We moeten investeren in veel creatieve high potential social ventures die kunnen mislukken en we moeten stoppen met de investeringen in moeizame opererende ondernemingen,omdat we ze niet willen zien falen. En weer gaan investeren als ze geleerd hebben van hun mislukking(en). Slimme mensen zullen eerder disruptive change willen proberen als ze weten dat ze niet afgestraft worden als het niet (meteen) lukt.

Venture capital is actief gefaseerd betrokken kapitaal om high-potential, high-uncertainty investments te vermenigvuldigen. Mislukkingen zijn onvermijdelijk en gezond. Impact investing moet ook zo worden, dat is de enige manier dat vermogensfondsen en financiers sociale impact kunnen maximaliseren.
Met dank aan de tip van Stephanie Jacobi op het Impact Investing Forum (closed group) op Linked In.


II THINKING II

Mopperen op II marktverstoring (of: me to!)
De insteek van impact investing is het behalen van financieel rendement èn sociaal en/of milieu impact. Te mooi om waar te zijn? Problemen en bijbehorende maatschappelijk kosten zijn er genoeg, dus waarom is II niet allang markt overheersend?

Er zijn een aantal opvattingen over duurzaam beleggen en impact investing die de marktontwikkeling verstoren óók als ze de marktontwikkeling willen versnellen, wat ze ook zeker doen. Zonder al het geld en de tijd die in de ontwikkeling van de microkredietsector zijn gestoken was deze markt -nu met een omvang van 75 miljard US$- nooit van de grond gekomen.

Het financieel rendement van impact investing kan onder relevante benchmarks* liggen, omdat de investeerders daar voor kiezen. Men is bereid lager financieel rendement te accepteren om de beoogde impact te creëren.
Dit is vooral een beetje ouderwets duurzaam beleggen en vaak ingegeven door veelal religieuze of morele overwegingen. Bijvoorbeeld het Leger des Heils communiceert o.a. dat het nu nog zo denkt(!), maar alloceert toch 5% van haar 116 miljoen vermogen voor impact investing. Daarvan is eind 2011 2,4 miljoen euro als impact investment belegd, o.a. In microkrediet. IINieuws-15nov2012

In Nederland beheerst ouderwets duurzaam beleggen tegen lager financieel rendement een groot wellicht, het grootste deel van de markt, zeker wat de investeringsmogelijkheden voor particulieren betreft. Beleggingsfonds Oikocredit, geïnspireerd door de Wereldraad van Kerken, investeert in duurzame landbouw en microkrediet tegen -altijd- 1,5% rendement. Triodos Bank biedt diverse antroposofisch geïnspireerde beleggingsproducten met wisselende rendementen, net de ASN Bank die meer politiek en/of ideologisch bepaald beleggen aanbiedt. Beide banken hechten meer aan duurzaamheid en impact dan aan het financieel rendement. Beleggers en spaarders worden aangemoedigd winst of rente te schenken aan goede doelen. Duurzaam beleggen door particulieren blijft dan ook klein (VBDO jaarcijfers voor 2011 zie IINieuws 1mei12) Deze drie partijen samen zijn in Nederland de belangrijkste aanbieders en uitvoerders van (best-in-class)duurzaam beleggen en impact investing voor particulieren en goede doelen**.

*Een relevante benchmark kan zijn vergelijkbare investeringen in emerging markets, de regio of sector waarin wordt geïnvesteerd etc.
** Triodos Bank werkt samen met ABNAMRO MeesPierson voor vermogende particulieren. De SNS Bank heeft als enige een afdeling impact investing management die marktconform rendement nastreeft, maar dit is voorbehouden aan grote institutionele beleggers en zeer vermogende particulieren.

Marktverstoringen bij impact investing
De impact investing markt wordt verder beïnvloed door filantropen of vermogensfondsen voor wie het niet veel uitmaakt of ze het geld weggeven of er nog iets van terugzien, doordat een lening wordt terugbetaald, of een investering rendement oplevert. In Nederland is in tegenstelling tot de VS ook geen enkel fiscaal voordeel voor stichtingen en fondsen om hun vermogen te beleggen in lijn met de missie. Winst maken is uit den boze en wordt fiscaal bestraft.
NB Er is een vrij uniek vermogensfonds in Nederland: de Startfoundation, die structureel ruim 20% extra bestedingen budget creëert voor haar doelstelling 'werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt'. De Startfoundation geeft naast giften ook (goedkope) leningen aan ondernemers. In 2011 werd 535.000 euro van deze leningen afgelost. Jammer genoeg heeft de Startfoundation -bij mijn weten- nog geen navolgers die net zo transparant zijn als zij is.

Impact investors die impact belangrijker vinden dan het financieel rendement, kunnen kiezen voor een investering die hoge (voorlopige) impact resultaten laat zien en opschaling belooft en minder financieel rendement oplevert. Of ze nemen extra risico door te investeren in een nog onbewezen business model dat belooft heel veel impact te genereren.

Vermogensfondsen kiezen hun impact investeringen in lijn met hun missie en dat beperkt zowel de investerings- als de spreidingsmogelijkheden. De stap om dan in financieel minder goede deals of met een hoger risico te stappen wordt dan kleiner.

Een reis van 1000 km begint bij de eerste stap en impact investing begint ook bij mogelijke investeringen onderzoeken en vervolgens aan de slag gaan. De markt is echter onontwikkeld en ondoorzichtig en traditionele financiële dienstverleners zijn huiverig en bieden niets, weinig of pas na stevig aandringen. Maar je moet ergens beginnen en dat is dus in een inefficiënte niet altijd of meteen een succes.

Er is een groep impact investeerders die het belangrijk vinden om de ontwikkeling van de impact investing industrie te versnellen en daarvoor bereid zijn minder rendement te accepteren en meer risico te nemen. Meer deals, grotere deals of het openen van regio's en sectoren voor impact investing is het doel.

Door de effectieve marketing van het begrip impact investing is interesse in en de vraag naar impact investing groter dan het aanbod. Hierdoor wordt meer geld voor impact investing gealloceerd dan de markt eigenlijk kan absorberen. Ook worden bestaande investeringsmogelijkheden aangeboden als impact investments vanwege ogenschijnlijk overeenkomende kenmerken maar echte impact meting en verantwoording ontbreekt nog. Daar dreigt een II bubble.


Impact Investing nu
Volgens onderzoek eind 2012 door JP Morgan en the Global Impact Investing Network meent 60% van de impact investors dat impact investing niet onder relevante benchmarks hoeft te presteren. Driekwart van de impact investeringen bestaat uit schuld, slechts een kwart is -evt actief betrokken als mede eigenaar (PE)- investeerder. Meer: in JP Morgan Social Finance en Global Impact Investing Network Perspectives on Progress, ervaringen, verwachtingen en percepties van 99 impact investors in 2012 en hun plannen voor 2013. Of 14dec2011 Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and Over 2,200 Transactions door Yasemin Saltuk (JP Morgan Social Finance) Amit Bouri en Giselle Leung van theGIIN. Impact investors anno 2013 gaan niet alleen voor gebenchmarked financieel rendement, maar vaak een beetje meer, omdat het selecteren van goede impact investeringen meer tijd en deskundigheid kost en die moet ook worden terugverdiend.

Impact investing meet net zo gedetailleerd de bereikte impact en de opschalingspotentie als het financieel rendement. Hiervoor zijn de online kosteloos beschikbare Integrated Reporting en Investments Standards IRIS ontwikkeld. En worden nog steeds verder ontwikkeld voor verschillende sectoren en regio's. Op basis van deze standaarden is het Global Impact Investing Rating System GIIRS opgezet. Q3-2012 rapporteert 331 impact ondernemingen (veelal in de VS en nog 153 in de pipeline) met een omvang van 4miljard US$ impact investments. De 36 GIIRS impact investing fondsen investeren meer dan 1,1miljard US$. De meerderheid mikt op 11-25% rendement, de gemiddelde investering is tussen de 1 en 5 miljoen US$ en meer dan de helft richt zich op diensten voor de 'underserved'.

Toekomst
Ondanks alle marktverstoring, vaak 100% gelegitimeerd door nobele, morele, praktische of statutaire bedoelingen, ontwikkelt zich een financieel gezonde en impactvolle impact investing markt.

Meer over niet financieel duurzame motieven voor impact investing in From blueprint to scale The Case for Philanthropy in Impact Investing door Harvey Koh, Ashish Karamchandani, Robert Katz Monitor Group Inclusive Markets (April 2012).


EVENT Verslag

FI Ronde Tafel over II
FINANCIAL INVESTIGATOR (FI) Magazine organiseerde en Ronde Tafel over II. De veelzeggende titel: II is de volgende fase van verantwoord beleggen?

De deelnemende experts: Ir Evaline Eelnes, A&O services BPF schilders,
Steven Evers van triplejump microkrediet fondsbeheerder, Triple Jump, Marleen Janssen Groesbeek Platform Pure Winst/Eumedion (zie MEDIA) , Floris Lambrechtsen Double Dividend (zie MARKET), Martine Menko onder meer II bij het pensioenfonds Vervoer, Huib Jan de Ruijter, Financiële Markten FMO en Ian Simms, Impax Asset Management Group (alternatieve energie). Erik Jan Stork, APG. NB Op pag 37 geven een aantal hun definitie van impact investing.

In de discussie aan de hand van vragen van FI gaat het onder andere over: de business case van duurzaam ondernemen en de druk die investeerders kunnen uitoefenen, de armoede van uitsluiting als strategie, tegenover de positieve bijdrage die II beoogt/ Dat voor pensioenfondsen de doelstelling moet zijn voldoende vermogen te hebben voor de verplichtingen en niet winstmaximalisatie en dat pensioenfondsen binnen hun sector of omgeving een rol kunnen spelen (Eelnes). Het risico van II is vaak lager dan verwacht (de Ruijter FMO), kan II een rol spelen in het risicobeheer (Simms).

Wordt impact een onderdeel van fiduciair beheer? (FI) het beperken van negatieve impact is zeker een onderdeel van fiduciair beheer (Menko), negatieve impact voorkomen is zowel risicomanagement als fiduciair beheer (Eelens), Stork wijst op II innovaties zoals de publiek-private (P-P) samenwerking in het VK die verder ontwikkeld is dan in Nederland, maar oa bij infrastructuur een belangrijke rol kan spelen. Simms (IAMG) vult aan dat in het VK ook scholen P-P gefinancierd worden worden.

Belangrijke II asset classes (FI) zijn voor Evers (Triple Jump) uiteraard microkrediet, inkomen (voor de armsten / BoP), financial inclusion toegang tot financiële dienstverlening, maar eigenlijk alle basisbehoeften: huisvesting, onderwijs etc. Lambrechtsen (DD) geeft aan dat 6% van het beheerde vermogen in BoP equity en leningen zit maar 20% in grote (best-in-class) ondernemingen die ook worden beoordeeld op hun negatieve impact. Stork geeft aan dat 20% van het APG mandaat in typische II sectoren is geïnvesteerd, zoals alternatieve energie, afvalverwerking, waterzuivering, onderwijs en gezondheidszorg en APG was ook betrokken bij GRESB, waarin vastgoed wordt beoordeeld op milieuprestaties voor energie en water. Simms zoekt investeringen waar minstens 50% van de inkomsten uit milieutechnologie komen.

II meting en eisen
De Ruijter merkt op dat hoewel impact meten verder weg moeilijker, FMO ziet dat impact en goede financiële prestaties vaak hand in hand gaan Eelens (A&O) beaamt dat. Menko ergert zich aan de hoge eisen aan impact investing in vergelijking met mainstream investeringen. Stork (APG) pleit voor transparantie van institutionele investeerders over hun impact investeringen en definities. De zoektocht naar goede meetmethoden en benchmarks voor II is lastig, omdat het een container begrip is, benchmarken naar asset class een sector zijn logischer (Menko). Het mandaat actief of passief stuurt: geeft verplichtingen en vrijheden (De Ruijter, FMO).

Samenwerking en randvoorwaarden
(Pensioensfondsen) deelnemers kunnen hun II agenda bepalen, maar ook wereldwijde problemen zouden leidend kunnen zijn bij prioritering (Lambrechtsen DD). Toezichthouders en overheden zouden een meer stimulerende en faciliterende rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van II,

Lees het hele verslag op: FinancialInvestigator pag 36-45. In het Magazine gesponsorde bijdragen over duurzaam en ESG beleggen.


II MARKETING MWI's

Van Lanschot's MWI's: a million worth individuals
Van Lanschot bankiers presenteerde eind oktober 12 Vermogen in Nederland Dutch Wealth Report 2012, een vrij uniek onderzoek naar de Nederlandse miljonair, vol aardige weetjes en interessante en soms heel verrassende cijfers. De Nederlandse miljonair is man, 50+, vaak gehuwd, de helft heeft het vermogen zelf opgebouwd en 42% is universitair opgeleid. De miljonair woont met mede-welgestelden in het Gooi, Amsterdam Zuid, Wassenaar, Bloemendaal etc., rijdt Duits: BMW (10%), Volkswagen (9%), Audi (7%), Mercedes (6%). Nederlandse miljonairs zijn gelukkig, vooral naarmate ze wat ouder zijn en niet krakkemikkig, en gul: ze delen met hun familie en vrienden en geven gemiddeld 10x meer dan de gemiddelde Nederlander.

Bezit en beheer
De miljonair bezit gemiddeld 2,9 miljoen Euro verdeeld over aandelen en obligaties (62%), onroerend goed (19%), bank- en spaartegoeden (13%), roerende zaken (4%) en ondernemingsvermogen (2%). Driekwart (!) van de miljonairs spreidt het vermogen over verschillende banken en/of vermogensbeheerders, de helft belegt ten minste een deel van het vermogen zelf en een derde geeft het beheer van vermogen gedeeltelijk uit handen. Men streeft vooral naar vermogensbehoud en 40% heeft geen financieel plan.

Impact Investing:Bespiegeling door van Lanschot 
Impactinvesteringen, waarmee privaat kapitaal wordt gemobiliseerd, worden gezien als een interessant alternatief om bepaalde (hardnekkige) maatschappelijke problemen aan te pakken die overheden en goede doelen organisaties niet alleen kunnen oplos­sen. Met name in de Verenigde Staten is een toenemend aantal par­ticuliere investeerders bereid om financiële middelen ter beschikking te stellen voor dit soort impactinvesteringen. Impactinvesteringen worden daarom ook gezien als een opkomende beleggingscategorie voor vermogenden8 (door JP Morgan). Wij verwachten dat deze trend zich ook in toe­nemende mate in Nederland zal manifesteren, zeker in maatschap­pelijke velden waar de overheid zich in toenemende mate terugtrekt of onvoldoende initiatieven ontplooit. 

Van Lanschot
Van Lanschot, dat hier toch actief lobbyt voor II, werkte niet mee aan het VBDO onderzoek naar Nederlandse vermogensbeheerders en duurzaam beleggen en impact investing. Zie IINieuws15nov12

Medio 2012 organiseerde van Lanschot een masterclass voor verenigingen en en stichtingen over governance en impact investing. Sprekers waren naast van Lanschot medewerkers de directeur van toeleverancier software en CRM-diensten Ifunds en Diederik Slot van de Porticus Foundation* Slot presenteerde het onderdeel Impact Investing waarna de aanwezigen zich in werkgroepen bogen over een gerelateerde businesscase. Na presentatie van de resultaten bleek dat er moet nog veel gebeuren wat betreft Impact Investing en Mission Related Investments. Fondsen moeten hun kennis over deze onderwerpen vergroten door nauw samen te werken en gezamenlijk te experimenteren. Dit zouden zij kunnen betalen door elk een klein deel van hun vermogen beschikbaar te stellen.
*online onvindbaar schijnbaar gerelateerd aan de Anthos bank van de familie Brenninkmeijer. Rapport: vanlanschot/masterclass--governance-en-impact-investing


II METRICS

II metrics op zijn Europees
In het VK hebben New Philanthropy Capital (NPC), Big Society Capital en Deutsche Bank een partnership opgericht Evidencing Social Value dat modellen ontwikkeld voor impact meting. De outcomes* van social investing worden gemeten door 65 criteria, een gegeven waarvan Tim Lumley van NPC zegt dat er vast velen zullen zijn die dat te weinig en simplistisch vinden. De outcomes zijn onderverdeeld in impact op -1- Individuals -2- families & children en -3- communities, sectors & society. Vervolgens wordt op 13 werkvelden gekeken naar het effect o.a. Onderwijs, werk, huisvesting, (geestelijke) gezondheid, criminialiteit, cultuur, klimaat etc. De matrix staat hier: bigsocietycapital/outcomes-matrix. Of op met een toelichting goodinvestor/outcomes-matrix

Dezelfde drie hebben the Good Investor Guide (jan 2013, 94pag) ontwikkeld met input van bekende impact investors als NPC, het SROI Network, Big Issue Invest, Big Society Capital, Bridges Ventures, CAF Venturesome, Deutsche Bank (?), Esmée Fairbairn Foundation en diverse overheidsinstellingen. De Guide laat zien hoe outcome / impact in te passen in het investeringsproces zoals leads, screening & analyse, investeringsbeslissingen, monitoring, evaluatie en rapportage tot aan het outcome / impact (eind)resultaat.
* Outcome of Impact wordt geformuleerd als de optelsom van output + effect – geen interventie, ofwel wat was er gebeurd als er niets was gedaan.

New Philanthropy Capital, UK is opgericht om goede doelen en donoren te helpen meer impact te genereren. Het is een denktank, onderzoekt, publiceert en organiseert evenementen over impact bereiken. Meer op Wikipedia/New_Philanthropy_Capital
Big Society Capital, UK is een investeringsfonds olv Sir Ronals Cohen (zie MEDIA) gevormd door slapende/vergeten banktegoeden en 4 Highstreet
banken voor (social) impact investing. Meer in IINieuws en IINieuws
Deutsche Bank profileerde zich niet eerder op impact investing
Social Investment Group, UK


FACTS & FIGURES II in Chari's

II in chari's: Social Investment Business Group
De Social Investment Business Group, UK (SIBG) heeft de afgelopen 10 jaar zo'n 160 miljoen UK£ geïnvesteerd in de sociale sector. De ervaring is dat de financiële data vooral focust op de omvang van de investering en dat de integratie van outcome of impact data (kwalitatief en kwantitatief) nu belangrijker wordt. Due diligence kijkt nu meer naar de ontwikkeling en voortgang van de uitvoerende sociale organisatie of het programma en de resultaten voor de doelgroep(en).

SIB werkt samen met Investing for Good voor een model om hun investees te beoordelen op de outcome doelgerichtheid en hun gebruikte meetmethodieken. Een onderzoek onder 350+ huidige investees toonde aan dat als werd gekeken naar hun risico rating er geen relatie was met ambitie en activiteiten van de organisatie om outcome /impact te meten. Aan de andere kant bleek dat laag financieel risico geen hogere outcome / impact betekende.
De sector waarin een investee actief is (onderwijs, gezondheidszorg etc) is belangrijker dan de omvang van de organisatie en hun toewijding om outcome / impact te meten. Tegelijkertijd bleek dat 4/5 van de micro organisaties minder toegewijd zijn wat betreft het meten van outcome / impact maar hoe groter een organisatie hoe groter de toewijding. Ook daar had de sector waarin men werkt een positieve invloed. SIBG gaat verder met het onderzoeken van haar portfolio om aanbevelingen te doen aan investeerders en het ontwikkelen van nieuwe producten.


GELEZEN

Private Equity in Emerging Markets, Exits from Aid, Steps Toward Independence, Impact Assets Issue Brief # 6 door Gerhard Pries en Vivina Berla van Sarona Asset Management Inc. En Jed Emerson VP Impact Assets. (juli 2012)

Vanuit impact investing optiek kijken naar private equity (PE) investeringen in emerging markets (EM) is een logische insteek omdat het overgrote deel van impact investing (II) plaatsvindt buiten de publieke equity markten en in emerging countries omdat veel II gericht is op inkomen voor mensen in ontwikkelingslanden.

De samenwerking met Sarona AM is interessant omdat Sarona bijna een vaste (gast)spreker is op Robert Rubinsteins TBLI conferences. Sarona is een boutique private equity firma, die groei kapitaal investeert in ondernemingen en private equity fondsen in frontier en emerging markets in de hele wereld. Sarona focust op kleine tot middelgrote ondernemingen die zich richten op de middenklassen in die markten. Het doel is superior returns behalen door world class companies te creeren die highly progressive business strategies en the highest standards of business, ethical, social and environmental excellence ten toon spreiden. Sarona heeft 60 jaar ervaring. Saronafund

Investeren in EM's in ontwikkelingslanden werd volgens de auteurs lang gezien als een risicovolle investering op de lange termijn. Door de crisis van 2008 veranderde deze visie omdat daarna het groeiperspectief voor ontwikkelde markten verslechterde. De volatiliteit van de ontwikkelde kapitaalmarkten heeft geleid tot wisselende rendementen maar EM's waren minder volatiel en toonden stabielere rendementen. Noot van de Blogger volgens de beleggingsassistent deden EM beleggingsfondsen het in 2008 het slechts van allemaal met -60%. Private Equity (PE) was niet immuun, maar minder gevoelig dan de public equity markt en ook stabieler. EM + PE = sterkere groei + lagere volatiliteit. Maar EM + PE = ook II sociaal en/of milieu impact.

De auteurs kijken voor hun issue brief naar 4 aspecten:
-1- kapitaalbehoefte;
-2- groei en rendement kansen;
-3- efficiëntie kansen in inefficiënte markten; en
-4- de impact kans(en).

-1- De kapitaalbehoefte in EM's is groot: niet alleen aan de onderkant waar mensen noodgedwongen micro entrepreneur zijn en behoefte hebben aan micro krediet, maar bij de Smalle & meduim sized enterprises (SME's) die de groeiende middenklasse voorziet van diensten en producten. Lokale productie en distributie is goedkoper en effciënter maar er is onvoldoende investeringskapitaal om in die behoefte te voorzien.

-2- EM's doen het beter dan developed markets (DM) qua groei en de verwachting is dat dit zo blijft. De groei in EM wordt geschat op 6% tegen 1% in DM's. Het aandeel van de middenklasse in de wereldbevolking zal hard groeien. In 2005 werd de omvang geschat op ruim 50% en in 2025 is het bijna 80% van de markt. De informele economische sector krimpt van 47% in een low income country naar 31% in een middel income country en 13% in en high income country. SME's groeien van 16% naar 39% en 51%. Others, de grote en internationale bedrijven, doorlopen een groei en een daling van 37% naar 30% en 36% in high income countries.

SME's zijn een belangrijke motor voor economische groei, dit argument wordt op meerdere plekken in de issue brief nog eens onderstreept met opmerkingen over de groei die ze creëren voor lokale toeleveranciers en lokale kopers. Meer werkgelegenheid creert meer inkomen en koopkracht en SME's creëren meer werkgelegenheid dan micro- of grote ondernemingen.

-3- Efficiëncy kansen in Inefficiënte markten. EM's worden gezien als minder transparant, minder liquide en minder betrouwbare toegang tot informatie. Investeerders met kenis en ervaring kunnen deze benutten, ook in deze markten.

-4- Impact kansen. Investeren in EM's betekent investeren in lokale ondernemingen, dus economieën, werkgelegenheid, inkomen, koopkracht voor consumenten en b-to-b, meer belastinginkomsten, meer openbare voorzieningen en meer democratie want belastingbetalers eisen transparantie en inspraak. (the reverse of “No Taxation, No Representation”). Er zijn extra impact kansen in sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, schone energie, en enabling (?) technologie sectoren die de levens van miljoenen mensen verbeteren.

Private Equity
PE investeert slow of patient, geduldig kapitaal in zorgvuldig geselecteerde ondernemingen mede op basis van controle mogelijkheden en overeenkomende visie Dat kunnen ook visies zijn die uitgaan van duurzaamheid, impact etc. Investeerders in publiek equity (obligaties, aandelen) jagen wereldwijd kort termijn rendementen en benchmarks na waardoor grote beursgenoteerde ondernemingen met kwartaalcijfers hun aantrekkelijkheid moeten bewijzen. Noot van de Blogger: Maar kan -daarnaast- ook gebaseerd zijn een investeringsstrategie (keuze van investees) zijn die uitgaat van sector met 'impact', duurzaamheid, visie etc.

Bedachtzame PE heeft de potentie om de afhankelijkheid van ontwikkelingslanden van internationale hulp en filantropie te verminderen en dat is belangrijk als grote donoren hun grants -door de crises- (moeten) verminderen Noot van de Blogger of nu in Nederland de overheidssteun aan particuliere ontwikkelingsorganisaties i.e. medefinancieringsbudgetten ingekrompen zijn.
De 4 genoemde EM factoren zijn voor PE investeerders een aantrekkelijke optie, alleen al om hun portfolio te verbreden i.e. Te diversificeren en risico te spreiden door selectieve ESG gerichte investeringen. Dit is geen theorie meer, het Institute of International Finance schat dat in 2011 910 miljard US$ van private investeerders in EM's geinvesteerd werd tegen 580 miljard US$ in 2009.

De toegevoegde waarde van PE voor EM's en II zijn legio, want PE kenmerken zijn: slim kopen/investeren, strategische focus, optimaliseren van de kapitaalstructuur, verbetering van de bedrijfsvoering, het verdienmodel en de marges en succesvolle exits. Vervolgens komt een lijstje anti hulp argumenten, dat ik toch maar even opneem (omdat ik dit zelden tegenkom) waaronder dat de ontwikkeling groei en hulp niet parallel loopt (duid op inefficiëncy). Daarnaast kan hulp: afhankelijkheid creëren, marktwerking verstoren, negatieve incentive zijn, belastinginkomsten doen afnemen, vluchtige kapitaalstromen veroorzaken, ondermijning van de (verstand)verhouding van de bevolking en haar eigen overheid, impact creëren die niet duurzaam of opschaalbaar is en het onttrekt talent aan de profit sector, naar niet duurzame non-profit organisaties. Noot van de Blogger Zo gepeperd kom ik het in Nederlandse media zelden tegen. De relatie tussen een investeerder-investee is meer gelijkwaardig i.e. even afhankelijk van elkaar dan de relatie gever-ontvanger, ze hebben er allebei belang bij.

De rol van DFI's Development Finance Institutions bij de ontwikkeling van PE in EM's wordt kort geroemd en als eerste zelfs de FMO, onze eigen Financieringsmaatschappij Ontwikkelingslanden een publiek-private (banken) ontwikkelingsbank. Ook OPIC, de FMO van de VS wordt genoemd en haar recente investering van 300 miljoen US$ in o.a. Sarona Management en 5 andere private investeringsfondsen.

Ook wordt kort ingegaan op het slechte imago* van sommige PE actoren en hun praktijken zoals Leveraged boy-outs met veel te hoge schuldenlasten en “Strip & Flip” strategieën, en boekhoudingstrucs met ongewenste bij effecten
Barrières voor PE zijn: marktonzekerheden die risico met zich meebrengen, regelgeving en (minimum) kapitaalvereisten (Basel I en II), gebrek aan II ervaring en kennis bij traditionele institutionele investeerders, the domestic bias Noot van de Blogger, ik vraag me af of dit in dezelfde mate opgaat voor Nederland(ers). Onze financiele markt is denk ik veel internationaler gericht, zij het dat we met de Euro een internationale markt hebben gekregen die valuta risico uitsluit waardoor EM (en de VS en het VK) wellicht weer minder aantrekkelijk werden.
Huiver voor illiquiditeit (verhandelbaarheid), geen incentives om de portfolio allocatie te wijzigen, de korte geschiedenis of de afwezigheid van expliciete of relevante track records van PE in EM's en andere fondsoverwegingen en (nog) in ontwikkeling zijnde II meetmethoden.
* De VBDO noemde haar eerste Nederlandse PE benchmark zie IINieuws 15feb2013 weinig tactvol: PE The future or the Vulture? Het rapport (pdf) 12 pag. impactassets/Private Equity in Emerging Markets, Exits from Aid, Steps Toward Independence IssueBriefs 6 Andere rapporten staan op impactassets.org/issue-briefs

Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.

Zie ook IINieuws-1nov12 over de EIRIS rapportage van (40) duurzame fondshuizen en hun asset allocatie naar EM's sinds de crisis van 2008.


CASE

Plan Nederland
Plan steunt kinderen in ontwikkelingslanden en geeft daarbij extra aandacht aan de achterstand van meisjes, nu met de campagne tegen kindbruidjes. Plan (International) is actief sinds 1937 voor de kinderen in de Spaanse burgeroorlog en tijdens WOII in bezet Europa (plan-international). In 1975 werd Foster Parents Plan Nederland opgericht als lid organisatie van Plan International. Vanaf 2002 wordt wereldwijd de naam Plan gebruikt, met die van het land erachter. Plan Nederland is bekend door de kindsponsoring. Kindsponsors (v/h Foster Parents) worden via brieven en foto’s op een persoonlijke manier op de hoogte worden gebracht van de situatie van hun sponsorkind. Kindsponsors zijn de grootste donateurs voor projecten van Plan voor kinderen in ontwikkelingslanden (naast sponsoring door bedrijven en de overheid). Plan Nederland kan dankzij 77.000 kindsponsors en 27.000 projectsponsors, waardoor ruim 85.000 kinderen*, hun families en gemeenschappen ondersteund worden. Donaties gaan, sinds begin jaren ’80, niet meer direct naar de kinderen of hun familie. * mijn schatting.

Inkomsten
De inkomsten van Plan -dat lang een van de grootste fondsenwervers in Nederland was- lopen al jaren achteruit, recent sterk door de afbouw van overheidssubsidies. De verdubbeling van de inkomsten uit loterijen ('derden') maakten dit gedeeltelijk goed. In 2011 waren de inkomsten bijna 45 miljoen Euro, in 2010 nog 46,7 miljoen, in 2009 51,7miljoen euro en in 2009 61,6 miljoen. Het percentage kosten voor fondsenwerving loopt op, nu 9.5%, maar dat is netjes ivm flink DM&TM-ende (gezondheids) fondsen. 

Het bestedingspercentage daalde naar 86,5%. 62% van het geld voor projectsponsoring wordt besteed voor kinderrechten*, 4% voor gezondheid, 11% voor water en sanitatie, 6% voedselzekerheid, 9% onderwijs en 2% milieu. JV 11-12 blz 220 (bijlage met toelichting thema's: * het beschermen van kinderen en vrouwen, bij gewapende conflicten, in de rechtspraak, in het kader van geboorteregistratie en tegen kinderarbeid, discriminatie, jong uithuwelijken, genitale verminking bij meisjes en vrouwen, kinderhandel en seksuele uitbuiting en geweld).

Vermogen en beheer
De fondsen en reserves van Plan bedragen volgens het CBF, het centraalbureaufondsenwerving 9,5 miljoen Euro: 8,7 miljoen reserves en 772.000 geoormerkte fondsen. In haar jaarverslag 2011-2012 staat dat Plan Nederland geen vrije reserves aanhoudt, zoals een continuïteitsreserve. Een continuïteitsreserve is bedoeld voor plotseling inkomsten daling, bijvoorbeeld bij negatieve publiciteit iets wat ook Plans meermalen is overkomen. Zonder continuïteitsreserve, meestal 6 maanden operationele kosten, moet een fonds snel de deuren sluiten tenzij in het geval van Plan de internationale organisatie bijspringt. Plan is lid van de VFI en volgt de richtlijn van hun reserves, nb daarin staat o.a. de mogelijkheid van bestemmingsreserves, zoals een continuïteitsreserve aan te houden, maar dat de geworven middelen zo snel mogelijk besteed moeten worden conform de doelstelling.

De inkomsten uit het vermogen van 9,5 miljoen Euro waren 180.000 Euro, circa 1,9%. Plan belegt namelijk niet (bjvoorbeeld in aandelen), het spaart of zet de liquide middelen op een deposito bij meerdere banken. Plan kiest voor bewust bankieren, men gebruikt hiervoor de (periodieke) beoordelingen van eerlijkebankwijzer (maar is geen steunbetuiger) en mogelijke AAA rating (nb dit is gedateerd Rabobank is haar triple A rating kwijt door de nieuwe regels).

Omdat incasso's bij sponsors niet mogelijk zijn bij de ASN Bank, waarmee het een langdurige samenwerkingsovereenkomst heeft, bankiert het ook bij de Rabobank. Bij ASN is/was het mogelijk om een Méérspaarrekening te openen voor Cordaid, Oxfam Novib en Plan Nederland, maar details, rente/gift etc vond ik niet op de site, wel de 3 kinderprojecten waarvoor gespaard wordt.

Plan heeft daarnaast niet-financiële criteria voor de keuze voor banken:
• De bank handelt niet in strijd met de universele rechten van de mens en de rechten van het kind (zoals kinderhandel en kinderarbeid);
• De bank wordt niet vervolgd voor schendingen van internationale humanitaire, milieu of financiële standaarden of verdragen;
• De bank ondersteunt geen productie van en handel in wapens, tabak of
alcohol;
• De bank is voldoende transparant over activiteiten in sectoren of regio’s waar schendingen van internationale standaarden regelmatig voorkomen. (JV 11-12 p.83-84)


Conclusie
Plan Nederland is een impact investor door haar bewuste bankenkeuze beleid. Plan zou actiever kunnen zijn als belegger en vooral impact investor omdat haar werkgebied en thema's naadloos aansluiten bij impact investing sectoren. Plan (International, UK) heeft een gecombineerde jaarrekening in Euro's met 633miljoen inkomsten en 3miljoen Euro investment income, dus binnen dit grotere verband wordt kennelijk ook niet belegd (gezien de lage inkomsten).


Noot van de Blogger: ik ben zelf bijna 25 jaar (Foster) Plan Parent geweest en onder de indruk van de (Duitse) campagnes ''because I'm a girl' en nu 'stop kindhuwelijken'. 


Contact: impactinvestmentnews @ yahoo.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten