MARKET BUILDING
Het
meest actuele en complete overzicht over de ontwikkeling van Impact
Investing op dit moment (sept 2012) met een beetje VS tunnelvisie is:
Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012 86 pag). Het werd geschreven voor de Rockefeller Foundation een (financieel) promotor van Impact Investing. Link: (pdf) Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry of The Executive Summary (Samenvatting hieronder of in IINieuws 1okt12).
Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry, E.T. Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012 86 pag). Het werd geschreven voor de Rockefeller Foundation een (financieel) promotor van Impact Investing. Link: (pdf) Accelerating Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the Impact Investing Industry of The Executive Summary (Samenvatting hieronder of in IINieuws 1okt12).
Meer beschrijvend
inclusief successen en dilemma's en verschillende actoren is: Impact
Investing, Transforming how we make money while making a
difference. Antony
Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.)
(Samenvatting hieronder) In IINieuws
15okt2011
Investing for social and environmental impact: A design for catalyzing an emerging industry', Monitor Institute (2009) Link monitorinstitute Met de beroemde voorspelling dat de II markt zal uitgroeien naar 500miljard US$ en de basis voor het Rockefeller II Initiative. (Samenvatting hieronder)
IINieuws 24 maart & 4 april 2011
IINieuws 24 maart & 4 april 2011
DEALS
Het
meest actuele wereldwijde overzicht van Impact Investing deals staat
in
'Insight
into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor
Perspectives and over 2,200 Transactions'.
JP
Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network
(14dec11, een update van het rapport van eind 2010) Link
thegiin.org
(samenvatting
hieronder) of in IINieuws 1feb12
Jed
Emerson et al van Impact
Assets van/voor
de 50 grootste Impact Investors publiceerde tot nu toe 10 Issue
briefs
over
portfolio building, risk, return, private equity, emerging countries
etc. Link
impactassets
Samenvattingen hieronder van nr 1 t/m 8.
DEALS
PROFIELEN
Op
de site van het Global
Impact Investing Network
(GIIN):
Resources & Research staan investment profiles met beschrijvingen
van individuele investeringen met ook de IRIS criteria
thegiin.org/profiles
Samenvatting
hieronder.
II
& Asset classes
Wat
ouder maar een interessante publicatie over impact investing in elke
asset class Investing
for impact case studies
across asset
classes,
Bridges Ventures & Parthenon Group (Jan2010). Samenvatting
hieronder en in In
IINieuws 14april2011
II Marketing
Social Impact Bonds
Deals en voorbeelden: Zie PAGINA Charity en Social Impact Bonds
Zie IINieuws-1-november-2015 ABNAMRO SIB brochure en IINieuws-15-oktober-2015 met een verslag van het 1e Nationale SIB congres van Startfoundation en de brochure SIB van fenomeen naar praktijk door Peter Scholten
In IINieuws 1mei13 marktonderzoek door Nesta naar de belangstelling voor 4 verschillende Impact Bonds op basis van investeringskenmerken als rendement, duur, instapbedrag etc. Kwalitatief vooronderzoek How do individuals become social investors? (feb 2011) gevolgd door Investing for the good of society*. (april 2011).
HOPE Consultancy onderzocht de belangstelling voor impact investing in de VS bij vermogenden. MONEY for GOOD: investing in developing countries, HOPE Consultancy (mei 2010) Er werd apart gekeken naar internationaal (geven en) investeren en mn of en wat de
verschillen zijn tussen investeren in en buiten de VS. Men
investeert buiten de VS mn in energie (42%), gezondheidszorg (36%),
ontwikkeling-ondernemerschap-microkrediet (28%), informatie/communicatie
(28%), onderwijs (27%), kinderen (24%).
(P.11) NB Onderaan staat mensenrechten met 12%. In IINews21 juni2011 of op de PAGINA Gelezen 2010-2000.
Social Impact Bonds
Deals en voorbeelden: Zie PAGINA Charity en Social Impact Bonds
Zie IINieuws-1-november-2015 ABNAMRO SIB brochure en IINieuws-15-oktober-2015 met een verslag van het 1e Nationale SIB congres van Startfoundation en de brochure SIB van fenomeen naar praktijk door Peter Scholten
In IINieuws 1mei13 marktonderzoek door Nesta naar de belangstelling voor 4 verschillende Impact Bonds op basis van investeringskenmerken als rendement, duur, instapbedrag etc. Kwalitatief vooronderzoek How do individuals become social investors? (feb 2011) gevolgd door Investing for the good of society*. (april 2011).
SocialFinance UK en dan met name de publicaties, zijn to the point, met tech guides, concrete bonds en inventarisaties van o.a. health als SIB sector.
CHARI's: Nederlandse
Stichtingen & Vermogensfondsen
Circa 70 profielen van fondsenwervende instellingen en
vermogensfondsen op de pagina's Charity
Cases
Nederland
A-N en
O-Z
en de VS
Een Aandeel in Maatschappelijke Ontwikkeling van Prof H Hummels. Een zeer compleet overzicht incl. literatuur en noten van impact investment visies, mogelijkheden en cases. 200 grootste fondsen werden geënqueteerd en 51 bedrijfs- en vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen deden mee. (2008, uitgeverij
van Gorcum of
bol.com)
De VBDO Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling onderzocht de afgelopen 3 jaar de duurzaamheid van het vermogensbeheer en impact investing door goed doelen en publiceert in december de resultaten. Link vbdo
(samenvatting in IINieuws 15nov12 en IINieuws 15dec11) 2 x kwantitatief en een keer kwalitatief met aandacht voor impact investing.
Bibliotheken
theGIIN.org heeft een uitgebreid
en actueel overzicht van publicaties op het gebied van impact
investing (ook per sector te bekijken) door vermogens-fondsen en publiceert zelf ook.
De EVPA, European Venture Philantrophy Association heeft een interessant knowledge-centre net als Social Finance (UK) socialfinance.org.uk/resources
De EVPA, European Venture Philantrophy Association heeft een interessant knowledge-centre net als Social Finance (UK) socialfinance.org.uk/resources
2015
Social Impact Bonds: kansen en uitdagingen in Nederland, ABNAMRO, okt 2015, 68 pag.)
In IINieuws 1november15
IRIS Data brief focus op Impact objectives
Money markets matter, Ben Bingham (21 april 2015)
In IINieuws-15april2015
Social Impact Bonds: kansen en uitdagingen in Nederland, ABNAMRO, okt 2015, 68 pag.)
In IINieuws 1november15
IRIS Data brief focus op Impact objectives
(theGIIN, okt 2015 pdf, 10 pag.)
In IINieuws 1november2015
Amy Domini (de D in KLD 400 index) on Impact Investing \
(artikel sept 2015)
(artikel sept 2015)
Naar aanleiding van dit artikel schreef ik een Pulse II Thinking artikel voor IINieuws 1 oktober 2015 over de duurzame beleggers versus impact investors en goede doelen versus sociale ondernemers.
In IINieuws 1 oktober 2015
Natural Capital and Financial Institutions, Transitioning towards a Green Economy door Sharon Hesp, New Foresight Economy en dr Caroline Leenders, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2015, pfd, 11 pag.)
Money markets matter, Ben Bingham (21 april 2015)
In IINieuws-15april2015
Impact Investing in South Asia door the Global impact Investing Network en Dalberg Global Advisors (January 2015) in IINieuws-1februari2015
Materiality of Corporate Sustainability Muhammed Khan, George Serafeim en Alex Yoong(maart 2015, pdf, 34 pag.) IINieuws-15mei2015
Linking IRIS and GRI door the Global impact Investing Network en the Global reporting Iniatitive (January 2015) in IINieuws-1februari2015
2014
Business and investors: providers and users of natural capital paper van KPMG, FFI en ACCA. Link KPMG/UK/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/Audit/natural-capital-reporting (2014, 11 pag, pdf)
The State of play of Social Impact Bonds door Ecorys en ATP
Consultants (nov 2014).
In IINieuws 15dec2014
Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan
From
Ideas to Practice, Pilots to Strategy II Practical Solutions and
Actionable Insights on How to Do Impact Investing Industry Agenda Een World Economic Forum 2015 Rapport (Sept, 2014)
Real Assets Primer door Sonen Capital (Sept 2014, 23 pag.)
Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan
In IINieuws 15nov14
Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8 Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers en dan
Socialimpactinvestment.org/AssetAllocationWGpaper
(pdf, 26 pag.)
In IINieuws 15nov14 2013 Annual Impact Report, Impact Investing in Public Markets: Methodology, Analysis and Thought Leadership. Sonen Capital: Will Morgan, Raul Pomares & Martin Whittaker PhD. (mei 2014, 60 pag. pdf) In IINieuws 15juni2014
'Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement dissertatie van Kellie Liket aan de Erasmus Universiteit, ERIM 'Erasmus Centre for Strategic Philanthropy. (11 april 2014). In IINieuws 15april14
Social
Impact Strategies for Banks: Venture Philanthropy and Social
Investment, Dr Leonora Buckland met steun van de London Business School voor de European
Venture Philanthropy Association. (maart 2014, 112 pag.)
In IINieuws 1mei14
In IINieuws 1mei14
“Driving Innovation through Corporate Impact Venturing: A Primer on Business Transformation” door Dr. Maximilian Martin, Impact Economy Geneva Switzerland (18Maart2014) pdf, 44pag. Preview (6 pag. pdf) Impacteconomy/Primer CIV Compleet (44 pag. pdf) Te koop voor 79US$: Impacteconomy In IINieuws 1april2014Shifting the lens: a de-risking toolkit for impact investment, Bridges IMPACT+ Clara Barby en Joanne Gan (January 2014, 36 pag, pdf) Link Bridgesventures/De-risking report. In IINieuws-1maart2014
2013
“Creating Sustainable Apparel Value Chains: A Primer on Industry Transformation'', (Dr.) Maximilian Martin of Impact Economy, (dec 2013) 47 pag (pdf) Link ImpactEconomy
Evolution
of an Impact Portfolio: From Implementation to Results Lessons from the field Sonen Capital in collaboration with the KL Felicitas Foundation. Justina Lai, Will Morgan, Joshua Newman and Raúl Pomares (Okt
2013 pdf, 70 pag.). In IINieuws 15juni2014
Impact Investments: Perspectives for Australian Superannuation Funds. Kylie Charlton, Scott Donald, Jarrod Ormiston and Richard Seymour (oktober 2013, 28 pag, pdf) In IINieuw 1dec2013
Catalytic
First Loss Capital, the Global Impact Investing Network (Oktober 2013) 36 pag., pdf theGIIN.org heeft een interessante resources pagina. In IINieuws 15okt13
From
the Margins to the Mainstream,
World
Economic Forum en Deloitte Touche Tohmatsu (september 2013, 40 pag.) Webpagina:
WEForum
Impact-investing-margins-mainstream Rapport
hier. In IINieuws 15nov13
Innovating for Shared Value Angela Barmettler, Valerie Bockstette, Marc Pfitzer en Mike Stamp van FSG, Foundation Strategy Group. Artikel in Harvard Business Review september 2013 pag 2-9. HBR/innovating-for-shared-value (ExecSum), FSG.org en pdf InnovatingforSharedValue (9 pag.) In IINieuws 15nov13
Making Impact Investing investable, Dr Maximilian Martin, Impact Economy, hoogleraar bij Ashoka en Universiteit van Graz (juli 2013) In IINieuws 15sept1
Resultaat-
en impactmeting voor goede doelen Op weg naar beter evalueren,
meten en verantwoorden van bestedingen. Drs E.M. Ten Hoorn
(juni 2013, CentraalBureauFondsenwerving) en drs W.M. Stubbe (CSR Academy)
Centraal Bureau Fondsenwerving Amsterdam. Vlinderend geefgeld
Schenkt het best uit onszelf Effect van vertrouwen
(op de achterkant) In IINieuws 15juli13
CSR's
New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of
Impact Economy, dr
Maximilian
Martin
University
of St. Gallen (1April2013) of
Impact Economy Working Papers
ImpactEconomy/CSRNewDeal(Academic) Papers.SSRN.com In IINieuws 1okt13
In search of Gamma: an unconventional perspective on impact investing. (31jan13) Uli Grabenwarter en Heinrich Liechtenstein voor IESE Business School, Universiteit van Navarra, Spanje. In IINieuws 15sept13
The Good Investor, a book of best impact practice 2013 door Adrian Hornsby, Gabi Blumberg van Investing for Good en The Good analyst, (London, VK) januari 2013 94 pag pdf. In IINieuws 15mrt2013
2012
Path to Impact: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors Rapport: ImpactAssets/issue-briefs Bron: Impactassets/Brief 9 (2012 of later, 9 pag) In IINieuws-15okt13
Present
risks, future rewards: ImpactAssets
issue brief nr
8 Shared
Reflections on Building the Market for Impact Investing,
,
door Jed
Emerson en (collega) Lindsay
Norcott
(2012 of later) In IINIeuws 15juni13.
Increasing impact and enhancing returns: Impact Assets issue brief nr7, Integrating Publicly Traded Water and Agribusiness Equities into Impact Investor Portfolios, Jed Emerson en Steve Falci (2012?) In IINieuws 1juni13
Increasing impact and enhancing returns: Impact Assets issue brief nr7, Integrating Publicly Traded Water and Agribusiness Equities into Impact Investor Portfolios, Jed Emerson en Steve Falci (2012?) In IINieuws 1juni13
Priming
the Pump for Impact Investing
Sectors
not just firms, the
Full Investment Continuum, Gaps
in the Impact Investing Capital Curve en Do
No Harm: Subsidies and Impact Investing. (najaar
2012) 5 blogs van het Omydiar Network door Matt Bannink, managing
partner, en Paula Goldman who
leads efforts to accelerate the development of the impact investing
industry.
IINieuws
15okt2012
A
Portfolio Approach to Impact Investment, A
Practical Guide to Building, Analyzing and Managing a Portfolio of
Impact Investments.
JP
MorganChase
Social Finance and II (48p, 1oct12) In
IINieuws 1feb2013
Private
Equity in Emerging Markets, Exits
from Aid, Steps Toward Independence, Impact
Assets Issue Brief # 6 door Gerhard Pries
en Vivina Berla van Sarona Asset Management Inc. En Jed Emerson VP
Impact Assets. (juli 2012) In IINieuws
1mrt13
Unifying an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Unifying an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Impacts
Assets Brief #5. ImpactAssets
issue brief explore critical concepts in impact investing,
deze is een co-productie van seniors van ImpactAssets, RSF
SocialFinance en Tides
(12 pag, juli 2012). IINieuws
15jan2013
Accelerating
Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the
Impact Investing Industry, E.T.
Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012
86 pag).Link:
(pdf's) Accelerating
Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the
Impact Investing Industry of
The
Executive Summary (samenvatting
hieronder en in IINieuws
1okt12)
From
Potential to Impact, Mc
Kinsey Social Sector Office (mei 2012, 68 pag) In
IINieuws 15feb13
Diverse
Perspectives, Shared Objective, GIIN.org
Global Impact Investing Network (mei 2012) In
IINieuws 15 juni 2012
Insights
and Innovations: A Global Study of Impact Investing + Institutional
Investors door Correlation Consulting (april 2012) In
IINieuws 15juni12
Investing for Impact: How social entrepreneurship is redefining the meaning of return. Schwab Foundation (die gericht is op Social Entrepreneurs) en vermogensbeheerder Credit Suisse voor het World Economic Forum in Davos Zwitserland 2012. In IINieuws 15feb12
Beyond
Microfinance
Impact
Investing: Financial Inclusion and Value Creation at the Base of the
Pyramid*
cursus
beschrijving met uitgebreide leeslijst van
Johns
Hopkins School Advanced International Studies (2010-2011-2012) Noot
van de
Blogger:
Van
de leeslijst heb ik al een aantal gelezen&samengevat, zie deze
pagina Gelezen
bronnen. In
IINieuws 15maart2012
2011
ImpactAssets Issue Brief #4 ImpactAssets-50 and the Metrics Challenge: Assessing "Impact Capacity" at the Firm Level, (7pag) Jed Emerson. Executive Vice President for Strategic Development. are exploring critical concepts in impact investing. 2011(?)
2011
'Climate
Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation
Mercer LCC Calpers/mercer-study-allocation
(pdf, 132 pag.) Superkorte samenvatting bij IFC/Brief_Mercer
(pdf, 4 pag.) 2011
In IINieuws 1nov14
ImpactAssets Issue Brief #4 ImpactAssets-50 and the Metrics Challenge: Assessing "Impact Capacity" at the Firm Level, (7pag) Jed Emerson. Executive Vice President for Strategic Development. are exploring critical concepts in impact investing. 2011(?)
ImpactAssets
Issue Brief #3
Seven tactics for Risk Management by Investors Seeking to Engage in
Impact Investing (7pag.)
Jed Emerson, Executive Vice President for Strategic Development.
are exploring
critical concepts in impact investing. 2011(?)
ImpactAssets
Issue Brief #2: Risk, Return and Impact: Understanding
Diversification and Performance Within an Impact Investing Portfolio
(zd waarschijnlijk 2011) Jed Emerson,Executive
Vice President for Strategic Development et al.
2011(?)
'Insight
into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor
Perspectives and over 2,200 Transactions'. JP
Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network
(14dec11, een update van het rapport van eind 2010). In IINieuws
1feb2012
Social
Venturing Entrepreneurship, een
plaatsbepaling. Door Henk Kievit, dissertatie (11nov11,
Nijenrode Business Universiteit). In IINieuws 15mei13
The
Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior
and Performance, Working Paper 12-035 (25nov11), Harvard Business
School door Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafeim. In
IInieuws 15jan2012
'Financing
the Future' een implementatie strategie door The Hague
Financing Framework nav FMO en Tallberg Foundation meetings in
maart en juni 2011. In IINieuws 15dec2011
Impact Investing, Transforming how we make money while making a difference. Antony Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.) In IINieuws 15okt11
Guide to Impact Investing, Grantmakers in Health GPS Capital Partners (mei 2011) IINieuws 1sept2011
360 Degrees for Mission, On Values voor de MISTRA Foundation, Zweden (mei 2011) IINieuws 3aug2011
Impact
Investing Handbook, Capventuresome (feb. 2011) In
IINieuws 28april2011.
Impact Investing: Do we need to redefine fiduciary duty?', Kylie Charlton, Social Investment Fellow at the Centre for Social Impact (CSI) University of Western Australia (webartikel, maart 2011) In IINieuws 14 maart2011
The BIG idea: Creating Shared Value, door Michael Porter, Harvard Business Review January 2011. In IINieuws 14 maart2011
Impact Investing: Do we need to redefine fiduciary duty?', Kylie Charlton, Social Investment Fellow at the Centre for Social Impact (CSI) University of Western Australia (webartikel, maart 2011) In IINieuws 14 maart2011
The BIG idea: Creating Shared Value, door Michael Porter, Harvard Business Review January 2011. In IINieuws 14 maart2011
How
do individuals become social investors? (kwalitatief en het kwantitatieve vervolgonderzoek) Investing
for the good of society*. (feb en april 2011)
Nesta, VK.
Nesta, VK.
NB Publicaties uit 2010-2000 staan hier: Gelezen-bronnen 2010-2000
2015
Social Impact Bonds: kansen en uitdagingen in Nederland, ABNAMRO, okt 2015, 68 pag.)
In IINieuws 1nov15
ABNAMRO
(AA) gaf medio oktober haar 2e brochure uit over SIBs, jammer genoeg
net na het 1e Nationale SIB congres van Startfoundation. AA neemt met
haar Social Impact Fund een bijzondere plaats in Nederland (en
Europa) en plaatst zichzelf dan ook in het rijtje grootbanken (mn VS)
dat SIB participant is.
Voor
SIB nieuws volgers en geïnteresseerden bevat de brochure weinig
feitelijk nieuws, maar heel interessant zijn de onderdelen waarin
bestaande (buitenlandse) SIBs worden gelinkt aan mogelijke kansen in
Nederland. Ook de laatste paragraaf over het stimuleren van SIBs in
Nederland bevat een aantal lobby boodschappen gericht op de overheid
en prospect investeerders.
Het
begin is opvallend: benadrukt wordt dat een SIB geen obligatie is en
heeft veel meer risico (en rendement). De 1e gepresenteerde case is
tevens de 1e mislukte SIB die van Rikers Island New
York (jeugd recidvisme) om het risico te benadrukken en de rol
van de chari partij (in dit geval garantiegever).
Heel
interessant is dat AA een aantal voorbeelden geeft van (niet
Nederlandse) SIBs en de terreinen waarin SIBs mogelijk zijn in
relatie tot politieke, financiële en innovatie ontwikkelingen in
Nederland. Het zijn recidive jeugdwerkeloosheid (hun eigen SIB in
Rotterdam), gezondheidszorg (preventie) ontwikkelings-samenwerking
en jeugdzorg. Er blijkt uit dat er op veel terreinen wordt gewerkt
aan het onderzoeken of opzetten van SIBs. Zo noemt AA als SIB
investeerders ook het Oranje Fonds en Oxfam Novib die (nog) geen SIB
hebben afgesloten of er niet over communiceren. AA noemt verder niet
de Rabobank Foundation van de 2e Nederlandse SIB (Utrecht) noch het
DBL Fonds van de 3e Nederlandse SIB (Rotterdam) terwijl de brochure
behoorlijk actueel is.AA
noemt bij de Development Impact Bond uit India voor meisjesonderwijs
nadrukkelijk de rol van niet overheid organisaties zoals chari's en
ontwikkelingsbanken/organisaties als eind financier. Blogger:
waarom alleen bij ontwikkelingssamenwerking als een chari een
maatschappelijk doel heeft is ze toch mede probleem eigenaar en kan
dus ook als eind financier optreden waarbij het risico wordt gelegd
bij de investeerders en uitvoerders.
De
lobby cq appèl punten van de brochure zijn:
-Verschuif
de focus van (maatschappelijke) besparingen naar waarde creatie;
-Meet
zoveel mogelijk factoren van de uitkomsten maar houd de uitbetaal
criteria simpel;
-Focus
op deals en maak deze transparant;
-(aan
overheden) Betrek meer financiële professionals bij SIBs;
-Richt
een (nationaal, overheids) fonds op voor SIB financiering (Blogger:
zoals in het VK).
(theGIIN, okt 2015 pdf, 10 pag.)
In IINieuws 1nov15
TheGIIN
het Global Impact Investing Network, publiceerde een IRIS data brief
met een analyse van de door 445 organisaties gerapporteerde impact
doelstellingen. IRIS is de Impact
Reporting
and Investment
Standard die
bijna 5000 impact investeerders uit 148 landen gebruiken. De Impact
betreft dan well-defined,
achievable en specifieke
sociale en /of milieu doelen die de organisaties door hun producten,
diensten of strategie nastreven.
Van
de 445 organisaties hebben
100
alleen
sociale
doelstellingen,
vooral
verbetering van gezondheidszorg, toegang tot financiële diensten
of schoon water. Maar ook werkgelegenheid, capaciteitsopbouw,
toegang tot energie, gelijke kansen/behandeling & empowerment,
voedsel veiligheid, betaalbare huisvesting, toegang tot onderwijs,
togang tot schoon water, preventie tegen specifieke ziekten, toegang
tot informatie. In totaal werden deze sociale doelen 1000
x gemeld.
112
organisaties hebben
alleen milieu impact
doelstellingen zoals
duurzaam gebruik van land, behoud van natuurlijke grondstoffen en
voorkomen van vervuiling en behoud van biodiversiteit. Preventie en &
afval management en water bronnen management. In
totaal werden deze sociale doelen 400
x gemeld. 233
organisaties hebben
sociale en milieu impact doelen. De
sociale impact organisaties zijn gemiddeld iets ouder: gem. 12 jaar,
tegen 10 jaar voor milieu impact en 7,5jaar voor dubbele impact'
organisaties. Ze hebben veel meer personeel (53 tegen 13 en 10 m/v)
en ze hebben 3 keer zoveel verdiend, maar zijn behoorlijk minder vaak
winstgevend dan dubbele impact organisaties met 39% tegen 86%. Van de
milieu impact organisaties was daarover onvoldoende data.
Financial
inclusion blijft
een grote deel van de markt: 64% van de organisaties levert financial
services en 11% is gericht op
landbouw. Geografisch is de spreiding 24% Noord, Centraal en Latijns
America en het Caraïbisch gebied tegen 18% Afrika, 10% Europa en
10% Azië
en Zuid Azië.
Amy
Domini on Impact Investing, Green Money Journal
Amy
Domini beschrijft voor GreenMoneyJournal
haar visie op de ontwikkeling van impact investing.
Interessant omdat zij in
1990 een van de eerste duurzame indices bedacht: de Domini
400 Social Index*. Deze Index heeft het sindsdien cumulatief
beter gedaan dan de S&P 500. Zij deed dat als als een van de
oprichters van KLD een research & analytics bureau.
De index sluit schadelijke sectoren uit (AGTAF) en selecteert
de 400 meest duurzame bedrijven in de VS.
Sinds
1991 biedt zij via Domini
Social Investing LCC
fondsen aan. Naast het Social
Equity Fund (large-cap domestic equity),
nu ook een International
Social Equity Fund (large to mid-cap international equity)
en Social Bond Fund (U.S.
intermediate term fixed income).
Domini selecteert fondsen op basis van: Environment,
Human
Rights, Consumer
Health & Safety, Local
& National Communities, Diversity
en Harmful
& Addictive Products. Het heeft 1,6miljard
US$ onder beheer en
profileert zich op de site nadrukkelijk als woman
owned & managed. Meer
op Domini.
Amy
Domini is daarnaast partner en trustee in The
Sustainability Group
in Boston dat 1,1miljard
US$
beheert voor High
Net Worth Families en
samenwerkt met Loring, Wolcott, & Coolidge Trust, LLC. een 100
jaar oud
family office
in Boston. Domini
schreef boeken over ethisch beleggen, was bestuurslid bij
verantwoordelijk beleggende fondsen en ontving twee ere doctoraten.
Ze werd door Bill Clinton geëerd bij de 1e Clinton
Global Initiative in
2005. Het jaar waarin TIME
haar een van de 100 meest invloedrijke mensen noemde. In 2009 noemde
TIME Domini een van de 25 belangrijkste responsibility
pioneers. Kortom
een decennia actieve en effectieve dame.
Amy
Domini blikt terug op 45 jaar inspanningen van verantwoordelijke
beleggers voor positieve impact resulterend in aandacht voor
mensenrechten en ecologie, beleid van overheden en NGO's en de
positie van kleine beleggers. Haar ijkpunt is 1975, het jaar waarin
Ralph Nader op de aandeelhoudersvergadering van General Motors
9 resoluties indiende waaronder 'greater
racial and environmental voices on the board'. Een
onderdeel van de campagne
to Make General Motors Responsible. De
focus op aandcaht voor People
& Planet
in het ondernemingsbeleid, het monitoren van de voorgang en het meten
resultaten zijn de succesfactoren. De basis voor de relatief
standaard, corporate
responsibility
rapportages van vandaag.
Ook
de gerichte campagne om het gedrag van multinationals in Zuid
Afrika
te monitoren gevolgd door een des investeringscampagne omdat ze
Apartheid mee in stand hielden. In 1984 werd besloten om niet meer te
investeren in 162 ondernemignen of 48% (?capitalisatie?) van de
Standard & Poor’s 500 index. Gelukkig werd ook het verbreden
van corporate
accountability research
een aandachtspunt zodat verantwoordelijk beleggen niet werd beperkt
tot een exclusie
en des-investeringscampagne.
(Noot
van de Blogger:
anno 2015 en de integratie van ESG (risico's) is dat een terechte
conclusie. Toen ik in 2011 begin met mijn onderzoek was 95% van de
verantwoordelijk beleggen feitelijk beperkt tot exclusie strategieën)
Thematisch
onderzoek en investeren op doelstellingen als dierenrechten,
vrouwelijk leiderschap,
alternatieve
energie vond plaats, maar versnipperde de beweging. Terwijl het brede
publiek begreep dat ook investeringen een middel zijn om de wereld te
verbeteren.
Peter
Kinder,
Steve Lydenberg
en Domini
samen KLD research
zagen3 drempels
om die perceptie te vertalen in actief beleggen. 1:
duurzaam beleggen is
duur omdat het duurzaamheidsonderzoek naar niet financiële aspecten
tijd en geld kost en in strijd met fiduciair beheer. 2:
De waardering van
(niet monetaire) waarde
is een uitdaging. Hiervoor was onderzoek (en standaardisering voor
vergelijking en benchmarking nodig). 3: Het dynamisch
debat over de beste veranderingsstrategie.
Drempel
1 het cliché duurzaam
beleggen is duur werd geslecht met door de Domini 400 Social Index
die de S&P heeft verslagen en dus niet duurder is dan niet
sociaal geïnspireerd puur
rendement gericht beleggen.. Drempel 2 werd
geslecht door SOCRATES hun CRS/ESG data bank en samenwerking.
Blogger:
Opvallend omdat het vaak
als een 'modern' instrument wordt gezien, de
verzamelde kennis werd gedeeld met gelijkgestemden Drempel
3 is overwonnen doordat het
(blijven) vragen om ethisch, verantwoordelijk beleid door beleggers
aan ondernemingen. Blogger:
Een strategie die in West Europa waarschijnlijk meer door dialoog en
institutionele investeerders wordt toegepast en waarover transparant
wordt gecommuniceerd. Domini
merkt zelf ook op dat:
The field grew abroad more rapidly than domestically.
Tegenwoordig
zijn er uitgebreide data systemen Blogger:
en een aparte bedrijfstak van ESG research analyse bureau's naast de
in-house ESG analysten bij grote vermogensbeheerder en institutionele
beleggers.
De
Verenigde Naties stapte in. Er kamen standaarden en een verklaring
over fiduciair beheer en ethisch beleggen. Beurzen in opkomende
landen eisten transparantie en ondernemingen kwamen over de brug met
corporate sustainability reports en chief sustainability
officers.
Domini
zet zich af tegen het curriculum van business
school waarin
staat dat eerste uitsluiting synoniem was aan ethisch beleggen
(Blogger: maar tot
5 jaar geleden was het wel de meest toegepast strategie in Europa
volgens de EuroSIF rapportages) Domini
stelt terecht:
Responsible investors invest, not divest en
in alle asset
classes, venture capital, commodities, all of them.
Domini
zag de opkomst van 'impact
investing'
15!
jaar
geleden in Europa ofwel direct
investment in venture capital ideas that would make the world better.
Maar
didn’t like it. It ignorantly ignored the tremendous progress
ethical investors had made. Tot
de opkomst van “impact
investing across all asset classes.” Daar
gelooft Domini in omdat het ruimte biedt aan investeringen in
fantastische 'oplossingen' in relatief kleine asset
classes en
ruimte in grote asset classes voor investeringen door
'intellectually engaged investors,
such as responsibility
reporting through equity purchasing.'
Blogger: Met andere
woorden je moet er wel wat van af weten en flink onderzoek doen.
Domini
besluit dat investing across all asset classes has the effect of
honoring our past and bringing our parts together in a single fabric
of making the world a better place, of acknowledging that investors
to have a voice, and it should be a positive voice in each investor’s
own area of strength.
Natural
Capital and Financial Institutions, Transitioning towards a Green
Economy door
Sharon Hesp, New Foresight Economy en dr Caroline Leenders,
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2015, pfd, 11 pag.)
Van
weakness naar opportunity
Er
gebeurt veel, maar er moet nog veel gebeuren, vooral een mind
shift
van het integreren van
milieu
factoren als risico factor naar milieu als ESG kans. Als
we ophouden achteruit te kijken, maar op basis van huidige optredende
grondstoffenschaarste en de snel groeiende technologische vooruitgang
(smart data) zijn er kansen die gegrepen kunnen worden. Hiervoor
is moreel leiderschap nodig van financials
CEO's.
Zoals Unilever's Paul Polman dat toont voor de voedings- en
persoonlijke verzorgingsmiddelen (hygiëne
en preventie).
Conclusie
Leenders
en Hesp pleiten voor een mindshift en een forward looking
methodology en
komen uit bij leiderschap voor focus op ESG kansen door de integratie
natural capital
(waarde) in investeringsprocessen. Dit sluit nauw aan bij impact
investing in groene basisbehoeften
zoals (schoon, zoet) water, biodiversiteit en vertragen van klimaat
verandering.
Natural
Capital and Financial Institutions, Transitioning towards a Green
Economy
door Sharon Hesp, New Foresight Economy en dr Caroline Leenders,
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Link
RVO/Financial
institutes and natural capital (2015, pfd, 11 pag.)
CoP
Financial Institutes & Natural Capital (CoP FiNC)
De
paper is tot stand gekomen door de medewerking van Nederlandse
financials
die deelnemen aan de Community of practice (CoP) voor de sector: de
CoP
Financial Institutes & Natural Capital (CoP FiNC).
De Community
wordt
ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken die
professionele ondersteuning aanbiedt door facilitators
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, in dit geval dr
Caroline van Leenders, die (hiervoor) New Foresights inhuurde.
Money Markets Matter
Ben
Bingham stuurde mij
pre release zijn
boek Money
Markets Matter, impact investing to change the world,
dat
op 21 april, Earth
Day,
uitkomt. Het
is te bestellen via Amazon/Making-Money-Matter-Impact-Investing.
O.a. Jed Emerson, @blendedvalue schreef aan het voorwoord waarin
benadrukt wordt hoe belangrijk de kennis is die Ben deelt. Van het
why
of impact investing naar
how.
En dat
catalytic
capital, ofwel
private equity venture capital
nodig
is om de ontwikkeling van nieuwe
impact investing
sectoren en beleggingsproducten te versnellen.
Ben
is CEO oprichter van 3Sisters Sustainable Management, LLC, waar hij
positive
impact
(Scarab)
Funds managed. Het
heeft 5 fondsen: Microkrediet, (leningen voor) Social Enterprises,
groen vastgoed, land- en bosbouw en
public
equity:
all
cap- en
private
equity
niche
solution. Bingham
is
certified
financial planner,
maar
ook opgeleid als
Gestalt
Psycholoog, in Spacial Dynamics, BioDynamic Agriculture
en
Grantsmanship.
Hij
werkte jaren op de Waldorf (soort Vrije) scholen van zijn kinderen,
maar richtte ook de
Circle
of Entrepreneurs
system op voor peer
to peer counseling,
werkte voor de WallStreetGreenSummit,
the
longest running and most comprehensive sustainable finance event in
the industry en
twee technologie start-ups. Dat ging niet altijd goed. Kortom een
breed ontwikkelde impact investor met lange ervaring. Hij was ook
verbonden aan Robert Rubinsteins, TBLI uit Amsterdam dat wereldwijd
ESG & impact investing conferences organiseert, daar (her)kende
ik zijn naam van.
Ben
beschrijft zijn invalshoek voor impact
investing zo op LinkedIn: My
focus has been to develop the best investment options for investors
in the new paradigm that supports a sustainable environment and
social justice in the context of meaningful diversity and cultural
richness. Now I am developing the infrastructure to find, foster and
fund gamechanging innovations that can resolve essential problems
over time. Volgens
Ben biedt zijn boek 'an inclusive
overview, giving practical advice while demonstrating how to move
trillions of investor dollars towards solving the world’s many
dire problems'. Toch
neemt hij, goed geschreven, ruim de tijd om ons te overtuigen met
zijn Money lessons learned,
(aanbevolen,
maar ik ben ook een biografie fan)
What can we do (mn Making a plan), What will inspire us?
Om
de laatste 60 pagina's te eindigen met:
Guiding Thoughts for Each
Industry uitgespitst
naar Commodities, Materials
(Natural and Manufactured), Electronics and Telecom, Healthcare,
Financials, Industrials, Information Technology, Real Estate,
Services, Transportation, Energy and Utilities (Nonrenewable and
Renewable) en
verrassend eindigend met
Reflections on Gold. Zo'n
brede visie biedt in die 60 bladzijden niet heel concrete suggesties,
maar wel veel aanknopingspunten en waarschuwt voor valkuilen. Ook
interessant zijn de (online) resources en voor levenslang leren
aficionados:
een internationaal overzicht van relevante MBA programma's en
cursussen.
Ben
Bingham Money
Markets Matter, impact investing to change the world,
komt op
21 april,
Earth
Day,
uit. Bestellen
via Amazon/Making-Money-Matter-Impact-Investing.
GIIN
Dalberg Global Development Advisors, II in Bangladesh, India, Birma/Myanmar, Nepal Pakistan en Sri Lanka. (april 2015, pdf, 13 pag.)
The
GIIN publiceerde met Dalberg Global Developmetn Advisors The
Landscape for Impact Investing in South Asia
met landenrapporten over
II
in Bangladesh, India, Nepal
en Pakistan. De landenrapporten over Birma/Myanmar en Sri Lanka
volgen early 2015.
De
II markt in India is het grootst 5,4miljard US$ (61%)
gevolgd door Nepal bijna 2miljard US$ (22%), Pakistan 955miljoen US$
(11%) bedragen en % afgerond), Myanmar (vh Birma) 17miljoen US$
(0,2%) en Sri Lanka 12miljoen US$
(0,1%). Ongeveer een dozijn Development
Finance Institutions (DFIs,
ontwikkelingsbanken) zijn actief in India, Pakistan en Sri Lanka. Een
veel kleiner aantal 4,3 en 2 is actief in Bangladesh, Nepal en
Myanmar. In de regio komt het meeste (65-95%) impact kapitaal van
DFI's en direct geïnvesteerd in ondernemingen of projecten
variërend
in grootte. Hierdoor sturen zij de ontwikkelingen ind e markt en van
impactmeting. Soms zijn ze ook actief in beleid en regelgeving
advisering.
Er
zijn ongeveer 50 impact investment fondsen actief in India, 11 in Sri
Lanka, 9 in Bangladesh en 7 in Pakistan. De fondsen komen van DFIs,
institutionele investeerders (pensioen fondsen en verzekeraars),
family offices, high-net-worth individuals (HNWIs), commerciële
banken en (vermogens)fondsen. Sommige family offices, HNWIs en
fondsen doen ook directe investeringen.
Co
existentie
Daarnaast
wordt ook (grootschaliger) geïnvesteerd
in ondernemingen en producten & diensten voor de Base of the
Pyramid, het miljard armsten op aarde. Dat gebeurt door fondsen,
banken en rijke families die start-ups financieren binnen hun
netwerk(en). Veel lokale commerciële
banken geven -aangestuurd door DFIs- krediet aan SMEs (vaak door
verplichtende regelgeving) Impact wordt impliciet of door de potentie
van de investees bereikt door werkegelenheid, de supply chain
etc.
In de regio is een relatief klein deel direct gericht op impact.
Impact Investing in sectoren
Energie: 2,1miljard US$, Financial Inclusion: 1,9miljard US$, manufacturing: 1miljard US$, ICT: 585miljoen US$, Landbouw: 550miljoen US$, Gezondheidszorg: 330miljoen US$, Farmaceuten: 308miljoen US$*, Infrastructuur: 271miljoen US$, Onderwijs: 128miljoen US$, Huisvesting: 61miljoen US$, Transport: 38mijoen US$, Toerisme en Horeca: 4miljoen US$,
Anders: 649miljoen. Onbekend: bijna 1miljard US$. Op pag. 5 staat een tabel met de sectorverdeling per land. *Je ziet deze sector niet zo vaak apart vermeld, wel interessant met het ook op de ontplofte vaccin prijzen en het (niet) beleggingsbeleid van AZG.
In de regio is een relatief klein deel direct gericht op impact.
Impact Investing in sectoren
Energie: 2,1miljard US$, Financial Inclusion: 1,9miljard US$, manufacturing: 1miljard US$, ICT: 585miljoen US$, Landbouw: 550miljoen US$, Gezondheidszorg: 330miljoen US$, Farmaceuten: 308miljoen US$*, Infrastructuur: 271miljoen US$, Onderwijs: 128miljoen US$, Huisvesting: 61miljoen US$, Transport: 38mijoen US$, Toerisme en Horeca: 4miljoen US$,
Anders: 649miljoen. Onbekend: bijna 1miljard US$. Op pag. 5 staat een tabel met de sectorverdeling per land. *Je ziet deze sector niet zo vaak apart vermeld, wel interessant met het ook op de ontplofte vaccin prijzen en het (niet) beleggingsbeleid van AZG.
Investeringsinstrumenten
De verdeling schuldverlening (60-70%) en deelname is klassiek, mede door de DFIs en hun lage(re) risk appetite. Buitenlandse fondsen zijn vaker mede eigenaar/aandeelhouder. Op pag. 7 staat een tabel met het investeringsinstrument per land. NB (alleen) in Pakistan is 8% Muhabarat een Islamitische kredietverlening met (toch) een fixed interest constructie. De DFIs gaan vaak voor de grote financieringen 50miljoen US$ en de andere voor kleinere deals met minder dan 1miljoen US$ in groeikapitaal en venture ondernemingen.
Uitdagingen
Het rapport geeft ook een overzicht van de niet onoverkomelijke uitdagingen zoals regelgeving, deal sourcing, scale in terms of portfolios en deal sizes.
De verdeling schuldverlening (60-70%) en deelname is klassiek, mede door de DFIs en hun lage(re) risk appetite. Buitenlandse fondsen zijn vaker mede eigenaar/aandeelhouder. Op pag. 7 staat een tabel met het investeringsinstrument per land. NB (alleen) in Pakistan is 8% Muhabarat een Islamitische kredietverlening met (toch) een fixed interest constructie. De DFIs gaan vaak voor de grote financieringen 50miljoen US$ en de andere voor kleinere deals met minder dan 1miljoen US$ in groeikapitaal en venture ondernemingen.
Uitdagingen
Het rapport geeft ook een overzicht van de niet onoverkomelijke uitdagingen zoals regelgeving, deal sourcing, scale in terms of portfolios en deal sizes.
Regelgeving uitdagingen
zijn complexiteit, variability, inefficiency en beperkingen. Tabel 3 op
pag 9 geeft een overzicht van de beperkingen per
financieringsinstrument en per land.
Dealsourcing is lastig(er) door de barrière tussen formele netwerken en prospects en de onervarenheid van deze prospects met externe financiering en wederzijdse verwachtingen.
Scale in terms of portfolios en deal sizes:
Mn in Sri Lanka en Nepal spelen de kleine markt(en) en kleine
ondernemingen een rol, hiervoor vallen ze buiten de boot bij DFIs met
hun minimale investeringseisen en maximale participaties. Dealsourcing is lastig(er) door de barrière tussen formele netwerken en prospects en de onervarenheid van deze prospects met externe financiering en wederzijdse verwachtingen.
Link
TheGIIN/resources
met aparte downloaden Executive
Summary,(pdf,
13 pag.) Introduction,
Bangladesh,
Nepal,
Pakistan
Sri Lanka en Mymanmar volgen nog.
Muhammed Khan, George Serafeim en Alex Yoong 'Materiality of Corporate Sustainability' (maart 2015, pdf, 34 pag.)
In IINieuws 15mei15
Effectiefste KPI's van duurzame bedrijfsvoering
George Serafeim, Harvard Business School publiceerde een nieuw onderzoek naar effectieve en ineffectieve duurzame inspanningen van bedrijven. Serafeim is een van mijn favoriete academici voor onderzoek naar de prestaties van duurzame bedrijven en dus ook voor het investeren in duurzame bedrijven. Meer in IINieuws 15feb14 en IINieuws-15jan12. Serafeim en zijn huidige mede onderzoekers Khan en Yoong keken naar de Materiality van Corporate Sustainability en deden 3 ontdekkingen:
Aandelen van bedrijven die duurzame materiële inspanningen leveren doen het (terugkijkend) beter dan aandelen van bedrijven die hier niet goed presteren. Dat suggereert dat duurzaamheid in de bedrijfsvoering de waarde (voor aandeelhouders) vergroot.
Bedrijven die minder materiële, in het onderzoek aangeduid als immateriële duurzaamheidsissues aanpakken doen het niet slechter dan bedrijven die hier slecht op scoren, wat suggereert dat de immateriële inspanningen geen (aandeelhouders) waarde verminderen. Noot van de Blogger: dit haalt weer het cliché onderuit dat duurzaam duur is voor bedrijven en beleggers. In hun introductie noemen de auteurs een serie relevante recente onderzoeken.
Tot slot: bedrijven die goed presteren op materiële duurzame inspanningen en minder op immateriële duurzame inspanningen doen het het best. Dit geeft een indicatie van de efficiency van hun duurzame inspanningen. En is dus relevant voor investeerders die duurzaamheidsfactoren meenemen in hun allocatie beslissingen.
Materieel of niet?
De million$question is dus wat zijn de (im)materiële duurzame inspanningen? Ga naar pag. 34 voor een analyse voor 6 sectoren: health care, financials, technology & communication, non renewables, transportation en services. (Link: Twitter@alcanne/photo1, Wit betekent immaterieel, licht grijs 50-50 en donkergrijs materieel.
Aanpak: De onderzoekers gebruiken de SASB (Sustaianbility Accounting Standards Board) data set, een Amerikaans systeem voor ESG data voor de SEC (zeg maar VS AFM). GISR Classificeert het als een content gericht systeem (itt proces). Wat SASB per industrie/sector materieel vindt wordt gelinked aan een indien beschikbaar MSCI KLD* gegeven. Dat is de meest gebruikte en grootste want snel groeiende ESG data set. Er zijn slechts 109 van deze materiële data combinaties, wat SASB's claim dat het alleen relevante data verzamelt onderbouwt.
*The MSCI KLD 400 Social Index comprises companies with high Environmental, Social and Governance (ESG) ratings and excludes companies involved in Alcohol, Gambling, Tobacco, Military Weapons, Civilian Firearms, Nuclear Power, Adult Entertainment and Genetically Modified Organisms (GMO). MSCI kld-400-social-index (pdf, 2 pag.)
Bron: GISR website Ratesustainability/CorporateSustainability
(pdf, 34 pag.) of
Papers.ssrn.com/2575912 (idem) NB Het paper van 5maart15 stond op 12mei 2e in de top10 van meest gedownloade papers die afgelopen maand. Link Top 10 SSRN april-mei2015
II METRICS
Linking GRI and IRIS Global Impact Investing Inetwork en Global reportaing Initiative (januari, 2015)
DeGIIN
is ook bezig om bestaande mainstream
metrics te integreren met haar eigen kwantitatieve IRIS
(impact reporting investment standards) een impact meting systeem. De
GIIN beschrijft IRIS als een catalogus
breed geaccepteerde prestatie data die leidende impact investors
gebruiken om hun sociale, milieu en financiële prestaties van
hun investeringen te meten. IRIS
sluit aan bij bestaande meetsystemen en is beschikbaar voor meerdere
sectoren. Het kijkt naar de prestaties op Financiëel,
Operationeel, Product, Sector en in het bereiken van de Sociale en
Milieu doelen.
IRIS
werkt o.a. samen met het Global
Reporting Intiative
(GRI) G4 Sustainability
Reporting Guidelines.
Het wereldwijd gebruikte systeem voor duurzaamheidsrapportage dat
gebruikt wordt door duizenden ondernemingen. Het heeft standaard
(bedrijfsvoering) en specifieke (sector) disclosures.
Officieel onthullignen hier in de betekenis van rapportage. Het GRI
is een non-profit organisatie die financieel gesteund wordt door
overheden,
fondsen en internationale organisaties.
Voorbeelden zijn de Swedish
International Development Cooperation Agency, het Norwegian
Ministry of Foreign Affairs, het (publieke) Deutsche
Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) en
de Australian
government.
GRI
rapportages kunnen worden ge upload voor onderzoek en analyse, 17,561
rapporten zijn ge-upload en nog eens ruim 5000 andere
duurzaamheidsrapportages. Zoeken kan in de
database.globalreporting.org
(organsaties/ondernemingen) en de benchmark
op Framework
(sector) en key
performence indicators (KPI's).
De
GIIN publiceert nu een rapport / website over het linken van de
systemen ''waarmee
het de consistentie en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsdata wil
versterken en corporate reporting efficiënter
en effectiever wil maken''.
Het
complementaire karakter zit hem in de combinatie van de key
performence indicators (GRI) ofwel wat rapporteer je
en de meetsystemen van de IRIS catalogus voor de onderliggende data.
Hoe rapporteer je. Door
het linken is nu afgesproken waar je de IRIS data
rapporteert in het GRI systeem.
Op
de website 29pagina's met KPI data zoals Client
Feedback (OI5049) deze geeft aan of de organisatie een feedback
systeem heeft en een feedback (klachten?)
procedure en systeem en of commissie. Sluit aan bij G4-58.
Of
Client
Households: Total (PI7954) Het aantal huishoudens dat de
organisatie bereikt tijdens de rapportage periode. Sluit aan bij G4-8
net als Client
Individuals: Total (PI4060), Client
Locations (PD2587), Client
Organizations: Total (PI9652), Client
Retention Rate (PI9319), Client
State/Province/Region (PD6806)
Bronnen:
IRIS.thegiin/GRI
metrics, IRISthegiin/introduction
en
GlobalReporting.org Het
rapport
is te downloaden: IRIS/the-global-reporting-initiative-gri/documents
(pdf, 38 pag.)
2014
Business and investors: providers and users of natural capital disclosure. Een paper van KPMG ( accountants & consultants Sustainability Services UK), Flora & Fauna International (FFI) en ACCA de Association of Chartered Certified Accountants. (2014)
Zij werken samen om ''bewustwording en begrip te vergroten bij accountants van hun rol in accounting for natural capital. Eerst een definitie, want ik ben de term bij impact investing (reporting) nog nooit tegen gekomen. Natural capital zijn de onuitputtelijke en eindige
natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden in productie en distributie
processen. Onuitputtelijke hulpbronnen zijn wind, zon, getijden,
geothermie, waterdruk, etc. Ofwel de bronnen voor hernieuwbare energie.
Eindige hulpbronnen zijn grondstoffen zoals olie, gas, metalen,
delfstoffen en (zoet) water. In de paper is de definitie: ‘the stock of natural ecosystems that yields a flow of valuable ecosystem goods and services’. Het zijn zowel ruwe, pure grondstoffen als producten (ecosystem goods)
en diensten die gemaakt kunnen worden dankzij die ruwe grondstoffen in
combinatie met... Zoals landbouw producten: denk niet alleen bijv.
koffie, maar ook palmolie dat gebruikt wordt voor voedsel, cosmeticica, personoonlijke verzorging (hygiëne), diervoeder en biobrandstof. Een bos naast een rivier kan gebruikt worden voor bosbouw, maar ook vruchtbare grondvast houden en overstromingen voorkomen.
De doelstellingen van het paper zijn: -1- de voordelen aantonen van natural capital reporting, voor impact en interdependenties / afhankelijkheden; -2- Het verzamelen van natural capital reporting voorbeelden uit de praktijk bij ondernemingen; en -3- laten zien hoe ondernemingen beter kunnen voldoen aan behoeften van investeerders aan kennis en inzage in deze risico's.
Hoofdpunten: Natural capital reporting komt op, maar slechts enkele ondernemingen zijn leidend; Ondernemingen rapporteren over natural capital door groeiend inzicht in de relatie met de winstgevendheid en de waarde voor investeringskeuzes*; De manier waarop ondernemingen rapporten over natural capital is divers,
dus weinig gestandaardiseerd, transparant of vergelijkbaar. Maar dat
zal in de toekomst veranderen en dit zal investeerders helpen om natural capital factoren mee te nemen in hun investeringsbeslissingen. *Bij
de vertaling vroeg ik me af of hiermee zowel interne en externe
(bedrijfs)investeringen mee worden bedoeld als beslissingen van externe
investeerders.
De uitdaging is om natural capital beter te managen, door duurzaam te ondernemen, rentmeester te
zijn over natuurlijke hulpbronnen, transparant te rapporteren en om
investeerders (beter) inzicht te geven in de bedrijfsvoering (risico's).
De dreiging is vrij apocalyptisch waarbij ondernemingen en economieën niet langer kunnen functioneren door tekorten aan of onbetaalbaarheid van benodigd natural capital. Ondernemingen geven door hun duurzaamheidsrapportages aan hoe zij sturen op impact en afhankelijkheid van de samenleving en het milieu ofwel beschikbare natuurlijke hulpbronnen. Investeerders kunnen hun keuzes en beslissingen nemen op basis van dit beleid en dat beïnvloedt weer de ondernemingsstrategie en prestaties.
In Figuur 1 wordt getoond hoe Natural capital and business samenhangen. Vet& schuin zijn ''krachten'' en schuin ''machten''. Impacts >Natural capital use> causes> Natural capital scarcity and impacts > creates >Corporate risks> drives >Investor decision making> influences >Company performance > Impacts etc.
Figuur 2 laat zien hoe een cyclus ontstaat van natural capital management door sustainability reporting. Vet& schuin ''krachten'' en recht ''machten''. manages > Sustainable management of natural capital > reduces > Natural capital scarcity and impacts > mitigates > Reputational, operational, regulatory, supply chain risks > provides > confidence Investment sources (e.g. Banks, pension funds etc) > justifies > Organisational sustainability and natural capital strategy > manages > etc.
Door twee belangrijke rapportage systemen wordt natural capital al genoemd: de IIRC (International Integrated Reporting Council) als een van de 6 'capitals' (financial, manufactured, intellectual, human, and social and relationship). De GRI (Global Reporting Initiative) sustainability reporting guideline noemt: grondstoffen, water, biodiversiteit en afval. Ook NGO's, overheden en publiek-private netwerken werken er mee: de Wealth Accounting and the Valuation of Ecosystem Services (WAVES), de Natural Capital Coalition, Globe International, de European Environment Agency en de Britse Natural Capital Committee. KPMG signaleert dat de 4 grote accountancy bureaus met het onderwerp bezig zijn via initiatieven, eigen projecten en clientbased research. Het
beschouwt het als een verbreding van de focus op grondstoffen en water
management die in een klantenonderzoek in 2013 werden genoemd als issues
die in megatrends de bedrijfsvoering zullen beïnvloeden.
Door twee belangrijke rapportage systemen wordt natural capital al genoemd: de IIRC (International Integrated Reporting Council) als een van de 6 'capitals' (financial, manufactured, intellectual, human, and social and relationship). De GRI (Global Reporting Initiative) sustainability reporting guideline noemt: grondstoffen, water, biodiversiteit en afval. Ook NGO's, overheden en publiek-private netwerken werken er mee: de Wealth Accounting and the Valuation of Ecosystem Services (WAVES), de Natural Capital Coalition, Globe International, de European Environment Agency en de Britse Natural Capital Committee. KPMG signaleert dat de 4 grote accountancy bureaus met het onderwerp bezig zijn via initiatieven, eigen projecten en clientbased research. Het
beschouwt het als een verbreding van de focus op grondstoffen en water
management die in een klantenonderzoek in 2013 werden genoemd als issues
die in megatrends de bedrijfsvoering zullen beïnvloeden.
In het paper wordt gekeken naar het gebruik van palm olie, soja, rundvlees, katoen en suiker omdat ze zijn aangemerkt als prioriteit commodity/natural capital
door het WereldNatuurFonds (WWF). Voor deze grondstoffen zijn
(meerdere) internationale initiatieven (en standaarden) waarin de
aangesloten ondernemingen rapporteren over hun
gebruik/productieprocessen in hun duurzaamheidsverslagen (beleid,
doelstellingen, prestaties en ambities). In het paper heeft elke
grondstof een paginagroot overzicht wat de issues& impacts
zijn, hoe 3 (grote) ondernemingen omgaan met de grondstof
(verduurzaming doelstellingen, audits en certificering van
toeleveranciers), lidmaatschappen van verduurzaming initiatieven en hoe
zij hierover rapporteren (meestal GRI).
Noot van de Blogger Bij het gebruik van suiker zijn de ondernemingen echter Bunge (Brazilië, agribusiness & food en biomassa), Coca Cola en Bacardi
(alcohol), multinationals waarvan de producten een negatieve impact op
gezondheid hebben. Bij Rundvlees hebben we het over een gezond product
dat echter niet duurzaam is door de grote hoeveelheid plantaardig
voedsel die nodig is voor de productie waarvan een deel ook geschikt is
voor menselijke consumptie en basisbehoefte voedsel ondermijnt.
Interessanter zou de productie van eieren en kippen zijn.
Investor relations (needs)
Investeerders hanteren verschillende manieren om inzicht te krijgen in de afhankelijkheid van natural capital van ondernemingen. Sommigen focusen op corporate engagement, appèleren om meer transparantie over het gebruik van natural capital, het aanbieden van tools& informatie, kijken naar specifieke issues, zoals water of klimaat verandering of high-impact commodities (grondstoffen). Dit geeft de diversiteit in de benadering en hun informatiebehoefte aan Er wordt veel gebruik gemaakt van kwantitatieve data en dat roept meteen de vraag op over de kwaliteit en beschikbaarheid. Investeerders hechten aan standaarden per grondstof die niet de best practice zijn, maar wel benchmarks mogelijk maken. Sommige grondstoffen / issues
zijn al veel verder in standaarden en rapportage dan anderen zoals
water en klimaatverandering versus biodiversiteit. Investeerders hechten
aan kwalitatieve rapportage omdat het ook een teken is dat een
ondernemingen integreert met haar risicobeleid. Bijvoorbeeld: EIRIS
kijkt naar kwantitatieve rapportage van water consumptie maar ook naar
kwalitatieve rapportage over efficiënter gebruik. Rapportage & metrics zijn terreinen waarin dialoog& engagement van investeerders een belangrijke rol spelen. Ook het doortrekken van goed natural capital management in de supply chain is een onderwerp waar investeerdes aan hechten.
Conclusie
Natural capital disclosure
is uit de aard van haar doelstellingen een milieu risico's
kennisinstrument voor investeerders. De impact meting blijft vooralsnog
steken op niveau 2 impact bijsluiter; Dit beleggingsproduct hecht aan Environment, Social & Governance factoren en heeft de risico's geïntegreerd. Dat
betekent niet dat vanuit impact investing gezien de ontwikkelingen op
dit gebied minder interessant zijn. Meer inzicht in E(SG) risico's,
interdependenties en (negatieve) impact scenario's kan prioriteiten
agenderen voor zowel risico als kansen.
Business and investors: providers and users of natural capital paper van KPMG, FFI en ACCA. Link KPMG/UK/en/IssuesAndInsights/ArticlesPublications/Audit/natural-capital-reporting (2014, 11 pag, pdf)
Learning from failures in venture philanthropy and social investment
(European Venture Philanthopy Association, downloadbaar na gratis registratie, pdf, 80 pag., december 2014)
Learning
from failures
Ter
gelegenheid van haar tienjarig bestaan onderzocht en publiceerde de
EVPA European
Venture Philanthropy Association:
Learning-from-failures-in-venture-philanthropy-and-social-investment.
De
minder leuke ervaringen van een dozijn chari's. Haar CEO Kurt Peleman
legt hierboven in ''II
Thinking voor Chari's''
Be
bold and fail forward uit
waarom
'why
EVPA is celebrating failures'. Een
trend in het VP wereldje gestart door de Shell en de ONE Foundation
waarvan de Declan Ryan zijn team aanspoort met: 'If
we are not failing, we are not taking enough risk. What failures have
we had so far?'. Noot
van de Blogger:
Ik heb de ExSum, het begin van de introductie en de Conclusion
gelezen.
De
mislukkingen zijn gegroepeerd in intern,
strategisch en
bij de
uitvoering.
Meer gedetailleerd samengevat in een figuur (pag.10) die als
checklist
kan worden gebruikt. NB De Venture
Philanthropy Organisatie
(VPO)
is
hier een intermediair tussen donoren & investeerders en
uitvoeringsorganisaties en heeft dus zelf geen of beperkte middelen.
De checklist wordt toegelicht in de ExecSum pag. 10-14.
Organisatie
• Fondsenwerving
model (patient capital belngrijk mn bij early stage investees en
sectoren)
• Aansturing
(managing investors expectations & multi-disciplinaire teams)
• Bemensing
(van multi-disciplinaire teams)
• Andere
belanghebbenden (bestuur versus management, maar ook pro-bono
contributors en vrijwilligers en beneficiaries; de
doelgroepen)
Strategisch
(de specifieke bijdrage van
de VPO en het meest gevoelig voor mislukking)
• Investeringsfocus
(realistisch? Werkbaar?)
• Interventie
modellen
• Type
Social Purpose Organisatie (vaak non-profit, het type is bepalend
voor het financierinsinstrument)
• Financieringsinstrumenten
(giften en leningen)
• Co-investeringsbeleid
(doelen en waarden harmonie, maar ook lokale partners van/voor de
investees)
● hands
on investing is key component
Note
on risk: When financial drivers are related to social drivers, the
mission
drift is less of a risk, so aligning the two reduces the risk of
failure on one driver. p.13.
Uitvoering
• Deal
screening
• Due
diligence
• Deal
structurering
• Investment
management (een van de belangrijkste toegevoegde waarden van
VP)
• Exit
Opvallend:
veel VPO's richten zich na verloop van tijd méér
op de sociale sector op basis van hun ervaringen, goede en
slechte, en/maar hierdoor kan de impact worden opgeschaald.
Op
in de Introduction op pag 18 een mooie definitie 'Venture
Philanthropy works to build stronger social organisations by
providing them with both financial and non-financial support to
increase their societal impact''. En de cyclus: 1 High
engagement: support of few organisations → 2 Organizational
capacity-building → 3 Tailored financing → 4 Non-financial
support → 5 Involvement of networks → 6 Impact measurement → 7
Multi-year support.
En
een interessante opsomming in het kader van het waarom van het
onderzoek naar mislukingen:
The
Benefits of transparency:
• Less
time spent explaining goals and strategies to potential grantees
• Better,
more on-target grant proposals;
• More
effective and informed grant-making based on feedback from grantees
and other stakeholders;
• Stronger
and more open relationships with grantees and other non-profit
organisations;
• Closer
relationships with other foundations, leading to more collaborative
grantmaking;
• Increased
public trust; Bron: Parker, S., 2014, “Opening Up: Demystifying
Funder Transparency”. GrantCraft. Er is ook een failures website:
Admittingfailure.org
met resources, cases en blogs.
Conclusie
De
conclusie somt uitgebreid pag. 71–74 diverse risico's op, die ik
niet allemaal vertaal. Wel bij de 1e en laatste: Fondsenwerving
(Voeg
rand activiteiten toe zoals consultancy voor meer inkomsten, Recycle
kapitaal (revolverende fondsen en herinvesteringsafspraken, Zorg
voor voldoende omvang om de management fees laag te houden, Werk mee
aan de bewustwording voor VP om investeerders aan te trekken en op te
voeden, Zoek naar investeerders die passen bij de
investeringsstrategie)
Aansturing
van de investee, Staff of the VPO, Engage other Stakeholders,
Investment focus, Models of Intervention, Types of SPO's, Financing
instruments, Co-investment policy, non-financial support, deal
screening, due diligence, deal structuring, investment management,
exit
(plan vooruit en 'in'; maak een plan B voor/bij gewijzigde
omstandigheden; blijf de investee monitoring
post-exit om de impact te beschermen.
Link:
EVPA/Learning-from-failures-in-venture-philanthropy-and-social-investment
(downloadbaar na gratis registratie, pdf, 80 pag.)
Samenvatting
in het Engels
thechanger.org/failure-report-learning-failures-venture-philanthropy-social-investment
'At
last, somebody is talking about failure'.... The report also outlines
concrete advice
such as: Why
focus and flexibility are key to succeeding in VP/SI; How to deal
with the risk of investing in an SPO with an undeveloped
product/service; What skills your board and that of the SPO require
to be well placed for success; Why you should consider handing your
management team more power in decision making; How
to mitigate risk in a co-investment strategy
The State of play of Social Impact Bonds door Ecorys en ATP
Consultants (november 2014).
In IINieuws 15december14
In IINieuws 15december14
SIB's:
Challenges & Benefits
Ecorys
en ATP consultant publiceerden een rapport (pag) met een
overzichtelijk ExecutiveSummary (8 pag) over de State of play
of Social Impact Bonds van
Britse SIB's.
De
belangrijkste voordelen (toegelicht
in een tabel, pag.6):
• Extra financiering door investeringen;
• Verhoging samenhang financiëel en sociaal rendement;
• Bevordering outcomes cultuur bij service dienstverleners;
• Beter (prestatie)contract management;
• Meer innovatieve dienstenlevering; en
• Meer impact bij beneficiënten
• Extra financiering door investeringen;
• Verhoging samenhang financiëel en sociaal rendement;
• Bevordering outcomes cultuur bij service dienstverleners;
• Beter (prestatie)contract management;
• Meer innovatieve dienstenlevering; en
• Meer impact bij beneficiënten
De belangrijkste uitdagingen
zijn: (toegelicht in tabel op pag.7)
• De
rol van investeerders en intermediairen wordt slecht begrepen door
toekenners en dienstverleners;
• Dienstverleners hebben moeite om het bewijs te leveren dat hun interventies succesvol zijn;
• De schaal van een SIB moet groot zijn om de investeringen (letterlijke en voorbereiding&, begeleidingskosten) waar te maken;
• Dienstverleners hebben moeite om het bewijs te leveren dat hun interventies succesvol zijn;
• De schaal van een SIB moet groot zijn om de investeringen (letterlijke en voorbereiding&, begeleidingskosten) waar te maken;
• Een
contract afsluiten dat alle partijen past.
De
conclusies liegen er echter
niet om. Het onderliggend bewijs voor de effectiviteit van Sibs
(constructies) ontbreekt nog hoewel de ervaringen van de betrokken
pioniers (investeerders, begeleiders en uitvoerders) positief zijn.
Zij willen er verder mee. De onderzoekers vonden de ontwikkelingen en
vooruitgang echter traag (mn buiten het door de overheid
aangezwengelde traject en bijbehorende financiering) en de processen
complex. Steun aan lokale SIB's in cruciaal om de beweging gaand en
groeiend te houden. Ook innovatie binnen de SIB beweging is
belangrijk vooral om SIBs als maatprodcut te ontwikelen zodat de
verwachtingen en ambities van de diverse betrokken partijen kunnen
worden waargemaakt.
Tip
van James Ronicle in de
LinkedIn SOCIAL IMPACT BONDS Group
Ook
genoemd in NonprofitQuarterly zie SIBs.
Linkedin/Ecorys-UK-launches-new-report
en Linkedin/Ecorys-UK-launches-new-report
Rapport
Biglotteryfund/sioutcomesfunds
(onderaan staan
rapporten)
Biglotteryfund.org/SIBs_TheStateofPlay_Summary (pdf, 8 pag.) of Biglotteryfund.org/SIBs_TheStateofPlay_FullReport (pdf 124 pag.)
Biglotteryfund.org/SIBs_TheStateofPlay_Summary (pdf, 8 pag.) of Biglotteryfund.org/SIBs_TheStateofPlay_FullReport (pdf 124 pag.)
Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8
Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers
en dan
Socialimpactinvestment.org/AssetAllocationWGpaper
(pdf, 26 pag.)
In IINnieuws 15nov14
De doelgroepen
zijn CIO's, Chief
Investment Officers met dus
veel pro II argumenten en beleidsmakers met
rollen voor de overheid als market steward
participant & builder. In
de inleiding staat een mooie definitie van impact investment, het
aligns the positive power of private capital
with the social and environmental needs of society at large. Het
gaat in op het huidig marktaanbod van sociale investeringen met
rendement ambities en presenteert een framework
voor de integratie van impact investments in
a balanced investment portfolio zonder
financiële
doelen en fiduciaire verplichtingen van Chief Investment Officers en
vermogen beheerders te compromitteren. Dit
framework is gemaakt door Mads Pedersen, Head of Asset Allocation
Discretionary at UBS Wealth Management. In het laatste deel voor de
overheid op basis van haar rol als Market
Steward, Participant en Builder,
zie hiervoor het eindrapport in IINieuws-1oktober14.
NB Er wordt wel uitgebreid ingegaan op drempels voor
vermogensbezitters in een Matrix op basis van de huidige markt,
fiduciair beheer, regelgeving etc. op pag 18-19.
De
aangevoerde argumenten voor asset allocatie naar social of impact
investments: kansen voor waarde gerichte investeerders,
diversificatie en nieuw en snel groeipotentieel door de onderliggende
echte vraag. De
aanbod kant market e.e.a als responsible, duurzaam/sustainable/ESG
of impact. In het laatste geval kan rendement worden gemaakt, impact
winst worden afgezet tegen een daling van maatschappelijke kosten of
rendement worden ingeleverd voor (meer)impact. De markt van impact
organisaties en traditionele sociale sector instellingen en chari's
wordt in een matrix gezet met die 3 varianten. In de matrix PE/CV
fondsen, social/charity bonds, Social Impact bonds, Development Bonds
en garantie stellers en zacht lening verstrekkers.
Het
wijst op het grootschalig voorkomen van allerlei investeringen in
sectoren (zoals gezondheid) en ondernemingen die (meetbare) impact
nastreven maar als goede investering worden gezien door
financieringsverstrekkers. Ook kan overheidsbeleid hier een goede
randvoorwaarde zijn, bijvoorbeeld fiscale faciliteiten. Het laat zien
dat impact oriented financiers (vermogensfondsen, filantropen,
ontwikkelingsbanken) seed of startkapitaal geven,
capaciteitsfinanciering garanderen of opschaling financieren met
hogere risico neming.
De 'is het asset class?' discussie Hoewel impact investing in alle asset classes kan worden bedreven wordt het soms gezien als aparte alternatieve asset class. Dat heeft voordelen gebudgeteerde gespecialiseerde teams ervaren met impact meting, financieringsmodellen en netwerken kunnen sneller, op kortere termijn meer kapitaal aantrekken en de impact investing sector laten groeien.
Als impact investing wordt geïntegreerd moeten rendement, risico en spreiding en liquiditeit (exit's) criteria worden vast gesteld; de traditionele verwachtingen van de kapitaalmarkt. Vanwege de variatie in het aanbod en het korte track record (limited evidence base) adviseert de auteur zowel top-down (macro economische markt-specifieke criteria en asset class proxy modeling) als bottom-up (security of per deal) overwegingen mee te nemen.
Portfolio implementatie moet deal-by-deal gedaan worden vanwege de security-specifieke risico/rendement verwachtingen binnen het portfolio framework. Vanuit het top-down perspectief, benadrukt men diversificatie, spreiding over veel impact deals of fonds en sub-asset classes.
Op pag 15 staat een model portfolio met onderaan impact investments per strategie (Income 11%, Yield 8%, Balanced 12%, Growth 11%). Wanner we die vergelijken met dezelfde portfolio zonder impact investments op pag 12 verschijnen daar allemaal lagere rendementen en met minder volatiliteit.
Rendement (per jaar)
Met impact verwacht 5 jaar
4.1% 5.1% 5.9% 6.7%
Zonder impact verwacht 5 jaar
3.9% 4.7% 5.5% 6.3%
Volatiliteit
Met impact verwacht per jaar
3.6% 5.3% 7.3% 9.7%
Zonder impact verwacht per jaar
3.6% 5.5% 7.5% 10.1%
Rapport:
Allocating for Impact, Subject Paper of the Asset Allocation G8
Working Group (Okt 2014) Socialimpactinvestment.org/subject-papers
en dan
Socialimpactinvestment.org/AssetAllocationWGpaper
(pdf, 26 pag.)
From
Ideas to Practice, Pilots to Strategy II Practical Solutions and
Actionable Insights on How to Do Impact Investing Industry Agenda Een World Economic Forum 2015 Rapport (Sept, 2014)
Het rapport is een vervolg op het rapport van vorig jaar met daarin o.a.
het Sonen Capital portfolio model waarop ik de impact
bijsluiter voor beleggingsproducten
heb gebaseerd. In het rapport wordt specifiek aandacht besteed aan
Democratizing
Impact Investing for Retail Investors, (4.1) Catalysing the Market of
Socially-conscious Retail, Investors en
(4.2) Creating and Distributing Impact Products for Retail Investors
(pag. 17-23) Ik lees alleen dit onderdeel en maak van 4.1 een
samenvattend stappenplan.
4.1
Een
Stappenplan
voor Retail Impact Investing
Online
kanalen en platforms inzetten met lage instap bedragen; hiermee
is
de
toegang voor private investeerders en hun financiële
adviseurs door laagdrempelig;
Strategische
partnerschappen voor
voldoende capaciteit en efficiency (vanwege de marktopstart
uitdaging);
Belangrijke
doelgroepen voor investment marketing, maar vooral voor impact
investing, zijn vrouwen en Millennials die hechten aan
de impact van hun investeringen. Vrouwen
zullen wereldwijd 70% van de 41biljoen vermogen erven en de helft van
de vermogenden zijn geïnteresseerd
in ES integratie tegen een derde van mannen.
Het stappenplan vervolgt aan de hand van een Community Investment Note van Calvert Foundation, een bekende ervaren SRI producten aanbieder. Met deze ervaring werkte het samen met high-impact, lokale organisaties voor betaalbare huisvesting, onderwijs en duurzame landbouw in de VS en wereldwijd die groeikapitaal nodig hebben. Investeerders krijgen tussen de 0,5% en 3% rente (fixed financial returns) gebaseerd op fair rates voor de leners. Investeerders krijgen impact rapporten zoals het aantal gecreëerde banen, gebouwde huizen, plekken op scholen en leningen aan vrouwelijke ondernemers en duurzame boeren. NB de investeerders vinden de verhalen aantrekkelijker voor dan de kale cijfers. (!)
Het stappenplan vervolgt aan de hand van een Community Investment Note van Calvert Foundation, een bekende ervaren SRI producten aanbieder. Met deze ervaring werkte het samen met high-impact, lokale organisaties voor betaalbare huisvesting, onderwijs en duurzame landbouw in de VS en wereldwijd die groeikapitaal nodig hebben. Investeerders krijgen tussen de 0,5% en 3% rente (fixed financial returns) gebaseerd op fair rates voor de leners. Investeerders krijgen impact rapporten zoals het aantal gecreëerde banen, gebouwde huizen, plekken op scholen en leningen aan vrouwelijke ondernemers en duurzame boeren. NB de investeerders vinden de verhalen aantrekkelijker voor dan de kale cijfers. (!)
Calvert zorgde ervoor dat de Note oogde als een obligatie want (retail) Impact investeringsproducten moeten stabiel rendement en duidelijk impact bieden. Daarnaast werkte Calvert samen met een underwriter en een distributeur van obligaties (fixed-income securities) om de Note te kunnen aanbieden bij brokers. (Want) Het (retail?) investeringsgeld zit bij Brokers dus moeten producten op maat worden aangeboden/ ontwikkeld. Bovendien werkte Calvert nauw samen met de brokers om de due diligence te doen omdat het een nieuwe en uniek product betrof. Dat koste veel tijd en de deal size 50 tot 100miljoen US$ is klein voor brokers, dus ze waren echt geïnteresseerd in innovatie als dit paste bij hun eigen missie doelstelling. Maar ze hadden weinig ervaring met duurzaam en impact investing. Calvert begin al in 2007 een samenwerking met MicroPlace, (toen) de enige online broker-dealer gespecializeerd in microfinanciering voor retail investors. In 2008 had het (al) 8000 nieuwe investeerders via MicroPlace en 30% groei in de verkoop. Men begint met 20US$ en groeit (mede door inkomenstoename) door naar 200US$ per gemiddelde investering. Blogger jammer genoeg staat hier niets over periodiek beleggen: een populair thema in Nederland en ook belngrijk voor chari fondsenwerving.
Het vrijmaken van organisatie capaciteit voor compliance, marketing, sales, customer service en administratie kan een uitdaging zijn vooral voor impact investing, daarom benadrukt Calvert strategic partnerships die complementary strengths opschalen om de sector verder te ontwikkelen.
Het begon al in 1998 met de partnerships met high impact organisaties maar haalde met de 1e Note 10miljoen US$ op en herhaalde de exercitie voor Habitat for Humanity en VisionFund International.
Het begon in 1999 met Community Investment Partners dat due diligence, asset management, investor administratie en consulting services aanbiedt. Tegenwoordig adviseert het vooral institutionele beleggers.
Sinds 11sept2001 biedt het via haar eigen Calvert Foundation Giving Fund Donor Advised Funds aan: een fiscaal aantrekkelijk en qua doel en vermogensbeheer geoormerkt geef constructie aan (zoiets als een Fonds op Naam?) zonder dat een hierdoor eigen chari moet worden opgericht. Hieruit ontstond de non-profit ImpactAssets voor impact investing door filantropen en individuele investeerders. Het voerde de campagne 'Ours to Own' voor (fondsen)werving voor lokale doelen met impact.
4.2
Bouwen en afzetten van retail Impact Producten
Impact investing moet flink opgeschaald worden om echt betekenisvolle sociale, economische en milieu resultaten te bereiken. De huidige markt (structuur) is beperkend
volgens de auteurs van TriLinc Global die impact fondsen voor
institutionele investeerders managen. Ze hebben ook al enkele retail
producten met impact verantwoording. Door het betrekken van de 75 miljoen particuliere investeerders in de US met hun 17biljoen US$ vermogen kan de markt (wel) worden opgeschaald. Volgens de auteurs van TriLincGlobal moeten impact investing producten verkocht worden ze worden niet gekocht. Om particulieren te betrekken moeten impact investeringsproducten worden aangeboden als 'gewone' beleggingsproducten qua structuur, marketing en distributie om marktaandeel te verkrijgen. Denk aan rendement(verwachting), risico en verhandelbaar zijn en aangeboden via financieel adviseurs. Als een behoorlijke omzet wordt gerealiseerd kan het omslagpunt bereikt worden waardoor ook andere (complexe?) impact investing aantrekkelijker worden.
In
de VS zijn (slechts) 3.3
miljoen particuliere accredited investors
waardoor de markt van
potentiële
impact investeerders klein is. Bovendien schakelen vermogenden
adviseurs in die als 'poortwachters' werken. Direct
investments
daarentegen vereisen geen
accredited investor status
en bieden (wel) toegang aan nieuwe innovatieve alternatieve
investeringen.
Kortom:
deze auteurs bedrukken (ook) het aanpassen
van de product structuur
aan retail investeerders ervaring en verwachtingen en een effectief
distributiekanaal
via geregistreerde
investeringsadviseurs
(RIAs) en onafhankelijke
broker-dealers
en banken.
TriLinc
biedt ook een stappenplan:
Bepaal
maatschappelijke
problemen,
uitdagingen waar (veel) privaat
kapitaal een
verschil kan maken door marktgerichte
opschaalbare oplossingen.
Doe
grondig marktonderzoek
naar
de financiele
doelen van
retail investeerders (portfolio's,
strategie, activiteiten en trends).
Ontwikkel
bekende producten met impact voor particuliere investeerders en
bepaal een effectief systeem voor de distributeurs
vergoedingen.
Registreer
zo als public
equity
(toegankelijke, laagdrempelig)
Zoek
een gespecialiseerde
(groothandel) distributeur als partner
met een uitgebreid afzetnetwerk.
Vul
top-down macro-economische analyse voor portfolio beheer aan
met diensten van (sub)adviseurs (van institutionele
investeerders) over trends, risico's en kansen. Op financieel,
juridisch, on-site inspecties, sector analyse, lokatiebezoeken, ESG
beleid en de impact data verzameling.
Wees
transparant
over het rendement en de
impact rapportage.
Per kwartaal
en
jaarlijks. TriLincGlobal heeft hiervoor een eigen systeem the
TriLinc Impact Measurement Engine (TIME). Dat volgt, analyseert en
rapporteert. Op
pag. 22 staat een gedetailleerd overzicht dat eigenlijk pook een
soort stappenplan geeft.
TriLinc
geeft ook aan wat ze al doende geleerd heeft: Impact
Investering producten worden verkocht niet gekocht, ze moeten
actief aangeboden worden en worden niet direct gevraagd. Impact
Investing is (nog) onbekend, maar geen aanvullend, niche product, de
trend en verwachting is dat de markt sterk zal groeien door
de komende grote vermogensoverdracht aan nieuwe investeerders.
(Vrouwen en Millennials) Ook al bieden
sommige beleggingsadviseurs al impact producten aan, maar vooral
omdat het marktconform rendement biedt en de portefeuille
verbreed/spreidt.
Het
managen van (grote) onvoorspelbare kapitaal instroom
van particuliere investeerders vereistzowel flexibiliteit als
streng zijn. Niet geplaatst kapitaal koste rendement dus zorg
er voor dat de deal pipeline en het aanbod goed in beeld zijn.
Een breed impact spectrum
helpt hierbij.
Het
creëren van public equity kost tijd en geld houd daar rekening
mee.
Direct
impact investment
producten kunnen impact investing innoveren en de
(afzet)markt snel doen groeien.
From
Ideas to Practice, Pilots to Strategy II Practical Solutions and
Actionable Insights on How to Do Impact InvestingIndustry Agenda
A
report by the World Economic Forum Investors Industries WEF
ImpactInvesting_Report_FromIdeastoPractice_II
(pdf, 44 pag.)
Samenvatting
van het hele rapport op de WEF site: From
Ideas to Practice, Pilots to Strategy II is
the second publication in the report series. In it are
eight articles what are meant to expand on the topics covered in
the first edition. This publication includes information on
innovative products that have been designed to engage retail
investors as well as frameworks to build an impact investing strategy
for asset managers. It also looks at the role academic
institutions
can play in building the field of impact investing.
Real Assets Primer door Sonen Capital (Sept 2014, 23 pag.)
In IINieuws 15nov14
Sonen Capital publiceerde in sept 2014 een Real Assets Primer. Sonen Capital (Sonen) heeft een
portfolio strategie voor impact investing ontwikkeld voor de KL
Felicitas Foundation met public en private equity. Hun strategie is
aangeboden aan het World Economic Forum in Davos eerder dit jaar als
voorbeeld voor mainstream implementatie van impact investing.
De Sonen methode was de katalysator voor de ontwikkeling van mijn
impact bijsluiter, zij het dat ik er basisbehoeften en impact
katalysator sectoren in heb opgenomen. Sonen hanteert sustainable
en thematic en het traditionele asset allocatie model met public
equity fixed income, stocks, real estate, private equity.
De
belangstelling voor impact investing wordt mede aangewakkerd door de
betere prestaties van duurzame beleggingen en m.n. microkrediet
tijdens de financiële
crisis van 2008-2009 en de zoektocht naar meer beter presterende
sectoren. Paul Pomares, de directeur van Sonen zet in het
voorwoord wat directer in: hij betreurt de traditionele investeerders
focus op de olie & gas industrie, edelmetalen, of grondstof
intensieve activiteiten zoals vastgoed ontwikkeling en conventionele
landbouw die als ongewenst bij effect milieu verwoestend zijn. Met het
rapport wil SC een introductie geven van de belangrijkste trends in en voordelen van sustainable real assets investing.
Real
Assets
De definitie van Real Assets: ze omvatten tastbare, en
meestal niet financiële
voorwerpen waarmee iets geproduceerd kan worden. Het
kan wel cash zijn, maar dan van een betrouwbare stabiele munt. Real
assets vereisen lange
termijn investeringen door de productieperiode. Vastgoed is een
kenmerkend voorbeeld, maar ook edelmetalen, bosland, akkerland, olie-
en gas, voedsel grondstoffen etc.
Sonen
kijkt naar Real Assets met vooral groene neveneffecten:
Sustainable Timberland, Sustainable Agriculture, Green Real
Estate, Sustainable Ecosystems en Green Infrastructure.
(hieronder later meer)
Met
uitzondering van de door SC genoemde real
assets zijn laatste allemaal sectoren die in
mijn model
impact investing portfolio staan. Noot
van de Blogger:
En van de laatste vraag ik me natuurlijk nu af waarom eigenlijk niet?
Ik vermoed dat het vooral komt door een gebrek aan bereikbare
investeringen voor kleine public equity beleggers ie. Ik ben ze niet
tegen gekomen. Maar ik mailde er laatst over en toen wees ik op de
aandacht in dit blog smart grids voor hernieuwbare energie en ander
IT gebaseerde toepassingen om energie of water te besparen binnen de
infrastructuur. NB TIAA CREF noemt water treatment als voorbeeld van
green infrastructure (zie bronnen)
Wat
betreft de groene insteek van Sustainable
Real Assets: er is een
intrensiek verband van waarde creatie en duurzame bedrijfvoering wat
betreft milieubewust ondernemen (energie, water, grondstoffen
besparing etc) en de financiële resultaten.
De wereldwijde megatrends van grondstoffen schaarste en de toenemende vraag door bevolkingsgroei,verstedelijking en groeiende welvaart in opkomende markten stimuleren marktgedreven kansen om duurzame bedrijfsvoering te incorporeren in sectoren waar natuurlijke grondstoffen en milieu belangrijk zijn.
Sonen ziet vanuit portfolio management 5 voordelen:
Competitive Total Return: vooral door stabiele Cash Flows dus regelmatig en voorspelbaar, maar ook door lange termijn waardegroei.
Unique Value Drivers: Real assets ontlenen hun waarde aan de onderliggende goederen die in tijden van schaarste kan toenemen. Sonen kijkt ook naar potentiële waardeverhogers en het effect van beter operationeel management. Een voorbeeld: akkerland kan meer opleveren door gebruik van kunstmest waardoor ook de waarde van het land toeneemt.
Diversificatie (door lagere correlatie): Real assets hebben een lagere correlatie met andere asset classes -vooral degene die gevoelig zijn voor economische groei – maar ook met elkaar. Zie bronnen TIAA CREF
Inflatie Hedge Real assets kunnen inflatie risico verminderen en (daardoor kosten van) currency hedge overbodig maken;
Downside Protection door hun intrinsieke, innerlijke, waarde in vergelijking met de ontwikkeling van public equity bij neergaande markten.
TIAA CREF (zie bronnen) benadrukt dat de prijs “niet elastisch” is, schaarste en hogere prijzen beïnvloeden de vraag nauwelijks. Consumenten en overheden betalen wel omdat er geen alternatieven zijn. Bovendien wijst het op de geschatte verwachting dat portfolio asset allocatie kan stijgen naar 25% in Real Assets, dat heeft natuurlijk ook een prijsverhogend i.e. Waarde vermeerderend effect,
Sustainable Real Assets strategiën gaan uit van het conventionele perspectief van lange termijn benadering om de onderliggende waarde optimaal te realiseren en de ambitie om milieu en sociale voordelen te realiseren. De link met natuurlijk grondstoffen versterkt deze voordelen. Sonen noemt 5 specifieke sustainable real asset sub sectors maar benadrukt dat deze onderling wel veel verbanden hebben.
Duurzame bosbouw investeringen waarbij vervangingsaanplanting, groei, oogst, verwerking, distributie van producten duurzaam wordt aangepakt; De wereldwijde megatrends van grondstoffen schaarste en de toenemende vraag door bevolkingsgroei,verstedelijking en groeiende welvaart in opkomende markten stimuleren marktgedreven kansen om duurzame bedrijfsvoering te incorporeren in sectoren waar natuurlijke grondstoffen en milieu belangrijk zijn.
Sonen ziet vanuit portfolio management 5 voordelen:
Competitive Total Return: vooral door stabiele Cash Flows dus regelmatig en voorspelbaar, maar ook door lange termijn waardegroei.
Unique Value Drivers: Real assets ontlenen hun waarde aan de onderliggende goederen die in tijden van schaarste kan toenemen. Sonen kijkt ook naar potentiële waardeverhogers en het effect van beter operationeel management. Een voorbeeld: akkerland kan meer opleveren door gebruik van kunstmest waardoor ook de waarde van het land toeneemt.
Diversificatie (door lagere correlatie): Real assets hebben een lagere correlatie met andere asset classes -vooral degene die gevoelig zijn voor economische groei – maar ook met elkaar. Zie bronnen TIAA CREF
Inflatie Hedge Real assets kunnen inflatie risico verminderen en (daardoor kosten van) currency hedge overbodig maken;
Downside Protection door hun intrinsieke, innerlijke, waarde in vergelijking met de ontwikkeling van public equity bij neergaande markten.
TIAA CREF (zie bronnen) benadrukt dat de prijs “niet elastisch” is, schaarste en hogere prijzen beïnvloeden de vraag nauwelijks. Consumenten en overheden betalen wel omdat er geen alternatieven zijn. Bovendien wijst het op de geschatte verwachting dat portfolio asset allocatie kan stijgen naar 25% in Real Assets, dat heeft natuurlijk ook een prijsverhogend i.e. Waarde vermeerderend effect,
Sustainable Real Assets strategiën gaan uit van het conventionele perspectief van lange termijn benadering om de onderliggende waarde optimaal te realiseren en de ambitie om milieu en sociale voordelen te realiseren. De link met natuurlijk grondstoffen versterkt deze voordelen. Sonen noemt 5 specifieke sustainable real asset sub sectors maar benadrukt dat deze onderling wel veel verbanden hebben.
Duurzame landbouw investeringen omvatten meestal de aankoop en het managen van landbouw (boerderijen voor land- en veeteelt) en of bedrijven in de waardeketen die duurzaam opereren om financieel rendement te behalen.
Groen Vastgoed investeringen in vastgoed dat milieuvriendelijk ontworpen, gebouwd, verbouwd en gebruikt wordt door energiegebruik en broeikasgas emissies te beperken.
Duurzame Ecosystemen investeringen in land(schap) met hoge beschermings waarde (water- en voedselveiligheid) en het behouden en versterken van ecosysteem voordelen, waardoor kostbare infrastructurele voorzieningen niet (meer) nodig zijn. Denk aan de natuurlijk3 waterfiltering in onze duinen, maar dan moet je die wel schoon en in stand houden.
Groene infrastructuur investeringen in hernieuwbare energie (wind-, water-, zonne-, biomassa energie, biobrandstof etc.) verbeterde energie efficiency, recycling voor energie opwekking, afval management en recycling en de water infrastructuur.
In het rapport worden deze sub-sectoren, (supranationaal) overheidsbeleid, denktank aanbevelingen en investeringsopties uitgebreider besproken. Pag. 7-22. NB Pensioensfonds/institutionele impact investeerder TIAA CREF waarschuwt in haar Real Assets case dat: Investing in real assets requires significant technical expertise, access to capital and local partnerships in strategic locations around the globe. TIAA CREF concludeert 'Real assets zullen de belangrijkste motor zijn voor lange termijn wereldwijde economische groei in de komende decennia als de wereld(bevolking) en consumptie vraag en niveau groeien doordat armoede afneemt. Om dit bij te houden zijn investeringen in infrastructuur, energie, bosbouw, akkerland de spil die investeerders veel kansen bieden'.
Noot van de Blogger: mijn (uitkerende) TIMBER en WATER Etf's doen het goed, ik zal weer eens gaan zoeken naar Agriculture, Real Estate en Infrastructuur etf's waarin duurzame toppers de top holdings zijn.
Bronnen: Sonencapital.com/real-assets-primer-2014 (pdf, 23 pag.) TIAA CREF (2013). The Case for Real Assets. Link TIAA-Cref/real assets (pdf, 6 pag.)
Impact Investment:
The Invisible Heart of Markets—Harnessing the power of
entrepreneurship, innovation and capital for public good van de G8 Social Investment Taskforce ol.v sir Ronald Cohen (September 2014)
In IINieuws 1oktober2014
De
G8 Social Impact Investment Taskforce presenteerde medio september
haar final
report Impact Investment:
The Invisible Heart of Markets—Harnessing the power of
entrepreneurship, innovation and capital for public good en
7 onderliggende 'landen' rapporten van de grote landen. (Noot:
Rusland wordt niet meer uitgenodigd).
Een en ander om de wereldwijde impact investing markt te stimuleren.
De Social Impact Investment Taskforce werd geïnstalleerd in de
zomer van 2013 toen het VK gastheer was van de G8 en is een aparte
Social Investment bijeenkomst organiseerde Zie
IINieuws. De intro kan ik moeilijk weerstaan: The
world is on the brink of a revolution in how we solve society’s
toughest problems. The force capable of driving this revolution is
‘social
impact investing’.
Nieuwe
tijden, nieuwe aanpak
Een
van de insteken van de Taskforce is dat de huidige tijd en toenemende
sociale tekorten vragen om een andere aanpak door andersoortige
organisaties die willen en kunnen opschalen. Een aansprekend
argument: In de VS hebben de afgelopen 25 jaar 50.000 ondernemingen
de 50miljoen US$ omzet grens overschreden en slechts 144 sociale
sector organisaties. 'It
is time for the social sector to start
catching up'. Interessant is de 6 stappen
benadering van het verzekeren van de missie van een impact
seeking business op pag. 13 met o.a. Een
''gouden'' aandeel gekoppeld aan de missie en als laats'te stap het
verplichten van het nastreven van de missie aan de bestuurders. Maar
de grote uitdaging is om van risk en return
denken te verbreden naar risk, return &
impact. Op pag. 3 een overzicht van huidige
impact investing markt met vragers, aanbieders en
financieringsproducten.
Op
pag. 33-37 is aandacht voor de rol van impact investing in
inter-nationale samenwerking met ontwikkelingslanden. Met 6
aanbevelingen: 1: steun coördinatie
en samenwerking tussen ontwikkelingsbanken en hun private sector
agentschappen; 2: Onderzoek impact funds voor SME en op de bottom of
the pyramid gerichtte ondernemingen; 3: Laat ontwikkelingsbanken hun
impact investment uitbreiden; 4: Onderzoek het opzetten van een
Impact Finance Faciliteit voor early-stage risk capital; 5: Moedig
overheden aan om te onderzoeken hoe SIB's en DIB's bijdragen aan meer
efficiëntie in social
dienstverlening; 6: Onderzoek het opzetten van een DIB Social
Outcomes Fund om successvolle DIB's te financieren.
Doelstellingen
en aanbevelingen
Op
pag 6-7 in 8 hoofdpunten de boodschap van de Taskforce, op de website
staan alle aanbevelingen: Socialimpactinvestment/report-findings
per hoofdstuk en op pag. 43 (pag. 25 in de pdf) staat de samenvatting
van de doelstellingen en de aanbevelingen voor beleidsmakers
onder de koppen Market Builder, Market
Participant i.e. 'purchaser of social outcomes' en
Market Steward. Ik
neem hier de doelstellingen op, maar alleen de aanbevelingen die
direct met de impact investment sector en investeerders te maken
hebben (niet met de pipeline).
MARKET
BUILDER
Doelstelling:
Meer middelen en steun voor 'impact-driven'* organisaties (non
profits en ondernemingen) om te groeien;Doelstelling:
Meer talent naar de sector om 'impact-driven' organisaties te
bouwen en versterken;
Doelstelling:
Ontwikkel
een impact investment cultuur, met een scala aan intermediairen die
impact kapitaal beheren, professioneel advies geven en dienste
verlenen aan de impact investment sector;•
Creëer een sociale investeerder met een breed aanbod om de
(social
finance)
markt te ontwikkelen, wellicht gefinancierd door nooit geclaimde
tegoeden bij banken, verzekeraars en pensioen fondsen (Noot
zoals de Big Society Bank en Capital zoals in het VK Zie
IINnieuws-17aug11
maar duik vooral in het NAB report van de UK, link onderaan);
• Overweeg opstart (early-stage) steun voor gespecialiseerde impact investment fondsen, intermediairen en adviesbureaus;
• Steun pogingen voor een ‘kitemark’ (klantvriendelijk) labelling systeem voor social finance producten voor onderdelen van de markt. Noot van de Blogger: YES! een impact bijsluiter of indicator! Zie IINieuws-1juni14. Ik ben nu op voorstel van Jed Emerson (Impact Assets) bezig met een Engels artikel waarin ik de gekozen vorm toelicht en opmerkingen en suggesties van Prof Harry Hummels en de VBDO verwerk*.
• Overweeg opstart (early-stage) steun voor gespecialiseerde impact investment fondsen, intermediairen en adviesbureaus;
• Steun pogingen voor een ‘kitemark’ (klantvriendelijk) labelling systeem voor social finance producten voor onderdelen van de markt. Noot van de Blogger: YES! een impact bijsluiter of indicator! Zie IINieuws-1juni14. Ik ben nu op voorstel van Jed Emerson (Impact Assets) bezig met een Engels artikel waarin ik de gekozen vorm toelicht en opmerkingen en suggesties van Prof Harry Hummels en de VBDO verwerk*.
• Steun
pogingen voor (toegang tot?) een social stock exchange (zoals in het
VK (Zie
IINieuws-15-juni13
(POLICY) en
in het rapport staat dat in Berlijn gewerkt wordt aan een Duitse (Euro!) social stock exchange, NExT SSE (pag.13 en NAB Germany);
•Bevorder het gebruik en de ontwikkeling van innovatieve impact finance producten;
•Bevorder het gebruik en de ontwikkeling van innovatieve impact finance producten;
Doelstelling:
Trek nieuwe investeerders aan voor de social impact investment markt:
(door)
• Belasting
voordelen voor impact investors;
• Stimulerende regelgeving voor impact investment;
• Onderzoek wat gedaan kan worden om social impact investment naar de retail markt, particuliere investeerders te krijgen.
*Een impact driven organisatie heeft een lange termijn sociale missie met vastgestelde sociale doelstellingen en meet de impact / resultaten. Het kan een non-profit of een for-profit onderneming zijn.
• Stimulerende regelgeving voor impact investment;
• Onderzoek wat gedaan kan worden om social impact investment naar de retail markt, particuliere investeerders te krijgen.
*Een impact driven organisatie heeft een lange termijn sociale missie met vastgestelde sociale doelstellingen en meet de impact / resultaten. Het kan een non-profit of een for-profit onderneming zijn.
MARKET
PARTICIPANT
Doelstelling: Toename van de effectiviteit van de overheid in haar rol als koper van sociale uitkomsten:
Doelstelling: Toename van investeringen door gewone investeerders in ''impact-driven'' organisaties (non profits!):• Verschaf van aanvullende financiering om de impact investment markt te stimuleren waar deze opkomt (Noot dat klinkt als start-up, kick-start of budget tekort aanvullende investeringen) of het verschaffen van first loss faciliteiten en andere garanties en investeren in een a social investment wholesaler of impact investment fonds. (Noot zoals de FMO, Dutch Development Organization doet (Zie IINieuws-15okt13 in de GIIN publicatie Catalytic First Loss Instrument).
Doelstelling: Toename van de effectiviteit van de overheid in haar rol als koper van sociale uitkomsten:
Doelstelling: Toename van investeringen door gewone investeerders in ''impact-driven'' organisaties (non profits!):• Verschaf van aanvullende financiering om de impact investment markt te stimuleren waar deze opkomt (Noot dat klinkt als start-up, kick-start of budget tekort aanvullende investeringen) of het verschaffen van first loss faciliteiten en andere garanties en investeren in een a social investment wholesaler of impact investment fonds. (Noot zoals de FMO, Dutch Development Organization doet (Zie IINieuws-15okt13 in de GIIN publicatie Catalytic First Loss Instrument).
MARKET STEWARD
Doelstelling: Doelmatige wet- en regelgeving voor 'impact-driven' organisaties;• Creëer regelgeving om de sociale of impact missie van ondernemingen (for profit) te beschermen;
• Versoepel regelgeving die sociale sector organisaties weerhoudt inkomsten te genereren (Noot zeer van toepassing op Nederlandse chari's).
Doelstelling:
Minder wettelijke en regelgeving
drempels voor potentiële impact investeerders:
• Moedig pensioen fondsen en aanbieders van fiscale spaarprogramma's aan om impact toe te voegen aan hun aanbod;
• Verminder beperkingen voor retail (particuliere) impact investeerders door crowdfunding en andere maatregelen;
• Stel vast dat fiduciair beheer van (vermogens)fondsen en pensioenfondsen ook impact investeringen kan omvatten en op pag. 22: For foundation trustees, there should be a clear duty to factor impact into investment decisions and reporting; (Noot zeer van toepassing voor Nederland)
• Onderzoek hoe impact investeringen geïntegreerd kunnen worden in bestaande regelgeving voor banken, verzekeraars en investeringsfondsen.
• Moedig pensioen fondsen en aanbieders van fiscale spaarprogramma's aan om impact toe te voegen aan hun aanbod;
• Verminder beperkingen voor retail (particuliere) impact investeerders door crowdfunding en andere maatregelen;
• Stel vast dat fiduciair beheer van (vermogens)fondsen en pensioenfondsen ook impact investeringen kan omvatten en op pag. 22: For foundation trustees, there should be a clear duty to factor impact into investment decisions and reporting; (Noot zeer van toepassing voor Nederland)
• Onderzoek hoe impact investeringen geïntegreerd kunnen worden in bestaande regelgeving voor banken, verzekeraars en investeringsfondsen.
National
Advisory Reports
Minstens
zo interessant zijn de 8 onderliggende rapporten. In het VK gebeurt
al lang heel veel en dat volg ik ook zoveel mogelijk, van Japan heb
ik een keer een regio profiel gemaakt (Zie
IINieuws-1okt13),
maar van de andere grote 6 wist ik weinig. Deze allemaal doornemen is nogal een project maar bijvoorbeeld
*De
aanbeveling een label (keurmerk) te introduceren wordt nergens in het
eindrapport toegelicht, maar komt uit het Franse NAB advies (pag. 35-36)
Rapport Impact Investment: The Invisible Heart of Markets—Harnessing the power of entrepreneurship, innovation and capital for public good (pdf, 31 pag.) Landen rapporten: National Advisory Board Report UK (23 pag.), NAB Report USA (64 pag.), NAB Report Japan (28 pag.), NAB Report France (pdf, in het Frans, 141 pag.), NAB Report Australia (74 pag.), NAB Report Italy (88 pag., in het Italiaans, NAB Report Canada ( pag.) NAB Report Germany (In het Duits, 80 pag.)
NB In
de publicatie wordt ook verwezen naar flankerende publicaties:
Policy
Levers and Objectives
en de Subject
Papers
Measuring Impact, Allocating for Impact, Profit-with-Purpose
Businesses en International Development. Die zijn niet te vinden op de resource pagina.
2013
Annual Impact Report, Impact Investing in Public Markets:
Methodology, Analysis and Thought Leadership. Sonen Capital: Will Morgan, Paul Pomares & Martin Whittaker PhD. (mei 2014, 60 pag. pdf) In IINieuws 15juni2014
Public
Equity portfolio impact meting
Sonen
is een impact investment firma uit San Francisco, opgericht in 2011,
voor investeerders die financieel-, sociaal- en milieu rendement
nastreven met
public
equity fixed income
investeringen. In
2013 ontwikkelde het met steun van impact
investment
pionier KL
Felicitas Foundation
(KLFF) een
portfolio impact meting methode: Evolution
of an Impact Portfolio: From Implementation to Results (pdf,
70 pag.). Het resultaat naar eigen zeggen: The
net effect of our overall framework is the ability to deliver
multiple, different and mutually reinforcing impact themes and
sustainability approaches, all of which can be qualified, monitored
and reported at the strategy level.
Het
heeft een soort Jakobsladder model voor impact investment ontwikkeld
beginnend bij exclusie;
uitsluiting van
irresponsible investments,
onderzoekt dan ESG
risk
georiënteerde beleggingen, ESG
opportunity
investments en ESG
impact (pag.
17) of
iets anders geformuleerd het selecteert van sustainable
naar
thematic
naar
impact first (filantropie,
maar dan hopelijk wel met opschalingsambities). (Pag. 16.) Noot
van de Blogger:
In haar meet model rapport (hieronder) is de verdeling van de
portfolio over Impact First 11%; Thematisch 21%; Sustainable 45%;
Responsible 8%; Non impact 14%. (Figure 19, pag. 52) Noot
van de Blogger:
Zie op IINieuws 1 en 15juni2014 een model impact
bijsluiter
geïnspireerd
op Sonen Capital en KL Felicitas Foundation.
Het
heeft bijna dezelfde Key
Performance Indicators
die de Nederlandse pensioenvermogensbeheerder PGGM hanteert in haar
social fact sheet
als aanvulling op haar financial
factsheets. PGGM:
Werkgelegenheid, Lokale ontwikkeling, Capaciteitsopbouw, Empowerment,
Gezondheid en veiligheid, Grondstofgebruik, Ecosystemen, Afval en
uitstoot. (Meer in IINieuws1juni14).
Sonen
heeft iets minder impact thema's:
Climate Change, Community Development, Energy Efficiency, Poverty
Alleviation, Renewable Energy, Resource Efficiency (pag.
6) Blogger:
Iets
beperkter maar waarschijnlijk meer afgestemd op het aanbod op public
equity markten. Het
model wordt gebruikt bij fonds
manager
selectie
i.e. hun specialisatie, maar impact wordt in voorbeelden van
Amerikaanse bedrijven gepresenteerd. Blogger:
Op basis van de IRS aangifte 2012 ga ik er van uit dat dit
investeringsfondsen en hun
ebeleggingsproducten betreft.
Met
deze methode kan het kwantitatief
laten zien hoe veel minder wordt vervuild of (op)gebruikt door de
ondernemingen in haar portfolio in vergelijking met bijvoorbeeld de
MSCI ACWI Index (2434 large & mid cap
ondernemingen in 23 Developed Markets en 21 Emerging
Markets) of
de Russel 3000 index (van de 3000 grootste VS bedrijven). Sonen
presenteert mooie cijfers: 4x minder CO² uitstoot, 15x minder toxic,
giftige
vervuilende
emissies
en x26 minder water gebruik. (ExSum, pag.6). Noot
van de Blogger:
Kortom
niet zozeer 'do good' impact maar 'less harm' impact.
Sonen
Capital is ook geëngageerd
aandeelhouder,
actief in impact en duurzaamheid dialogen met ondernemingen en in
sectoren: het verwacht 416 voorstellen te doen/ondersteunen in 2014.
In Sonen Capital's visie draagt engagement veel bij aan transparantie
en dat leidt weer tot meer impact data. Noot
van de Blogger:
Ik
weet niet hoe uitzonderlijk dit is, ik heb wel eens gelezen dat
engagement in de VS weinig populair is onder het motto: proberen de
kalkoen te overtuigen dat juist zij zo veel kan bijdragen aan
Thanksgiving. (Yeah right).
In het rapport wordt getoond hoe de public
equity
en fixed
income
portfolio's verdeeld zijn qua sustainability
& thematic
is over Global Markets en de VS, waarbij het
sustainable belegde
gedeelte groter is dan thematic
en de wereldwijde markt hoger veel scoort op duurzaamheid dan de VS
alleen* (aangevuld met 32% Responsible
companies).
Bij public
equity
scoren energy
& water
hoog met > 60%, bij fixed
income: community development, een
typisch Amerikaans productaanbod met 42% (en daarin vooral betaalbare
huisvesting, zie pag. 38) en weer energy
35% (pag. 10).
*Canada, West-Europa incl. Scandinavië
zijn hier waarschijnlijk een factor van belang.
(Nieuwe)
thema's
Voor
Sonen Capital streven duurzame investeerders naar do no harm:
beperking van grondstoffen gebruik en vervuiling en thematische
investeerders naar do good: investeren in milieu en/of
sociale thema's, zoals energie, waste management of
community development. Op pag. 34 staan de 5 VN thema's voor
duurzame ontwikkeling uit 2012: en Sonen Capital onderzocht hoe deze
aansluiten bij haar thematische benadering. Werkgelegenheid, Schone
energie, Duurzame steden (verstedelijking), Voedselveiligheid en
Duurzame landbouw, Afvalmanagement, Ramp(en) weerbaarheid en tot
slot: Oceanen.
Nu
het 1e impact rapport een feit is kan Sonen Capital gaan bouwen aan
een track record van haar financiële resultaten afgezet tegen
impact. Impact zal geïntensiveerd worden door samen te werken met
gespecialiseerde managers en gezamenlijk data te verzamelen en
rapporteren. (Looking ahead pag. 53). De appendices bevatten
onder andere toelichtingen op impact thema's
Rapport:
2013
Annual Impact Report, Impact Investing in Public Markets:
Methodology, Analysis and Thought Leadership. (pdf, 60 pag.)
'Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement, de dissertatie van Kellie Liket aan de Erasmus Universiteit, ERIM, Erasmus Centre for Strategic Philanthropy. (11april14) Haar co-promotor is Dr Karen Maas die al eerder promoveerde op impact(meting) zie IINieuws 15juli12 In IINieuws 15april14
Corporate, Social Responsibility (CSR)
In
de hoofdstukken 6 tot en met 10 worden CSR en corporate en
strategic philanthropy besproken vanuit impactmeting perspectief.
Interessant omdat deze activiteiten van ondernemingen
-indirecte-public equity investment mogelijkheden bieden. Hoofdstuk 6
Approaches to social responsability kijkt naar de veelal
multidisciplinaire onderzoeken van de praktijk en minder naar de
outcome, het
resultaat, voor de maatschappij. Hoofdstuk 7 Battling the
Devolution (deconcentratie)
in the Rresearch on Corporate Philanthropy (CF)
Ouderwets, maar
springlevend wordt CF druk onderzocht. Men kijkt naar concepten,
motieven, determinanten, praktijk,
business outcomes en sociale outcomes. Op
individueel, organisatie, institutioneel niveau en combinaties
daarvan. Toch worden effecten onvoldoenden onderzocht
(underresearched)
volgens Liket. Daarom reikt zij voorstellen voor toekomstig onderzoek
aan, inclusief mehtodiek en meetsystemen. Alleen impact rechtvaardigt
CP (onderzoek) en het belang van kwalitatief onderzoek wordt
ondergewaardeerd.
Hoofdstuk
8 Strategic Philanthropy (SP):
A Happy Marriage of Business and Society? SP
is moderner, maar empirisich nog onvoldoende onderzocht. Het accent
ligt op social, business,
reputation en stakeholder satisfaction. Wat
voor soort impact wordt onderzocht en hoe blijft lastig.
Er is op basis van DJSI
onderzoek reden aan te nemen dat overall corporate
social performance van
invloed is op SP evenals industrie en regio, maar grootte en
winstgevendheid spelen een minder grote rol. NB In 2009 werd de
impact van donaties op de onderneming en de maatschappij door 60% van
de bedrijven gemeten en de trend was omhoog. (Het vaakst door
financiële
ondernemingen Maas&Liket 2011).
Let wel: Het betrof dus echt duurzame toppers uit de SAM DJSI
database.
Hoofdstuk
9 Is Contemporarary Corporate Social Responsability a
Rationalized Myth? Een proces
analyse van de snelle opmars van CSR bij multinationals onderscheidt
4 fasen: individueel, meer gelijkvormig, gerationaliseerd en
proactief. Liket onderstreept het belang van openstaan voor en
bewustzijn van mogelijke negatieve uitkomsten, strikte monitoring en
impact evaluaties van de nagestreefde sociale impact. Ook hier kan
kwalitatief onderzoek het empirisch bewijs versterken. Hoofdstuk 10
Management Responses to Social Activism in an Era of
Corporate Responsability Een
case study bij Heineken naar de besluitvorming en reactie van het
management bij een onderneming met een ontwikkelde CSR praktijk en
(goede) reputatie. Hoofdstuk 11 Conclusion Goed
doen is niet genoeg. Er is 1) sprake van inconsistente doel(stelling)
chapters 1-5 naar goede doelen 2)
tekort aan resultaatmeting focus op ondernemingen chapter 6-10 en 3)
informatie asymmetrie.
Systematisch meten blijft lastig en daarom is lage overhead*
vaak een sterkere factor om kapitaal aan te trekken dan
effectiviteit. *Hieronder vallen alle kosten van de organisatie, niet
alleen fondsenwerving en branding, huisvesting, directeuren- en
personeelssalarissen maar ook impactmeting en evaluatie.
Liket
pleit -uiteraard- voor budget voor impactmeting en een sectorale
benadering en biedt een framework of analyseproces: REFLEct
opgebouwd uit Relevantie
(urgentie en belang), Ethiek
(waarden, normen en actie opzet), Fit
(capaciteiten van de organisatie versus haar ambities, Legitimiteit
is de organisatie de beste, het meest geschikt voor de(ze)taak?
Effectiviteit.
Liket
gaat in Hoofdstuk 11.8 in op verder onderzoek en de bestaande
weerstand tegen effectiviteit-, impactmeting van organisaties met
goede bedoelingen omdat het vaak vrijwilligerswerk is of vrijwillig
gefinancierd wordt.
Maar
optimaal goed doen verdient nu eenmaal de voorkeur en dat betekent
dat impactmeting een belangrijker plek verdient binnen organisaties
(en budgettoekenning). Uitwisseling van de verzamelde
impactinformatie is essentieel om snel een impactmeting bouwwerk neer
te zetten dat door transparantie ook onderlinge en externe
vergelijkbaar mogelijk maakt. Impact uitkomsten moeten in relatie tot
elkaar (en de missie) kunnen worden geëvalueerd
als leidraad voor strategische beleidsbesluitvorming.
Ook
voor venture philanthropists en impact investors is het
belangrijk dat de impact van hun portfolio optimaal wordt (p. 283)
terwijl zij zich concentreren op implementatie van hun strategie met
focus op resultaten en rendement. Want impact is een resultaat,
geen intentie. Pag. 285 kosten
effectiviteit is een ethisch relevante factor, het gaat bij zorg
investeringen vaak over leven en dood.
Noot van de Blogger: En niet alleen bij zorg investeringen Liket
noemt specifiek gender
en onderwijs als belangrijke impactthema's.
De
dissertatie
(en een samenvatting) staat nog niet online, wel een bespreking en
contactgegevens. Link:
ERIM/why_doing_good_is_not_good_enough
Social
Impact Strategies for Banks: Venture Philanthropy and Social
Investment, Dr Leonora Buckland met steun van de London Business School voor de European
Venture Philanthropy Association. (maart 2014, 112 pag.)
In IINieuws 1 mei 2014Het rapport geeft een breed beeld van Venture Philanthropy en Social Investment initiatieven van banken in Europa met een focus op (ethisch) engaged investment of venturing. De cases tonen de diversiteit in benaderingen. Doelen zijn:
-Kennis
te verbreden over huidige sociale impact van banken door VP en
social investment;
-Delen
van best practice voorbeelden en lessen van banken in Europa
die pionieren in VP en social investment;
-Geven
van praktische aanbevelingen en een overzicht van de
verschillende strategieën voor banken in VP en social
investment;
-Katalyseren:
vergroten en versnellen van (financieel en menselijk kapitaal)
investeringen in VP en social investment initiatieven in de
bankensector in Europa.
Operationeel
en strategisch
Door
en sinds de crisis is social of impact investing aantrekkelijk voor
banken om hun imago op te vijzelen en als niche marketing
experiment. Hiervoor kan:
-Een
programma worden opgezet waar meerdere afdelingen samenwerken;
–Een
direct social investment fond of fonds-van-fondsen
worden opgezet om track record te creëren en de markt te
stimuleren zoals UBS, J.P. Morgan, Deutsche Bank, BBVA en ABNAMRO;
-de
bank kan bemiddelen bij individuele social investment kansen
(vragen?), zoals Bank Degroof and BNP Paribas;
-Men
kan kiezen voor interne business units voor social investment
(zoals voor microkrediet en -finance of social enterprise
financiering) zoals Erste Bank.
De
initiatieven zijn nog kleinschalig en gefragmenteerd, ogen soms
PR-achtig, maar zijn ook een begin. De auteur wijst op de
deskundigheid en capaciteiten van banken om VP en SI op te schalen
met hun eigen vermogen, CSR budgetten in te zetten als giften,
leningen en equity, met niet financiële steun voor
sociale ondernemingen en de social business sector, en hun
netwerk van chari's, filantropen en (vermogende) particulieren.
Het
rapport onderscheidt 4 typen banken: sociale banken (Triodos
Bank); retail banken (Erste Bank en BBVA); investeringsbanken
(Deutsche Bank en J.P. Morgan); en private banking (BNP
Paribas Wealth Management, UBS en Bank Degroof).
Aanbevelingen
Elke
bank zou een passende
VP
en social investment (SI) strategie moeten
ontwikkelen op vbasis van haar behoeften en omgeving (Blogger: client
base?), doe 'iets';
De
stichting of het fonds van de bank is een belangrijke en
relatief eenvoudig startpunt om te experimenteren. Alle banken kunnen
zo onderzoeken hoe ze VP en social investment strategieën
kunnen inzetten binnen de grenzen van het inkomen en vermogen;
Op
een gegeven moment kunnen kern business units betrokken worden
omdat social investment strategieën maximale impact
zullen hebben als ze geïntegreerd zijn;
Combineer
investeren en/of advieswerk en bemiddeling met leiderschap en
field-building activiteiten. Banken moeten meewerken aan het
ontwikkelen van de markt;
Veranker
de focus op sociaal rendement, waar inspanningen en kapitaal
positieve sociale verandering bereiken.
Vermijd
cherry-picking van de financieel aantrekkelijk(st)e social
investment deals. Alle investeerders moeten samenwerken om een
pipeline van socially investible
organisaties op te bouwen;
Sta
open voor samenwerking en kennis delen ook met concullega's;
Benut
menselijk
kapitaal
binnen de bank: social investment activiteiten bieden excellente
vrijwilligerswerk
mogelijkheden voor medewerkers.
Aanbevelingen
voor retailbanken:
Onderzoek of er meer geleend kan worden aan sociale ondernemingen,
wat de drempels zijn en hoe ze verlaagd kunnen worden, monitor
leningen aan maatschappelijke organisaties; en
overweeg
of een
verantwoord product kan worden aangeboden.
Aanbevelingen
voor private
banking:
Slecht de interne barrière
tussen filantropie en investeren door deskundige medewerkers aan te
trekken; informeer cliënten
en relatiemedewerkers over VP en SI (mogelijkheden); overweeg de
mogelijkheden van eigen of extern VP en Social Investment
fonds
naar behoefte van de cliënten;
als de clientèle
vraagt naar VP en SI ontwikkel dan aanbod; gebruik het menselijk
kapitaal van cliënten
als mentor van VP en SI activiteiten.
Aanbevelingen
voor investeringsbanken:
bouw kennis op in SI gebruik ervaring met financiële innovatie
en 'structuren'
(Blogger:
van producten)
waar mogelijk; Bouw (meer) track
record
van SI
fondsen
en producten door eigen
kapitaal te
investeren en intern fondsen en producten te managen of dit uit te
besteden aan experts; Overweeg wat nodig zou zijn om de vraag van
institutionele
investeerders
naar SI te vergroten en de markt dergelijke producten te laten
ontwikkelen.
Omdat
in de aanbevelingen nergens VP wordt genoemd is het wel aardig de 7
overeenkomsten tussen VP en SI kort te noemen (pag. 19.)
-1-
Hoge betrokkenheid en hands-on relatie
met het management van de investees;
-2-
Investeren in organisatie en capaciteitsontwikkeling de '
overheadkosten' en niet slechts in projecten;
-3-
Financiering op
maat en naar
behoefte;
-4-
Niet-financiele steun versterking
van het management;
-5-
Betrokkenheid van netwerken: toegang, deskundigheid en
middelen voor investees;
-6-
Meerjarige (3-5 jaar) steun van een beperkt aantal
organisaties, pas uitstappen als organisaties financieel of
operationeel duurzaam zijn;
-7-
Prestaties meten:
goede planning, meetbare sociale outcomes,
prestaties of mijlpalen en financiële
accountability en transparantie.
Het
verschil: (pag. 26) Venture philanthropy VP is een
filantropisch instrument dat een klein maar een groeiende aandeel
heeft in de Europese filantropie (EVPA 278miljoen Euro van 46miljard
Euro door 60.000 Europese chari's/(vermogens)fondsen.
Social
investment SI kan
onderdeel zijn van een VP strategie, de helft van de EVPA leden deed
mee aan het onderzoek en zij gebruiken leningen of aandelen. Sociale
investeerders zijn bereid lagere financiële
rendement te accepteren in ruil voor voor sociaal rendement in plaats
van beiden even belangrijk te vinden.
Mooi
is de quote van Premier Cameron over de (potentiële)
rol van banken: 'For
years, the City has been associated with providing capital to help
businesses to expand. Today, this is about supplying capital to help
society expand. Just as finance from the City has been essential to
help businesses grow and take on the world, so finance from the City
is going to be essential to helping tackle our deepest social
problems.’ David Cameron, Prime Minister of the
United Kingdom noot 20 pag. 29.
Met vrij uitgebreide
investor spotlights op Triodos
Bank (pag. 42-45), Erste Bank en Erste Foundation, BBVA Momentum
Project, J.P. Morgan Social Finance, Deutsche Bank Impact Investment
Fund (UK), UBS Philanthropy and Values-Based Investing, BNP Paribas
Wealth Management (zie ook Impact portfolio: duurzame indices en
controversial companies),
Bank Degroof (België)
en de Banque de Luxembourg.
Het
rapport (na
registratie) EVPA/SocialImpactStrategiesforbanks
(112 pag, pdf) Op
SIAAssociation/are-the-big-players-finally-interested-in-social-impact?een
kritisch blog van Ruth Wately over de rol en intenties van banken in
social
finance
nav de presentatie van het rapport.
Driving Innovation through Corporate Impact Venturing: A Primer on Business Transformation door Dr. Maximilian Martin, Impact Economy Geneva Switzerland (18Maart2014) pdf, 44pag. Preview (6 pag. pdf) Impacteconomy/Primer CIV Compleet (44 pag. pdf) Te koop voor 79US$: Impacteconomy I In IINieuws 1april2014
Max Martin presenteert 4 jaar onderzoek in een korte introductie van business transformation door innovatie waarin traditionele Corporate Social Responsability (CSR) wordt losgelaten en ondernemingen winst maken, sociale en milieudoelen integreren in hun bedrijfsvoering. Martin verwijst eerst naar de 4 grote trends van onze tijd: de (bevolkings)groei van de Base of the Pyramid, de armsten op aarde, de opkomst van LOHAS: Lifestyles of Health and Sustainability en van duurzame bedrijfsvoering en de financieel noodzakelijke modernisering van de welvaartsstaat. Vier al grote economische markten met grote potentie èn uitdagingen. Allen bieden kansen voor waardecreatie en die schetst Martin eerst.
Trends
Interessant is binnen de Base of the Pyramid trend het benadrukken van de kwaliteiten van de groeiende Middenklasse in opkomende landen zoals hun ondernemerschap, innovativiteit, hun investering in onderwijs, hun hard werken en spaarzaamheid. Dat klinkt als het recept voor economische groei en vooruitgang.
Bij LOHAS merkt Martin op dat er een purpose bull market is ontstaan en dat er tekens zijn dat deze zich in opkomende markten sterker ontwikkeld dan in ontwikkelde markten. Ook opvallend: LOHAS consumenten in de regio's Oost Europa en Centraal Azië hechten aan efficiëntere productie, infrastructuur en maatschappelijke diensten.
Bij duurzaam ondernemen dringt Martin aan op een actieve rol van overheden die risico wegnemen of delen en faciliteren vanwege behaalde resultaten in het verleden van groene investeringen zoals in hernieuwbare energie. Een belangrijke ontwikkeling is de groei van de Circular Economy waarbij in bijv. fast moving consumer goods het percentage herbruikbare producten of materialen zal verdrievoudigen en het gebruik van grondstoffen drastisch zal afnemen. Hiervoor is transparantie in de bedrijfsvoering en de supply chain vereist, maar daar worden grote stappen gezet. Interessant is de indeling in katalysatoren voor de Circular Economy -1- Golden Oldies: met recycling infrastructuur -2- High Potentials: hoog volume materialen nog zonder recycling mogelijkheden -3- Rough Diamonds: volume potentie van bijproducten en -4- Future Blockbusters: innovatieve materialen voor productie, recycling of die onschadelijk desintegreren.
Bij de 4e trend, die van de modernisering van de welvaartsstaat noemt Martin innovatief overheidsbeleid om deze grote uitdagingen aan te pakken maar ook maatschappelijke stabiliteit als resultaat van sociaal en milieubewust beleid. Door de overheid aangemoedigd en gereguleerd, maar ook als cultureel verschijnsel. Dit als tegenwicht aan de nogal traditionele opvatting dat ES(G)beleid voor ondernemingen een kostenpost is zonder tastbaar rendement. Ook noemt Martin Social Impact Bonds als actuele financiële innovatie die ES(G) met interessante vooruitzichten, maar Noot van de Blogger hij wijst helaas niet op de al oudere vaccine bonds van de IFFi, Development Bonds van de Wereldbank, ontwikkelingsbanken (FMO!) en de Europese Investeringsbank of zeer actueel: de groene obligaties van ondernemingen waarover ik in IINieuws-15maart14 berichtte (Market: obligaties van Unibail-Rodamco en Unilever en het 'Overzicht groene obligaties uit 2013') Zie ook Toyota's groene obligatie bij MARKET en Facts&Figures. Solution Spotlight
Een sterk voorbeeld voor het toekomstbestendig(er) maken van ondernemingen is de case van de Franse farmaceut Sanofi in een publiek-private(concullega)-coalitie* om medicijnen te ontwikkelen tegen parasitaire slaapziekte die het zenuwstelsel aantast. Hierdoor kon het door een product development partnership (PDP) een medicijn ontwikkelen en effectief distribueren. Ook werkte Sanofi mee aan het Drugs for Neglected Disease initiative (DNDi) met Bayer Schering Pharma en de World Health Organization (WHO). Het resultaat: in 2011 werden 731 miljoen mensen behandeld tegen voorheen genegeerde tropische ziekten. Een succes dat alleen behaald, Noot van de Blogger: lees gefinancierd, kon worden door de samenwerking met concurrenten, overheden, non-profits en NGO's. De winst voor Sanofi: (verdere) toegang tot opkomende markten, nieuwe kennis over ziekten die van opkomende markten kunnen migreren naar ontwikkelde markten door bijvoorbeeld klimaatverandering en populatiemigraties en -uiteraard- imago- of reputatiewinst.
*met concurrenten en internationale organisaties, waarschijnlijk NGO's en overheden) Noot van de Blogger: Sanofi zag haar activiteiten in opkomende markten in 2013 groeien met 4,4% en Q4 met 10%. Het haalt ruim 10miljard US$ omzet uit emerging countries en is de marktleider met 6% (!) marktaandeel, dat % is gevolg van de grote fragmentatie. Bron: Sanofi/Key F&F Noot van de Blogger2: Sanofi staat 3e in de AccesstoMedicineindex
Corporate Impact Venturing
Martin introduceert naast het begrip Corporate Impact Venturing (CIV) nu ook CIP: Corporate Impact Programmes als modellen voor de transformatie van (multinationale) 'super''ondernemingen naar innovatieve toekomstbestendige bedrijven. De achterliggende gedachte is de logica van investeerders te introduceren voor waardecreatie, net zoals bij venture capitalism (VC). Van VC kunnen de ideeën, business models en technologie kennis en ervaring worden overgenomen en benut. Dat geldt voor positieve en minder goede ervaringen zoals de resultaten van grootschalige groene energie en -technologie investeringen.
Tijdsgeest
Martin pleit voor investeren omdat bedrijven dat kunnen door een interne venturing groep, een extern venturing fonds of samenwerking in venture fondsen naast hun bestaande R&D strategie mogelijkheden en kansen in de markt onderzoeken. Hoewel grote ondernemingen wat huiverig zijn en voorheen mee bewogen op de golven van de VC markt werd in 2011 meer dan 11% van de VC markt geïnvesteerd door corporate venture fondsen, het hoogste percentage sinds de crisis. Een interessante ontwikkeling of de insteek nu een financieel-realistische markt/umfeld analyse is, een strategische benadering of een model voor omzet- of inkomsten te genereren. Martin merkt ook op dat corporate venture projecten van ondernemingen gemiddeld slechts een jaar lopen. Noot van de Blogger: over vuurpijlen gesproken... Martins opmerking wordt gestaafd door voetnoot 106: een artikel van Harvard Investment professor Josh Lerner over Corporate Venturing (HBR oct2013). Noot van de Blogger: zo interessant dat ik het apart onder ACADEMIA samenvat. Toch is corporate venturing bezig met een inhaalslag op marktleider de VS en begint het zich als wereldwijde markt te ontwikkelen met 60% van corporate ventures buiten die markt. Binnen de Europese Unie is het VK prominent, maar dankzij actief EU beleid ontwikkelt de sector zich snel. Noot van de Blogger: gelukkig ook met aandacht voor social enterprises zie EUSEF in IINieuws-1april13.
Impact venturing
Corporate venturing is gericht op business development, impact venturing verengt dat tot business development in specifieke impact gebieden of thema's. Die zijn -als het goed is- gerelateerd zijn aan de kern(productie) activiteiten, het grondstoffen gebruik, restproducten en uitstoot, specifieke doelgroepen, afzetgebieden etc. Ofwel focus op relevante sociale en milieuaspecten van de onderneming, haar diensten/producten, de sector en belanghebbenden, de stakeholders. Zie ook IINieuws-1feb14 'II Thinking: CSR en II'.
Volgens Martin moet impact venturing verder de ambitie hebben om disruptive te zijn, ofwel over de heg te willen kijken. Van andere ondernemingen, (sub)sectoren en (afzet)regio's met het motto ''beter goed gejat dan slecht bedacht'' om andere manieren van denken en werken te onderzoeken en uit te proberen. Zoals bij alle investment projecten is een (excellent) team een voorwaarde voor succes en een open houding naar stakeholders, overheden, NGO's actiegroepen, critici etc voor ideeën en ervaring uitwisseling en samenwerken. Plan ruimte in (geld, tijd, draagvlak) voor tests en uiteindelijk het uitrollen om de impact venture op te schalen. Daarna is een belangrijke fase van impact venturing het evalueren, toetsen en delen van ervaringen. Bedenk dat vrijwel elke nieuw diensten of product zal aanlopen tegen weerstand en drempels in de afzetmarkt, bij distributeurs, afnemers en eventueel zelfs regelgeving.
Conclusie
Een interessante primer met aanstekelijke voorbeelden en met corporate en impact venturing een kansrijkere roadmap naar opschaling van impact ESG investing dan traditionele CSR.
Ik mis een beetje het uitwerken van de investment logica in aandacht voor het stimuleren van kapitaalstromen naar impact sectoren (basisbehoeften) en/of naar de impact activiteiten binnen sectoren/ondernemingen die ook kunnen profiteren van goedkoper geld. Dit is zo volgens wetenschappelijk onderzoek (LSE/HBS Ioannou, Serafim etc) voor investor relations van duurzame ondernemingen. En meer geld betekent meer ruimte voor innovatie en vernieuwing. Het liefst willen we natuurlijk een flinke kapitaalstroom naar impact sectoren of impactactiviteiten zoals de recente stroom groene of duurzame obligaties waarbij overheden (Gothenburg) Development Banks, Development Bonds en duurzame ondernemingen met AAA-ratings groene obligaties aanbieden tegen lage rente voor hun impact activiteiten (Unibail-Rodamco, Unilever, Toyota) Zie IINieuws-15maart14. Dat is wellicht een beetje kokervisie richting bedrijven, maar dat is een heel belangrijke (Impact Economy) doelgroep.
Max reactie die ik integraal plaats: I understand and agree with your interest in terms of what impact investing can deliver on specific topics and to specific communities. There is lots of substantive work on that out there. Here, the perspective is different though: I want business leaders to understand that the time to rethink their businesses through the simultaneous prisms of impact and future profit is now, rather than get them sidetracked in terms of financial instruments other than the power of venture capital as a pathway to tap into new ideas. Once a company embarks on such a strategy to seriously look for corporate opportunity, it will go through the different financial instruments anyway (some of which covered in previous work). Such a change in perspective is of course consequential for stakeholders and sectors – but the Primer intentionally looks at all of this from the vantage point of people in leadership positions in business, because we need to explain the opportunity for business and society better to them.
Shifting
the lens: a de-risking toolkit for impact investment
(January 2014, 36 pag, pdf) Link
Bridgesventures/De-risking
report.
In IINIeuws 1maart2014
Het rapport is geschreven door de advisory tak Bridges IMPACT+ Clara Barby en Joanne Gan dat met name voor cliënten, investeerders werkt, maar af en toe ook wil bijdragen aan de ontwikkeling van de impact investing sector.
In IINIeuws 1maart2014
Het rapport is geschreven door de advisory tak Bridges IMPACT+ Clara Barby en Joanne Gan dat met name voor cliënten, investeerders werkt, maar af en toe ook wil bijdragen aan de ontwikkeling van de impact investing sector.
Bridges
Ventures de-risking impact investing
De-risking
werd aangekondigd als de trend voor 2014 op the
NextBillion.net. Interesant omdat impact investing wordt gezien als
een hoog risio investeringsniche, waarbij hoge rendementen zouden
moeten horen, maar door de insteek minder sociaal wenselijk zijn en
snel-veel-geld-verdieners investeerders op afstand houdt. Omdat veel
potentiële sociale investeerders risicomijdend (moeten) zijn
groeit de markt niet zo snel als wenselijk is. Pensioenfondsen en
banken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling
van de markt, mits hun belegd vermogen of reputatie niet bedreigd
worden door de risico's.
Bridges
Ventures, het elf jaar oude impact investing fonds mede opgericht
door Sir Ronald Cohen publiceerde hierover recent een rapport
Shifting
the lens a de-risking toolkit for impact investment.
Hun ambitie is de groei van impact investing te versnellen door naast
de track record 'eis' van
investeerders een
aantrekkelijker
risico profiel
te bieden. Risico (perceptie) sluit sowieso een groot deel van de
fiduciaire asset managers en investeerders markt uit, dus de-risken
van impact investing ontluit meteen een veel grotere markt. Bridges
Ventures hanteert trouwens de brede definitie van de GIIN (zie
IINieuws-15feb14
II Thinking nieuwe definitie) dat impact investing investeren is met
de bedoeling rendement èn impact te genereren.
Opvallend
dat Bridges de term impact investing gebruikt, terwijl in het VK
meestal social
investing
wordt gebruikt. Frappant
is de opvatting dat impact investing tot nu toe veel pioniers heeft
aangetrokken voor wie risico een vanzelfsprekend fenomeen is. Noot
van de Blogger:
Hier
verraadt zich de invloed van Sir Ronald Cohen, de vader van venture
capiltalism dat het risico juist opzoekt. Ik hang de definitie aan
dat impact investing het investeren van groeikapitaal is in bewezen
business models, die behalve rendement ook impact opleveren voor
mens, maatschappij of milieu. Start- en Seed investeringen beschouw
ik meer als chari of overheidsactiviteit of voor gespecialiseerde
angel (klein) of venture capital (groot) investors.
Pionieren
kan trouwens ook door als chari inkomen zelfs winstgevendheid op te
nemen in je missie en strategie om financieel duurzaam te worden en
te kunnen opschalen. Dat is financieel gezien niet risicovoller dan
geld weggeven, maar concurreert qua opschalingsperspectief met de
output/outcome van (bestaande) projecten en activiteiten. Ik kan niet
wachten tot er goede kosten effectiviteit onderzoeken en benchmarks
worden gedaan naar impact investments en traditionele gesubsidieerde
projecten. Het is in dit verband leuk dat de Transparantprijs ook dit
jaar ''Impact'' workshops aanbiedt aan deelnemers impact meting in
een notedop en grenzen aan impactmeting.
Impact
Investing Risico's
Bridges
begint met het uitpakken van financieel risico, het risico
geen rendement te maken of zelfs de inleg (deels) te verliezen. Voor
(vermogens) fondsen vaak de reden om impact investing vanuit de
bestedingen te financieren als grant, want het vermogen moet
zoveel mogelijk onaangetast blijven. Maar daardoor minimaliseert de
kapitaalpool voor impact investing tot een percentage van de 5%?
rendement die een fonds jaarlijks maakt en mag weggegven. Appèl
van de Blogger: Ik breek nog maar eens
een lans voor de 1% impact of missie investeringen vanuit het
vermogen, omdat dit een verhonderdvoudiging van het impact capital
pool betekent.
Bridges
karakteriseert de 5 voornaamste risico factoren (percepties), enkele
met overlap of die elkaar versterken. Het presenteert 7 manieren om
impact investing te de-risken aan de hand van 20 bestaande
impact investments en met aparte aanbevelingen voor product
developers, asset owners en
matchmakers.
5 Risico's
-1-
Capital Risk het
risico de inleg of het beoogd rendement kwijt te raken en die op
gespannen voet staat met verantwoord fiduciair vermogensbeheer. Op
pagina 20 een interessant voorbeeld van de KL Felicitas Foundation
die door uitgebreide spreiding haar portfolio toch voor 85% met
impact investments heeft weten te in te vullen.
-2-
Exit of liquiditeitsrisico op
gespannen voet met de patient
capital benadering van
impact investing, maar toch vaak een eis van High
Net Worth Individuals,
retail investeerders en wealth
advisors
(van vermogenden),
omdat
fexibliteit vaak gewenst is en illiquiditeit het op gespannen voet
staat met fiduciair vermogensbeheer.
-3-
(On)kwantificeerbaar
risico
gebaseerd op het track record van een team/fonds, de volatiliteit,
(komende)regelgeving, gebeurtenissen/trend, en menselijk gedrag(!).
-4-
Transactiekosten die relatief
hoog zijn bij kleine deals, en impact investeringen zijn vaak kleine
deals.
-5-
Impact risico, het risico geen
of weinig (bewezen) impact te hebben, negatieve neveneffecten of
impact tegen zeer hoge kosten(effectiviteit). Dat kan voor
bijvoorbeeld fondsenwervende chari's als reputatierisico
ook invloed hebben op de inkomsten.
De-risken
kan door:
Capital
risk bundelen
door downside
protection,
dwz sommige investeerders lopen meer risico, maar krijgen ook een
hoger rendement andere minder tegen minder rendement: Senior en
Junior
debtors.
Een beetje vergelijkbaar met de hogere risico's voor achtergestelde
obligatiehouders. II Voorbeeld op pag 20. Zie
ook de GGINpublicatie Catalytic
First Loss Capital
en
de constructie die de FMO hiervoor ontwikkelde IINieuws-15okt13.
Het
Exit Risico kan
worden verminderd door de liquiditeit te bevorderen,
door contractuele constructies en documentatie, handelsplatforms of
netwerken op te zetten.
Transactiekosten
kunnen ook door bundeling
verlaagd worden door fondsen op te zetten en
deals of producten te combineren. Ik
dacht meteen aan het Threadneedle Social Impact Bond Fund, IIN
2013 jaaroverzicht die ook voor risicospreiding waardevol is,
maar deze wordt genoemd als track record bouwer voor product
developers.
Onkwantificeerbaar
risico kan inzichtelijk,
kwantificeerbaarder worden gemaakt door het bouwen van track
records*,
verminderd door technische
assistentie (bijvoorbeeld voor
financiële controle, corporate governance, impact assesment
etc.) en effectieve plaatsing en distributie
ofwel een optimaal marketing- en afzetkanaal met een goed netwerk. De
reputatie van de retailer/aanbieder
werkt als kwaliteitsgarantie.
Impact
risico verminderen
door impact
evidence, (methodologie
en data) te overleggen, reputatie van
de uitvoerder/aanbieder en
de kosteneffectiviteit af
te zetten tegen de output/outcome/bereik van
granting as usual.
Interessant in dit verband is de tip van de BACO methodology van het
impact first Acumen Fund: Best Available Charitable Option uit 2007,
ik vond geen recentere versie Acumen/bacopaper.pdf
wel een toelichting op hun site met link naar een concept versie
Acumen/the-method-behind-our-metrics/
*Met betrekking tot het
bouwen van track records wordt opgemerkt dat in
een snel groeiende markt als impact investing track record
opbouw wel eens ondermijnd wordt door snelle uitbreiding van fondsen,
fusies van fondsen en teams etc. Dat kan verminderd worden door
binnen fusie fondsen en teams bepaalde deskundigheden (thema's,
sectoren, regio's) te combineren, de impact strategie onveranderd te
handhaven of door de schaal vergroting bepaalde targets te kunnen
halen. (cursief toevoeging door Blogger)
Met betrekking tot
bundeling blijft het een beetje een kip-ei
verhaal als de impact investing markt klein is valt er weinig te
bundelen, los van de mogelijkheden om of de bereidheid van impact
investeerders om hun private equity investering/debt onder te brengen
in een impact investing product.
Op bladzijde 20 staan
20 voorbeelden van impact investing aanbieders en fondsen die een
de-risking factor in zich hebben (in de Appendix staan
uitgebreidere beschrijvingen van de impact investeringen) en ze
worden ook genoemd als voorbeeld van de-risking tool voor
product developers (pag. 18-19), asset owners (pag. 20-21) of
matchmakers (pag. 22-23).
Profiel
Bridges Ventures:
een bijzonder impact investing fonds: het investeert in de armste
gebieden van het Verenigd Koninkrijk, dus in een developed
market
maar wel in economisch achtergebleven gebieden. Het heeft 6 fondsen.
3
Sustainable Growth Funds (voor
SME's met thematische impact voor gezondheid en welzijn, (beroeps)
onderwijs, of het milieu). De gemiddelde omzetgroei van deze SME's is
20%. Het 1e fonds sloot op 40 miljoen UK£. De beoogde 50
miljoen UK£ voor het 2e SGF werd met 50% overschreven. Het 3e
SGF werd gesloten met 72 miljoen UK£. 2
Property Funds (in regeneratie gebieden
i.e. werkplekken voor SME's met milieumaatregelen. Het nieuwste fonds
voor ouderenzorg is een joint venture
en beheert 50 miljoen UK£ aan vastgoed) en 1
Social Entrepreneurs Fund (kansrijke
ondernemingen in de armste regio's in het VK, milieu/klimaat
bescherming door o.a. energie en grondstoffen, (beroeps)onderwijs,
gezondheid door goedkope fitness
& sportgelegenheid en welzijn m.n. door aanbod van zorg) Het is
fonds is gesloten op 11miljoen UK£. Zie
ook IINieuws-15maart13
Facts & Figures
met
de ervaringen (lessen) van Bridges Ventures in haar eerste 10 jaar.
2013
“Creating
Sustainable Apparel Value Chains: A Primer on Industry
Transformation'',
(Dr.) Maximilian Martin of Impact
Economy, (dec 2013) 47 pag (pdf) Link
ImpactEconomy
In IINieuws 15feb14
Max
Martins nieuwste rapport bekijkt de uitdagingen en kansen van de
transformatie naar een duurzame waardeketen in de textielindustrie
vanuit een systemisch perspectief. Het gaat hier om miljoenen
werknemers bij een keten die veel natuurlijke grondstoffen en
hulpbronnen nodig heeft, haar afnemers vooral vindt in ontwikkelde,
welvarende landen en veilig en verantwoord zou moeten produceren. De
focus (zie ook de country profiles) is op de ontwikkelingen in (Zuid)
Oost Azië, met verrassend Japan als derde grootste textiel
producerend land. Er is een grote migratie gaande van de productie
naar deze regio en de sector is minder duruzaam dan zij ooit geweest
is*. De textielindustrie had een omzet van 3 biljoen US$ in 2011.
*Uit
het StanfordSocialInnovationReview artikel over het rapport:
ssireview/sustainable_value_chains_transforming_the_apparel_industry
Summary
van de Executive Summary
Het
is mogelijk om een win - win situatie te scheppen met
stijgende productiviteit en concurrentie èn sociale en
milieu(beschermende) omstandigheden. Een ambitieuze, systemische
benadering is vereist om de industrie te transformeren met de
volgende 4 peilers:
(1)
bewaken van grondstoffen productiviteit en transparantie in de keten;
(2)
het upgraden van de infrastructuur van de textielindustrie door
(impact) investing;
(3)
verbeteren van de arbeidsomstandigheden naar een nieuwe ambitie
niveau; en het
(4)
bestuderen en kopieren van best practices van (productie)
marktleiders.
Concrete
stappen hierin zijn
-het
gebruiken van informatie technologie voor shop floor
transparantie;
-de
implicaties van de opkomende circular economy** op
business model disruptie;
-verbeteren
van het gebruik van (schadelijke) chemicaliën (waarvan
25% van de wereldproductie in de textielindustrie wordt gebruikt en
waar beschermende regelgeving productiemigratie naar gebieden met
minder bescherming heeft veroorzaakt.); en
-benutten
van de kennis verzameld door het RAGS Challenge Fund om de
arbeidsomstandigheden in de textielindustrie te verbeteren.
**Zie
hiervoor een heel interessants 4m McKinsey slidepresentatie op:
McKinsey/Insights/Manufacturing/Moving_toward_a_circular_economy?
Peiler
2: Upgrading industry infrastructure by (Impact) investing
De
economie van ontwikkelingslanden heeft veelal een tekort aan
investeringskapitaal en de volatiliete vraag gestuurde sector heeft
weinig ketenintegratie maar juist een hoog transactie karakter. Het
moderniseren van de sterk verouderde textiel industrie levert echter
snel veel rendement op.
Noot
van de Blogger als dit besparingen zijn op
arbeidsinzet dan is dat uiteraard geen sociale impact door verlies
van inkomen. (maar) De IFC zal 8
miljoen investeren in een 24miljoen kostende moderniseringsoperatie
van textielindustrie gigant AAL in Bangladesh die 1500 nieuwe banen
zal opleveren. (De IFC is onderdeel van de Wereldbank en
stimuleert private investeringen in ontwikkelingslanden).
Onderzoek van de auteur wijst aan dat de tijd rijp is voor dergelijke
grote investeringen in de sector.
Interessant
dat Max Martin dit onderwerp ook oppakt. Nederland heeft hier met
Ploumen voor Buitenlandse Handel en ontwikkelingssamenwerking het
afgelopen jaar flinke stappen gezet en krijgt recent belangrijke
Europese steun: Nu/ploumen-krijgt-Duitse-steun-textielsector
Evolution of an Impact Portfolio: From Implementation to Results Sonen Capital in collaboration with the KL Felicitas Foundation. Raúl Pomares, Justina Lai, Will Morgan and Joshua Newman. (Okt
2013, pdf, 70 pag.) In IINieuws 15juni2014
In
de eerste publicatie over impact investing die ik las uit de tijd dat
de term werd uitgevonden (2009) maar het in de VS nog ging over
mission
related investments, werd
verwezen naar de KL Felicitas Foundation (KLFF) van Charly en Lisa
Kleissner. Het is niet toevallig dat een van de schrijvers van
Solutions
for impact investors: From strategy to implementation¹
Raul
Pomares was, toen nog Rockefeller Philantropy Advisors en nu
directeur van Sonen Capital dat het vermogen van de KL Felicitas
Foundation beheert en investeert.
Al
sinds 2004 is de FLFF op zoek naar de meest optimale manier to
build an investment portfolio that would align with their values and
the Foundation’s purpose*, while also ensuring KLF’s ability to
meet its financial obligations. (ofwel
return based) *“Our
mission is to enable social entrepreneurs and enterprises worldwide
to develop and grow sustainably, with an emphasis on rural
communities and families. The Foundation also actively advocates it's
Impact Investing strategy.”
Volgens
Sonen Capital is het mogelijk -gebleken- om een impact investing
strategie te implementeren ongeacht de omvang of het spectrum
(public/private) van een portfolio, naar alpha te
streven en te diversificeren. Het onderbouwt e.e.a met 1, 3, 5 jaar
(of vanaf de investering) rendementen in vergelijking met
wereldwijde benchmarks en per asset class (Return based Impact
cash, equivalent, Return based fixed income, Return based public
equity, Return Based impact Hedge Fund en Return based Impact
reported) Noot van de Blogger:
vanaf de investering deed alleen Impact based Fixed Income het minder
goed (gross 0,25% net 1,62% de rest beter. KLFF
begon in 2005 met 2% impact investeringen en vrijwel 100% van de
portfolio is nu medio 2014 investment met impact. Mede mogelijk
gemaakt door de opkomst van meer impact investeringen. Investeringen
met impact zijn m.n. sustainable of
thematisch.
Uit
de Introductie
Sonen
Capital schat de absorptiecapaciteit van de impact sector hoog op
basis van slechts 38 investeringen in haar portfolio die een
marktkapitalisatie hebben van 37miljard US$. (Pag.
10)
Impact
investeringen kunnen het investeerdersrisico verlagen (inclusief
imago/reputatie risico) door investeringen in organisaties
(ondernemingen) met korte- en lange termijn
duurzaamheidsdoelstellingen. Pag. 16, voetnoot 13
=
Sustainability
issues refer to the belief that a company’s valuation is determined
by long-term performance, which is a function of how well management
integrates resource efficiency and the true cost of externalities
throughout the company and its operations.
Uit
Implementatie
In
dit hoofdstuk wordt verder gewerkt op basis van de Rockefeller
publicatie over impact investing uit 2009 op basis waarvan ik o.a.
mijn impact portfolio (thematisch) heb opgebouwd. Link
¹Rockpa.org/Solitions
for Impact Ivestorsdocument.doc?id=15 (2009, pdf, 138 pag.) Zie
de impact
portfolio pagina en IINieuws-15mei14
met een beschrijving van de assets classes in mijn portfolio.
-1-
Een impact investing strategie heeft impact investing beleid* nog
voor implementatie. Uit de tabel op pag. 18 blijkt dat de asset
class verdeling en acceptabele
afwijking betreft. Asset verdeling is: stabiel; groei; en
tegen inflatie beschermd. *Noot
van de Blogger: en tactiek! mijn cruciale toegevoegde stap in mijn
non profit campagnes, want beleid is vast goed doordacht op papier
gezet, tactiek is het afstemmen op de realiteit, niet per se links of
rechts om, het resultaat telt.
-2-
De KLFF Impact Portfolio allocaties zijn veranderd** door het
gewijzigde en toegenomen aanbod. **Dat klinkt al naar
tactisch werken.
-3-
Impact investing vereist een extra due diligence traject
voor de impact ambities en doelen.
Sommige
impact thema's kenden tien jaar geleden slechts 1 of 2 asset
opties, maar het impact thema
klimaat transitie bood
veel keus (en risico) en het aantal thema's en producten is sindsdien
flink gegroeid.
Na
selectie van fondsmanagers bleek 'impact' sterker aanwezig bij een
thematische
insteek dan verantwoordelijk of duurzaam investeren.
Uit
spreidingsoverwegingen werd gekozen voor samengestelde
fondsen
en slechts enkele directe investeringen in ondernemingen
=
Resultaten
Sonen
Capital stelt dat de KLFF géén
pioneer penalty, pionierspremie
(in negatieve zin hebben betaald, doordat zij een impact portfolio
opbouwden voordat de markt zich al ontwikkelde (zoals nu).
De
analyse betreft de KLFF Return-Based Impact Portfolio
en die is ge- benchmarked aan traditionele indices. Deze
investeringen maakten tijdens de financiële
crisis dus ook een klap naar beneden (Noot van de
Blogger: de stichting had in 2008 in totaal 2,1
miljoen US$ minder vermogen (-20%) dan in 2007 en is ook nu nog niet
terug op dat niveau. ERI/KLFelicitasFoundation)
De
KLFF’s private (equity) investeringen zijn buiten beschouwing
gelaten.)
Allocatie
De
opbouw van de portfolio is in twee taartgrafieken te zien qua
strategie (Figuur 19, pag. 52) en per asset class (Figuur 20, pag.
53) en dan weer onderverdeeld in impact (sub)sectoren
Cash:
25% van de portfolio eind 2012*
Van
mei 2008 tot Dec 2012 hield KLFF deposito's aan bij community-focused
banks,
het iets hogere risico werd afgedekt door het deposito
garantiestelsel in de VS: FDIC
insurance.
Community
banks (CB's) zijn
een fenomeen dat we in Nederland volgens mij niet hebben. Noot
van de Blogger:
het enige wat ik kon bedenken zijn de Gemeentelijk kredietbanken en
al surfend zag ik de St. Gemeentelijke Kredietbank Nederland een ton
heeft geleend via (het grootste) crowdfundingplatform geldvoorelkaar
tegen 3,8% rente met een looptijd van 5 jaar en de laagste
risicoclassificatie van geldvoorelkaar 1 en Graydon rating A. Door de
crisis is/was er veel meer vraag naar krediet(verlening,
schuld-hulpverlening en budgetbeheer)
*Noot
van de Blogger
alle
percentages zijn afgerond. De percentages
in de tekst wijken af van de percentages in figuur 20 op pag. 53.
De
'nationale focus' werd gecompenseerd door internationale
blootstelling in de portfolio met hogere rendement (maar zonder
garanties) Nb Een flinke tegenvaller was de dramatisch daling van CB
rentes op vervaldata. Voor de liefhebber: vergeleken is op: Standard
Deviation; Downside Deviation; Jensen’s Alpha; Beta; R2 (interest
rate risk); Sharpe Ratio (reward-to-variability ratio); Tracking
Error en Sortino Ratio (risk-adjusted
return)
Impact
thema's cash: 42%
Financial Services (microkrediet in en buiten de VS) en 58% Community
Development (financiële
inclusie, leningne voor onderwijs, huisvesting &
community revitalization projects in
enkele van de armste regio's in de VS).
Regio's:
Noord Amerika (dus incl. Canada) 92% en de rest Emerging
Markets.
KLFF
Return Based Impact US Fixed Income (11%)
De
portfolio was gevuld met agency mortgage-backed securities
voor het 100% impact maken van de portfolio zijn taxable municipal
bonds en high-quality corporate credit toegevoegd.
KLFF
Return-based Impact Global Fixed Income (10%)
De
portfolio was verspreid over fondsmanagers voor (de ontwikkeling van)
microkrediet en small&medium enterprises in ontwikkelingslanden.
Impact
thema's (excluding PRIs*) financial services (24%) &
ESG** geïntegreerd
(75%) Regio:
VS 40% Emerging Markets 17%.
*Programme
Related Investments een fiscale faciliteit voor 'maatschappelijk
nuttige' investeringen die vermogensfondsen mogen meetellen bij de
(verplichte) 5% bestedingen en bij verlies mogen aftrekken.
**Environment,
Social en Governance criteria. Lees bijvoorbeeld De MSCI
ESG Research factsheet (pdf, 2 pag.)
KLF
Return-Based Impact Public Equity (20%)
KLFF
investeert in aandelen in de VS, internationaal en Emerging
Markets.
Aanvankelijk
was de strategie gebaseerd op exclusie,
of verantwoord of ethisch
beleggen en later meer positief proactief of ESG
geïntegreerd.
De
KLFF allocatie deed het 5% beter (sinds inception)
In
tabel 10 (pag.34) niet alleen een vergelijking met standaard indices,
maar ook met 7 duurzame benchmarks indices. De
KLFF portfolio return based public equity portfolio presteert
all over aanzienlijk beter
(muv 2011). Het impact thema: 100% ESG geïntegreerd.
Regio: 53% VS, 47% de rest.
Return
Based Impact Hedge Funds (11%)
Een
verrassende asset
class
voor impact investing die ik weinig tegen ben gekomen. FLFF had
aanvankelijk ook weinig mogelijkheden: 2 fondsen met een lange
termijn strategie die in 2008 stevig op de proef gesteld werd. Eind
2010 werd de asset
class
beter gespreid met meer long/short strategie fondsen. Door het
herstel van equity na de crisis bracht de asset
class
meer stabiel rendement. De KLFF Hedge Fund asset
class
deed het ruim 10% beter dan de benchmark het HFRI
Fund of Funds. Impact thema's: water 40% (Infrastructuur,
utilititeitsbouw, behandelingstechnologieën);
energie 45% (Wind-,
zonne, biobrandstof- en geothermische energie, energie efficiency en
waste management);
en voedsel & landbouw 16% (Verwerken, kunstmest,
apparatuur en handel).
Regio's:
VS 60%; Azië
20%; rest van de wereld 20%.
Return-Based
Impact Private Equity (11%)
KLFF
heeft de afgelopen jaar 13 private
equity, venture capital
en private real assets
funds
investeringen gedaan. In het begin vooral venture
capital voor
social enterprises in
de IT sector waardoor deze sector oververtegenwoordigd is.
Impact
Thema's: Energie
9% (Clean
cook stove technologie
voor BoP*);
Financiële
Dienstverlening 3.5% (Microkrediet, Financieren van coöperaties
van BoP landbouw en kunstnijverheid, financiële
inclusie van mensen in de VS incl kredietwaardigheid en
kredietherstel; Voedsel & Landbouw 6% (Kwekerij in Afrika voor
voedselveiligheid en beschikbaargheid(!) ondersteunen van kleine
boeren en aansluiten op markten; IT
70%,
(Groeikapitaal voor
ondernemingen die banen creëren
mn in de VS, maar ook in China en India).
Water
4%, anders 6%. Regio's:
Afrika 6%, Azië
4%, Emerging Markets 2%, Europa 4.5%, Noord Amerika
80%, India 4% (> 100%
door afronden). *Bottom
of the Pyramid, de armste mensen op aarde.
Return-Based
Impact Real Assets Impact (?%)
Impact
thema's: 88% Ecosysteem diensten (CO²
en broeikasgas emissie beperking, biodiversiteit en
milieubescherming, (duurzame?) bosbouw, weilandbescherming.
Verbeterde landbouwpraktijken) en 11% Natuur/milieu bescherming
(financiering van wetlands, waterloop bescherming, CO²
afvangen, verkoop van ontwikkelingsrechten en duurzame bos- en
landbouw.
9%. Regio:
100% Noord Amerika.
Impact
First portfolio (11%)
Dit
deel van de portfolio van KLFF is tot stand gekomen zonder
strategisch of due
diligence advies van
Sonen Capital, maar geheel op beslissingen van KLFF waarbij Sonen
Capital 'execution only'
deed. 17 van deze private
equity investeringen
zijn PRI's. Zoals een lage rente lening aan een sociale onderneming
die high-impact
ondernemingen
financiert die actief zijn in voedsel&landbouw, onderwijs en
cultuur en milieubeheer en -behoud. Ook een vastgoed investering die
het tropisch regenwoud aan de kust van British Columbia beschermt met
kleinschalige huisvesting voor een milieubewuste gemeenschap.
In
2009 zijn zeven impact
indicatoren bepaald
(binnen basis van IRIS) om (investee's)
prestaties te meten èn
om de impact van KLFF portfolio te meten en monitoren. De 7:
Financiën,
gezondheid, energie, water, natuurbescherming en -herstel. Financiële
indicatoren
werden gekozen om te achterhalen hoe de investeringen bijdragen aan
a) opschaling van ondernemingen b) elders kapitaal/bronnen
aantrekken; en c) duurzamer worden in bedrijfsvoering en financiën.
Indicatoren:
het aantal directe investeringen; aantal leningen/equity op de
balans; nieuw investeringskapitaal; waarde van cash
flows van leningen en
equity; totale waarde van leningen en investeringen; waarde van
financiële
portfolio producten incl. leningen en investeringen in investees;
extra inkomsten: giften en donaties); inkomsten; winst.
Impact
thema's: Financiële
diensten 37% (leningen aan onafhankelijke media wereldwijd,
leningen voor eerlijke handel en biologische landbouw coöperaties
in Azië en Afrika,
Microkrediet en kleine financiële
dienstverleners wereldwijd, werkgelegenheid en economische
zelfstandigheid voor riksja-rijders in India. Energie 21%:
hernieuwbare
energie producten en diensten, energie efficiency,
clean energy infrastructuur, waterkwaliteit en -behandeling,
infrastructuur voor de distributie van hernieuwbare energie(bronnen)
op het platteland; Gezondheid 15%: (schoon)drinkwater
en zorg op het Indiase platteland; Voedsel en
Landbouw 14%: leningen
aan biologische boeren en eerleijke handel coöperaties
in Oost Europa; Milieu 6%: Bescherming
van tropisch regenwoud aan de kust, beschermde gebieden, duurzaam
bosbeheer en werkgelegeheid op het platteland van Midden Amerika;
Impact Ecosysteem
5%: Financiering voor impact o9rganisaties in de VS (Noot
van de Blogger: waarschijnlijk de GIIN, IRIS, Impact Base, GIIRS
etc.); Community Development 3%: midden
en kleine bedrijf op het platteland (werkgelegenheid, innovatie en
groeikapitaal)
Regio's:
Noord Amerika 20%; Afrika 30%;
India 22%; Centraal Amerika 1%; Europa 0,25%; Rest van de wereld 25%.
Specifieke
voorkeur
KLFF
wil catalytic impact investor zijn en wel bij het versnellen
van impact investment door het ondersteunen van de ontwikkeling van
standaarden en benchmarks. Het is een van de Global Impact Investing
Rating System (“GIIRS”) Pioneer Investors en heeft een voorkeur
een GIIRS-rated funds en ondernemingen. (Meer op GIIRS)
In the KLFF portfolio zitten 5 GIIRS-rated ondernemingen en 6
GIIRS-rated fondsen (25% van 24 eligible for a rating fondsen en
ondernemingen).
Nawoord
van
de
Blogger:
IK zie opvallende
overeenkomsten
tussen de opbouw mijn 'micro' impact investment portfolio en de
portfolio van KLFF. En dat terwijl men op pag. 57 stelt dat: In
evaluating these findings, it is important to keep in mind that
diversifying a $10 million portfolio limits one’s ability to access
certain strategies and managers that could have otherwise been
invested in.
Toch
heb ik ook ik thematische, (best-in-class)ESG en duurzame (public)
equity in portfeuille, bij mij is alles return based (inkomen
gericht). Ik streef naar 50-50 fixed-income (obligaties) en public
equity. Ik heb echter nauwelijks beleggingsfondsen, een van de
redenen is simpelweg de (on)toegankelijkheid van (Amerikaanse)
fondsen, maar ook de startdatum van mijn portfolio eind 2011 (het kon
niet gunstiger). Vanwege matige beursprestaties van
(beleggings)fondsen koos ik voor etf's, mede vanwege de veel lagere
fees en de afwezigheid van aankoopkosten. Sinds 1 januari j.l. hebben
veel fondsen hun fees verlaagd (maar de banken hun
portfeuille/service kosten stevig verhoogd). Online traders met lage
handelskosten en gratis portefeuilles zijn daardoor sterk
concurrerend geworden. (Voor mijn pennystock portefeuille zit ik dan
ook bij de GIRO en verder nog bij ABNAMRO).
Groot
verschil is uiteraard dat KLFF vooral in Amerikaanse fondsen en
US$ valuta belegt, terwijl ik in de Eurozone zoek op currency risk te
vermijden. ar
Rapport:
Evolution
of an Impact Portfolio: From Implementation to Results (pdf,
70 pag.). Een samenvatting van het rapport staat in de Primer
voor de Impact Capitalism Summit april 2014, (pdf, pag. 22-26)
SPSocialFinance/ICSprimer Of
From Ideas to
Practice, Pilots to Strategy Practical Solutions and Actionable
Insights on How to Do Impact Investing
WEForum/WEFIISolutionsInsightsImpactInvesting
(pdf 60 pag., Sonen pag. 26-28).
Impact
Investments: Perspectives for Australian Superannuation Funds. Kylie
Charlton, Scott Donald, Jarrod Ormiston and Richard Seymour (oktober 2013, 28 pag)
Deze 4 academici werken
aan verschillende universiteiten in Australië en daarnaast als
consultant voor impact investing. Kylie Charlton schreef in 2010 al
een artikel over II Zie IINieuws24maart11.
De
focus is op mogelijkheden voor impact investing (II) voor
institutionele investeerders, de superannuation
industry,
ofwel pensioenfondsen. Ze beschrijven het werk van de theGIIN
en beschouwen de G8 bijeenkomst afgelopen zomer in London waar een
Social Impact Investment Taskforce is opgericht als een mijlpaal voor
II. Ze zetten op pag. 6 in figuur 2 wat zeer verschillende cijfers
over de huidige omvang en het groeipotentieel van II op een rijtje,
waaronder de lage schatting van 40 miljard die het World Economic
Forum wordt genoemd. Zie IINieuws
15nov13.
Het gaat over III: intentional
impact
investment dus zonder impact achteraf als zodanig the labelen. Ze
interviewden een paar grote impact investeerders uitgebreid,
waaronder PGGM.
In
Australië werd 300 miljoen Aus$ geïnvesteerd als II en is
(retrospectief?) 2
miljard Aus$ van het vermogen onder beheer al II.
De verwachte groei voor de komende 10 jaar is naar 32 miljard en
vergelijkbaar met de ontwikkelingen in het VK en de VS. Australië
heeft een Social Enterprise Development Investment Fund met 20
miljoen Aus$ dat net als het fonds in het VK subsidies geeft voor II.
Er zijn nu 3 fondsen mee opgestart waaronder een waarin Triodos Bank
investeert.
Er
wordt wereldwijd gewerkt aan verschillende II Frameworks
gestructureerd volgens dit model:
-
Strategie (vrijwel altijd paar %);
-
Asset allocatie (bonds, equity, alternatives, private equity etc);
-
Impact thesis (missie, visie);
-
Risico analyse;
-
Impact rendement;
-
Financieel rendement en impact risico. Het laatste kan
reputatieschade opleveren, ook door mislukken van een onderneming. In
de 1e Appendix op pag. 21, voorbeelden van JP Morgan en Cambridge
Associates.
De onderzoekers stellen dat er aanleiding lijkt te zijn dat impact
investments door andere krachten wordt beïnvloed dan de
mainstream market (Noot van de Blogger
dat is ook al aangetoond voor microkrediet bij de financiële
crisis van 2008 en en kan een zich breder aftekenend kenmerk zijn).
Laatkomers
op de II markt hebben het voordeel dat er meer kant-en-klare
producten zijn ontwikkeld die al zijn aangepast aan de eisen en
behoeften van (institutionele) investeerders. De (finance first)
pioniers hebben het voordeel dat zij de beste deal (hebben) kunnen
uitkiezen in hun netwerk en dankzij hun reputatie, zonder concessies
te hoeven doen op het gebied van risico of rendement. Maar stelt
PGGM: zij doen wel (noodgedwongen) concessies op het gebied van
omvang, diversificatie en liquiditeit m.n. exit opties en de
investeringshorizon. PGGM heeft geen apart impact investment team en
geeft aan de gewone due diligence toe te passen op haar impact
investeringen, maar die worden pas na strenge beoordeling als zodanig
benoemd. Voor specifieke impact effecten worden ad hoc externe
adviseurs ingehuurd. PGGM heeft m.n. veel ervaring met eco impact
investeringen, een combinatie van eco en landbouw (voedsel,
Adeco-agro) en IFC dat investeert in private equity in meerdere
sectoren in Afrika, Latijns Amerika en de Caraïben. Het kijkt
ook naar mogelijkheden in gezondheidszorg vanwege haar clientèle
(Pensioenfonds Zorg&Welzijn).
Rapport Impact Investments: Perspectives for Australian Superannuation Funds. Kylie Charlton, Scott Donald, Jarrod Ormiston and Richard Seymour. (oktober 2013, 28 pag.). Link Sydney.edu.au/Superannuation 2013 (pdf)
Catalytic
First Loss Capital, the Global Impact Investing Network (Oktober 2013) 36 pag., pdf theGIIN.org heeft een interessante resources pagina.
De GIIN publiceerde een issue brief met als omineuze titel Catalytic First Loss Capital in impact investing transacties. Een grant gever financiert de eerste verliezen om investeerders anderen aan boord te krijgen die anders niet mee zouden doen. (participatie katalysering of leverage). Catalytic first-loss capital (CFLC) is een prominente tactiek geworden in de wereld van impact investing nu meer investeerders de markt onderzoeken en betreden. Het is een innovatieve manier om risico te verminderen, sociaal en milieu doelen vooruit te helpen door grootschalig commercieel kapitaal in te zetten en investeringen in nieuwe markten te stimuleren.
De
issue brief schetst 2 scenario's voor het inzetten van catalytic
capital:
voor (a) versnelling en grote opschaling van sociaal en/of milieu
impact en/of (b) het demonstreren van de financiële
levensvatbaarheid van high-impact
sectoren
voor commerciële investeerders. © het verbeteren van de
onderhandelingsposities van investees
bij
fondsenwerving. Met 5 deals als voorbeelden van deze 2 scenario's,
met de motivatie, overwegingen en ervaring(slessen) van de
investeerders.
CFLC
is een manier van credit enhancement kredietvergroting net als
(bank)garanties, kredietbrieven, first-loss kapitaal, overwaardering
van onderpanden, verzekeringen en reserves. Veelgebruikt als CFLC
zijn giften, (junior) aandelen/certificaten, achtergestelde leningen
en garanties. Een argument tegen het gebruik van CFLC's als domme
investering
ligt in de perversiteit van de schijnbaar verlagen van het risico
voor andere investeerders en het ondermijnen van de marktwerking.
Voor investees
kan het reputatieschade opleveren dat ze het instrument en chari geld
nodig hebben om de winsten op te krikken. Noot
van de Blogger:
of kneusjes projecten te financieren.
Daarom is belangrijk het businessmodel en de impact ambities te
benadrukken. De auteurs waarschuwen er nadrukkelijk voor CLFS
investees niet automatisch of te makkelijk verdere financiering door
CLFC aan te bieden.
CFLC
verschaffers zijn over het algemeen (vermogens)fondsen,
high-net-worth
individuals (HNWI),
overheden en Ontwikkelingsbanken vanwege hun missie maar elke
investeerder met gepaste motivatie en risk appetite
kan de rol vervullen. Sector kennis en ervaring is een belangrijke
voorwaarde en kwaliteitsborg voor CLFC.
Potentiële
investees moeten voldoen aan investment parameters:
rendements- en risico eisen, bijvoorbeeld in het licht van fiduciair
vermogensbeheer . Dat kan de totaal bereikbare investeringsbedragen
beïnvloeden. Voor impact investing in de praktijk een belangrijk
plafond. (GIIN JP Morgan Survey Perspective on progress, 2013). CFLC
bijdragen kunnen het risico en rendement profiel verbeteren en de
marktdeskundigheid van de CLFC verschaffer het risicoprofiel.
Investees
kunnen gebruik maken van die marktdeskundigheid die vaak in
(geografisch) nieuwe markten extra waardevol is.
De
5 cases betreffen het Community Finance Fund for Social Entrepreneurs
(CFFSE) in Australië en Peak II in Tanzania voor Markt
ontwikkeling en het FreshWorks Fund, Democracy Prep en
FlexCAP voor Versterking (Leverage) van Impact In
een matrix staan overzichtelijk de impact ambities, CLFC bedragen en
bescherming, totale investeringen en verschaffers.
4
van de cases zijn in developed markets: Australië en de VS. De enige
ontwikkelingshulp case is gefinancierd door FMO, onze eigen
Financierings Maatschappij Ontwikelingslanden. Peak II is een
investeringsfonds in Tanzania. FMO is met 1 miljoen Euro, originally
grants CLFC en
'C'
investeerder. Mede-investeerders ('A'
schuld en 'B'
aandelen)
met verminderd risico zijn fondsen, chari's, impact
investeringsfondsen en HNWI's. Verliezen worden door alle drie
categorieën, in meer of mindere mate, gedragen. Als meer
investeerders instappen verlaagt het huidige beschermingspercentage
van 25% (pag. 24). De geplande termijn is 7 jaar en het beoogde
rendement is 24 a 28% Tanzaniaanse shilling. Het fonds komt traag op
gang, heeft nog maar de helft van haar doel (10 miljoen US$) bereikt
maar wel al een vervijfvoudiging van de FMO grant. (Een VS case van
de California Endowment bereikt een ver-50-bvoudiging). Het gelaagde
A-B-C investeringsmodel blijkt wat gecompliceerd en heeft de
fondsenwerving vertraagd. Op pag. 14-15 staat een uitgebreide
beschrijving.
Toelichting
theGIIN/recources
het rapport
Catalytic
First Loss Capital
(Oktober 2013, 36 pag., pdf)
From
the Margins to the Mainstream, World
Economic Forum en Deloitte Touche Tohmatsu (september 2013, 40 pag.)
Het
World Economic Forum en Deloitte Touche Tohmatsu publiceerden in
september From the Margins to the Mainstream,
een paper
over de stand van zaken van impact investing en de kansen om op te
schalen, want om
de in 2009 voorspelde 500miljard US$ omzet te halen in 2020 moet de
sector aanzienlijk opschalen. In dit rapport schat men de huidige
stand van impact investment op slechts 25 tot 40 miljard US$,
Noot
van de Blogger:
dat haalt Nederland alleen al schat ik (inclusief hernieuwbare
energie, clean/greentech en duurzaam vastgoed, het kan een kwestie
van definities zijn impact moet intentional zijn volgens hun
definitie) Hun impact sectoren (pag 7) omvatten ook hernieuwbare
energie en clean/greentech en lijken verder opvallend veel op de
sectoren in mijn checklist LINK, maar is iets beperkter.
Er
is echter (te) weinig consensus bij grote investeerders over de
betekenis van impact investing, de belangrijkste asset
categorieën, hoe het te structureren en wat de onderliggende
barrières zijn volgens Abigail
Noble,
Hoofd Impact Investing Initiatives bij het World Economic Forum. Dit
staat een heldere marketing propositie en resultaten communicatie in
de weg.
Het
World Economic Forum wil bijdragen aan de ontwikkeling van impact
investment door haar multi-stakeholder platform, het identificeren
van best practices en
(model) organisatie structuren voor asset managers, private wealth
managers en financiële dienstverleners om impact investing te
integreren in hun strategie en beleid. (PersBericht, PB)
From
the Margins to the Mainstream - Assessment of the Impact
Investment Sector and Opportunities to Engage Mainstream Investors
Het
rapport van 40 pagina's heeft 5 onderdelen en de volgende, bekende
maar soms ook verrassende door de accentueringen, aanbevelingen om
impact investing op te schalen hier de door WEF benadrukte en
verderop aanbevelingen per actor:
-1-
impact investment fondsen kunnen transparant(er) zijn over hun
rendement(en), want
bijna 80% haalt de beoogde marktconforme rendementen.
Noot
van de Blogger
dat is hoger dan het resultaat van Venture Capitalisten dat meestal
rond de 66% wordt geschat. Toch vindt slechts 9% van de
pensioen/fixed income fondsen het een haalbare investering.
80% is bekend met impact investing (PB). 83% vindt het (toch)
een
vorm van venture
capitalisme
en rond de 80% een vorm van private of public equity (hoewel slechts
weinigen het laatste ook werkelijk doen (11%, pag. 20)
-2-
impact enterprises kunnen hun impact proactief meten en
publiceren;
-3-
overheden kunnen fiscale faciliteiten voor early-stage impact
investeringen ontwikkelen; en
-4-
vermogensfondsen kunnen hun vermogen impactvol investeren in plaats
van programmatisch te verdelen, dus weg te geven als
besteding.
De
publicatie kwam tot stand met input van 150 grote investors, (grote)
ondernemers, filantropie leiders en beleidsmakers door interviews,
workshops en conferenties. Sleutel instituties uit de financiële
sector werkten mee zoals Credit Suisse, Deutsche Bank, Goldman Sachs,
JP Morgan, Morgan Stanley, Omidyar Network, UBS en Zurich Insurance.
Uit de wetenschap bijdragen van Duke University, Harvard University,
Pacific Community Ventures, Rockefeller Foundation en het Global
Impact Investing Network.
Feiten
& weetjes
WEF
bepaalt dat impact investing geen aparte asset class is maar een
investment approach (paragraaf 2.1) die in alle asset classes kan
worden toegepast. Aardig
is de tabel met beleggingsintenties van de komende generatie
particuliere beleggers die Millennials
worden genoemd, zie hiervoor ook IINieuws
15dec12 onder
II Marketing) Millennials zijn impact investors in spe: 36%
mikt op improve
society en
35% generate
profit.
(Figuur 2 & 3 pag 6).
Bemoedigend
is dat het integreren van ESG criteria in investeringsbeleid door
vermogensbeheerders 72% het gevolg is geweest van de vraag van
cliënten en ook 72% door de
missie, de hoogst scorende categorieën
(figuur 6, pag 11)
Voor
het opschalen van de sector is het nodig dat de huidige kleine
gespecialiseerde niche impact investing intermediairs opschalen zodat
zijn grote mainstream investeerders kunnen bedienen. Het marketen en
distribueren van impact
investment ''producten'' wordt nu beperkt doordat (grote)
investeerders producten afnemen van hun bekende leveranciers/namen.
En
voor de chauvinisten onder ons, Triodos Bank wordt vermeld onder
depository institutions (pag. 17) en (mijn)
pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM (pag. 18) is een case voorbeeld
van impact investing door de organisatie van haar ESG investments.
Aanbevelingen
Voor
Impact Investment Fondsen omdat zij een essentiele rol spelen in
de mogelijkheden voor institutionle investeerders om meet kapitaal te
benutten voor impact investing.
Aanbeveling
1: Wees helder en transparant over het financieel rendement en
rapporteer aan een onafhankelijke derde partij;
Aanbeveling
2: Creeer een systeem om impact te meten en rapporteren;
Aanbeveling
3: Overweeg creatieve en innovatieve strategieen om kapotaal aan
te trekken van grote investeerders (limited partners).
Voor
Impact Enterprises
Impact
(social) enterprises zijn een centraal onderdeel van het opschalen
van impact investing. Als zij zich ontwikkelen en uitbreiden kunen
zij meer commercieel kapitaal aantrekken.
Aanbeveling
1 ontwikkel mogelijkheden die het makkelijker maken voor
investeerders om kapitaal te reserveren (voor impact investments);
Aanbeveling
2: Meet en rapporteer proactief;
Aanbeveling
3: streef naar differentiatie en sterk management.
Voor
filanthropen en chari's
Noot
van de Blogger omdat impact investing een middel is om de
missie te realiseren.
Aanbeveling
1: Verlaag het investeringsrisico door giften aan early-stage
impact enterprises en door anker investeringen (de 1e investering
in een financieringsronde);
Aanbeveling
2: slecht de muren tussen de afdelingen die geld toewijzen voor
de missie en de afdeling vermogensbeheer;
Aanbeveling
3: Promoot meer samenwerking tussen chari's om due diligence
kosten te verlagen.
Voor
overheden
Aanbeveling
1: bied fiscale korting voor risicovolle of early-stage
investeringen met maatschappelijk nut, maar lager dan marktconform
rendement;
Aanbeveling
2: Herzie voorzichtig regelgeving die de kapitaalstroom naar
impact investing beperkt;
Aanbeveling
3: Help het risico
verlagen van impact investing door innovatieve
investeringsmechanismen.
Voor
intermediairen
Aanbeveling
1: Verzamel data over impact investment deals en publiceer
de resultaten;
Aanbeveling
2: Promoot een gezamelijk platform dat kapitaal en deal flow
samenbrengt;
Aanbeveling
3: Lobby voor een basis principes set voor de impact meting
praktijk.
Innovating
for Shared Value Angela
Barmettler Valerie Bockstette Marc Pfitzer en Mike Stamp van FSG,
Foundation
Strategy Group.
Artikel
in Harvard Business Review september 2013 pag 2-9.
HBR/innovating-for-shared-value
(ExecSum), FSG.org
en pdf
InnovatingforSharedValue
(9 pag.)
Harvard
Business Review artikel van collega's
van Michael Porter die voortbouwen op zijn Shared value artikel uit
2011 IINieuws 15jan12
(NB in dat blog ook het HBR onderzoek naar de prestaties van duurzame
best in class bedrijven)
De
onderzoekers bestudeerden 30 multinationale bedrijven en de
succesfactoren van hun shared value beleid. Het zijn grote bekende
ondernemingen die soms ook wat schandalen aan hun broek hebben hangen
die wellicht ook een reden zijn geweest voor hun goede intenties. In
het nogal magazine achtige geschreven artikel wat paradepaadjes van
Danone, Nestle, Mars en Coca Cola en helaas weinig data.
5
succesfactoren
Wel
5 heldere kenmerken voor impact economy ofwel het integreren van het
verminderen of oplossen van sociale tekorten in de bedrijfsstrategie.
Sociale innovatie blijft (te) vaak hangen in pilot projecten aan de
periferie van de bedrijfsactiviteiten die niet (kunnen) worden
opgeschaald of geïntegreerd in de kernactiviteiten. Succesfactoren voor impactvol innoveren zijn:
- Een helder idee over de kernactiviteiten direct gelinkt aan een sociaal tekort;
- Het sociaal tekort en mogelijke oplossingen duidelijk definiëren;
- Meetmodel voor de resultaten van de shared value ofwel de activiteiten van/voor de onderneming en het sociaal tekort;
- Creëren van een optimale innovatie structuur (semi autonoom, maar niet te apart);
- Co-Creatie met external stakeholders, partijen als dat effectiever is dan interne aanpak.
Bronnen:
HBR/innovating-for-shared-value
(exec sum) en/of FSG.org
Met dank aan Linked Group ESG investment, tip van Hernan Vargas
Making
Impact Investing investable, Dr
Maximilian Martin, Impact Economy tevens hoogleraar bij Ashoika en de Universiteit van Graz (juli 2013)
In IINieuws 15sept2013
De auteur is zette o.a. de afdeling filantropie bij UBS (Bank, Zwitserland) op. Dr Martin (zie Nieuws-15april13 onder II Thinking) is oprichter van deed 3 jaar onderzoek naar de ontwikkeling van impact investing (II) en schreef dit rapport voor een Clinton Initiative sub-bijeenkomst. Een voorpublicatie werd aangeboden aan de G8 leiders tijdens de Social Finance meeting in London afgelopen juni. Het haalde CSR Sustainable Newswire en kreeg aandacht op de Stanford Social Innovation Review site.
In IINieuws 15sept2013
De auteur is zette o.a. de afdeling filantropie bij UBS (Bank, Zwitserland) op. Dr Martin (zie Nieuws-15april13 onder II Thinking) is oprichter van deed 3 jaar onderzoek naar de ontwikkeling van impact investing (II) en schreef dit rapport voor een Clinton Initiative sub-bijeenkomst. Een voorpublicatie werd aangeboden aan de G8 leiders tijdens de Social Finance meeting in London afgelopen juni. Het haalde CSR Sustainable Newswire en kreeg aandacht op de Stanford Social Innovation Review site.
Megatrends
Het
rapport schetst opkomst van de term II, brilliant marketing,
de huidige II sector en verwijst naar 4 wereldwijde ontwikkelingen
waar juist II een katalyserende rol kan spelen:
-1-
Het bedienen van noden nam hen aan de base
of the pyramid, het
miljard armsten;
-2-
de noodzaak van radicale
grondstoffen efficiency voor economische groei en het verminderen van
CO² uitstoot en afval en het beschermen van de biodiversiteit;
-3-
modernisering van de welvaartsstaat en publieke dienstverlening; en
-4-
de opkomst van LOHAS, of Lifestyles
of Health
and Sustainability
consumenten met een voorkeur voor duurzaam leven en lagere CO²
uitstoot.
In
het rapport een matrix met het potentieel van deze 4 factoren en
voorbeelden (pag.10):
ad
1 Groeiende vraag ofwel de
marktontwikkeling aan de Base of the Pyramid:
een veelvoud van de huidige markt van 5 Biljoen US$. Bijvoorbeeld
(hernieuwbare, stand-alone) energie voor mensen die nu niet op
netwerken zijn aangesloten in dunbevolkte gebieden en mobiele
telefonie als belngrijke markt(en)katalysator.
ad
2 Groener: De verwachting is
dat de investeringen in hernieuwbare energie van 115miljard US$ in
2010 zal groeien naar 325miljard US$ in 2018; De EU kan nieuwe
werkgelegenheid en innovatie creëren door 20% energie te
besparen, de bijbehorende kostenbesparing bedraagt 60 miljard Euro.
De helft daarvan kan gerealiseerd worden door de huidige EU
directieven daadwerkelijk
uit te voeren.
ad
3 Vergrijzing: in
2020 is 20% van de wereldbevolking ouder dan 65jr de vraag verandert
en de private markt krijgt kansen. Opvallend is dat Social Impact
Bonds (SIB's), nog een
marginaal verschijnsel,
worden genoemd als II product, maar wel een waarvan de effectiviteit
nog niet bewezen is. Noot
van de Blogger:
wellicht opgenomen vanwege de doelgroep, G8. De coördinerende
project opzet van SIB's veroorzaakt hoge consultancy kosten plus de
externe assessment. Misschien ligt de grote toegevoegde waarde van
SIB's wel in de opzet om private/gesubsidieerde partijen in de
welzijnssector beter samen te laten werken. Een beleid dat de
Nederlandse overheid al jaren voert richting de
preventie-organisaties, ontwikkelingsorganisaties, goede doelen etc.
ad
4 De LOHAS
markt in de VS heeft nu al een omvang van 300miljard US$ en groeit
nog steeds. Voetnoot 52:
80% wordt al in meer of mindere mate bediend, soms zonder dat ze het
zich bewust zijn. De vraag in Emerging
Markets zal van 2010 tot
2025 150% groeien tegen 31% groei in Developed
Markets (EM).
Het GDP van EM groeide van 19% naar 36% in 20 jaar. Toch halen de 100
multinationals uit Developed
markets volgens McKinsey
onderzoek 83% van hun omzet nog uit Developed
Markets*. Producten voor
de LOHAS consumenten produceren veelal duurzaam en verantwoordelijk
in de hele handelsketen en marketen hun product vooral slim. De
auteurs pleiten ervoor die eerste kenmerken uit te breiden met het
accent op gezondheid, veiligheid en consumentenbescherming en minder
te investeren in allerlei start-ups en intermediairen (Noot
van de Blogger:
allerlei keurmerken en duurzame marketing).
In
het 2e deel van het rapport een overzicht van de kapitaalmarkten en
II. Het huidige beleid voor de vraag naar kapitaal:
capaciteitsbouw, nieuwe bedrijfswetgeving, beleid voor social
enterprises; het beleid voor het aanbod van kapitaal:
co-investeren, risico delen, investeerders eisen aan II, fondsen voor
II en de intermediairen; en het kapitaal(stroom) voor de II
markt: nieuwe
(doel)belastingen, toeslagen en verhandelbare vergunningen (zoals
de mislukte CO²emissie markt?), het
benutten van
onbenut kapitaal zoals
ongeclaimde banktegoeden (zoals
in het VK) en inkomsten
uit privatiseringen (?)
Overheden
kunnen
de II sector op 3 manieren ondersteunen: I:
het aanbod stimuleren, II:
door kapitaalstromen te dirigeren en III:
de vraag te reguleren. In India
bijv.
heeft de overheid bepaald dat een bepaald bedrag geïnvesteerd
moeten worden in servicing
the
underserved.
De EU
lanceerde dit jaar via het Europese Investerings Fond (EIF) samen met
Crédit Coopératif en Deutsche Bank de Social Impact
Accelerator (SIA) pionierend in pan-Europese publiek-private
samenwerking voor impact investing. Uiteraard wordt ook het VK met
haar Big Society Bank en Capital genoemd en de Social
Investment Finance Intermediary
'(SIFI's) om non profits investment
ready
te maken en de stimuleringsfondsen voor Social Enterprises. De Chinese zonne-energie expansie wordt gevoed door het High-Tech R&D programma voor milieubescherming en hernieuwbare energie door private investeerders. In de VS wordt (fiscale) regelgeving gemaakt voor social enterprises, de regelgeving verruimend die het bijv. pensioensfondsen toestaat in II te investeren zoals voor venture capital is gebeurd. Daarnaast wordt geëxperimenteerd met Social Impact Bonds zoals in het VK en hiervoor benodigde regelgeving ingevoerd. Canada startte al in 1999 met Community Economy Development Investment Funds (CEDIFs) mn voor Nova Scotia. Later uitgebreid met een flink fiscaal voordeel van 30% aftrek voor investeringen in corporaties, coöperaties en community economic development initiatives in de regio.
De
huidige investeerders
in II
bestaan vooral uit filantropen (giften) en angel
investors
(seed
en start up
tot tienduizenden US$), Venture
capitalisten
hebben door de crisis een stap terug gedaan. Maar ook professionele
investeerders als HNWI en hun famliy
offices
zijn steeds vaker actief. Voor opschaling van de II sector zijn
institutionele investeerders nodig waarvan de bijna helft een rol
voor zichzelf ziet bij de groei van de II sector. Vaak hebben zij al
II in hun SRI portfolio. Noot
van de Blogger:
zie bijv. IINieuws
1juni13 AEGON
over (on)mogelijkheden van II over
haar intern onderzoek naar II in haar SRI portfolio.
Martin
ziet ook mogelijkheden voor corporate
impact venturing:
ondernemingen hebben gemiddeld kleinere deal
sizes in
hun portfolio van venture
capitalists.
En een van de II handicaps
is de kleinere dealsize.
Ondernemingen
kunnen investeren in succesvolle start-ups en door groeikapitaal te
leveren de opschaling financieren. Voor ondernemingen zijn deze
investeringen een strategie voor niet traditionele groei (en
innovatie).
De
financiële
sector
wordt geconfronteerd met een latente
vraag en door de dalende rendementen in verschillende asset
classes
wordt II aantrekkelijker.
En
II is nieuw en aansprekend en dus een prachtig marketing en branding
middel. Enkele banken lopen voorop: JP Morgan, Morgan Stanley,
Deutshe Bank, onze eigen FMO zie
IINieuws
1sept12 wordt als voorbeeld van een multilaterale (?) financial
genoemd.
De
toekomst: from
niche to mega
De
II sector die een gouden groeitijd wordt voorspeld met een divers
scala spelers (HNWI,
vermogensfondsen, angel investors, non profits, overheden, de
financiële sector)
moet wel meer actie ondernemen om de beloften waar te maken (en
noden vervullen). Om de
groeiende kloof tussen de ambities van de II markt en de realiteit te
overbruggen. Hiervoor zijn nodig:
-a-
Ondersteunend beleid;
op
pag 32 een heldere figuur die een stuk compacter is dan de Montor
Institute matrix uit 2009. Zie IINieuws-4april11
en 24mrt11.
-b-
Focus op II als investeringsstijl i.p.v.
een aparte asset class
en II productontwikkeling;
-c-
Kritische visie op de definitie van impact;
-d-
Analyse van het wegblijven van
de cruciale, grote spelers en
wat
ze tegenhoudt.
Opvallend
vind ik het pleidooi
to copy,
clone and adapt best-practice instruments voor -a- waar
weer de onbewezen SIB's en ook zeer succesvolle en de hard gegroeide
Community Development Loans (VS) voorbijkomen. Noot
van de Blogger:
Ik dacht dat best practice promotie zijn hoogtepunt voorbij was
(ontmoedigend), maar kennelijk niet voor II sector groei.
Er wordt gesproken over de noodzaak van heldere impact data. De
huidige impact meting systemen i.o IRIS, GIIRS, GRI zijn
indrukwekkend maar toch schieten zij tekort in de ogen van potentiële
gebruikers maar ook de Federal Reserve Bank of San Francisco
organiseerde een discussie over “Advancing
Social Impact Investments through Measurement” and
enumerated many of the issues with the current measurement landscape.
Jammer
genoeg is er geen onderbouwing van het pleidooi voor -d-
Analyse
van het wegblijven van de cruciale,
grote spelers en
wat ze tegenhoudt.
Bron ssireview/impact_investing_from_headlines_to_fundamentals
of op Impacteconomy.com/making_impact_investible
Rapport:
(pdf 36 pag) Making
Impact Investible Over de auteur op pag 36. Voorpublicatie
voor G8 (pdf
13pag) Status-of-the-social-impact-investing-market
Resultaat-
en impactmeting voor goede doelen Op weg naar beter evalueren,
meten en verantwoorden van bestedingen. Drs E.M. Ten Hoorn
(juni 2013, CentraalBureauFondsenwerving) en drs W.M. Stubbe (CSR Academy)
Centraal Bureau Fondsenwerving Amsterdam. Vlinderend geefgeld
Schenkt het best uit onszelf Effect van vertrouwen
(op de achterkant)
Door
wie en waarom?
Recent
gepubliceerd door het Centraal Bureau Fondsenwerving dat de inkomsten
van goede doelen gerubriceerd registreert, online openbaar maakt en
keurmerken geeft. De intentie is om een impuls te geven aan
resultaat- en impactmeting door goede doelen door in de handreiking
modellen en instrumenten te presenteren met hun toepassing, sterke en
minder punten afhankelijk van de (bijv internationale) context en het
werkterrein. (welzijn, natuur, gezondheid etc).
Wat
is impact?
De
definities van impact worden onderverdeeld in 2 stromingen: -1-
impact als duurzame lange termijn verandering als gevolg van een
activiteit of interventie (OECD-DAC)
Nb dat kan zowel positief als
negatief zijn en bedoeld en onbedoeld. En
-2- Impacteffecten als de verandering die tot stand is gebracht door
de activiteit minus wat er toch al aan veranderingen zou hebben
plaats gevonden Toewijzing van een effect, attributie,
staat centraal. Clark et al
Noot
van de Blogger Ook Karen Maas en de Nederlandse impactmeting
school. Ik vermeld hier alvast even het onderscheidend rijtje:
input-output-outcome en impact waarbij impact = outcome minus wat er
ook zonder de interventie zou hebben plaatsgevonden.
(Uitgebreide toelichting op pag. 16-118)
In
de samenvatting een fasenoverzicht van impactmeting:
1
keuze wat evalueren en wat wil ik bereiken (Theory
of Change)
2
SMART doelstellingen +
prestatie indicatoren
3
Nulmeting en betrekken belnghebbenden hierbij
4
Context en attributie: wat doen anderen wat is mijn bijdrage
5
Meetmodel beschrijven
6
Meetinstrument kiezen
7
Gegevens verzamelen en analyseren
8
Evaluatie rapportage
9
Leren ven evalueren
10
Communiceren van de bevindingen aan belanghebbenden
Ontwikkeling
van impactmeting
In
de inleiding beschrijft Prof Ruerd Ruben (Radboud Universiteit en
Directeur van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking) 2 (4)
generaties effect- en resultaatonderzoek: de eerste legde de nadruk
op noodhulp (logistieke steun) en lokale projecten en de tweede keer
meer naar de rol van 'katalysator' en 'mobilisator' en het effect op
internationale systeemverandering. Effectmeting wordt proces
georiënteerd.
Ook in de evaluatieliteratuur verschuift het accent van 'meten' en
'beschrijven' van resultaten naar 'waarderen' en 'reconstrueren' van
het interventieproces. Ruben noemt als uitgangspunten bij de keuze
voor een evaluatieaanpak: (cursief van mij)
1
Selectiviteit, focus
2
Proportionaliteit, verhouding
kosten omvang en/of doel
3
Kwaliteit, let
op indicatoren, steekproef en controlegroep
4
Creativiteit, combineer
kwalitatieven en kwantitatieve methoden*
5
Onafhankelijkheid, voorkeur
voor externe deskundigheid?
*
Voor impact (investing) rating is deze insteek echter een beperkende
factor omdat de vergelijkbaarheid afneemt.
Waarom
impact-denken?
In Hoofdstuk 1 een korte schets van
trends in de goede doelen werkwijzen en fondsenwerving: van Trust
me via tell me naar show me en prove to me en
involve me (Noot van de Blogger:
hoewel die laatste trend er Nederland altijd al is geweest met de
omvangrijke collecte organisaties en andere vormen van vrijwilligers
inzet. Doordat nieuwe generaties op een andere manier worden geworven
en social media wordt ingezet lijkt de trend sterker aanweziger/ Maar
een middag in het winkelcentrum of rondje in de buurt collecteren is
wel een andere meer waardevolle en directe fondsenwervende manier van
meewerken voor de goede zaak dan even een Facebook like en/of share
doen.
In de sector groeide de
belangstelling voor de effectiviteit van projecten en het resultaat
van hun werk. Noot van de Blogger:
ondanks de begrijpelijke huiver voor tegenvallende conclusies. De
Nederlandse Hartstichting liet als eerste haar totale impact meten
door Karen Maas, opgenomen in haar promotie thesis, een voorbeeld dat
helaas niet is gevolgd door andere gezondheidsfondsen, ondanks een
aanzet door Price Waterhouse Coopers. Zie IINieuws
15juli2012 NB Daarvoor al was een belangrijk impact
onderzoek gedaan in het tamelijk vernietigend rapport van de
Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid over de ambities en
vooral de pretenties van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid en
sector die veel doet aan impact en effectmeting getuige de vele
meetmethoden in dit overzicht.
Voor goede doelen organiseert het
Erasmus Centre for Strategic Philanthropy ECSP bijeenkomsten en doet
belangwekkend onderzoek. Ook relevant is dat de Transparantprijs
veel aandacht besteed aan impact en impactverantwoording in haar
beoordeling en hiervoor workshops organiseert.
Interessant is dat Kellie Liket gaat
promoveren op de effectiviteit van projecten van goede doelen
organisaties Hoofdstuk 2 van haar thesis Strategic Philanthropy
(nog te verschijnen maar al aan te vragen bij de auteurs).
In 2007 concluderen wetenschappers
dat er weinig wordt gedaan aan resultaat- en impactmeting anno 2013
verwacht ik dat er een flinke vooruitgang is geboekt, ondanks de
administratieve belasting en overhead kosten die de activiteiten met
zich meebrengen. Liket en Maas maken onderscheid tussen missie-impact
en maatschappelijke-impact, het 1e betreft de doelstellingen van de
actor/organisatie, de 2e de toegevoegde waarde (of schade) voor de
maatschappij. Noot van de Blogger:
Omdat veel chari's zich richten op het oplossen van maatschappelijke
problemen of tekorten is dat laatste aspect heel belangrijk. Denk
bijvoorbeeld aan de kosten van gezondheidszorg voor de samenleving
die door gewenst gedrag en effectievere gezondheidszorg kunnen worden
terug gedrongen.
In het 1e hoofdstuk ook
aandacht voor he fenomeen dat door de overheid gefinancierde goede
doelen vaker (want vereist) impact meten, dan goede doelen die vooral
door particulieren worden gefinancierd. (in Nederland o.a. e
gezondheidsfondsen). In Hoofdstuk 2 viel mij de % bestedingen
aan impactmeting op: Volgens een OECD onderzoek uit 2007 gemiddeld
0,5-1% van het activiteitenbudget bij wat grotere
ontwikkelingsprojecten maar bij kleinere zo'n 2-5%. Bij experimentele
projecten is het verdedigbaar dat een aanzienlijk deel -tot wel een
derde(!)- gereserveerd wordt Noot van de Blogger:
maar welk project is tegenwoordig niet innovatief?
Prof Ruben schat 1 tot 2% van het
budget van de gehele organisatie reeel omdat organisaties gefundeerde
verwachtingen zullen hebben over de impact.
In hoofdstuk 3 worden
meetsystemen behandeld, op pag
7 en 52 een vergelijking van 6 meetmethoden en hun prestaties op
theory of Change,
SMART-indicatoren, de beginsituatie, Context/Attributie en het
Meetmodel. Het begint met de Social Return on Investment SROI methode
waarbij ik het opvallend vindt dat er staat deze 'momenteel
in toenemende mate gebruikt (wordt) door bedrijven' (pag 40). De SROI
methode is de enige die in haar 7 principes ook financiële
aannamen en resultaten verifieert. De SROI methode kan zowel
evaluerend als voorspellend worden toegepast. Meer in: IINieuws 15sept12 Alfabet soep
Volgens
de meetmethoden matrix komen PIA, the Particpatory Impact
Assesment en de Log map het beste uit de bus (meeste +-en). PIA
kijkt naar veranderingen in lokale gemeenschappen sinds de start van
een project en welke aanwijsbaar door de activiteit komen. Men
gebruikt kwalitatieve indicatoren en de participatie van de
deelnemers/doelgroep. Het Logical Framework is een matrix
model op basis van input-output-outcome-impact en op de y-as een
hiërarchie van doelen,
verifieerbare indicatoren, verificatie middelen en aannames. De
matrix bevat een samenvatting van het project dat de vragen
beantwoord waarom het project wordt uitgevoerd en welke impact het
zal hebben. Dit model wordt veel gebruikt door NGO's en
overheidsinstellingen om hun subsidie-aanvragen / beleidsvoorstellen
te presenteren mn voor ontwikkelingssamenwerking en oa gebruikt in de
Europese Unie.
Financiers
schrijven uiteraard ook meetmethoden voor, waarbij ruwweg onderscheid
gemaakt wordt tussen: procesmethoden, impactmethoden en
monetaire methoden (Noot van de Blogger:
waarvan de laatste m.i. relevant is voor maatschappelijke impact
meting.)
Vermeldenswaardig
vind ik de opmerking op pag. 56 in paragraaf 3.3.1 over attributie,
het toerekenen van resultaat aan een activiteit. Alleen al het
vermelden van mogelijk (externe) factoren en partijen die van invloed
kunnen zijn (geweest) op de uitkomsten van een activiteit een beter
en eerlijke beeld kunnen geven op de bijdrage van een goede doelen
organisatie.
In
Hoofdstuk 4 gaat het
over verantwoording en leren van resultaat- en impactmeting. Ook de
externe communicatie met belanghebbenden en donateurs komt aan de
orde. Het CBF, Centraal Bureau Fondsenwerving, dat elk jaar van ruim
duizend goede doelen de inkomsten en bestedingen registreert ziet
vooral output rapportages en veel minder 'een
klein deel' outcome
(vermoedelijke effecten). Het citeert op pag 64 Nicholls et al als
het stelt dat specifiek voor de monetaire rapportage die onderdeel is
van de SROI methode daar weinig waarde aan gehecht moet worden en een
beschrijving van de behaalde verandering en de participanten
veelzeggender zijn. Noot
van de Blogger:
dat lijkt nogal in tegenspraak met het groeiend gebruik door
bedrijven hierboven.
Een
goede evaluatie geeft
begrijpelijke informatie over de klassieke communicatie
informatievereisten: wat, waarom, wie, hoe, waar en wanneer?
Evaluaties verdwijnen in lades als zij geen antwoorden geven op
vragen van belanghebbenden, niet aansluiten bij de doelgroep(en),
onbegrijpelijk of onduidelijk zijn, de timing niet zinvol is in
relatie tot besluitvorming, de uitkomsten te veel uitdaging en te
weinig antwoorden en aanbevelingen bevatten. De Development
Assistance Committee (DAC) van de OECD beveelt 5
criteria aan voor
evaluaties: relevantie van de activiteit, effectiviteit, efficiëntie,
impact en duurzaamheid of lange termijn effecten van de activiteit.
Voor
het communiceren met
belanghebbenden
staat op pag 70 een korte checklist: wat is het doel?, wie zijn de
belanghebbenden?, wat zijn de belangrijkste boodschappen?, hoe kunnen
de belanghebbenden het best worden bereikt?, wat is hun
informatiebehoefte? Hoe om te gaan met gevoelige of negatieve
resultaten. Communiceren
met donateurs over
impact en resultaten wordt mede-geïnspireerd
door de verwachting dat daarmee het gestaag afnemend vertrouwen en
geefbereidheid weer zullen toenemen. Critici wijzen op de
ongefundeerdheid van deze aanname en de extra (overhead) kosten van
impact en resultaatmeting. Het CBF presenteert ook nog 3 typen
donateurs naast de traditionele donateur, het zijn de calculerende
burger (beloon me),
de betrokken donateur (inspireer
me) en de sturende
donateur (betrek me).
Noot
van de Blogger:
Allen lijken mij gevoelig voor impact comunicatie maar met een toon
en insteek op het type.
Tot
slot 4
aanbevelingen:
– Veranker
resultaat- en impactmeting in de organisatiecultuur;
– Maak
budget vrij voor resultaat- en impactmeting;
– Zet
ook eenvoudige instrumenten en best
practices op de
onderzoeksagenda;
– Leer
van elkaars ervaringen en werk samen.
Het
CBF wil met de publicatie impactmeting professionaliseren en
implementeren om zo de bestedingen nog beter te kunnen verantwoorden.
Evaluaties zijn al een belangrijk onderdeel voor toekenning van het
CBF keur en het CBF certificaat voor kleine goede doelen en het
procesmatig meten van resultaten en impact. Maar
het zal 'geen vergaande inhoudelijke eisen stellen aan goede doelen
die het keur of certificaat hebben'. .. 'Organisatie blijven vrij in
de manier waarop zij evaluaties binnen hun processen en activiteiten
en de mate waarin zij hierin investeren en er extern over
communiceren'.
Nawoord
van de Blogger:
Ik ken het CBF als een innoverende organisatie die door het
''organisch'' ontwikkelen van de CBF toetsing, het keur en
certificaat de professionalisering van de goede doelen sector
stimuleert. Dat het CBF impactmeting aanmoedigt, maar nog niet verder
uitwerkt in haar werk vind ik jammer als impact investing promotor.
Maar als het CBF van mening is dat de tijd hiervoor nog niet rijp is,
is dat een belangrijk signaal en niet echt verrassend op basis van de
gesignaleerde beperkte praktijk van impact evaluaties binnen de
sector. Kennelijk is de tijd hiervoor nog niet rijp en daarnaast is
impactmeting als specialisatie nog volop in ontwikkeling, getuige de
presentatie en sterkte-zwakte analyse van diverse modellen. Of de
overheid hierin het voortouw moet en kan met beleid of geld nemen is
een derde factor die zowel aanhangers als tegenstanders op de been
brengt.
Belangrijker
is de vraag in hoeverre goede doelen in staat zullen zijn hun
doelstellingen te realiseren zonder impact evaluaties en het
ontwikkelen van activiteiten die door hun impact kunnen opschalen
door grote kapitaalstromen aan te trekken voor het maatschappelijk
tekort dat zij willen oplossen.
Voor
de impact investor die open staat voor initiatieven van Nederlandse
goede doelen om in te investeren btekent dit hoogstens dat het aambod
beperkt zal blijven maar initiatieven als die van de Nierstichting
IINieuws 1juli13 en St Else IINieuws 1 en 15juni13 geven aan dat er
interessante initiatieven plaatsvinden waarvoor investeerders worden
gezocht.
Met
dank aan Adrie Kemps van het CBF die mij exemplaar van de publicatie
gaf. Ik begreep dat bij het cbf
online digitale exemplaren te downloaden zijn. Gedrukte exemplaren
zijn te bestellen door 20 euro over te maken op rekening ING rek 11
75 34 CBF Amsterdam o.v.v. naam, adres en woonplaats.
CSR's
New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of
Impact Economy,
Maximilian
Martin
University
of St. Gallen (1April2013) of
Impact Economy Working Papers
ImpactEconomy/CSRNewDeal of (Academic) Papers.SSRN.com
CSR New Deal
CSR New Deal
Dr
Maximilian Martin, auteur van het vorige week gelezen Making
Impact Investible, een lobby paper voor de G8 publiceerde in
april CSR's
New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of
Impact Economy.
Ditmaal is de doelgroep CEO's en Boards van grote multinationale
corporaties of misschien wat lager in de hiërarchie
de director CSR Corporate
Social Responsability.
Met zijn Impact Economy adviseert Dr Martin (grote) bedrijven bij hun
toekomststrategieën
en deze keer kiest hij daarvoor CRS als insteek.
Noot
van de Blogger:
verrassend: deze had ook ESG 2.0 kunnen zijn, of afhankelijk van de
sector waarin en onderneming opereert; Compliance,
toekomstverkenningen & risicoanalyses, Energie, grondstoffen- en
afvalbeleid & risicoanalyse of voor een dienstverlener misschien
wel HRM (human resource management) en the next generations...
Dr Martin kiest voor CSR als kapstok om zijn visie te presenteren en onderscheidt verschillende traditionele varianten: 'Compliance' CSR (voldoen aan wettelijke eisen, maar in het ongunstigste geval at minimum costs), Corporate filantropie (lokaal of overal waar geproduceerd wordt goed doen*) of thematische en strategische corporate filantropie (gericht op een kernactiviteit/regio). De laatste 2 vormen vinden vooral plaats als er geld voor is of wordt vrijgemaakt. De doelstelling is bijvoorbeeld, consumenten of wetgever goodwill of tegemoetkomen aan signalen en protesten van NGO actievoerders.
Dr. Martin pleit voort moderne CSR waarvan de scope toeneemt, maar ook de business opportunities en innovatie. Hij onderscheid hier: Value based CSR, Strategic CSR, Integrated CSR en New Deal CSR. Deze zijn gericht op innovatieve innovatie (dus anders dan door traditionele marketing en R&D toepassing) èn waardecreatie.
Value based CSR omvat de activiteiten gebaseerd op de visie en de missie van de onderneming, resultanten van de ideeën van de oprichter; eigenaars; werknemers; het werkterrein etc. Tegenwoordig vaak vergelijkbaar in ESG (Environment, Social en Governance) prestatiemetingen. Ofwel Is er beleid? Wat zijn Key Prestatie Indicatoren en de prestaties? Van Greenwashing en duurzaamheidsverslagen als PR instrument is dit tegenwoordig een investor relations instrument geworden, waar nog wel wat aan te verbeteren valt. Noot van de Blogger Zie Karen Maas et al in 'Eumedion kritisch over ESG rapportages' IINieuws1sept12.
Dr Martin kiest voor CSR als kapstok om zijn visie te presenteren en onderscheidt verschillende traditionele varianten: 'Compliance' CSR (voldoen aan wettelijke eisen, maar in het ongunstigste geval at minimum costs), Corporate filantropie (lokaal of overal waar geproduceerd wordt goed doen*) of thematische en strategische corporate filantropie (gericht op een kernactiviteit/regio). De laatste 2 vormen vinden vooral plaats als er geld voor is of wordt vrijgemaakt. De doelstelling is bijvoorbeeld, consumenten of wetgever goodwill of tegemoetkomen aan signalen en protesten van NGO actievoerders.
Dr. Martin pleit voort moderne CSR waarvan de scope toeneemt, maar ook de business opportunities en innovatie. Hij onderscheid hier: Value based CSR, Strategic CSR, Integrated CSR en New Deal CSR. Deze zijn gericht op innovatieve innovatie (dus anders dan door traditionele marketing en R&D toepassing) èn waardecreatie.
Value based CSR omvat de activiteiten gebaseerd op de visie en de missie van de onderneming, resultanten van de ideeën van de oprichter; eigenaars; werknemers; het werkterrein etc. Tegenwoordig vaak vergelijkbaar in ESG (Environment, Social en Governance) prestatiemetingen. Ofwel Is er beleid? Wat zijn Key Prestatie Indicatoren en de prestaties? Van Greenwashing en duurzaamheidsverslagen als PR instrument is dit tegenwoordig een investor relations instrument geworden, waar nog wel wat aan te verbeteren valt. Noot van de Blogger Zie Karen Maas et al in 'Eumedion kritisch over ESG rapportages' IINieuws1sept12.
Strategische
CSR: is gericht op nieuwe
of
(nog) niet
aangeboorde vraag van de markt Noot
van de Blogger
dat kunnen zg Megatrends zijn voor
multinationals, die echter
een lange termijn horizon hebben en zich lokaal/regionaal zeer
verschillend kunnen
ontwikkelen.
Integrated CSR: is gericht is op -1- nieuwe vormen van samenwerking bij het ontwikkeling van nieuwe diensten of producten, -2- het integreren van CSR principes in de handelsketen en -3- het ontwikkelen van productie clusters (?) die shareholder en stakeholder value produceren.
De voorgestelde New Deal gaat een stap verder en is gericht op echt duurzame handelsketens (cradle to cradle?), samenwerking met social entrepreneurs met disruptive value creation opportunities at the grassroots level, of (corporate) impact investing in nieuwe duurzame producten en / of dienstverlening. De pioniers in dit gebied plukken al de vruchten en zullen hun voorsprong behouden. De twijfelaars blijven hangen is een kostenperspectief waardoor innovatieve CRS en ESG voorbehouden zijn aan de grote ondernemingen in de sector, de leiders. Let op: Resultaten zullen afhangen van de onderneming(en), sector(en), regio's etc, betrokkenheid van allerlei actoren, dwars door sectoren effect(en) hebben en niet snel te kwantificeren zijn als waardevermeerderend.
Integrated CSR: is gericht is op -1- nieuwe vormen van samenwerking bij het ontwikkeling van nieuwe diensten of producten, -2- het integreren van CSR principes in de handelsketen en -3- het ontwikkelen van productie clusters (?) die shareholder en stakeholder value produceren.
De voorgestelde New Deal gaat een stap verder en is gericht op echt duurzame handelsketens (cradle to cradle?), samenwerking met social entrepreneurs met disruptive value creation opportunities at the grassroots level, of (corporate) impact investing in nieuwe duurzame producten en / of dienstverlening. De pioniers in dit gebied plukken al de vruchten en zullen hun voorsprong behouden. De twijfelaars blijven hangen is een kostenperspectief waardoor innovatieve CRS en ESG voorbehouden zijn aan de grote ondernemingen in de sector, de leiders. Let op: Resultaten zullen afhangen van de onderneming(en), sector(en), regio's etc, betrokkenheid van allerlei actoren, dwars door sectoren effect(en) hebben en niet snel te kwantificeren zijn als waardevermeerderend.
SPOTLIGHT
(Corporate)
Impact Investing is
business ontwikkeling is specifieke impact gebieden i.t.t. Corporate
Venturing; het ontwikkelen van nieuwe business activiteiten en
Strategische CSR; gericht op nieuwe vraag. Vraag
van de Blogger:
impact gebieden zijn meestal gericht op basisbehoeften, evt.
onvermijdbare behoeften van mensen? Belangrijk
is:
Focus: geen ideeënbussen, maar gericht interne innovatiekracht en deskundigheid aanboren voor het vernieuwen van de kernactiviteiten en het businessmodel. Kijk naar buiten voor een umfeldanalyse, de context van de situatie en onvermoede -niet zakelijke- factoren in de markt(en). Alleen deze focus leidt naar het ontwikkelen van een (lange termijn) oplossing, geen nieuw, tijdelijk 'project'.
Focus: geen ideeënbussen, maar gericht interne innovatiekracht en deskundigheid aanboren voor het vernieuwen van de kernactiviteiten en het businessmodel. Kijk naar buiten voor een umfeldanalyse, de context van de situatie en onvermoede -niet zakelijke- factoren in de markt(en). Alleen deze focus leidt naar het ontwikkelen van een (lange termijn) oplossing, geen nieuw, tijdelijk 'project'.
Ga
voor 'ontwrichtende
vernieuwing' in het
aanpakken van groeibarrières
en
bottle necks in de
handelsketen, test nieuwe businessmodellen, óók
op schaal uit en werk (liever) met nieuwe partners.
Werk
(alleen) op basis van steun
aan de top van de
onderneming, met gedreven deskundige mensen, geduldig kapitaal en
zekere risicobereidheid.
Evalueer
& communiceer.
Noot
van de Blogger
ik heb werk met nieuwe partners, test en schaal-op hier weggelaten
omdat dit al onder 'ontwrichtende
vernieuwing'
staat. Mbt nieuwe partners wordt wel nadrukkelijk gewezen op kleine,
jonge, vernieuwende ondernemingen. M.i. dus niet traditioneel
strategisch in de zin van marktaandeel, marketing synergie of de
handelsketen. Dat kan ook een (bedrijfs)overname zijn, niet alleen
een samenwerking. NB2
Dit concept werd eerder beschreven in IINieuws15april13
The
Future of Impact Investing: corporate II?
Voor
meer informatie over CSR en Impact Investing (Paper)
Impacteconomy/world-CSR-day-2013
feb2013.
*Denk aan Philips voor haar personeel en de regio Eindhoven, maar ook aan de vanLeerGroup Foundation die overal waar haar fabrieken staan (onderzoeks) projecten voor kinderen doet. Lees vooral De-Aartsvaders van Wim-Wennekes over de eerste Nederlandse grootondernemingen en hun sociaal beleid.
*Denk aan Philips voor haar personeel en de regio Eindhoven, maar ook aan de vanLeerGroup Foundation die overal waar haar fabrieken staan (onderzoeks) projecten voor kinderen doet. Lees vooral De-Aartsvaders van Wim-Wennekes over de eerste Nederlandse grootondernemingen en hun sociaal beleid.
Bron:
(Academic) Papers.SSRN.com
CSR's
New Deal: A Blueprint for Your First Hundred Days in the World of
Impact Economy,
Maximilian
Martin
University
of St. Gallen (1April2013) of
Impact Economy Working Papers
ImpactEconomy/CSRNewDeal
In search of Gamma: an unconventional
perspective on impact investing. (31jan13) Uli
Grabenwarter en Heinrich Liechtenstein voor IESE
Business School, Universiteit van Navarra, Spanje. In samenwerking met Family
Office Circle Foundation. Met de visies ervaringen van 60 impact
investors en onder
de geïnterviewden relatief veel Single Family
Offices die volgens de auteurs een belangrijke innovatiekracht zijn
in de investeringsmarkt.
Onconventioneel
De
titel geeft al aan dat de auteurs wat huidige visies op impact
investing (II) onder de loep nemen, maar ze komen ook met een simpel
en slim voorstel voor de eindberekening van de kosten van impact
in relatie tot de kapitaal investering (het gamma uit de
titel). Noot van de Blogger: In
2,5 jaar onderzoek en inventarisatie is dit de eerste keer dat ik
zo'n eind doorwrocht meetmodel tegenkom. De impactkosten:
bijvoorbeeld bij impact doel werkgelegenheid de monetaire
investering delen door het anatal gecreerede werkplekken, is snel
gemaakt maar bevat niet de complete investeringen. De nadruk op het
meerekenen van alle kosten (denk aan scouting, due diligence,
mede-investeerders zoeken, begeleiding, netwerkintroductie etc) is
het stuk is dan ook waardevol.
5
kenmerken van II
De
visie van de auteurs is II pas II als voldaan wordt aan 5
voorwaarden: -1- het winst heeft als doel; -2- er een
positieve correlatie is tussen het financiële rendement en de
(sociale of milieu) impact; -3- als de impact vooraf beoogd en
concreet geformuleerd is, -4- als de impact meetbaar is en -5-
als de impact positieve waarde heeft voor de samenleving. Collateral
damage, ongewenste neveneffecten analyse is ook een onderdeel van
de impactmeting, maar ook reactie effecten zoals minder budget voor
een doel vanuit andere bronnen. De rest is gewoon filantropie.
Impact
first II ≠
II
Financieel
rendement opofferen
voor
impact is mogelijk, zolang en maar een positieve relatie is en het is
slechts een keus
van de investeerder
maar
niet
functioneel.
Het opofferen van financieel rendement is eerder een obstakel voor de
ontwikkeling van impact investing dan een groeiversneller zoals veel
wordt beweerd. Noot
van de Blogger:
Dit in tegenstelling tot de visie dat om prille of zelfs niet
bestaande impact investing markten te ontwikkelen rendement moet
worden opgeofferd zoals bijvoorbeeld het Omydiar netwerk doet
'Priming the pump' IINieuws
15okt12. Zie ook mijn column in IINieuws-1mrt13
of de PAGINA Mopperen
op marktverstoring.
Een
opvallende constatering van de onderzoekers was dat daar waar impact
investors meer gericht zijn op financieel rendement er een
positieve relatie is met de bereikte impact. De bijna
verplichte opoffering van rendement voor impact kon niet bewezen
worden. Investeerders kijken niet alleen naar (potentieel) rendement
maar ook naar de marktperspectieven, het business model, het team,
mede investeerders etc. Nogal ontmoedigend is de constatering dat de
verwachte returns en gerealiseerde returns soms ver uiteenliepen,
maar er was geen relatie met de bereikte impact. Een waarschuwing:
de hoog rendement zoekers, II 'probeerders' en give-back-to society
'gemotiveerden in dit onderzoek scoorden slecht.
Succesfactoren
- Definieer je impact doel/sector (door gerichte oriëntatie beter deal aanbod* en staff);
- Due diligence = beoordeel business model mogelijkheden en de correlatie van rendement en impact (en het bereik en de omvang van de investering(en);
- Zorg voor markt en sector kennis / marktonderzoek;
- II portfolio = (ook) diversificatie naar sectoren en spreiding van assets(classes);
- Succesvolle impact investors hebben een extra antenne voor de kapitaal intensiteit van impact.
- * Toegang tot goede (priviliged) deals, goede deal sourcing en screening;
- Steek tijd in advies en coaching van de investees;
- Stel vooraf impact KPI's (Key Performance Indicators) vast;
- Stel de exit strategie vroeg vast (Incl impact waarde en garantie, kies debt boven equity);
- Wees realistisch over risico's zoek benchmarks;
- Wees transparant: budgetteer kosten (due diligence, impact assessment etc.);
- Out-source: de extra kosten van II zijn te hoog (door de kleine deal size) voor eigen II teams.
Case
Aeris
Aeris
de investeringsmaatschappij van SAP oprichter Klaus Tschira heeft als
visie: investeer in unavoidable & unmets needs, DE
value driver Op basis van megatrends kiest het voor
(duurzame) energie, vergrijzing en de land- en bosbouw omdat deze
essentieel zijn voor mensen. (pag 23-24).
Gamma
De
correlatie tussen rendement & impact
II
heeft dezelfde traditionele succes factoren als gewone investeringen
PLUS continue impact assessment. Het uitblijven van een functioneel
impact meetsysteem (?) is een obstakel en daarom presenteren de
auteurs een eigen impact-naar-investering-meting-model. Dus geen
nieuwe impact meetmethode, maar de eindsom voor investeerders: waar
levert mijn geld het meeste impact op? In hun voorgestelde Gamma*
meetmethodiek wordt een multiplier factor toegepast op rendement en
impact kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van II. NB
I.t.t. de
gebruikelijk opvatting definitie van Gamma m.b.t. het effect van
koerswijzigingen op opties gaat het hier dus om Gamma als
impactfactor. Hoofdstuk
7 gaat
over deze nieuwe methodiek inclusief een wiskundige formules op pag
44 en de Annex
van pag 52-57. Noot
van de Blogger:
Eerlijk gezegd begrijp ik geen bal van de formules, maar
de bouwstenen zijn logisch: op basis van het Capital Asset Pricing
Model (CAPM) is de formule opgebouwd uit, expexted rate of return,
risk free rate of return, return of the market rate return en voor
impact: target impact en achieved impact. De gestandaardiseerde
(benchmark) gamma is 1 en dan is de beoogde impact bereikt. Bron:
papers.ssrn.com
(64pag) Als Power
Point op
Slide Share net Creating-value-towards-impact-investing
Of
EVPA
resources: EVPA/IESE_impact-investing
Investing
for Good is opgericht in 2004 en wordt geleid door Geoff Burnand op
grond van de visie dat positief gebruik van geld de wereld kan
veranderen. Het doel is een financieel systeem creëren waarin
investeerders kunnen investeren in activiteiten met toegevoegde
maatschappelijke waarde (impact).
The
Good Investor is facilitator voor social bonds en heeft oa de Scope
Charity Bond gelanceerd die wil uitgroeien naar 20 miljoen UK£.
Scope publiceerde eind 2012 haar eerste impact report: (pdf 23pag.)
GoodAnalyst/SCOPE2012.
Het staat op de site van de neven/zusterorganisatie The Good Analyst.
Geoff Burnand is ook daar CE(O) en de andere 2 teamleden Adrian
Hornsby en Gabi Blumberg schreven afgelopen januari deze gids voor
impact investors die is uitgegeven door the Good Investor in
partnership with NPC and The SROI Network. Ik
karakteriseer het als een
fundamentele
analyse benadering
van de investeringsbeslissing.
Opzet
De
gids is een verzameling vragen (checklists), gemaakt rond 5 kritieke
momenten: (na planning), -1- screening&mapping, -2-
analyse, -3- decision&dealmaking, -4-
monitoring&evaluating en tot slot -5- reporting.
De
checklist vragen/onderwerpen zijn samengevat op de beginpagina's
(p.x).
1
Kijkt naar de missie en de bedrijfsvoering (governance), de
aanwending van het extra kapitaal, impact track record en
transparante impact rapportage.
Mapping
vat ik hier kort samen met het marketingplan, het verdienmodel en de
financiële bedrijfsvoering en kengetallen (p.11).
2
Analyse (20 pag) kijkt naar het
impact plan en of dat
net zo gedetailleerde is opgezet als het bedrijfsplan; naar het
impact risico,
is het: expliciet, beargumenteerd, geïntegreerd, haalbaar,
gebaseerd op bewijs (trackrecord, research) en levert het meer bewijs
(metrics)? Het vraagt naar de impact generation:
de direct bereikte mensen en de
korte en langere termijn en schaal-effecten (gemeenschap, sector,
land). Voor Impact bewaking (proces, resultaat, transparantie en
rapportage) moet iemand (eind)verantwoordelijk zijn. Ook wordt
gekeken naar de investor impact:
omvang van de investering binnen de investee, versterkt het de
organisatie en heeft het effect op de omvang, verdere toegang tot
kapitaal, haar expertise en netwerken. (p.17-18)
3
Weeg en beoordeel het impact
risico, impact creatie, financieel risico en financieel rendement.
Draagt de investering bij aan de impact doelen van de investor, is
dat meetbaar, hoe worden de prestaties gemonitord, gerapporteerd en
benut? Als de impact niet gerealiseerd wordt, wat zijn dan de
mogelijkheden? Bijvoorbeeld als impact achterblijft of een
noodzakelijke voorwaarde of tussen-doel niet gerealiseerd wordt,
bijvoorbeeld een fair trade of biologisch keurmerk, dat de
omzet(prognose) beïnvloedt. (p.40).
4
De Monitoring&evaluating
checklist
kijkt
naar het correct gebruik van de investeringskapitaal,
voortgangsrapportages, de bereikte impact zowel kwalitatief als
kwantitatief en het toekomstperspectief; de ontwikkeling van het
risicoprofiel. (p.48-49)
5
Rapportage
vraagt net investeerders zo actief
en kritisch over zichzelf te rapporteren als van investees wordt
gevraagd. Impact Investor Reporting is idealiter gebaseerd op de
volgende principes: helderheid over deactivityeiten/ portfolio en de
rol van de verschillende activiteiten/investeringen; (online)
toegankelijkheid en begrijpelijke presentatie; transparantie in
resultaten en data; accountability en verslaglegging naar investees,
(mede)investeerders en stakeholders;
toetsbaarheid van de rapportages; en evenredige vertegenwoordigheid
van investeringen en investees
in de portfolio (p.61)
Conclusie
De
Guide is een handig checklist en vragen overzicht met toelichtingen.
De lat ligt hoog, best practices, ook voor het beleid van de impact
investor.
2012
PATH
TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An
ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact
investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful
Investors Rapport:
ImpactAssets/issue-briefs
Bron:
Impactassets/Brief
9
(pdf, 9 pag)
PATH TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful Investors. De 9e Issue Brief en deze keer een lichtvoetige die onderstreept dat impact investing misschien wel hip en hot is maar niet nieuw. Jed Emerson interviewt Stuart Rudick die zijn carrière als impact investor begon in 1980, 25 jaar voordat het marketing label impact investing werd uitgevonden.
De beslissing om impact investor te worden privé of professioneel is vaak een persoonlijke, op basis van normen, waarden en (toekomst)visie. Ook bij Stuart Ruddick maar hij had het geluk dat hij bij zijn eerste baan bij een kleine beurshandelaar een familiebedrijf zich meteen al kon richten op onderzoek en investeringen in bedrijven die zich bezig houden met water hergebruik, recycling en energie efficiency. Hij kwam binnen 10 jaar binnen als partner bij Bear Stearns (bank en effectenhandelaar*) en investeerde daar in bedrijven met positieve social impact. Een milieublad, landbouw technologie gericht op vermindering van water- en pesticide gebruik en het eerste venture fund voor technologische oplossingen voor het milieu. Hij focuste steeds meer op gezond leven en de duurzame community en industrie (in US). Achteraf gezien is volgens Rudick de sleutel voor succes: het (senior) management team, want investeren doe je in mensen niet alleen in producten, ideeën of technologie.
Zijn huidige investeringsmaatschappij, Mindful Investors Lmt, ziet veel aanbod van deals, maar veel in een vroeger stadium dan zij er in willen investeren. Daarom monitoren zij hun groei en vooruitgang, tot ze rijp zijn voor groeikapitaal investering. Risico hoort bij investeren, dus ook bij impact investing. Zijn keuze is om alleen te investeren in bedrijfstakken en bedrijven waar hij een persoonlijke passie voor heeft en deskundigheid. Maar vooral investeert hij in teams waarmee hij een sterke (vertrouwens)band heeft en in hun vermogen een succesvol bedrijf met social impact te bouwen.
Impact bereikt Rudick door zich te verzekeren van toewijding aan social impact van het management team, maar ook door zelf zitting te nemen in de board (directie of toezicht) en een nauwe relatie met het senior management. Rudicks investeringsfonds was een van de eerste B Corps (fiscale faciliteit in de VS voor duurzame bedrijven) en hij moedigt zijn investees aan om ook B Corps te worden en social impact beleid te implementeren. Opvallend is dat Rudick zegt helemaal geen lagere rendementen te hebben hoeven accepteren voor social impact investments, zijn sociale ondernemingen hebben het juist beter gedaan dan de markt.
Terugkijkend schetst Rudick een periode van exclusie van sin stocks in de jaren 70, enthousiasme voor socially responsible investments in de jaren 80, zoals groene energie. De venture kapitalisten die daar in stapten hadden echter geen kennis van die markt en presteerden minder goed dan de markt. Nu ziet hij een breed scala van mogelijke impact investeringen in microkrediet, landbouw en consumenten producten die winstgevend en impactvol willen zijn.
Investeerders die
willen beginnen met (private equity) impact investing adviseert
Rudick om te beginnen bij het management team, maar ook actief
betrokken te zijn bij de onderneming en investeringen te spreiden
over meerder bedrijven of in een social impact investeringsfonds te
stappen. De sectoren die hij de komende jaren het meest interessant
vind zijn: landbouw en water en nieuwe technologieën
om productie en efficiency te verhogen.
Stuart Rudick is oprichter en partner van Mindful Investors, L.P., een hybride publiek en privaat market hedge fund. Hij heeft 30 jaar ervaring als impact investor. Jed Emerson is Chief Impact Strategist bij ImpactAssets, een non profit organisatie voor impact investing. Hij is senior adviseur van 2 families die ''total portfolio” impact investment nastreven en al jaren actief binnen het terrein van impact investing.
*
Ondergegaan in de US kredietcrisis van 2008 en overgenomen door JP
Morgan.
PATH
TO IMPACT: On Becoming an Impact Investor An
ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact
investing Featuring an interview with Stuart Rudick, Mindful
Investors Rapport:
ImpactAssets/issue-briefs
Bron:
Impactassets/Brief
9
(pdf, 9 pag)
Present risks, future rewards: Shared Reflections on Building the Market for Impact Investing, ImpactAssets issue brief exploring critical concepts in impact investing nr 8, door Jed Emerson en (collega) Lindsay Norcott (2012 of later)
In IINieuws 15juni13
Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener die is opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice-president en auteur van de IA Issue Briefs is Jed Emerson, bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing, Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen. Deze Issue Brief is een eigenlijk korte update van dit boek.
II
fast forward
In
het voorwoord memoreren de auteurs hoe hard impact investing zich
ontwikkeld heeft de afgelopen 3 jaar. Er zijn investeringsproducten
ontwikkeld om impact kapitaal aan te trekken, er is een
infrastructuur gecreëerd voor efficiënte bemiddeling en
nieuwe organisaties ondersteunen sociale ondernemers bij de creatie
van de II pipeline en de potentiële
deal flow voor impact investors. De effectieve branding van impact
investing, heeft het beeld een beetje vertekend, er is sprake van een
hype en ondanks de zwakke -zich nog ontwikkelende- schakels in het
fenomeen is het enthousiasme groot.
II
struikelblokken
Toch
is er natuurlijk ook sprake van kinken in de kabel. Welk middel is
geschikt voor welke taak/stap?; er is vrees dat middelen voor II
worden ingezet en onttrokken aan aanpalende aandachtsgebieden; de rol
van de filantropische sector als mede investeerders/subsidiegever
wordt onderbelicht; en er is angst voor mission drift: onderweg
raakt II verwijderd van de oorspronkelijke doelstellingen. Noot
van de Blogger: Afhankelijk van de
doelstellingen kan dat zijn het bedienen van de BoP, het miljard
armste mensen op aarde, het wegnemen van falende marktmechanismen,
optimale impact door opschaling en financieel rendement dat bij
voorkeur revolverend wordt benut.
Het
advies van de auteurs: wees bedachtzaam; beoordeel hoe de ter
beschikking staande middelen optimaal benut kunnen worden; houd
rekening met de (machts)verhoudingen tussen de investee
en de investeerder en erken dat II geen wondermiddel is, maar een
instrument dat kan bijdragen aan he6t oplossen van maatschappelijke
tekorten.
From
here to eternity and beyond
Verwijzend
naar de II ''gids'' van het Monitor Institute uit 2009 ''Investing
for Social and Environmental Impact'' (zie
IINieuws
24mrt11
en
IINieuws
4april11
of
monitorinstitute/InvestingforSocialandEnvImpact
(pdf) bespreken
de auteurs vervolgens de 4 aspecten voor een bloeiende II sector:
het
vergroten van de deal flow
(door
capacity-ontwikkeling bij sociale ondernemingen);
het aanboren van kapitaalbronnen;
door
de pionierskloof met ''enterprise (venture) philantrhropy'' te
overbruggen, het belang van ''Seed
stage'' investeringen (< 100,000 US$) te benadrukken en door
filantropisch kapitaal te ontsluiten o.a. door de fiscale voordelen
van Programme Related Investments in de VS, door institutionele
investeerders aan te trekken door overheidsbeleidswijzigingen, door
overheidsfinanciering voor intermediairen, door belastingvoordelen
voor impact investing, door het ontwikkelen van II-producten voor de
publieke markt;
het verbeteren van de bemiddeling en coördinatie (door
creatief
en compleet
-toereikend- kapitaal
te benutten, geavanceerde ''deals-structuring'' en “stacked”
kapitaal. Denk aan slow kapitaal, hybride vormen van investeren en
subsidiëren,
Blogger: revolverende fondsen? En overkoepelende
investeringsstrategieën
die 'impact' als doel hebben en allerlei mogelijke investeringsopties
benutten), de creatie van umfeld analyses en het uitwisselen van
informatie;
het bouwen/ontwikkelen van een infrastructuur voor de II sector
(besteedt
anadacht aan human resources: talentontwikkeling en incentives, het
uitbouwen van deal-brokering
mogelijkheden, aanvullende
inventarisatie van effectieve impact incentives, beloningen,
benchmarks en risico/rendement prijsstelling, doorgaan met
de
ontwikkeling en het gebruik van Impact
Reporting & Investment Standards
(IRIS)
met de nadrukkelijk opmerking niet langer af te wachten tot alles af
en perfect is maar mee te werken aan de ontwikkeling van verbeterde
effectieve meetsystemen en oog te hebben voor oa de SROI Social
return on Investment methodiek.
Samenvatting
Er is veel werk te
doen, maar veel verschillende stakeholders zetten hun talenten en
assets in om II te ontwikkelen. Ondanks de snelle sprint van
de afgelopen paar jaar, is de ontwikkeling van II een marathon. Af en
toe een pauze om het afgelegde traject te overzien en de strategie
voor het volgende deel bepalen zal blijvend resultaat hebben.
Website
impactassets/issue-briefs
Rapport
(18pag,
pdf) Impactassets/IssueBrief8:
Present
Risks, Future Rewards:
Shared
Reflections on Building the Market for Impact Investing jed Emerson et al.
Increasing impact and enhancing returns: Impact Assets issue brief nr7, Integrating Publicly Traded Water and Agribusiness Equities into Impact Investor Portfolios, Jed Emerson en Steve Falci (2012?, zd)
Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener die is opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson, bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws
15okt2011 of
PAGINA Gelezen-bronnen.
Impactwashing?
Dit
issue brief bekijkt Impact investing (II) beleggingsopties in water
en agribusiness
op publieke
beurzen.
II en publieke beleggings-opties kennen 2 uitdagingen, de eerste is
heeft II wel impact
binnen de kapitaalstromen van een (waarschijnlijk multi-nationale)
onderneming? En: bieden publieke beurzen aantrekkelijke impact
investeringsopties? II in de klassieke definitie betreft vaak een
Private equity investeringen-op-maat, maar voor een uitgebalanceerde
portefeuille vormt II op publieke beurzen in duurzame bedrijven een
waardevolle en effectieve aanvulling.
Noot
voor de Blogger:
en voor de kleine belegger een onontkoombare keuze, omdat private
equity investeringen voor hen weinig aantrekkelijk zijn muv wellicht
het micro aanbod van crowdfunding-platforms maar daar is de
verhandelbaarheid weer beperkt. Ergo investeren in publieke duurzame
liefst best-in-class fondsen is voor de kleine belgger mert imapct
ambities een gegeven. Of de vraag van duurzame belegger naar best-in-class fondsen de prijs opdrijft is geloochenstraft door onderzoekers van Harvard in The Impact of a Corporate Culture of Sustainability on Corporate Behavior and Performance, Working Paper 12-035 (25nov11), Harvard Business School door Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafim. In IINieuws
15jan12. In 2,5 jaar onderzoek heb ik verder (nog) geen (academische) publicaties gevonden, waarin de prestaties van best-in-class (beleggings) fondsen werden onderzocht. Ze bestaan ook eigenlijk niet (meer?). Er zijn wel wat 'duurzame' ETF-en zoals iShares
EuroStoxx Sustainability 40 (uitkerend). Daarnaast hebben we in Nederland de duurzame thematische fondsen, maar dat is ook typisch Nederlands: in Europa hebben wij met 20miljard inleg 40% marktaandeel in deze toch marginale strategie. Jed Emerson pleit met zijn focus op water en agribusiness in feite precies voor dit soort thematische strategieën. Het is dus mooi dat vanaf 2014 de (onkosten)vergoedingen voor d beleggingsfondsen zullen dalen, omdat de distributievergoeding wordt afgeschaft. Meer in het VEB Magazine van mei 2013 pag 46-49.
Duurzaam
investeren
Investeren
in duurzame of ESG gescreende bedrijven doet recht aan hun prestaties
op milieu- en sociaal gebied, en als grote multinationals die
prestaties leveren heeft dat per definitie grootschalige impact
gezien de schaal van hun bedrijfsactiviteiten Noot
voor de Blogger:
en waarschijnlijk ook een concurrentie effect binnen hun sector. Toen
Unilever haar thee lijn verduurzaamde volgde de concullega's. Meer op
IINnieuws
1aug12.
Maar
denk vooral aan de inspanningen van Unilever op het gebied van
hygiëne,
dat is een van de grote uitdagingen voor gezondheid. Als Unilever
meer zeep en tandenpasta verkoopt draagt het bijv bij aan het
terugdringen van diarree, een massamoordenaar, infectieziekten en
mondgezondheid. Meer op Unilever/gezondheidenhygiene.
Ja, de blogger heeft beleggingen in Unilever.
Toch
is duurzaam beleggen in public equity binnen
II
een onderbelicht gebied. Emerson verwijst naar het JP
Morgan/GIIN rapport
'Insight
into the Impact Investment Market ….
uit nov
2011 waarin staat dat public
equity investment
slechts een verwaarloosbare
(zijn woordkeuze)
10miljoen US$of nog geen 0,25% van de 4,4miljard US$ gerapporteerde
schuld (52%) en private equity (38%) uitmaakt. Bron:
theGIIN
of PAGINA Gelezen-bronnen-2013-2010
Noot voor de Blogger: Het is maar net welke bron je gebuikt. Eurosif onderzoek naar SRI beleggen in (West) Europa rapporteerde in 2012 6,763 biljoen Euro SRI beleggingen waarvan 283miljard Euro in best-in-class beleggingen (een ruime verdubbeling ivm 2009. Frankrijk heeft hier ruim 40% marktaandeel met 116 miljard Euro*). Verder 5,5 biljoen Euro aan norms-based (mn Scandinavië) en ESG-integratie. Haar een eerste inventarisatie van Impact investments komt uit op 8,75 miljard Euro verdeeld over Microfinance 55%, Social Business 18%, Community investments 19% en anders 8%. Meer in IINieuws 15okt12 of Het rapport 2012SRIstudy
op Link
eurosif.org
Nb Het Franse Vigeo (ASPI) heeft wel net een nieuwe(?) NYSE index
gepresenteerd (pdf) NYSEVigeo2013
World120
Het
is dus een beetje en kwestie van definities en perceptie, als een II
direct (meetbaar) effect moet hebben is dat voor een kleine public
equity investering in een DJSI onderneming niet aan tonen, maar wel
aan te nemen. Maar vanuit het perspectief dat impact investing
in private equity
en kleine allocatie krijgt toebedeeld binnen een beleggingsportfolio
is een groter of gehele duurzame beleggingsstrategie wel zo
effectief.
Noot
voor de Blogger:
het
fenomeen Missie-gerelateerd-beleggen of II door vermogensfondsen
kreeg een boost toen bleek dat de activiteiten van de Bill&Melinda
Gates Foundation in Nigeria werden ondermijnd door hun
beleggingsportfolio. De Foundation werkte aan het terugdringen van
luchtwegklachten, maar investeerde in Shell dat met haar oliewinning
mede-verantwoordelijk was voor de
luchtkwaliteit en luchtwegklachten. In 2010 deed het dat trouwens nog
steeds volgens haar IRS opgave.
Emerson focus op water en agribusiness is logisch. (Zoet)water vormt slechts 1% van de wereldwatervoorraad en is een eindige grondstof. 70% van het gebruik van water is voor landbouw ofwel de voedselvoorziening van de wereld. Door de groeiende wereldbevolking, mn in Azië, zal de vraag naar zoet water met 40% stijgen tot 2013. Om in de toekomst voldoende schoon/zoet water te hebben is ongeveer 20 biljoen US$ investeringen nodig gericht op water en afval bedrijven (levering, behandeling, terugname), water infrastructuur (productie van onderdelen, constructie en diensten) en water technologie (behandeling/reiniging en meting). Emerson presenteert enkele (soms bekende duurzame) water bedrijven en projecten die gaan bijdragen aan effectiever watergebruik en distributie. Hij wijst op de transparantie m.b.t tot watergebruik (en terugdringing) door ondernemingen als zij deelnemen aan het Water Disclosure Initiative CDproject/water
dat een afgeleide is van het Carbon (CO²) Disclosure Project waarbij bedrijven hun energie gebruik publiceren en hun inspanningen om terug te dringen. Nederlandse bedrijven besteden in hun duurzaamheidsverslagen 'waar relevant' al aandacht aan watergebruik (Heineken). Na een motie is tijdens kabinet Rutte 1, staatssecretaris Knapen een watervoetafdruk van ondernemingen als basis voor het Nederlandse ontwikkelingsbeleid in gang gezet, maar nog in ontwikkeling. Meer op: Rijksoverheid/watervoetafdruk
Voor agribusines wijst Emerson op de 4 sectoren: de producenten, de toeleveranciers (kunstmest, zaden, gewasbescherming en apparatuur), dienstverleners (transport en opslag) en de bewerkers. Ook dit lijstje wordt gevolgd door een aantal voorbeeldige bedrijven en projecten.
Noot voor de Blogger:Voor kleine beleggers denk ik dat het handig is om op Morningstar op de zoekterm water of agriculture de aangeboden (beleggings)fondsen en etf's te bekijken. De zoektermen leveren trouwens veelal dezelfde fondsen op. De namen van de fondsen (sustainable & climate, agriculture) geven al veel aan etc. De portfolio van deze fondsen en de beleggingsuniversa van Triodos Bank en de portfolio van ASN leveren meer thematische prospects op.
Voor agribusines wijst Emerson op de 4 sectoren: de producenten, de toeleveranciers (kunstmest, zaden, gewasbescherming en apparatuur), dienstverleners (transport en opslag) en de bewerkers. Ook dit lijstje wordt gevolgd door een aantal voorbeeldige bedrijven en projecten.
Noot voor de Blogger:Voor kleine beleggers denk ik dat het handig is om op Morningstar op de zoekterm water of agriculture de aangeboden (beleggings)fondsen en etf's te bekijken. De zoektermen leveren trouwens veelal dezelfde fondsen op. De namen van de fondsen (sustainable & climate, agriculture) geven al veel aan etc. De portfolio van deze fondsen en de beleggingsuniversa van Triodos Bank en de portfolio van ASN leveren meer thematische prospects op.
Emerson
wijdt een paragraafje aan engagement. Noot
van de Blogger: dat een Europees fenomeen is en
in de VS minder bekend (p11) Ook de bijna onoverbrugbare kloof
met betrekking tot het gebruik van biotechnologie en genetische
gemodificeerde organismen (GMO) zoals bij soja, (mn veevoer) wordt
kort besproken. Het laatste deel gaat over de mooie rendementen van
investeringen in water en agribusiness (volatieler). Noot
van de Blogger: meer in het themablog Beleggen in voeding IINieuws
1aug12. Een rapport van de de VBDO en CREM over Beleggen & Voedingsgrondstoffen, een maatschappelijk debat (2012). Diepgaander en met positieve impact opties zijn de United Nations Principles for Responsible Investment in Commodities, met o.a. agriculture (2011). Het jaarverslag 2011 van het Initiatief Duurzame Handel met haar activiteiten met Nederlandse bedrijven in het verduurzamen van de voedselproductie- en handelsketen. Actueler is haar Nieuwsbrief van april 2013. IDHNewsletter
april13
Putting mission investing to work, Knoepfel en Imbert van onValues (7nov2012). IINieuws 15dec12
Rapport voor de 2e bijeenkomst van de European Foundation Centre en de Zweedse Mistra Foundation over mission investing. De bijeenkomst werd georganiseerd in Zurich met een cross-over mogelijkheid naar de TBLI Europe meeting.
OnValues
Onvalues onderzocht voor de bijeenkomst de ervaringen met aan de missie geijkt vermogensbeheer. Het rapport presenteert de belangrijkste lessen en een lijst aanbevelingen voor verschillende partijen for “putting mission investing to work”.
De deelnemers benadrukken het onderscheid tussen verantwoord beleggen en impact investing. Maar missie investing kan vanuit beide benaderingen gestart worden. Gewaarschuwd wordt voor te uitgebreide negatieve screening waardoor het universum (spreidingsmogelijkheden) en het rendement geschaad worden en de fiduciaire plicht niet gehaald. De huidige crisis zijn zowel een stimulans als belemmering. Afnemende inkomsten kunnen aanleiding zijn het roer om te gooien (Noot van de Blogger: of de vermeende lagere inkomsten voor lief te nemen?)
Voortgang
II
Alle aandacht voor II/mission investing heeft nog niet geleid tot een duidelijke toename bij (vermogens)fondsen, het percentage blijft in Europa rond de 30% steken. In sommige landen (Nederland, VK) is het percentage hoger, maar de trend stagneert. De fondsen zijn wel verder vinden ze: van praten naar erover nadenken. Bovendien is men zich er vaak niet van bewust dat gebruik van het (eigen) vastgoed voor de doelstelling, verhuur aan organisaties met gelijke doelstelling ook een vorm van impact investing is.
Er is/was sprake van een kip-ei situatie, banken zijn terughoudend om te investeren in II voor zij voldoende vraag zien (Noot van de Blogger: Nederland vormt ook hier een positieve uitzondering, zo nodigde ABN AMRO PYMWYMI uit voor haar Stichtingen en instellingen dag afgelopen april). Maar voor fondsen zijn nu zo'n 350 II fondsen beschikbaar*, tegen 230 een jaar gelden en 50 7 jaar geleden. Voor ontwikkelings- en natuur organisaties is meer aanbod dan voor anderen.
Net als in het VBDO rapport over duurzaam beleggen door chari's is de board een belangrijke rem of motor voor II. Een van de aanbevelingen is om standaarden te bevorderen om besturen meer inzicht te geven van de rendementen van impact investing, zeker waar het rendement uit private equity II betreft.
Alle aandacht voor II/mission investing heeft nog niet geleid tot een duidelijke toename bij (vermogens)fondsen, het percentage blijft in Europa rond de 30% steken. In sommige landen (Nederland, VK) is het percentage hoger, maar de trend stagneert. De fondsen zijn wel verder vinden ze: van praten naar erover nadenken. Bovendien is men zich er vaak niet van bewust dat gebruik van het (eigen) vastgoed voor de doelstelling, verhuur aan organisaties met gelijke doelstelling ook een vorm van impact investing is.
Er is/was sprake van een kip-ei situatie, banken zijn terughoudend om te investeren in II voor zij voldoende vraag zien (Noot van de Blogger: Nederland vormt ook hier een positieve uitzondering, zo nodigde ABN AMRO PYMWYMI uit voor haar Stichtingen en instellingen dag afgelopen april). Maar voor fondsen zijn nu zo'n 350 II fondsen beschikbaar*, tegen 230 een jaar gelden en 50 7 jaar geleden. Voor ontwikkelings- en natuur organisaties is meer aanbod dan voor anderen.
Net als in het VBDO rapport over duurzaam beleggen door chari's is de board een belangrijke rem of motor voor II. Een van de aanbevelingen is om standaarden te bevorderen om besturen meer inzicht te geven van de rendementen van impact investing, zeker waar het rendement uit private equity II betreft.
Ondanks
groeiende aantallen rapporten en publicaties is er weinig data over
mission investing (en ander vermogensbeheer) door fondsen. Noot
van de Blogger:
zie de Pagina's Charity
cases A-N
en
O-Z voor
bijna 50 Nederlandse vermogensfondsen en fondsenwervende
instellingen. De VBDO onderzocht de afgelopen 3 jaar het
vermogensbeheer door chari's (zie
IINieuws
15nov12),
maar Nederland vormt hiermee een uitzondering. Het uitdragen van II/mission investing is belangrijk, maar moet niet te missionair of rooskleurig plaatsvinden. Door de aanwezigheid van Fonds 1818, Noaber Foundation (Shaerpa), het VSB Fonds en Cordaid was er aandacht voor hun MI activiteiten, crowdsourcing fondsenwerving door Cordaid (microkrediet) maar ook voor het Blockbuster Fonds van Joop van de Ende zie IINieuws 1mei12
maar Nederland vormt hiermee een uitzondering. Het uitdragen van II/mission investing is belangrijk, maar moet niet te missionair of rooskleurig plaatsvinden. Door de aanwezigheid van Fonds 1818, Noaber Foundation (Shaerpa), het VSB Fonds en Cordaid was er aandacht voor hun MI activiteiten, crowdsourcing fondsenwerving door Cordaid (microkrediet) maar ook voor het Blockbuster Fonds van Joop van de Ende zie IINieuws 1mei12
In Zwitserland en het VK zijn aparte mission investing verbanden opgericht. In het VK is men natuurlijk al veel verder, maar interessant is de opmerking dat de overheid druk uit oefent op fondsen om risicovolle en onbewezen impact investments te ondernemen.
Aanbevelingen
Er wordt aanbevolen om:
-Europese en nationale werkgroepen op te richten voor ervarings- en kennisuitwisseling;
-De rol van de missie in het vermogensbeheerder van o.a. overkoepelende gedragscodes nadrukkelijk te noemen; Noot van de Blogger de verenigingvanfondsen FIN heeft een richtlijn voor vermogensbeheer uit 2010 met 'de mogelijkheid van aandacht voor duurzaam beleggen' maar niets over missie investing en de rol van het vermogen in het realiseren van de missie.
-Nationale en EU Wet- en regelgevers te benaderen voor duidelijkheid omtrent fiduciair beheer en (ruimte voor) voor impact en programma gerelateerd investeren (hetgeen bijna impliceert dat ergens in Europa fiscale wetgeving is die vergelijkbaar is met die in de VS). Actueel is de discussie over sociale ondernemingen en sociale investeringsfondsen;
-Regelmatig Europese en nationale onderzoeken (enquêtes) te doen naar missie investeringen in de sector, liefst met compatibele methoden;
-Samen te werken met universiteiten en duurzame beleggingsfora voor onderzoeken;
-(te) Onderzoeken welke fondsen gezamenlijk missie investeren kunnen opstarten of uitbreiden en investeringsvehicles en deal platforms kunnen bouwen
Op fondsniveau wordt aanbevolen om;
Nationale organisaties te vragen de bovenstaande aanbevelingen te overwegen;
Banken en vermogensbeheerders te vragen om II mogelijkheden, speciaal voor charitatieve fondsen;
Actief informatie over II te verzamelen (Noot van de Blogger wordt lid van de Linkedin/groups/ImpactInvestingNews of contact Linkedin/alcannehoutzaager
Er wordt aanbevolen om:
-Europese en nationale werkgroepen op te richten voor ervarings- en kennisuitwisseling;
-De rol van de missie in het vermogensbeheerder van o.a. overkoepelende gedragscodes nadrukkelijk te noemen; Noot van de Blogger de verenigingvanfondsen FIN heeft een richtlijn voor vermogensbeheer uit 2010 met 'de mogelijkheid van aandacht voor duurzaam beleggen' maar niets over missie investing en de rol van het vermogen in het realiseren van de missie.
-Nationale en EU Wet- en regelgevers te benaderen voor duidelijkheid omtrent fiduciair beheer en (ruimte voor) voor impact en programma gerelateerd investeren (hetgeen bijna impliceert dat ergens in Europa fiscale wetgeving is die vergelijkbaar is met die in de VS). Actueel is de discussie over sociale ondernemingen en sociale investeringsfondsen;
-Regelmatig Europese en nationale onderzoeken (enquêtes) te doen naar missie investeringen in de sector, liefst met compatibele methoden;
-Samen te werken met universiteiten en duurzame beleggingsfora voor onderzoeken;
-(te) Onderzoeken welke fondsen gezamenlijk missie investeren kunnen opstarten of uitbreiden en investeringsvehicles en deal platforms kunnen bouwen
Op fondsniveau wordt aanbevolen om;
Nationale organisaties te vragen de bovenstaande aanbevelingen te overwegen;
Banken en vermogensbeheerders te vragen om II mogelijkheden, speciaal voor charitatieve fondsen;
Actief informatie over II te verzamelen (Noot van de Blogger wordt lid van de Linkedin/groups/ImpactInvestingNews of contact Linkedin/alcannehoutzaager
Beleggingsadviseurs
wordt aanbevolen om:
Zich te verdiepen in II/mission investing en het proactief te bespreken met (fondsen) cliënten;
Intern contact te leggen met de collega's van duurzaam beleggen over de huidige mogelijkheden;
Verbanden te leggen met de ontwikkelingen in II/mission investing en het huidige dienstenpakket.
Zich te verdiepen in II/mission investing en het proactief te bespreken met (fondsen) cliënten;
Intern contact te leggen met de collega's van duurzaam beleggen over de huidige mogelijkheden;
Verbanden te leggen met de ontwikkelingen in II/mission investing en het huidige dienstenpakket.
*
Een aantal van deze fondsen is waarschijnlijk alleen voor fondsen
en/of institutionele investeerders beschikbaar vanwege de minimale
instap en evt termijnvoorwaarden.
Het
rapport op onvalues
pdf Putting
Mission Investing to Work EFC
uitnodiging
voor de conferentie: efc/meeting-on-mission-related-investing
Het programma
van
(pdf) 2eEuropeafoundations
meeting mission investing
Priming
the Pump for Impact Investing
In
IINieuws15okt 2012
5 blogs van het Omydiar Network in het najaar van 2012 op de site van de Stanford Social Innovation Review (altijd goed voor interessante artikelen over impact investing). De blogs heten Sectorsnot just firms, theFull Investment Continuum, Gaps in the Impact Investing Capital Curve en DoNo Harm: Subsidies and Impact Investing en Government matters zijn geschreven door Matt Bannink, managing partner, en Paula Goldman who leads efforts to accelerate the development of the impact investing industry.
Omidyar Network (ON) is de
stichting van e-Bay oprichter Pierre Omydiar, Blannick was er
president en ook vanbetalingssysteem PayPal. ON is lid van en doneerde met USAID en
de Rockefeller Foundation net 6,5 miljoen US$ aan the Global Impact
Investing Network.
ON
publiceert nauwelijks rapportages over haar visie en werkwijzen, een
jaarverslag staat niet online (wel de belastingaangiften bij de
Inland Revenu Services IRS).
ON
heeft sinds haar oprichting in 2004 tot heden 554 miljoen US$
geïnvesteerd in typically
early-stage
social
impact organizatio 40%
in for-profit en 60% in not-for-profit investeringen, omdat het zowel
grants
geeft
als II is. Het Network heeft vanaf de start een flexibile
structuur die ze ten volste benut. Het Network hecht aan
focus op geografische gebieden en sector
ontwikkeling,
bijv bij microkrediet door de mogelijkheid valuta risico's af te
dekken voor microkredietinstellingen. Hiervoor moesten for-profit
investeringen in bedrijven ook beoordeeld worden op hun bijdrage aan
de ontwikkeling van sectoren en daarvoor moesten dus nieuwe
investerings- en impact criteria worden ontwikkeld. ON pleit voor het
verder opschalen van microkrediet als ziet middel voor
armoedebestrijding en heeft hiervoor een model met suggesties:
'innovators',
(up)'scalers', en
'infrastructure
players'.
Elke speler heeft verschillende risico en rendement profielen, maar
ze zijn allemaal nodig om sector ontwikkeling te versnellen. ON
benadrukt ook het belang van politiek(e gevoeligheden)- en beleid dat
de groei van bedrijven en sectoren sterk kan knechten.
IGNIA's
Alvaro Rodriguez zegt het mooist: “Single
firms are born, they mature, they get lazy and they die. But
industries prosper over time and reach scale as competition fosters
the delivery of better products at lower cost.” ON
stelt dat als sector impact niet wordt ingecalculeerd er wordt
onder-geïnvesteerd in mn early-stage, hoog-risico innovatieve
bedrijven die een nieuwe industrie kunnen creëren of de sector
dynamiek fundamenteel kunnen veranderen.
Investeren in market infrastructure door II wordt veelal collectief gedaan en zal geen grote winsten genereren, hoewel sommige partijen hun deskundigheid en data wel commercieel exploiteren. Inkomsten anders dan grants en netwerkvoordelen, maar bijvoorbeeld door lidmaatschappen met benefits zijn belangrijk in het businessmodel voor de lange termijn groei en zou meer aandacht moeten krijgen. Voorbeelden zijn the Global Impact Investing Network, the Aspen Network of Development Entrepreneurs en de European Venture Philanthropy Association.
ON
is zo kapitaalkrachtig dat het investeert in alle drie doelgroepen,
bijvoorbeeld 100 miljoen US$ in 28 microkrediet organisaties (15
not-for-profit en 13 for-profit) waarvan 2/3 market scalers en
1/3 in market infrastructure zoals MFX (een currency hedging
facility for MFIs). Noot van de Blogger:
market innovators waren al 25 jaar bezig toen ON instapte na 2004.
Dit
derde blog wijst op het tekort aan financiering in market
innovators omdat
zij het hoogste risico profiel hebben en market
scalers financieel
aantrekkelijker zijn. De auteurs verwijzen naar het nieuwst Monitor
Group rapport, “From
Blueprint to Scale: The Case for Philanthropy in Impact Investing.”
Noot
van de Blogger:
waarvan de titel uiteraard de lezer op het verkeerde been zet. Op
basis van de ON blogs is investeren ipv doneren in market innovators
integraal onderdeel van sector ontwikkeling waarbinnen market scalers
kunnen (door)groeien. Voor vermogens- en vermogende fondsen die zowel
weg (moeten) geven als impactvol kunnen investeren met hun vermogen
lijkt deze II strategie me een zeer werkbaar model.
ON:
Early stage
investing
vereist niet alleen marktkennis en excellent
business judgment,
maar ook het (h)erkennen van top ondernemers en teams en investeren
in hun opschalingstrajecten. Dat vereist vaak veel grotere bedragen
dan de relatief kleine market innovators investeringen. Recent
onderzoek van de Wereldbank naar early stage funding in BOP landen
wees op het tekort aan angel en seed investors die vaak enkele
honderden of duizenden dollars investeren. Hun rendement staat in
geen verhouding tot de transactiekosten van de grote II deals die ON
maakt (gem. 1 à 2 miljoen US$). Toch wil ON kleinschaliger
gaan investeren om de market innovators in eerder stadium te
bereiken.
Wie
gaat dat betalen?
Commercieel
kapitaal is essentieel voor de opschaling van II maar zal market
innovators
niet
als serieuze
investees
beschouwen.
(Vermogens)fondsen in de VS besteden jaarlijks 47 miljard US$ maar
benutten slechts 20% van hun 650 miljard US$ vermogen voor Programma
Related Investments (onder een fiscaal gunstig regime!). Gaan
investeren in verdienmodellen in plaats van market
failures vereist
volgens ON een dramatisch
nieuwe manier
van
denken voor charities.
Noot
van de Blogger:
ik vrees dat dit voor Nederland ook opgaat. In de SBF haalbaarheidstudie
naar verdienmodellen en innovatieve financieringswijzen voor goede
doelen (Greenwish april 2012) werd geen woord gewijd aan SIB's (of uberhaupt aan impact investing) Ook de komende transparantie door online
jaarverslagen van vermogensfondsen is razend interessant, maar ik
denk niet dat wij beter gaan scoren dan chari's in de VS.
Ontwikkelingsbanken
zijn een voor de hand liggende kapitaalbron, maar lopen vast in
intern beleid gericht op grote deals
en
volumes, nb ON wijst onze FMO
Development bank aan als positief voorbeeld. High Net Worth
Individuals met ondernemersachtergrond als Pierre Omidyar zijn
promotors van II en durven te experimenteren en risico te nemen om
Imact (I) katalysatoren te zijn.
Wanneer
en waarom is geld geven of goedkoop lenen in plaats van investeren in
early stage innovators
gepast?
Dont's
Niet als de
concurrentie/concurrenten wordt/worden benadeeld door subsidies;
Niet als de subsidie
niet wordt gebruikt voor opschaling of verfijning van het business
model;
Niet als de belofte van
II sociaal en financieel rendement wordt ondermijnd door te lage
rendementen;
Niet als de
ontwikkeling van de sector er niet gebaat is.
Do's
Wel als (bestaande)
mark ontwikkeling wordt versneld (zseker in BBOP gebieden);
Wel als andere
opschalingsmodellen worden versneld of de markt infrastructuur wordt
versterkt;
Wel
als er een impact investeringketen mee wordt opgebouwd;
ON
kijkt bij subsidiëring below
market returns primair
naar het inkomenspeil en de potentiële marktomvang voor de
onderneming en tipt the
excellent overview of segmenting the BOP door Harvard Business
School Professor Michael Chu.
Achieving
Takeoff
Naast
cherry-picking investeringen in market scalers met hoge
sociaal en financieel rendement is de ontwikkeling van de II
handelsketen belangrijke door te investeren in sectoren. Microkrediet
is groot met nog steeds enorm potentieel, zonne-energie is hard op
weg en educatie staat aan de vooravond van een explosieve
groeiperiode. Innovatie gaat eerst bijna altijd langzaam, maar daarna
snel(ler) in competitieve markten dan in gemonopoliseerde markten. In
de laatste markten investeren kan grote innovatie versnelling
betekenen, zelfs in basisbehoeften als (drink)water voorzieningen.
Innovatie
vereist experimenteren, leren en een beetje geluk op het juiste
moment. Succes is gebouwd op vasthoudendheid, bedachtzaamheid en vaak
op samenwerking om kracht van marktwerking en de inspiratie en passie
van ondernemers in te zetten voor de toekomst van miljarden mensen.
Noot
van de Blogger:
Amen. Ik studeer, blog en (net)werk nog even door.
Conclusie
De
serie blogs van Omidyar network zijn een interessante implementatie
case van de al bijna 'klassieke' II strategie van thematisch -in dit
geval in sectoren- investeren. Met 8 jaar ervaring heeft ON een eigen
methodiek ontwikkeld die mi uitstekend als raamwerk voor andere
(vermogens)fondsen kan dienen.
Bronnen:
Priming
the Pump for Impact Investing: Sectors
not just firms, the
Full Investment Continuum, Gaps
in the Impact Investing Capital Curve en Do
No Harm: Subsidies and Impact Investing op
de site van de Stanford Social Innovation Review. Op
Omidyar/financials.
Ned nieuwtjes uit IRS 2010: In 2010 gaf het Omiduar Network 1,7
miljoen US$ aan Hivos, voor het African technology & transparancy
initiative en 65.000US$ aan Global Voices, vrijheid van media
ontwikkelingslanden .
Met
dank aan de tip van Jonathan Low in de ESG groep op Linked naar zijjn
eigen blog philanthropists-ponder-impact
over een (overigens matig) interview in de New York Times van Paul
Sullivan met de Omydiar Network 'bloggers'.
A
Portfolio Approach to Impact Investment,
A
Practical Guide to Building, Analyzing and Managing a Portfolio of
Impact Investments.
JP Morgan Social Finance
and II (48p 1 oct 2012). In
IINieuws 1feb2013
J.P.
Morgan Social Finance is 'dedicated to serving and growing the
nascent market for impact investments', De publicaties zijn
altijd interessant en deze is dat omdat de vergelijkbare publicatie
van de Rockefeller Philanthropy Advisors alweer uit 2009 stamt met
slechts een schets van het II universum itt dit gedetailleerde
verslag uit de praktijk van 24 investeerders.
De
insteek van het onderzoek is bekijken hoe een II portfolio te bouwen,
analyseren en te managen. Specifieke aandacht is er voor impact,
return & risk en het is een co-productie met 23
institutionele investeerders waaronder PGGM. PGGM heeft haar II als
een Hub-spoke partnership ondergebracht in de organisatie: het
II portfolio team werkt samen met een centraal team voor consistent
overzicht van de II. Anderen kiezen voor een apart team en mn asset
managers kiezen voor integratie en onderscheid in instrument, sector
en asset categorie. NB Op pag. 10 een PGGM als Case study**, II heet
hier integrated ESG investments omdat PGGM het sinds haar JV
2011 zo noemt. Noot van de Blogger:
niet onterecht op basis van II satire, Ownership Capital en het Huf
Post profiel van PGGM.
Portfolio
diversificatie
In
tegenstelling tot wat (vermogens)fondsen en particulieren/HNWI wordt
geadviseerd of gepraktiseerd m.b.t. thema/sector focus, kiezen
professionele investeerders voor portfolio diversificatie zonder hard
targets. Ook de principele keuze voor een minder, gelijk of hoger
rendement*** dan de benchmark discussie wort afgedaan als niet zo
relevant. II's zijn wat opportunistischer bij diversificatie en
monitoren de brede concentratie in diverse sectoren, regio's,
instrumenten of impact doelen. Net als JP Morgan zelf kiezen veel van
hen voor de beste beleggingsmogelijkheden en wachten het moment
waarop strategische keuzen gemaakt worden af als de portfolio
gegroeid is. Bij JP Morgan betekende dat van 2 financials funds
uitbreiden naar 2 cross sector en een singel sector fonds
waardoor het nu aanwezig is in 30 landen en op 5 continenten (met de
huidige 40miljoen US$).
Kenmerken
van II's
Meetbare
target population en target impact hebben (met
criteria). En een target model voor de impact prestaties
binnen een bepaald business model;
Dealsourcing
door II ('like minded') netwerken, lokale aanwezigheid en via
banken, adviseurs en conferences;
Scorecards
waarin impact, return & risico worden aangegeven die kunnen
worden vergeleken en gewogen (op basis van omvang) per investering en
zelfs asset appreciation;
Funds
(of Funds) zijn populair omdat dat de vereiste actieve
betrokkenheid kan worden gedelegeerd;
Het
managen van impact & return fricties is extra lastig als
werkgelegenheid een impact doelstelling is men de afweging moet maken
tussen korte termijn belangen ('zoals kostenreductie) en lange
termijn opschaling mogelijkheden;
II
moeten rekenen op inzet van patient
capital, toetreden
met dynamische verwachtingen, actieve betrokkenheid, evt inzet van
technische assistentie, frictie tussen impact en return. In ruil
daarvoor krijgen ze een (con)collega's die ervaringen en kennis
willen delen en ware 'camaraderie'
ten toon spreiden. (JP Morgan) Het rapport op
JPMorganchase/socialfinance/publications
*
Rockpa Solutions
for Impact Investors (2009, 138 p.)
**
Nog een PPGM case study door Ben Thornley, director van op de
Huffington Post 16aug12. Huffingtonpost
***
Tegenwoordig wordt ook (het versnellen van) de ontwikkeling van de II
sector genoemd als principieel bepaald doel/strategie.
Private
Equity in Emerging Markets, Exits from Aid, Steps Toward
Independence, Impact Assets
Issue Brief # 6 door Gerhard Pries en Vivina Berla van Sarona
Asset Management Inc. En Jed Emerson VP Impact Assets. (juli 2012) In
IINieuws 1mrt13
Vanuit
impact investing optiek kijken naar private equity (PE) investeringen
in emerging markets (EM) is een logische insteek omdat het overgrote
deel van impact investing (II) plaatsvindt buiten de publieke equity
markten en in emerging countries omdat veel II gericht is op
inkomen voor mensen in ontwikkelingslanden.
De
samenwerking met Sarona
AM is
interessant omdat Sarona bijna een vaste (gast)spreker is op Robert
Rubinsteins TBLI conferences. Sarona is een boutique
private equity
firma, die groei kapitaal investeert in ondernemingen en private
equity fondsen in frontier
en
emerging
markets in
de hele wereld. Sarona focust op kleine tot middelgrote ondernemingen
die zich richten op de middenklassen in die markten. Het doel is
superior
returns behalen
door world
class companies te
creeren die highly
progressive business strategies en
the
highest standards of business, ethical, social and environmental
excellence ten
toon spreiden. Sarona heeft 60 jaar ervaring. Saronafund
Investeren
in EM's in ontwikkelingslanden werd volgens de auteurs lang gezien
als een risicovolle investering op de lange termijn. Door de crisis
van 2008 veranderde deze visie omdat daarna het groeiperspectief voor
ontwikkelde markten verslechterde. De volatiliteit van de ontwikkelde
kapitaalmarkten heeft geleid tot wisselende rendementen maar EM's
waren minder volatiel en toonden stabielere rendementen. Noot
van de Blogger
volgens de beleggingsassistent
deden EM beleggingsfondsen het in 2008 het slechts van allemaal met
-60%.
Private Equity (PE) was niet immuun, maar minder gevoelig dan de
public equity markt en ook stabieler. EM + PE = sterkere groei +
lagere volatiliteit. Maar EM + PE = ook II sociaal en/of milieu
impact.
De auteurs kijken voor hun issue brief naar 4 aspecten:
-1- kapitaalbehoefte;
-2- groei en rendement kansen;
-3- efficiëntie kansen in inefficiënte markten; en
-4- de impact kans(en).
-1- De kapitaalbehoefte in EM's is groot: niet alleen aan de onderkant waar mensen noodgedwongen micro entrepreneur zijn en behoefte hebben aan micro krediet, maar bij de Smalle & meduim sized enterprises (SME's) die de groeiende middenklasse voorziet van diensten en producten. Lokale productie en distributie is goedkoper en effciënter maar er is onvoldoende investeringskapitaal om in die behoefte te voorzien.
-2- EM's doen het beter dan developed markets (DM) qua groei en de verwachting is dat dit zo blijft. De groei in EM wordt geschat op 6% tegen 1% in DM's. Het aandeel van de middenklasse in de wereldbevolking zal hard groeien. In 2005 werd de omvang geschat op ruim 50% en in 2025 is het bijna 80% van de markt. De informele economische sector krimpt van 47% in een low income country naar 31% in een middel income country en 13% in en high income country. SME's groeien van 16% naar 39% en 51%. Others, de grote en internationale bedrijven, doorlopen een groei en een daling van 37% naar 30% en 36% in high income countries.
De auteurs kijken voor hun issue brief naar 4 aspecten:
-1- kapitaalbehoefte;
-2- groei en rendement kansen;
-3- efficiëntie kansen in inefficiënte markten; en
-4- de impact kans(en).
-1- De kapitaalbehoefte in EM's is groot: niet alleen aan de onderkant waar mensen noodgedwongen micro entrepreneur zijn en behoefte hebben aan micro krediet, maar bij de Smalle & meduim sized enterprises (SME's) die de groeiende middenklasse voorziet van diensten en producten. Lokale productie en distributie is goedkoper en effciënter maar er is onvoldoende investeringskapitaal om in die behoefte te voorzien.
-2- EM's doen het beter dan developed markets (DM) qua groei en de verwachting is dat dit zo blijft. De groei in EM wordt geschat op 6% tegen 1% in DM's. Het aandeel van de middenklasse in de wereldbevolking zal hard groeien. In 2005 werd de omvang geschat op ruim 50% en in 2025 is het bijna 80% van de markt. De informele economische sector krimpt van 47% in een low income country naar 31% in een middel income country en 13% in en high income country. SME's groeien van 16% naar 39% en 51%. Others, de grote en internationale bedrijven, doorlopen een groei en een daling van 37% naar 30% en 36% in high income countries.
SME's
zijn een belangrijke motor voor economische groei, dit argument wordt
op meerdere plekken in de issue brief nog eens onderstreept met
opmerkingen over de groei die ze creëren voor lokale
toeleveranciers en lokale kopers. Meer werkgelegenheid creert meer
inkomen en koopkracht en SME's creëren meer werkgelegenheid dan
micro- of grote ondernemingen.
-3-
Efficiëncy kansen in Inefficiënte markten. EM's worden
gezien als minder transparant, minder liquide en minder betrouwbare
toegang tot informatie. Investeerders met kenis en ervaring kunnen
deze benutten, ook in deze markten.
-4- Impact kansen. Investeren in EM's betekent investeren in lokale ondernemingen, dus economieën, werkgelegenheid, inkomen, koopkracht voor consumenten en b-to-b, meer belastinginkomsten, meer openbare voorzieningen en meer democratie want belastingbetalers eisen transparantie en inspraak. (the reverse of “No Taxation, No Representation”). Er zijn extra impact kansen in sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, schone energie, en enabling (?) technologie sectoren die de levens van miljoenen mensen verbeteren.
Private Equity
PEinvesteert slow of patient, geduldig kapitaal in zorgvuldig geselecteerde ondernemingen mede op basis van controle mogelijkheden en overeenkomende visie Dat kunnen ook visies zijn die uitgaan van duurzaamheid, impact etc. Investeerders in publiek equity (obligaties, aandelen) jagen wereldwijd kort termijn rendementen en benchmarks na waardoor grote beursgenoteerde ondernemingen met kwartaalcijfers hun aantrekkelijkheid moeten bewijzen. Noot van de Blogger: Maar kan -daarnaast- ook gebaseerd zijn een investeringsstrategie (keuze van investees) zijn die uitgaat van sector met 'impact', duurzaamheid, visie etc.
-4- Impact kansen. Investeren in EM's betekent investeren in lokale ondernemingen, dus economieën, werkgelegenheid, inkomen, koopkracht voor consumenten en b-to-b, meer belastinginkomsten, meer openbare voorzieningen en meer democratie want belastingbetalers eisen transparantie en inspraak. (the reverse of “No Taxation, No Representation”). Er zijn extra impact kansen in sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, schone energie, en enabling (?) technologie sectoren die de levens van miljoenen mensen verbeteren.
Private Equity
PEinvesteert slow of patient, geduldig kapitaal in zorgvuldig geselecteerde ondernemingen mede op basis van controle mogelijkheden en overeenkomende visie Dat kunnen ook visies zijn die uitgaan van duurzaamheid, impact etc. Investeerders in publiek equity (obligaties, aandelen) jagen wereldwijd kort termijn rendementen en benchmarks na waardoor grote beursgenoteerde ondernemingen met kwartaalcijfers hun aantrekkelijkheid moeten bewijzen. Noot van de Blogger: Maar kan -daarnaast- ook gebaseerd zijn een investeringsstrategie (keuze van investees) zijn die uitgaat van sector met 'impact', duurzaamheid, visie etc.
Bedachtzame
PE heeft de potentie om de afhankelijkheid van ontwikkelingslanden
van internationale hulp en filantropie te verminderen en dat is
belangrijk als grote donoren hun grants -door
de crises- (moeten)
verminderen Noot
van de Blogger
of nu
in Nederland de overheidssteun aan particuliere
ontwikkelingsorganisaties i.e. medefinancieringsbudgetten ingekrompen
zijn.
De
4 genoemde EM factoren zijn voor PE investeerders een aantrekkelijke
optie, alleen al om hun portfolio te verbreden i.e. Te diversificeren
en risico te spreiden door selectieve ESG gerichte investeringen. Dit
is geen theorie meer, het Institute of International Finance schat
dat in 2011 910 miljard US$ van private investeerders in EM's
geinvesteerd werd tegen 580 miljard US$ in 2009.
De toegevoegde waarde van PE voor EM's en II zijn legio, want PE kenmerken zijn: slim kopen/investeren, strategische focus, optimaliseren van de kapitaalstructuur, verbetering van de bedrijfsvoering, het verdienmodel en de marges en succesvolle exits. Vervolgens komt een lijstje anti hulp argumenten, dat ik toch maar even opneem (omdat ik dit zelden tegenkom) waaronder dat de ontwikkeling groei en hulp niet parallel loopt (duid op inefficiëncy). Daarnaast kan hulp: afhankelijkheid creëren, marktwerking verstoren, negatieve incentive zijn, belastinginkomsten doen afnemen, vluchtige kapitaalstromen veroorzaken, ondermijning van de (verstand)verhouding van de bevolking en haar eigen overheid, impact creëren die niet duurzaam of opschaalbaar is en het onttrekt talent aan de profit sector, naar niet duurzame non-profit organisaties. Noot van de Blogger Zo gepeperd kom ik het in Nederlandse media zelden tegen. De relatie tussen een investeerder-investee is meer gelijkwaardig i.e. even afhankelijk van elkaar dan de relatie gever-ontvanger, ze hebben er allebei belang bij.
De rol van DFI's Development Finance Institutions bij de ontwikkeling van PE in EM's wordt kort geroemd en als eerste zelfs de FMO, onze eigen Financieringsmaatschappij Ontwikkelingslanden een publiek-private (banken) ontwikkelingsbank. Ook OPIC, de FMO van de VS wordt genoemd en haar recente investering van 300 miljoen US$ in o.a. Sarona Management en 5 andere private investeringsfondsen.
De toegevoegde waarde van PE voor EM's en II zijn legio, want PE kenmerken zijn: slim kopen/investeren, strategische focus, optimaliseren van de kapitaalstructuur, verbetering van de bedrijfsvoering, het verdienmodel en de marges en succesvolle exits. Vervolgens komt een lijstje anti hulp argumenten, dat ik toch maar even opneem (omdat ik dit zelden tegenkom) waaronder dat de ontwikkeling groei en hulp niet parallel loopt (duid op inefficiëncy). Daarnaast kan hulp: afhankelijkheid creëren, marktwerking verstoren, negatieve incentive zijn, belastinginkomsten doen afnemen, vluchtige kapitaalstromen veroorzaken, ondermijning van de (verstand)verhouding van de bevolking en haar eigen overheid, impact creëren die niet duurzaam of opschaalbaar is en het onttrekt talent aan de profit sector, naar niet duurzame non-profit organisaties. Noot van de Blogger Zo gepeperd kom ik het in Nederlandse media zelden tegen. De relatie tussen een investeerder-investee is meer gelijkwaardig i.e. even afhankelijk van elkaar dan de relatie gever-ontvanger, ze hebben er allebei belang bij.
De rol van DFI's Development Finance Institutions bij de ontwikkeling van PE in EM's wordt kort geroemd en als eerste zelfs de FMO, onze eigen Financieringsmaatschappij Ontwikkelingslanden een publiek-private (banken) ontwikkelingsbank. Ook OPIC, de FMO van de VS wordt genoemd en haar recente investering van 300 miljoen US$ in o.a. Sarona Management en 5 andere private investeringsfondsen.
Ook
wordt kort ingegaan op het slechte imago* van sommige PE actoren en
hun praktijken zoals Leveraged boy-outs met veel te hoge
schuldenlasten en “Strip & Flip” strategieën, en
boekhoudingstrucs met ongewenste bij effecten
Barrières
voor PE zijn: marktonzekerheden die risico met zich meebrengen,
regelgeving en (minimum) kapitaalvereisten (Basel I en II), gebrek
aan II ervaring en kennis bij traditionele institutionele
investeerders, the domestic bias Noot
van de
Blogger,
ik vraag me af of dit in dezelfde mate opgaat voor Nederland(ers).
Onze financiele markt is denk ik veel internationaler gericht, zij
het dat we met de Euro een internationale markt hebben gekregen die
valuta risico uitsluit waardoor EM (en de VS en het VK) wellicht weer
minder aantrekkelijk werden.
Huiver voor illiquiditeit (verhandelbaarheid), geen incentives om de portfolio allocatie te wijzigen, de korte geschiedenis of de afwezigheid van expliciete of relevante track records van PE in EM's en andere fondsoverwegingen en (nog) in ontwikkeling zijnde II meetmethoden.
Huiver voor illiquiditeit (verhandelbaarheid), geen incentives om de portfolio allocatie te wijzigen, de korte geschiedenis of de afwezigheid van expliciete of relevante track records van PE in EM's en andere fondsoverwegingen en (nog) in ontwikkeling zijnde II meetmethoden.
*
De VBDO noemde haar eerste Nederlandse PE benchmark zie IINieuws
15feb2013 weinig tactvol: PE
The future
or the Vulture? Het
rapport (pdf) 12 pag. impactassets/Private
Equity in Emerging Markets, Exits
from Aid, Steps Toward Independence IssueBriefs 6 Andere
rapporten staan op impactassets.org/issue-briefs
Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.
Impact Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference (Wiley, sept 2011) zie IINieuws 15okt2011 of PAGINA Gelezen-bronnen.
Zie
ook IINieuws-1nov12over
de EIRIS rapportage van (40) duurzame fondshuizen en hun asset
allocatie naar EM's sinds de crisis van 2008.
Unifying
an Investment Portfolio within a Donor Advised Fund
Impacts
Assets Brief #5. ImpactAssets
issue brief explore critical concepts in impact investing,
deze is een co-productie van seniors van ImpactAssets, RSF
SocialFinance en Tides
(12 pag, juli 2012). In
Nieuws15jan13
DAF's
explosieve groei
De
Issue Brief is geschreven voor Donor Advised Funds (DAF's), een 80
jaar oud Amerikaans fiscaal fenomeen voor publieke en community
fondsen* en sinds 1991 ook wordt aangeboden aan (particulieren)
cliënten door commerciële investeringsfirma's als
filantropie mogelijkheid. Het aantal DAF's is snel gegroeid van de nu
ruim 150.000 DAF's is driekwart in de afgelopen 10 jaar opgericht. Er
zijn nu 2x zoveel DAF's als private foundations en DAF's
beheerden in 2009 25,2miljard US$ vermogen (een flinke) daling na de
crisis in 2008, maar 4x zoveel als het vermogen van US private
foundations. Ruim een derde van
het DAF vermogen wordt beheerd door 35 DAF's/community foundations.
*
Niet te verwarren met nieuw-in-Nederland Gemeenschapsfondsen die
gepromoot worden door BiZA en vooral samenwerkingsverbanden zijn van
fondsen met een lokaal / regionaal afgebakend werkterrein.
DAF
kenmerken
Donoren
kunnen een DAF oprichten met een fiscaal aftrekbare gift en de DAF
aanbevelen om 'later' geld te doneren aan andere non profits.
Hierdoor wordt het fiscale aftrek moment los gemaakt van het
schenkingsmoment en kan gunstige(r) aftrek worden genoten. Daarnaast
hoeven DAF's die worden aangeboden door publieke chari's geen
belasting te betalen over de inkomen uit investeringen (in
tegenstelling tot private stichtingen en fondsen). De gedoneerde
dollars kunnen zo belasting vrij groeien. Ook is de grens voor
aftrekbare giften aan een DAF is hoger dan aan private chari's.
In
de Issue Brief wordt het concept en de structuur van DAF's uitgelegd
en hun potentieel als II vehikel. Interessant is de uitleg van het
verschil en de compabiliteit van II en filantropie 'filantropsich
kapitaal wordt geïnvesteerd waar de markt niet functioneert en
II is de brug tussen commercieel kapitaal (dat in markt mogelijkheden
investeert) en filantropische investeringen waar impact en rendement
(meer) in evenwicht wordt gebracht. Microkrediet
is het voorbeeld van die brug die leidde tot meer evenwichtig sociaal
en financieel rendement met het voorbehoud dat er heel lang veel
(meer) filantropie kapitaal in ging voor het ook financieel rendement
opleverde.
DAF's
II potentie
Het
grote voordeel van DAF's is dat al het vermogen wordt benut voor de
doelstelling(en), Missie gerelateerd investeren in plaats van de (in
de VS verplichte) 5% jaarlijkse uitkering en de overige 95% als
inkomstenbron (al of niet duurzaam belegd). Maar omdat DAF's niet
onder de verplichte 5% uitkering vallen is er geen PRI (MRI) wet- of
regelgeving die II stimuleert.
Toch
zijn DAF's bij uitstek geschikt als impact investors omdat:
de
aanbieders kleine flexibele innovatieve non profits zijn;
DAF's
eerder investeringen kunnen doen die lager-dan-de-markt rendement
opleveren (omdat ze zijn vrijgesteld van de traditionele regels voor
verantwoord fiduciair vermogensbeheer);
DAF's
lagere overhead kosten (dan traditionele foundations) maken meer due
diligence & onderzoek (uitgaven) mogelijk;
gespecialiseerde
DAF's maken het investeringsproces eenvoudiger, soepeler en kosten
effectief;
DAF's
sneller geneigd zijn een nauwere samenwerking aangaan met een donor
die gebaseerd is op hun verwachting(en) en gedeelde ambities.
Hierna
worden een aantal indrukwekkende voordelen voor donoren opgesomd
waardoor DAF's de ontwikkeling van de II industrie kunnen helpen
versnellen en direct afkomstig lijken uit een II marketingonderzoekje
maar wel uitgaan van grote II ambities bij die donoren. Niet erg
overtuigend.
II
door DAF's is nu nog vooral het terrein van leidende DAF aanbieders
als de auteurs (Impact Assets, Tides en RSF Social Finance). Alleen
het (Zwitserse) Schwab Foundation Double Give Programme biedt de
mogelijk 10% van de donaties te oormerken voor de Grameen Foundation
van de grondlegger van het microkrediet Mohammed Yunus. best be
thought of in two categories: donor selected and donor sourced.
Impact
Assets biedt de mogelijkheid te investeren in donor selected
en donor sourced non profits. Donort selecte zijn de Calvert
Calvert Community Investment Note aan, een (lage rente) leningenfonds
voor non-profits en social enterprises wordlwide en Global
Impact Ventures, private leningen en aandelen van (thematische)
impact fondsen. Donor sourced zijn investeringen door donoren die
worden aageboden binnen Impact Assets zoals Village Capital dat haar
geselecteerde, getrainde (, geaccelereerde) social
entrepreneurs hierdoor opschalingskapitaal verschaft.
RSF
Social Finance bied sinds 1984 DAF's aan voor voeding&landbouw,
sociale gelijkheid, milieu bescherming en vebetering van
levensomstandigheden. Donoren kunnen deelnemen aan 2 portfolio's een
met deposito's bij environmental & community development banks
(liquidity portfolio) en
obligaties in economische ontwikkeling, sociale huisvesting, en
milieu initiatieven. Het heeft een II portfolio heeft tot doel
(grant) inkomen te verschaffen door te investeren in institutional
quality funds en asset managers
that
generate competitive risk adjusted returns. De strategie is te
investeren in meerdere II (milieufocused) fondsen.
Tides
investeerde al 10 miljoen US$ in DAF's, creëerde een Mission
Related
Investing fund voor institutional en individuele donoren en lanceerde
een collective
action funds (met
diverse financieringsbronnen) voor emancipatie, onderwijs en social
bonds,
sociaal investeren (zie de PAGINA een
kapitaalinjectie voor goede doelen) om (ook) in de VS de
opschaling van (bewezen) impact business
models te
stimuleren.
Een
aantal community foundations zijn actief o.a. de The Greater
Cincinnati Community Foundation die in 2008 begon met II (als pilot
gesteund door de Rockefeller Foundation). De omzet groeide, er kwamen
DAF's bij en recent startte het een (grantmaking) programma voor non
profits om investible
te worden.
II
oogmerk
Er
worden vervolgens een aantal suggesties gedaan waardoor DAF's hun II
kunnen laten groeien. De meest relevante, interessantste voor
niet-VS-investeerders is de mogelijkheid om donoren naast grantmaking
suggesties ook investeringssuggesties te laten doen.
Download
(pdf)
op impactassets/issue-briefs
of tides/Publications
of rsfsocialfinance/ultimateimpact
RSF
Social Finance RSF Social Finance (RSF) is a pioneering
non-profit financial services organization dedicated to transforming
the way the world works with money. In partnership with a community
of investors and donors, RSF provides capital to non-profit and
for-profit social enterprises addressing key issues in the areas of
Food & Agriculture, Education & the Arts, and Ecological
Stewardship. Geinspireerd door
Rudolf Steiner, antroposofie. Het biedt sinds 1984 DAF's aan.
Het investeert, leent en geeft en
had in 2011 135miljoen US$ onder beheer. Social Finance ontving in
2011 een grant van het Omydiar Network om II te promoten in de VS.
SRF II (DAF) beheert 40miljoen US$ en een nieuw PRI fonds voor food &
agriculture.
Tides,
VS een DAF die DAF's aanbied, streeft naar een rechtvaardige
wereld. Het gaf in 2011 bijna 100 miljoen US$ 'door' ruim 3000 grants
aan non profit organisaties in de VS (75%) en daarbuiten. Het ontving
90 miljoen US$. Het geeft sophisticated financial and managerial
services and inspiration to donors & doe-ers.
Accelerating
Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the
Impact Investing Industry, E.T.
Jackson&Associates, Karim Harji and Edward T. Jackson (juni 2012
86 pag). In IINieuws
1okt2012
Uitstekend
actueel overzicht van de stand van zaken die de resultaten van 5 jaar
marketbuilding, research & networking samenvat. De auteurs
interviewden 100 key persons/players en hun helicopterview geeft een
interessant beeld van de ontwikkelingen. Wel een beetje tunnelvisie
door de VS focus en in het wie-doet-wat-overzicht. De schrijvers doen
mn charity consultancy. Het is absoluut een aanrader voor mensen die
zich blanco willen inlezen in II anno 2012.
Aanleiding
Het
rapport is een externe publicatie en een vervolg op de (interne)
evaluatie van 4(5) jaar Impact Investing Initiative van de
Rockefeller Foundation (RF). In Appendix C staan hun interne
aanbevelingen waaronder die voor het stimuleren van de II markt door
a) steun
voor nieuwe producten, distributie systemen en infrastructureel werk
(plumbing)
b) versterken
van de capaciteit van intermediairs om nieuwe deals ''markt-klaar''
te maken van lead tot en
met exit voor
investeerders en investees.
c) groei
van privaat-publieke investeringssyndicaten voor ontwikkeling zoals
schoon/zoet water, gezondheidszorg, energie, landbouw etc. d)
opzetten
van grootschalige investeringsfonden en mechanismen voor
institutionele invsteerders. e)
nauwere
samenwerking en partnerships tussen impact investors en ESG, CSR,
SRI, Community Development Finance (in de VS),
clean tech en inclusive
business (microkredietmodel
uitrollen naar mobiel-bankieren, verzekeringen, hypotheken en andere
diensten voor the base of
the pyramid, de
armsten).
Terecht
ambitieus
De RF
is dus nogal ambitieus, maar de voortgang na 5 jaar II marketbuilding
is indrukwekkend en daardoor bemoedigend. Noot
van de Blogger
de RF was de motor achter de fiscale wetgeving voor Programme Related
Investing en is denk ik teleurgesteld door het beperkte gebruik dat
charities in de VS van deze fiscaliteit maken. Met het II Initiatief
willen ze meer effect bereiken.
In het
boek bekende mijlpalen en successen van bekende impact investors
(GIIN) leden en het leunt ook behoorlijk op de bekende Monitor
Institute en GIIN/JP Morgan publicaties. Het notenapparaat bevat
echter ook zeer interessante bronnen over deelgebieden van II.
Kortom
een behoorlijk compleet actueel overzicht van de voortgang en
aandachtspunten per (sub)sector met in de Executive Summary 15
aanbevelingen over II & risicomanagement, investeerderssydicaten,
missie- gerelateerd investeren door charities, II als financieel
specialisme stimuleren, niche markten ontsluiten, nieuwe producten
met gevarieerd aanbod van risico&rendement, ondersteuning van
succesvolle business modellen van social enterprises in hun diverse
ontwikkelingsfases, impact prestatiemeting, research &
development ook voor (BRIC en EM) overheden, beleidslobby, vangnet
voor mislukte of ontoereikende II in basisbehoeften van arme en
kwetsbare mensen, meerjaren prgramma's en subsidies voor de
ontwikkeling van II in het Zuiden, aandacht voor II in het
(U/BM/vak)onderwijs en bewaken van het imago en de integriteit van
het merk impact investing.
Bronnen:
(pdf's) Accelerating
Impact: Achievements, Challenges and What's Next in Building the
Impact Investing Industry of
The
Executive Summary
Nadat
Social Bonds aan hun oversteek naar de VS begonnen na Obama's
positieve respons, onderzocht McKinsey het fenomeen een jaar lang,
interviewde 100 thought
leaders en
publiceerde in mei 2012 een overzichtsrapport. Het onderzoek is
gesponsord door bekende Impact Investors als de FB Heron Foundation
'helping people and
communities to help themselves, (PAGINA
charity cases VS), WK Kellog Foundation (kinderen) en Robert Wood
Johnson Foundation (de grootste health&healthcare charity in de
VS).
From
Potential to Impact, Mc
Kinsey Social Sector Office (mei 2012, 68 pag)
In
IINIeuws 13feb13
De
insteek is erg vanuit de McKinsey core
business en de benaming bond (obligatie) is
dan ook helemaal fout. Een Social Bond is een contract
voor een keten van facilitators,
waaronder investeerders, uitvoerders, controleurs en een overheid die
de (af)rekening betaalt bij succes. Noot
van de Blogger
De naam pay-for-succes-bond
wordt ook genoemd, maar dat begrip raakt een
beetje achterhaald omdat (main stream) investeerders natuurlijk
garanties willen. Denk aan Goldman sachs die een garantie kreeg van
de Bloomberg Foundation voor de New York Rikers Island SIB (artikel
hierboven).
Samen
pakken de facilitators een
maatschappelijk doel aan, op basis van wetenschappelijk bewijs dat
een methode succesvol is en besparingen gerealiseerd kunnen worden.
De McKinsey benadering kijkt erg naar de totstandkoming van beleid en
een succesvol project met allerlei safeguards
tegen potentiële perverse prikkels (vanwege de
financieringsmethodiek). Terecht wordt benadrukt - dat de SIB geen
methodiek pilot is,
alleen bewezen strategieën lenen zich voor een SIB, omdat het
(track record) resultaat de garantie is voor terugbetaling aan
investeerders.
Een
contractor begeleidt
een SIB van begin tot eind, een lang en complex traject met veel
partijen, auditors moet voortgang onafhankelijk meten en assesors
moeten onderweg de resultaten beoordelen en bepalen of bijsturing aan
de orde is. McKinsey vraagt zich dan ook af in hoeverre de kosten
voor die trajectbegeleiding de bereikte besparingen zullen
opsouperen. Noot
van de Blogger
Een beetje existentialistische navelstaarderij voor een van grootste,
succesvolste en vast niet goedkoopste consultancies in de wereld
waarvan de kwaliteit van het werk haar tarieven hopelijk
rechtvaardigt. Desalniettemin
leest het rapport als een prima introductie tot de materie, met veel
overzichtelijke stappen, checklist en aandachtspunten, mede aan de
hand van cases voor Homelessness
en
juvenile justice.
From
Potential to Impact,
Mc
Kinsey Social Sector Office (mei 2012, 68 pag) artikel en download op
McKinseyonsociety
Op de pagina korte presentatie (te beluisteren) filmpjes. Nb nav het
project startte McKinsey een online Learing
for Social Impact
Hub,
maar ook daar ligt het accent erg op (150 tools for) assesment. Link
lsi.mckinsey
Diverse Perspectives, Shared objective, Global Impact Investing Network
(GIIN) (mei 2012) In IINieuws 15 juni 2012
The
Global Impact Investing Network (GIIN) publiceerde een case studie
over 'haar' eerste fonds: het African Agricultural Capital Fund
(AACF). Investeerders zijn de leden van haar GIIN investors council:
Bill & Melinda Gates Foundation (10 miljoen US$, PRI), de Gatsby
Charitable Foundation (VK 5miljoen US$), J.P. Morgan (bank 8miljoen
US$), en de Rockefeller Foundation (2miljoen US$ PRI*). USAID, the
U.S. Agency for International Development, en GIIN supporter, gaf
garanties af voor de JP Morgan investering in het AACF en doneerde
voor technical assistance voor de investees.
Ambities
Het
fonds met 25miljoen USD$ wordt beheerd door het Mauritaanse Pearl
Capital Investments en investeert van tot 200.000US$ tot 2,5miljoen
US$. Het impact resultaat wordt gemeten met IRIS
en
krijgt een GIIRS
(impact) rating. Het investeringsrendement mikt op 15% maar is niet
vereist. De fee is 2,5% en de carry 20% voor lange termijn
committering. Concreet wil het AACF binnen 5 jaar
250.000boerenhuishoudens bereiken en hun jaarinkomen met 80 US$
vergroten. Hiertoe wordt 75% van de portfolio waarde geïnvesteerd
in oogst verwerkende bedrijven en 25% in landbouwbedrijven. Dit mede
om het risico te spreiden. Pearl Capital zal focussen op schuld en
quasi equity en de lange termijn sociale impact ambities in
een“intent vs. use”
clause vastleggen.
Drijfveren
De
investeerders hebben echter diverse drijfveren: Gatsby wil Pearl
Capital helpen opschalen, het was eerder al een van de 1e
investeerders in het Pearl SME Fund for East Africa. J.P. Morgan’s
Social Finance unit wil impact deals samenstellen voor arme(re)
mensen en als II katalysator of ondersteuner werken. De Gates
Foundation erkent het belang van landbouw en wilde II toevoegen aan
haar tools. Het hoopt dat AACF aantoont dat investeren in
kleinschalige landbouw(ers) levensvatbaar blijkt. De Rockefeller
Foundation wil II intermediairen en vehikels, zoals het AACF, helpen
ontwikkelen als onderdeel van haar impact investing initiative.
Feiten:
Het fonds opzetten duurde van 2009 tot 2011 en had 5 deal
structuring
onderhandelingen nodig. Bron:
thegiin.org
of Download
the case study (16p) * Programma Related Investments, fiscaal
gefaciliteerd.
Insights
and Innovations: A Global Study of Impact Investing + Institutional
Investors door Correlation Consulting (april 2012) IINieuws 1juni12
Correlation
Consulting opgericht door Georgette Wong bevordert II actief door
onderzoek en kennisoverdracht en geeft strategisch advies aan impact
investors. Het organiseert o.a. Take
Action! The Impact
Investing Summit dat
sinds de start in 2007 honderden impact investors bij elkaar bracht
zoals foundations, families, institutionele investeerders,
pensioenfondsen, bedrijven/corporaties, overheden,
ontwikkelingsbanken etc. Voor de US Secretary of State's Global
Impact Economy Forum publiceerde Correlation Consulting op basis van
marketing informatie van de Gallin Group een II rapport op basis van
interviews met 51 institutionele impact investors met samen meer dan
2,5biljoen (trillion)
US$ onder beheer
en seeking
return of capital to premium financial returns.
Nederlandse
impact investors
In
het rapport 2 Nederlandse cases, de Stichting DOEN (& Qurrent
one-stop-shop: nieuwe energie voor huishoudens) en PGGM (impact
meting methode i.s.m. ECSP IIN
15jan12 of
EUR). In
het rapport voorbeelden van II in diverse categorieën en
sectoren, met zeer verschillende doelstellingen en stijlen.
3
Visies op categorieën investeerders
In
het rapport worden visies op impact investing onderscheiden, waarin
de doelstellingen ambitieuzer zijn en genuanceerder liggen dan de
eerste indruk doet vermoeden.
Investment
First: met als doel markt
conform rendement te behalen vanwege traditioneel portfolio
management en fiduciaire verplichtingen, mikt vaak op hoger
dan het markt rendement
vanwege de hogere due
diligence onderzoekskosten*
en om voldoende inkomsten te genereren voor opschaling.
*
Impact Investeerders onderzoeken en vergelijken soms wel 150
proposities voordat ze tot een investering overgaan.
Impact
First: investeerders willen sociaal- of milieu-impact hebben.
Financieel rendement is belangrijk om de gerealiseerde impact op de
lange termijn te kunnen behouden. Zonder financiële stabiliteit
of zelfs het terugvloeien van de investering is de impact op de lange
termijn niet zeker gesteld. Het rendement kan marktconform of hoger
zijn. Het primaat ligt bij de behaalde impact.
Catalyst
First: Deze reactie versnellende investeerders mikken op
financieel rendement en impact omdat de samenhang belangrijk is voor
het effect van II. De sociale of milieu impact is vaak de stuwende
kracht achter het financieel rendement. Het katalyserend versnellend
effect op de ontwikkeling van de II sector effect wordt ook
gewaardeerd m.n. in onderontwikkelde regio's en markten.
Key
findings
De
inhoudsopgave leest als een checklist
voor impact investors:
wees flexibel, wees geduldig (10 a 12 jaar voor exit) en wees alert
op marktverstoring in de competitieve fase van impact investeringen.
Huur ervaren (traditionele non-II) fondsmanagers in, deel ervaring en
kennis, increase the talent pool, werk samen, wacht niet op impact
metrics-op-maat, schaal II op met de (eigen) II ervaring en Don't
hype early successes ondanks
het II enthousiasme en het effect van succesverhalen.
Link
impactinvestingconference
ExSum
I&I
executive-summary Rapport
Insights&Innovations
Investing
for Impact: How social entrepreneurship is redefining the meaning of
return.
Schwab Foundation & Credit Suisse voor het World Economic Forum
in Davos 2012.
In
IINieuws 15feb12
Schwab
Foundation en Credit Suisse over II
De
Zwitserse Schwab Foundation (die gericht is op Social Entrepreneurs)
en Credit Suisse, vermogensbeheerder publiceerden voor het World
Economic Forum in Davos 2012: Investing for Impact: How social
entrepreneurship is redefining the meaning of return. Met een keur
aan deskundigheid, modelvoorbeelden van social entrepreneurs en
impact investors, 40 lessen van/voor impact investors en apart
aandacht voor de ontwikkeling van II standaarden (door Jed Emerson)
en microkrediet, the most mature example of an impact investment
opportunity, met ambities. Noot van de Blogger
Social Entrepreneurs zijn vaak start up's dus II in die sector is
eerder private equity beleggen of crowdfunding dan beursgenoteerd.
Leuk is het interview met de charismatische Richard Branson -een naam
die ik nog niet vaak tegenkwam in II verband- maar die door de Carbon
War Room Klimaatverandering te lijf gaat en mooie resultaten laat
zien.
Opsomming
Eigenlijk
bevat het rapport niet zo heel veel nieuws. Misschien iets
nadrukkelijker de trend dat HNWI en grote bedrijven naast filantropie
ook II als nieuwe werkwijze omarmen, het II overheidsbeleid in de VS,
het UK en de EU, dat 'gespecialiseerde' consultants uit de grond
schieten, maar de social stock exchange in het VK (wat beleggen in £
betekent) pas in 2013 van start zal gaan. De afzenders verklaren
wellicht de horizon en de overschatting van II mogelijkheden voor
kleine beleggers zoals het 2x noemen van Kiva (eigenlijk charitas) of
Micro Place (wel 3% rente) maar met hoog risico.
Het
interessantst is het stuk 'lessons learned' maar die getuigen ook van
groot-vermogensbeheer-denken. Ik noem de 6 belangrijkste lessen met
aantekeningen voor kleine beleggers:
Kies
een impact thema met persoonlijke intrinsieke waarde. Aantekening
van de Blogger: Focus is een open deur wat betreft strategie, maar
voor een kleine belegger kan juist spreiding van impact thema's
aantrekkelijk en noodzakelijk zijn door het gebrek aan II
mogelijkheden.
Start
small, but get your feet wet: Aantekening van de Blogger: de
beleggingsportefeuille 100% ''met impact'' beleggen kan door ''in II
de keten'' te beleggen: bijv in II banken * of multinationale
best-in-class/duurzame bedrijven die II 'activiteiten ondernemen.
Wees
streng, kritisch in het managen van de II, wees realistisch over
de eigen deskundigheid en leun op de deskundigheid van anderen met
dezelfde waarden en doelen. Aantekening van de Blogger: er staat
een zee aan publicaties online, er zijn merken-, transparantie- en
andere benchmarks en kritische volgers.
Werk
samen met anderen:
word lid van een investeringsclub of informele groep gelijkdenkenden
: spreid risico, leer en wordt geïnspireerd. Aantekening van de
Blogger: mijn emailadres is: impactinvestmentnews@yahoo.com
Meet
je impact: Aantekening van de Blogger voor een kleine belegger
ronduit überambitieus, waardeer het feit dat je
beleggingsportefeuille bijdraagt aan een betere wereld. Have
fun, experimenteer en leer: Aantekening van de Blogger: de II
wereld is vol mensen met lef, ambitie en doorzettingsvermogen: een
inspirerende community die alleen al daarom prettig vertoeven is.
*
Credit Suisse Group, 2e bank van Zwitserland, werd in nov11 9e op de
lijst van de wereldwijde financiers van steenkolencentrales in een
rapport door milieuorganisaties: Bankrolling
Climate Change: A Look into the Portfolios of the World's Largest
Banks.
Bron:
credit-suisse
Investing_for_impact of thegiin.org
resources NB Het rapport staat niet op de site van de Schwab
Foundation.
Beyond
Microfinance
Impact
Investing: Financial Inclusion and Value Creation at the Base of the
Pyramid*
cursus
beschrijving met uitgebreide leeslijst van
Johns
Hopkins School Advanced International Studies (2010-2011-2012) Noot
van de
Blogger:
Van
de leeslijst heb ik al een aantal gelezen&samengevat. De
base/bottom of the pyramid is een begrip van Pralahad en betreft het
armste miljard mensen. Meer:
(pdf)
Fortune
at the Bottom
In
IINieuws 15maart2012
Docenten
Monica Brand (ACCION Frontier
Investment) Gil Crawford (MicroVest
fund) en Steve Wardle (Grameen
foundation Pioneer Fund) geven de cursus die is bedoeld voor
Impact Investors in private equity en/of voor social enterprises die
kapitaal willen ophalen.
Aanleiding
De
cursus is gegeven in 2010 & 2011 en wordt ook dit jaar aangeboden
(sais).
Voor de docenten stond/staat microkrediet op een keerpunt: de
Nobelprijs voor de vrede voor Grameen's Mohammed Yunus en de 5
beursgangen van microkrediet instellingen (MFI's) zijn mijlpalen.
Vooral omdat op de beursgangen niet werd ingeschreven door grote
banken (als
Credit Suisse en Citigroup) en zij toch tot wel 13x overschreven
werden. Dat betrof Compartamentos, Latijns Amerika's grootste MFI.
Sindsdien zijn banken wel ingestapt, maar ook nieuwe spelers hebben
het terrein ontdekt voor uitbreiding van hun markten (mobiele
telefonie met betaal opties), uitbreiding van het aanbod/assortiment
(financial
inclusion) en
online investerings(donatie)platforms zoals Kiva.org.
Opzet
II
wordt vergeleken met en afgezet tegen venture kapitalisme (VK) en de
cursus bevat dan ook standaard VK stappen. Inhoudelijk wordt ook
gekeken naar innovaties voor MFI's door de stand van de (kosten
verlagende en bereik vergrotende) technologie (ITC),
distributie (mobiel bankieren, de flappentap, retail)
en nieuwe producten zoals micro-hypotheken en -verzekeringen.
De cursus behandelt nieuwe business modellen voor microkrediet
(commercialisering, concurrentie en globalisering),
fondsenwerving en/of screening, voorwaarden (een hele week),
waardering en due diligence, deals impact meting, risico management
en exits. Hiermee wordt een realistisch beeld gegeven van de praktijk
en alleen echte MFI en financial inclusion cases worden
bestudeerd.
De
interessante vraag bij de cursus is: What does the impact investing
field need to do / accomplish in order to be mainstream rather than
marginal (and attract the trillions of dollars available in the
capital markets – or should that not be the goal?) Noot van de
Blogger: Om (ook) de Base of the Pyramid te bereiken. Bij de
verbreding van het aanbod wordt een week stilgestaan bij de obstakels
om van micro verzekeringen (financial inclusion) net zo'n succes te
maken als van microkrediet en een week bij micro hypotheken. Ook
wordt een week stil gestaan bij de rol van het management en
'governance'
bij
snelle en grote groei. Bron:JHU
Beyond MF syllabus
2011
'Climate
Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation
Mercer LCC Calpers/mercer-study-allocation
(pdf, 132 pag.) Superkorte samenvatting bij IFC/Brief_Mercer
(pdf, 4 pag.) 2011
In IINieuws 1nov14
Are
you Climate Change ready?
In
haar persbericht bij de Green Transition Scoreboard verwees Hazel
Henderson van Ethical Markets naar hun eigen aanbeveling aan
institutionele investeerders om 10%
van de portfolio in bedrijven te investeren die de Groene Transitie
sturen. Ze verwees ook naar Mercer LCC (investeringsstrategie)
adviseurs om 40%
van het climate change
portfolio deel te
alloceren naar Green
Transition sectors. Bij
verder onderzoek stuitte ik op een verfijning door Henderson in een
gelijkwaardige verdeling: fifty-fifty ESG
risk en ESG
opportunity*. Letterlijk
zegt Henderson: … half to hedge against climate and environmental risk and half to capitalise on opportunities in green sectors**. Dit sluit zo direct aan bij mijn model Impact
Portfolio en
de model Impact Bijsluiter*** niveau 2 en 3 zie IINieuws-15juni14
dat ik in het rapport ben gedoken.
Het
Public Report 'Climate
Change Scenarios – Implications for Strategic Asset Allocation'
werd
gepubliceerd in 2011 en deed verslag van een onderzoek in opdracht
van
tientallen
opdrachtgevers waaronder APG en PGGM. Professor Rob Bauer (Director,
European Centre for Corporate Engagement, Maastricht University, the
Netherlands werd als expert geconsulteerd. PGGM was tevreden “This
project has given us insight into the complexity of the effects
climate change could have on the risk and return of our portfolio.
Climate change proves to be a source of uncertainty. Although there
is currently no straightforward answer to managing this uncertainty,
we will continue to address this issue in our investment activities.”
– Jaap van Dam, Managing Director Strategy, PGGM Investments (op
pag.7)
Executive
Summary
Basis
voor het onderzoek is de aanname van onderzoekers dat 90% van de
variatie in portfolio rendement kan worden toegerekend aan
Strategic
Asset Allocation (SAA)*.
Mercer
heeft 4
scenario's
ontwikkeld
Regional
Divergence
(Meest
waarschijnlijk); Divergent
and unpredictable – Framework agreed to succeed Kyoto Protocol
Delayed Action (Op
een na meest waarschijnlijk) Stern Action naar de Bruce Stern Review
2007 (Minder waarschijnlijk) en Climate Breakdown (minst
waarschijnlijk).
Daar
heeft ze haar “TIP™
Framework” op toegepast, de 3 variabelen voor de gevolgen van
klimaat verandering door: Technology:
de ontwikkeling van investeringskansen in lage CO²technologie;
Impact:
de
mate waarin (klimaat) verandering gevolgen (kosten) investeringen
zullen beïnvloeden;
Policy:
de
kosten van regelgeving en beleid tegen CO²
uitstoot. Mercer berekende op basis hiervan dat 10%
van het portfolio risico de komende 20 jaar risico loopt door
(onzekerheid over) Policy
door klimaatverandering. Geschatte kosten 8biljoen
US$.
Technologie
veroorzaakt de komende 30 jaar slechts 1%
portfolio risico (4biljoen
US$
kosten) maar daarbij zijn de risico's van de gevolgen van recent
klimaatrampen (extreem weer?) niet ingecalculeerd. Impact
kan de komende 30 jaar ook 4biljoen
US$
kosten veroorzaken.
Diversificatie
zou niet traditionele risico spreiding aanpak moeten plaats vinden,
maar op basis van ESG
risico's binnen categorieën.
In bepaalde
scenario's zal een portfolio die 7% rendement wil behalen het
klimaatverandering risico kan managen door 40%
van de assets te investeren
in climate-sensitive
assets (zoals
infrastructuur, vastgoed, private equity, landbouwgrond, bosbouwgrond
en duurzame listed/unlisted assets. Gevisualiseerd in Figuur 2 pag. 9
door op de Y-as: Cash, Sovereign fixed income, Credit (investment
grade), Developed equity, Emerging market equity, Private equity
(including renewables), Sustainability/renewable themed equities,
Timberland/agriculture en Real estate (core) verdeeld over de X-as:
Default (11% risk) Regional Divergence (11% risk) Delayed Action (14%
risk) Stern Action (9% risk) en Climate Breakdown (12% risk) Een en
ander staat in de rapport Highlights
pag.
3–21,
die
de onderzoeksaanpak beschrijven en bevindingen toelichten.
Interessant
vind ik de uitwerking van het meest waarschijnlijke scenario in het
TIP Framework:
Technology:
High dispersion of capital inflow into lowcarbon investments;
leading countries include the EU and China;
Impact:
Higher risk of future impact costs due to slower reduction in
emissions;
Policy:
Higher uncertainty and potentially higher reward for some assets
due to regional disparity in climate policy.
De USA
(bij delayed action) en China (idem en climate breakdown)
lopen het meest risico door klimaatverandering, maar India en Zuid
Oost Azie scoren ook 2 'rood' voor bij delayed action en
climate breakdown). (Tabel 4, pag.18).
Opvallend
de waarschuwing dat Health
impacts and population migration risks are
underestimated Toelichting bij punt 10 pag 18. Noot van de
Blogger: Vanuit de basisbehoeften van mensen benadering van
impact investing een belangrijk punt.
In
de adviezen aan institutionele investeerders: -1- Understand the
risks associated with climate change and embed these into
asset-allocation
policies.-2-
Evolve and transform portfolio mix -3- Allocate to sustainable
assets -4- Consider a wider pool of passive options -5-7- Engage with
active fund managers, companies en policymakers en -8- Support
ongoing research vast uit te
voeren door Mercer LCC :)
De
publieke versie van het rapport
'Climate Change Scenarios – Implications for
Strategic Asset Allocation' werd
gepubliceerd in 2011 en is te vinden op de website van opdrachtgever
Calpers/mercer-study-allocation
(pdf, 132 pag.) Superkorte samenvatting bij IFC/Brief_Mercer
(pdf, 4 pag.)
Update
Mercer onderzoek en
vervolgonderzoeken:
Top1000funds/investors-alter-allocations-because-of-climate-risks
(24sept14 n.a.v. De Klimaattop new York.) Angelien Kemna APG kondigde
daar aan 'that APG wants to double its investments in sustainable
energy generation from €1 to €2 billion. Kemna, who speaks on
behalf of a coalition of nearly 350 institutional investors and
financial institutions, notes that in 2013 around $250 billion has
been invested in clean energy solutions worldwide. To counter the
worst effects of climate change this amount should be doubled within
a few years. The doubling of investments which APG wants to achieve
in the next three years, for example in wind and solar power, fits
the focus on sustainability in APG’s investment portfolio. In her
speech Kemna announced that APG has managed to double its investments
in sustainable real estate to €11 billion in the past two years,
important because real estate is responsible for 40 per cent of all
greenhouse gas emissions worldwide'.
*Noot
van de Blogger:
voetnoot 1 pagina 6. Als impact investing strategie missionaris vind
ik dat een heel interessant uitgangspunt. Misschien dat Mercer LCC
ook een onderzoek kan doen naar de risico's en kansen van impact
investing. Als dat wat te ambitieus is is een onderzoek naar de
portfolio risico's van voedselveiligheid en grondstoffen wellicht een
beginpunt? KPMG publiceerde dit voorjaar een onderzoek in opdracht
van maatschappelijke -maar niet financiële
partijen- over 'Grip op grondstoffen: leveringszekerheid en
biodiversiteit'
**Het
Engelse artikel met toelichting op de niveau's en huidig en
toekomstig marktaanbod en suggesties voor criteria vaststelling en
verificatie is aangeboden aan de reviewers. Het bijsluiter model is
een uitwerking van de Sonen Capital portfolio strategie voor de KL
Felicitas Foundation die is aangeboden in de literatuur voor het
World Economic Forum 2014. Meer in IINieuws
1juli14
***Mapping
the global transition to the solar age. From ‘economism’ to earth
systems science Sustainable Business Initiative – Outs ide Insights
door Hazel
Henderson (pdf, pag. 56, de fifty fifty verdeling staat op pag. 30)
ICAEW/Sustainability/Mapping
the Global transition to the Solarage
ImpactAssets Issue Brief #4 ImpactAssets-50 and the Metrics Challenge: Assessing "Impact Capacity" at the Firm Level, Jed Emerson.
IINieuws 1dec12
De 4e Issue Brief van Impact Assets is een beschrijving van de totstandkoming van Impact Assets50 een open source data base van 50 ervaren impact investing fondsen met private debt en equity investeringen. Het toont niet primair de grootste, maar vooral de breedte van de impact investing sector, zowel geografische, in sectoren en in assets categorieën. De lijst wordt jaarlijks bijgewerkt. Noot van de Blogger: Triodos stond er in 2011 in, in 2012 niet meer wellicht vanwege het breedte argument. Meer op impactassets-50
Criteria
Impact Assets50
Voor
opname in de lijst wordt gekeken naar de “Firm's Impact
Capacity” op basis van de prestaties op ambitie/doelstellingen
(intent), implementatie (practices),
investeringsimpact & meetmethoden. Omdat impact
Investing nog in de kinderschoenen staat zullen veel firma's zullen
niet in elke categorie scoren. De doelstelling is een concept Firm
Impact Capacity aanbieden met specifieke indicatoren als
framework om op te bouwen en door te groeien.
Voor
de ambitie/doelstellingen werd gekeken naar:
– GIIRS
pionier fondsen, binnen
het Global Impact Investing Rating System.
Ondertekenaars
van United
Nations Principles for Responsible Investing,
(asset owners, asset managers en professional service partners)
Directe link
naar de UNPRI
Signatories in the Netherlands;
– Duurzaamheidsverslagen
volgens de GRI
Global
Reporting Initiative
methodiek(en).
De GRI verzamelde 2304 verslagen in 2011 (nu 740 over 2012). De Data
base is doorzoekbaar op sector. Noot
van de Blogger:
GRI is gevestigd in Amsterdam, met als voorzitter World
Connector Herman Mulder (o.a. ex ABN);
– De
in 12 staten van de VS bestaande fiscale categorie van B
Corporations, die
'de
kracht van ondernemingen gebruiken om sociale en milieu problemen op
te lossen';
– Deelname
aan initiatieven voor field
based
duurzaamheids-
of impact rapportage en transparantie. (Op
maat, niet academisch of top down?)
– Een
Corporate of Impact
Investing Visie en ambitie;
-
Lidmaatschap van een Impact Investing associatie, netwerk of
werkgroep.
Noot
van de Blogger:
Impact Assets begint dus met een wat legalistische opstelling van
(papieren) beleid die juist voor impact investing niet altijd
relevant is en wel tijdrovend. De Vereniging van Beleggers voor
Duurzame Ontwikkeling (VBDO)hanteert
dezelfde methode. Op basis hiervan kan gekeken worden naar de
rapportage i.e. implementatie en de resultaten. Dat deze methode niet
altijd zinvol is bleek uit het onderzoek naar duurzaam beleggen bij
kerkelijke instellingen eind 2011. Er was op papier bij minder dan de
helft duurzaam beleid vastgelegd, maar méér dan de
helft bleek impact investor. Meer op II
Nieuws 1dec11
Implementatie
Er
word gekeken naar specifieke keuzes in de bedrijfsvoering die de
geest van impact (investing) reflecteren zoals het beleid qua m/v
verhoudingen, (management van) leiderschap, personeelsbeleid,
ras/ethniciteit, de bestuurssamenstelling, duurzaamheid
(energiebesparing/co2 uitstoot etc), corporate social responsability,
ketenbeheer en op impact gericht beleid of filantropie.
Investeringsimpact
& meetmethoden
Of
en hoe bepaalt een onderneming de impact van haar investeringen? IRIS
en GIIRS geven investeerders
inzicht in de impact prestaties. ImpactAssets-50 bekijkt of een
onderneming een social
management
informatie systeem heeft om impact te monitoren en te meten, hoe het
systeem werkt en hoe transparant de onderneming is over de
resultaten. Dit geeft nl. inzicht in de oprechtheid van de ambities
en doelstellingen. Op dit moment en in d ekomende jaren worden in de
zich ontwikkelende II sector allerlei activiteiten ondernomen,
bijgesteld en aangepast die elkaar kunnen aanvullen en verbeteren
voor steeds betere rating
& verifying van
impact.
Er
wordt gekeken naar het gebruik van de (gratis & kant-en-klare nog
steeds ontwikkelende)
-1-
Impact Reporting Investment Standards IRIS
of;
-2-
een alternatief (zelf ontwikkeld) systeem dat waardevoller is voor de
activiteiten van de onderneming;
-3-
Heeft de onderneming een functioneel formeel Social Management
Informatie Syteem om de impact van investeringen te meten? En tot
slot:
-4-
worden de impact resultaten door een derde onafhankelijk partij
gemeten?
Tot
slot
ImpactAssets
verwacht dat binnen 3 tot 5 jaar het gebruik van (standaard) rating-
en meetsystemen bij impact investing fondsen gemeengoed zal zijn
geworden. Het focust op ondernemingsniveau als erkenning van het
goede werk dat daar verzet wordt. Het biedt investeerders inzicht in
critical issues om hun keuzes en beslissingen op te baseren.
De (nieuwe) ontwikkelingen op het gebied van meting & rating
worden gemonitord om hun cliënten te informeren over het gebruik
en promotie van deze systemen.
Conclusie
ImpactAssets
is geen 100% supporter van door de GIIN gepromote systemen als IRIS
en GIIRS. Het is ook niet echt afwijzend en het onderbouwt haar
reserves niet. Ik mailde auteur Jed Emerson om dit te checken en mijn
aanname werd beaamd. Er wordt wel erg veel gemeten en niet altijd
even nuttig of effectief. Ik zie het ook als een typisch voorbeeld
van een top down gepromoot systeem versus bottom up meetsystemen op
firm/field based niveau. Dit laatste is het niveau waarop
ImpactAssets zich (nu) concentreert.
Link
(pdf
7pag) ImpactAssets-50
and the Metrics Challenge: Assessing "Impact Capacity" at
the Firm Level
ImpactAssets
Issue Brief #3
Seven tactics for Risk Management by
Investors Seeking to Engage in Impact Investing (7pag.)
Jed Emerson, Executive Vice President for Strategic Development.
Impact
Assets
Impact
Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet
om (investerings) kapitaal aan te trekken (te katalyseren) voor
optimale (milieu, sociale en financiële) impact en zo de
hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice
president en auteur van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker
van het concept 'blended value' en mede auteur van het II
overzichtswerk 'Impact Investing Transforming How We Make Money while
Making a Difference' (Wiley, sept 2011) zie
IINieuws
15okt2011 of
PAGINA Gelezen-bronnen.
In
deze Issue Brief geeft Emerson impact investing benaderingen voor de
niet professionele investeerder die impact investing wil toevoegen
aan zijn/haar portfolio. De zeven tactieken uit de titel worden
gepresenteerd aan de hand van 6 vragen die een II zich moet stellen
over: geïnformeerd zijn & transparantie, doorgroeien van
handelen naar investeren, de rol en beperking(en) van adviseurs,
investeren in fondsen als risico's te verminderen, de kracht van
multi-manager strategieën, investeren in II (als sector/field)
en dit alles om risico's te verminderen.
Er
is geen kant-en-klare checklist voor impact investeringen: maar hier
komen de tactieken.
– Weet
wat je bezit of kies transparante investeringen. Fonds beheerders
moeten minstens hun aannames, strategie en processen kunnen
toelichten en inzage in de portfolio is aanbevelenswaardig.
– Een
lange termijn horizon en slow of patient capital voor impact
investing betekenen dat een impact investor zijn II's moet
budgetteren om voldoende liquide te zijn en (andere) inkomsten te
hebben. Prioriteer, analyseer en investeer dan pas.
– De
(meet) instrumenten en informatie bronnen over II groeien met de dag:
monitor die
voortgang voor hun bruikbaarheid. (GIIRS
en ImpactBase)
– Het
effectiefste risico beheerser is een goede vermogensbeheerder. II als
specialisme groeit snel, maar eerder naast de bestaande (grote)
vermogensbeheerders die ervoor kunnen kiezen zich zelf te oriënteren,
een partnerschap aan te gaan of een bestaande II specialist in te
lijven. II onderschatten is geen goed teken. ImpactAssets publiceert
sinds 2011 jaarlijks een lijst van de 50 beste II
vermogensbeheerders. Noot van de Blogger: Triodos verdween na een
jaar uit die lijst en ASN heeft er nooit in gestaan.
– II
is breder dan dan directe private equity investeringen, maar dat
vereist specifieke deskundigheid en betrokkenheid. Daarom kan
investeren in II (beleggings) fondsen een optie zijn. Noot
van de Blogger:
in Nederland zijn wel tientallen duurzame fondsen open voor
particulieren die soms vooral de bekende duurzame bedrijven bevatten
en staatsobligaties, maar er zijn nog geen 'echte' publieke impact
investing beleggingsfondsen. Zie
goed-geld/duurzaam-en-verantwoord-beleggen voor
een overzicht van de duurzame beleggingsfondsen in Nederland. Meer
over deze website in IINieuws
15okt12.
– De
(potentiële) kracht van multi-manager strategieën is dat
zij samenwerken waardoor de overhead voor fondsenwerving beperkt
blijft en zij kunnen concentreren op goede II investeringen.
– Risico
kan ook worden verminderd door te investeren in de ontwikkeling van
II. Emerson wijst op netwerken met formele en informele investeerders
groepen. Het bezoeken van conferenties, deelnemen aan discussies, het
presenteren van ervaringen en het ondersteunen van non profits die de
groei van II bevorderen. Noot
van de Blogger
Zoals bijvoorbeeld Impact Assets maar er zijn talloze andere
initiatieven. Bron:
ImpactAssets
IssueBriefs
3 (pdf 7 pag)
PS
Op MVO Vlaanderen stonden deze week 11-tips-bij-ethisch-beleggen
ImpactAssets
Issue Brief #2: Risk, Return and Impact:
Understanding Diversification and Performance Within an Impact
Investing Portfolio (zd waarschijnlijk 2011) Jed Emeron et al. In
IINieuws 1nov2012
Impact
Assets is een US non-profit financiële dienstenverlener opgezet
om (investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal
milieu, sociale en financiële impact en zo de hardnekkigste
problemen van de wereld te helpen oplossen. Vice president en auteur
van de IA issue briefs is Jed Emerson bedenker van blended value is
ook bekend als auteur van het II overzichtswerk Impact
Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference
(Wiley,
sept 2011) zie IINieuws
15okt2011 of
PAGINA Gelezen-bronnen.
Risico
& rendement beoordeling bij II?
Vragen
die IA vaak krijgt zijn:
– Moet
altijd een financieel rendement prijs betaald worden voor sociaal en
of milieu impact rendement?
– Zijn
impact investing vehicles
risicovoller
dan traditionele investeringen in dezelfde of vergelijkbare asset
classes?
– Hoe
moeten vermogensbezitters passende risico blootstelling managen in
een dynamische en zich ontwikkelende markt in relatie tot hun
fiduciaire verantwoordelijkheden?
-
Hoe is de sociale en milieu impact van investeringen het best te
meten?
E.e.a.
kan niet los gezien worden van het risico dat bij elke investering
hoort,
het
potentieel financieel rendement en het risico nemend vermogen of de
ambitie van een investeerder. Bovendien moeten risico en rendement op
2 niveaus beoordeeld worden: 1 dat van de portfolio strategie en 2 op
het niveau van de verschillende asset classes. Noot
van de Blogger
daarna volgt natuurlijk het risico en rendement
van individuele investeringen.
Impact
ambities kunnen integraal onderdeel zijn van de
investeringsstrategie. Het streven naar optimale prestaties geldt dan
zowel voor financiële als sociale en / of milieu prestaties.
Hierbij is de vraag of financieel of sociaal/milieu impact prioriteit
heeft niet aan de orde, het gaat om de verhouding risico en
rendement. De andere benadering is dat II een aparte
investeringscategorie (asset class)
is en daarbij is (de omvang van) het deel dat als II wordt bepaald
doorslaggevend. Risico en rendement van de II tellen mee als deel van
het totale resultaat op financieel gebied, maar sociaal/milieu
resultaat worden niet gemeten.
Concreet
zijn de belangrijkste risico's van II:
Liquiditeits
Risico: The gemak waarmee investeerders kunnen kopen en verkopen,
of in- en uitstappen
Feitelijke
Impact Risico: Impact resultaten kunnen op lange termijn /
grotere schaal (alsnog) nadelig uitpakken, denk bijvoorbeeld aan
grootschalige palmplantages voor palmolie die regenwouden verwoesten
en werkgelegenheid in steden waardoor landelijke gebieden verder
ontvolken.
Manager
Risico: korte(re) track records, kleinere vermogensbasis en
breedte en lagere beloning van fondsbeheerders waardoor hoge
omloopsnelheid van personeel ontstaat.
Fonds
Ontwikkeling Risico: Het aantrekken van kapitaal in het kleine II
marktaandeel kan lastig zijn waardoor fondsen niet voldoende kunnen
opschalen.
Meetmethode
en Rapportage Risico: Impact kwalitatief meten is ingewikkeld
waardoor onjuiste beoordelingen kunnen worden gemaakt.
Social
Enterprise Risico: Sociale ondernemingen kennen een breed palet
van resultaten naast de financiële resultaten.
Subordinate
Capital Risk: Afhankelijkheid van giften/donaties of subsidies
vertekent de prestaties in gunstige zin en kunnen soms onderschat
worden en daardoor de investeringsstrategie schaden.
Exit
Risico: Omdat veel II alternatieven minder ''gevestigd'' zijn,
kleinschaliger en gespecialiseerd is de uitdaging rendement te boeken
door verkoop aan strategische kopers of IPO's groter.
Noot
van de Blogger Hieruit blijkt wel dat de insteek
van IA bij II op private equity ligt en venture philanthropy of angel
investing en minder bij de openbare beursplatforms. Dat geldt ook
voor het volgende stukje. Dat neemt niet weg dat de auteur ook pleit
voor duurzaam beleggen in publieke fondsen omdat het minder risico
met zich mee brengt.
Impact
Investors moeten zich realiseren op welke termijn zij hun vermogen
kunnen/willen inzetten voor II en idealiter uitgaan van minimaal 3
tot 10 jaar (zg slow capital) en voor grantmaking en
ondersteuning van eerdere II's (?).
Daarnaast
is vertrouwen en het vermogen om verlies en failleren te kunnen
accepteren belangrijk. Tot slot de afweging maken voor hun algeheel
risico (profiel) door een deel van de portfolio toe te wijzen aan II.
Imago
van II
II
moeten zich kritisch afvragen of het beeld van het hogere risico
gehalte van II terecht is alleen omdat het geen conforming
asset is,
dus een investering die er precies zo uitziet als andere
investeringen en dus een standaard risico en rendement beoordeling
kan krijgen. Noot
van de Blogger
Kortom: onbekend maakt onbemind ook bij vermogensbeheerders. Maar dat
II meer due diligence en underwriting behoeft is een feit en niet
alleen een ''tegen'' argument. Bovendien
is het inpassen van (optimaal) impact als rendement criterium een
complicerende investeringsbeslissing waardoor een driedimensionale
(trifecta) grafiek ontstaat (p.10) die niet eenvoudig te lezen,
begrijpen of toe te passen is. Met
GIIRS
het
Global Impact Investing Rating System heet II een geïntegreerd
meetinstrument voor impact meting in relatie tot rendement en risico.
Hoopgevend
is de trend bij vermogensbeheerders om II deskundigheid te “build,
buy or borrow” als onderdeel van hun werkzaamheden. De
integratie en acceptatie van II binnen de investeerders universum
gaat naar mening van IA op basis van de attention curve
opvallend snel (p.6).
Private
equity focus en de beurs
De
focus op private equity (PE) investeringen bij impact investing wordt
tot slot besproken evenals de mogelijkheid op de publieke beurs als
impact investor op te treden. Op p.8 de II mogelijkheden uit de
grafiek van het Rockefeller Philantrophy Advisors rapport uit 2009.
De focus op PE wordt verklaard door de ambitie om naast duurzaam te
beleggen (bijv. in grootschalige opererende multinationals) ook de
toepassing in andere delen van de samenleving te bevorderen. Maar
gepleit wordt voor een impact + duurzaam beleggen visie op de hele
portfolio. Noot
van de Blogger:
het klassieke trickle down versus bottom up
model voor (economische) ontwikkeling, die inderdaad elkaar ook prima
kunnen versterken en versnellen.
De
''moderne'' impact investor
De
moderne Impact Investor vinden hun ambitie en strategie belangrijker
dan marktconform(istisch) financieel rendement, omdat ze naar impact;
het totale (financieel + sociaal + milieu) rendement kijken en daarin
hun eigen rendement ambities bepalen. Marktconform financieel
rendement wordt als criterium losgelaten: In een recent Brits
onderzoek zelfs door 39%(!) van de impact investors. Verder in de
issue brief staat dat sinds de beurscrash van 2008 het begrip
marktconform nogal loos is geworden mede door de mooie resultaten van
bijv. microkrediet in de periode daarna.
II
thematische risico's
(Klassieke)
II is vaak gericht op thema's en sectoren waardoor een extra risico
(door gebrek aan spreiding) ontstaat, maar ook daarbinnen kunnen
verschillende instrumenten worden ingezet om het risico te beperken
zoals leningen (schuld) versus private equity investeringen. Leningen
aan non profit organisaties die overheidssubsidies/inkomsten
ontvangen zijn veiliger dan een werkgelegenheidsproject (met bijv
start-ups) dat bloot staat aan directe marktwerking. Maar ook binnen
thema's onderling zijn verschillen: duurzame landbouw is door de
concrete tastbare producten een andere markt dan Renewable Energy of
Health Research die moeilijker te vermarkten zijn.
Strategie
en prestatie belang
(ook)
Een II portfolio kent verschillende gradaties risico, rendement en
impact en strategische II investeringen kennen een andere beoordeling
van (beoogde of gerealiseerde) prestaties) dan een individuele II
zonder dat strategisch belang. Kortom II is aan het evolueren van
portfolio opbouw naar portfolio & investment management. Noot
van de Blogger
Zoals bijv de Omydiar Network die in haar blogserie het belang van
sector impact benadrukt omdat anders wordt onder-geïnvesteerd in
mn early-stage, hoog-risico innovatieve bedrijven die een nieuwe
industrie kunnen creëren of de sector dynamiek fundamenteel
kunnen veranderen. Zie
IINieuws
15okt12.
Bron
ImpactAssets
Issue Brief #2 Risk,
Return and Impact: Understanding Diversification and Performance
Within an Impact Investing Portfolio (13p) Zonder datum maar na
2010. Andere Issue briefs op
impactassets.org/issue-briefs
Impact
Assets issue brief 1:
An
Introduction to a Unified Investment Strategy for Impact Impact
Assets. Jed
Emerson et al. De 1e van 8 issue briefs (2011?).
13 pag. NB De issue brief is een geactualiseerde versie van “The
Investor’s Toolkit” en
“Where
Money Meets Mission” uit
2007 van dezelfde auteurs en anderen. In
IINIeuws 15okt2012
ImpactAssets
is een non-profit financiële dienstenverlener die is opgezet om
de hardnekkigste problemen van de wereld te helpen oplossen door
(investerings) kapitaal aan te trekken (katalyseren) voor optimaal
milieu, sociale en financiële impact. Het is een voortzetting
met opschalingsambitie van The Giving Fund van de Calvert Foundation
opgezet door het Calvert (pensioen)fonds, een VS pionier op het
gebied van SRI en II. Interessant is jaarlijkse overzicht (met
profiel) van de 50 grootste impact investors (firma's IIA is niet
gericht op start-up's). Triodos was er in 2011 bij maar in 2012 niet
meer. (Het grotere ASN beide jaren niet). Impact Assets publiceert
ook een impact investeerders per thema overzicht:
IA
InvestmentThemes.
Jed
Emerson
De
auteurs zijn Tim Freundlich, president van IA en VP Jed Emerson.
Emerson schreef the Blended value map in 2003 en samen met Antony
Bugg Levine Impact
Investing Transforming How We Make Money while Making a Difference
(uit september 2011,
zie PAGINA Gelezen-bronnen)
Ik
heb het laatste boek gelezen en wellicht mede daardoor bevat deze
issue brief voor mij weinig nieuws en dat komt ook door de aandacht
voor vermogensfondsen om ook hun vermogen in te zetten om hun missie
te realiseren.
II
typen en doelen
De
auteurs onderscheiden 3 soorten II: -1- II gericht op een mix van
sociaal en marktconform risk-adjusted financieel rendement,
-2- mix van sociaal en financieel rendement dat onder de marktniveau
mag liggen en -3- II gericht op optimaal sociaal rendement zonder
financieel rendement muv van evt belastingaftrek (mn in het kader van
PRI Program Related Investment fiscale
faciliteit in de VS).
In
de VS is het aandeel Socially
Responsible Investment (beheerd
door vermogensbeheerders) met 3biljoen US$ en 12% marktaandeel veel
groter dan in Nederland (4,7% sparen&beleggen VBDO). Daarnaast
kent de VS Community
Development Investing bijna
42miljard US$ en schat het Social Investment Forum dat 177
investeringsvehikels waaronder hedge funds bijna 38miljard US$ onder
beheer hebben. Op basis van het HOPE Consultancy onderzoek Money for
Good (uit mei 2010, zie PAGINA Gelezen-bronnen)
en
JP Morgan wordt de vraag naar II mogelijkheden geschat op 120 miljard
US$.
FB
Heron Foundation
Als
voorbeeld door vermogensfondsen wat je kan doen om je missie te
realiseren via het vermogen wordt de FB Heron Foundation
gepresenteerd, de II kampioen van de Amerikaanse vermogensfondsen met
45,5% van het vermogen als II belegd.
De
FB Heron Foundation heeft (in 2009) 110miljoen US$ van haar 241
miljoen US$ belegd in lijn met missie. Haar 4 programma's zijn
gericht op financial inclusion, ondersteunen van de ontwikkeling van
ondernemingen, bevorderen van eigen huis bezit en toegang tot de
arbeidsmarkt door kwalitatief goede kinderopvang. De II portfolio is
als volgt verdeeld:
– 89
miljoen US$ (80%) impact investeringen met marktconform rendement in
o.a. Affordable
housing,
vastgoed en ontwikkelingsfondsen;
– 6
miljoen US$ (5%) deposito's bij community development banks en credit
unions met marktconform rendement; en
– 21
miljoen US$ (15%) program
related investments mn
leningen aan nonprofit intermediairs en
ontwikkelingsorganisaties.
Volgens
de auteurs ontwikkelt de FB Heron Foundation zich als een soort
'private
community investment trust’ die
haar (financiële) middelen optimaal inzet voor het realiseren
van haar missie en heeft sinds 2002 die allocatie met een factor 2,5
vermenigvuldigd. (ook bij pagina
charity cases O-Z en de VS)
Bron:
impactassets
Impact
Assets issue brief 1 door Jed Emerson et al. An
Introduction to a Unified Investment Strategy for Impact Impact
Assets. 13
pag. (2011?)
'Insight into the Impact Investment Market, An In-Depth Analysis of Investor Perspectives and over 2,200 Transactions'. JP Morgan Social Finance en the Global Impact Investing Network (14dec11) In IINieuws 1feb2012
Het
is een update en uitbreiding van het onderzoek van eind 2010 'II*
an emerging asset class'
(zie deze pagina 2010) 52 respondenten deelden hun perspectief op de
II markt en de ervaringen met ruim 2200 transacties in hun portfolio.
Die respondenten zijn (mn
Amerikaanse
leden) van
de Global Impact Investing Network (thegiin.org), Impact Assets50 en
clientèle van JP Morgan. Zij verwachten van medio 2011 tot
medio 2012 bijna 4 miljard US$ aan II te doen. 40% van de
respondenten managed 'proprietary' (eigen) kapitaal, 25% managed
'fiduciar' kapitaal (van anderen) en 35% managed beide .
*
II staat voor impact investing of impact investments, afhankelijk van
de context.
Conclusies
van de auteurs
Het
meten van impact gebeurt vaak (70%) dmv IRIS
maar ook door
andere 'eigen' modellen. Het gebrek aan track record voor succesvolle
II is (Noot
van de Blogger:
nog steeds)
de grootste uitdaging. Daarnaast spelen 'illiquiditeit' (Noot
van de Blogger:
verhandelbaarheid)
van de investeringen en de onzekerheid van het financieel rendement.
Aan de andere kant, actieve overheden (mn UK, USA. de EU** en
Australië) en de ontwikkeling van de II infrastructuur vergroten de
kennis en stimuleren de groei. **
EU Regional Development Fund en EU Social Fund
De
lancering van GIIN's ImpactBase (zie IINews
8juni2011), het eerste IRIS rapport (iris.thegiin.org
report) en Impact Assets
worden als
mijlpalen gezien. Net als de start van GIIRS, het Global Impact
Investing Reporting System (GIIRS)rating systeem voor bedrijven zie
IINews
1nov2011
(Noot
van de
Blogger:
dit perspectief benadrukt hoe 'Amerikaans' het onderzoek is).
De
3 grootste uitdagingen voor de groei van II
zijn: de het gebrek aan track record van succesvolle
investeringen. Daarna het tekort aan kwalitatieve investerings
mogelijkheden en “Inadequate impact measurement practice”.
NB Of investeerders nu in Developed Markets (DM) of Emerging Markets
(EM) of in Schuld of Private Equity (PE) investeerden maakte voor
deze drie uitdagingen niet uit.
Facts
& Figures
De
respondenten zien II als “In its infancy and growing”
(75%), veel meer dan de 19% die kiest voor “About to
take off” (19%). Opvallend is de indruk dat 'het aantal
insitutionele en high net worth individual investors (HNWI) die weten
wat impact investing is' is verdubbeld in vergelijking
met 2 jaar geleden. Bovendien verwachten institutionele en HNWI dat
hun asset allocatie naar II over tien jaar gemiddeld 5% en 10% is.
NB Nu valt II onder 'alternatives' (vastgoed, hedge funds, private
equity, grondstoffen en 'anders') waar de grote beleggers tussen de
12 en 15% van hun portfolio in beleggen (IMF’s Survey), dus dit
is ambitieus/optimistisch.
Rendement
Bijna
de helft van de respondenten vindt impact en financieel rendement
even belangrijk, iets meer dan de helft stelt het een boven het
andere (by optimize one while setting a floor for the
other). Tweederde van de respondenten zou financieel rendement
opofferen voor meer impact, maar 60% denkt niet dat dat 'nodig' is.
NB Deze 2 groepen respondenten overlappen niet significant. Het
internal rate of return (IRR) kan nogal verschillen, ook van
benchmarks: Bij Developed Markets Equity is het 19% (benchmark 29%),
Emerging Market Equity: 18% (benchmark 11%), Developed Market
Corporate Debt: 4% (benchmark 11%) en in Emerging Market Corporate
Debt en de benchmark 9%.
Distributie
keuzes
Het
impact doel is meestal 'mensen' (58%) of mens&milieu
(34%). Slechts 8% geeft prioriteit aan milieu impact. 94% van de II
zijn in bedrijven die werken voor/met op mensen met een laag inkomen.
70% van de II (50% van het kapitaal) is in SME. 62% van
de II is in ''debt', waarvan 52% in private debt en 38% is in
private equity. 94% van de debt transacties is in senior debt, maar
59% daarvan is ´unsecured´. De meerderheid van de II
bedraagt minder dan 1 miljoen US$, 40% is kleiner dan 500.000
US$, 15% tussen de 500.000 en 1 miljoen USD$. Toch is een gemiddelde
II 2 miljoen US$ en 10% van de II bedragen meer dan 5miljoen US$.
67%
van de II is in Emerging
Markets
(44%
van het kapitaal)
en 31% in Developed Markets (53%
van het kapitaal).
Regionaal:
30% van de II is in de USA
(51%
van het kapitaal),
30% in Latijns Amerika (15%
van het kapitaal),
12% in SubSahara Afrika (7%
van het kapitaal)
11% in Oost Europa, Rusland en Centraal Azie (8%
van het kapitaal en
11% in Zuid Oost Azie (6%
van het kapitaal).
Sectoren:
34% van de II is in microkrediet
(37%
van het kapitaal) 15%
in landbouw & voedselvoorziening (6%
van het kapitaal), 13% cross-sectoraal
(15%
van het kapitaal) 13% in clean tech & energy (6% van het
kapitaal) Noot
van de Blogger:
clean tech en energy is dus niet per se kapitaal intensief), 7%
in huisvesting (21%
van het kapitaal). Valuta
88%
van de II is in US$,
3% in Euro's en een 'enkele' in Can $ of £. De resterende 8% is
in 38 andere valuta. Download
report bij GIIN thegiin.org
Social
Venturing Entrepreneurship, een plaatsbepaling
De dissertatie van Henk Kievit tot doctor bij Nyenrode Business
Universiteit op
11-11-11, waar hij (nu) directeur is van de Center for
Entrepreneurship & Stewardship en daarnaast Lecturer/Researcher
bij Christelijke Hogeschool Ede en Sr Partner Strategy, Marketing &
Business Development bij Dokifath BV. Daarvoor was Kievit o.a. secretary-general to the Board bij de Noaber Foundation en daar ligt
waarschijnlijk de inspiratie voor het proefschrift over Social
Venturing Entrepreneurship (SVE). Bovendien was er nog maar
weinig wetenschappelijke literatuur over social venture
entrepreneurs en de
investeerders maar mn over de investeringen en de processen.
Definitie(s)
Een
van de definities in het proefschtift van Social
Venturing Entrepreneurship is: 'een nieuwe manier van ondernemen, die
gericht is op het leggen van verbindingen tussen netwerken in civil
society, bedrijfsleven en de overheid om hardnekkige maatschappelijke
problemen aan te pakken'. Noot
van de Blogger:
Geïnteresseerden
in impact
investing
valt natuurlijk meteen op dat het woord winst ontbreekt, in andere
definities staat het soms wel, maar dan alleen om de duurzaamheid van
de onderneming te verzekeren en een SVE verwacht zijn investering wel
terug. Maar een venturer
of het nu capitalism
of philanthropy
betreft houdt rekening met 66% kans op failure
en mikt op extra hoog rendement om dat risico te compenseren. Een
venture
philanthropist
investeert
in ondernemingen die de ambitie hebben op den duur zichzelf te
financieren en niet periodiek subsidie aanvragen voor hetzelfde
project. Een impact
investor
wil een bewezen business model helpen met groeikapitaal om op te
schalen en investeert zelden seed
of start-up
kapitaal. Daar kunnen juist filantropen, HNWI
investors
en (vermogens)fondsen een katalytische rol spelen. Met dank aan een
Skype gesprek met Rogier Want van de Exelenti Foundation.
Diepte
interviews met SVE's
Heel
kort is het een onderzoek naar de achtergronden, overtuigingen en
werkwijzen van social
venturing investeerders
gebaseerd op 19 diepte interviews. De interviews zijn gehouden met mn
Nederlandse SVE's uit het netwerk dat hij waarschijnlijk grotendeels
heeft opgebouwd in zijn Noaber Foundation*. Het zijn soms weinig
bekende want nogal publiciteitsschuwe mensen (Herman Brenninkmeyer,
Sabine Goldschmeding) en daardoor extra interessante en inspirerende
interviews ook omdat nauwelijks bekende organisaties aan bod komen of
initiatieven dia als impact investing worden beschouwd. Een aantel
van de SVE's kent elkaar en werkt ook samen in de St. Nijenroad.
Interessant
is de SVE's mn ervaren ondernemers zijn die hun (markt)kennis en
netwerk meebrengen om de SVE op te zetten, maar binnen de
traditionele filantropie minder toegevoegde waarde hebben o.a. omdat
zij de goede doelen cultuur vaak niet kennen en/of waarderen.
*
Noot
van de Blogger
De Noaber Foundation is een van de leidende SVE vermogensfondsen in
Nederlands samen met d.o.b Foundation waarvan Pieter de Rijcke
geïnterviewd
is p. 248). Meer
over de Noaber Foundation en
de d.o.b. Foundation op de PAGINA Charity
cases A-N.
Door het Noaber netwerk is Gereformeerd Vrijgemaakt kerk &
Woord&Daad gehalte opvallend hoog, maar ook de populariteit van
het End of Poverty concept van Jeffrey Sachs. Excerpt 11pag in TIME
2005: Earth/EndofPoverty
of meer op Earth
Methode
Om
het wetenschappelijk gehalte van het onderzoek te verzekeren gaat
Kievit intimiderend -maar ook fascinerend- diep in op economische
theorieën
en methodologische scholen en alle toegepaste waarborgen om relevante
data te verkrijgen en te interpreteren. Kievit heeft voor het
onderzoek zijn ervaring met social
entrepreneurship bij de
Noaber Foundation benut. Omdat Kievit de geïnterviewden
allen/deels kende zijn de interviews afgenomen door anderen. Noot
van de Blogger:
Jammer is dat de vragen ontbreken (maar wel gedestilleerd kunnen
worden omdat de antwoorden genummerd zijn).
Prosopografie
en proposities
Interessant
is de prosopografische samenvatting (p.111-113 bevat überdata
over HNWI voor marketeers) met hun achtergronden en kenmerken, de
indeling in soorten SVE's (actief, bemiddelend, passief p.) In
het hoofdstuk met proposities, stellingen, over SVE's P.119ev)
aannames over SVE's. Let
wel het betreft 19 geïnterviewden,
met samen een geschat vermogen van 750 à
1 miljard Euro vermogen. Noot
van de Blogger:
Niet echt doorsnee, de gemiddelde Nederlandse miljonair heeft 2,9
miljoen Euro. Meer op IIN1maart13
Bron:
Van Lanschot onderzoek 2011, onder II marketing, halverwege
de pagina.
Doorslaggevend
zijn: levensbeschouwing
(en Noot
van de Blogger:
religie. Door het Noaber netwerk is wellicht het Woord&Daad (Reformatorisch) gehalte opvallend hoog). Er
vaak sprake van een transitie(proces)
en een specifieke doelgroep op basis van sympathy,
de SVE's
hebben een intuïtieve
alertheid
voor het signaleren van problemen en kansen/oplossingen en hebben of
krijgen een breed
netwerk
buiten hun werk in de politiek / overheid / civil
society. (Meer
over het begrip cicvil society op p. 140-150 en 160-162). SVE's
werken vooral via positieve duwtjes (nudging)
en hun unieke toegevoegde waarde om een probleem/tekort aan te pakken
waaronder innovatief zijn en flexibel binnen hun eigen
initiatief/organisatie.
Samenvatting
duurzaam-ondernemen
(pdf) en toelichting
Nyenrode/Impact-Social-Venturing-Entrepreneurship-steeds-groter
Eind
2011 publiceerde the Global Impact Investing Network
(www.thegiin.org) een
handreiking voor impact meting bij impact investing fondsen. 3
partijen laten zien hoe zij hun fondsmanager belonen en waarop de
impact score wordt gebaseerd. Het zijn het Aureos African Health
Fund, Core Innovation Capital en UBS (de laatste heeft nog geen II
Fonds, zie IINieuws 15
april 2012
De
publicatie geeft potentiële investeerders (instappen bij Core
vanaf 250.000US$ en bij Aureos 500.000US$) inzage in wat ze qua
impact mogen verwachten en welke impact incentives zijn ingebouwd
voor de fondsbeheerders. (Noot van de Blogger:
Het is -nu- het op een na populairste document van GIIN downloads).
Impact
meting & Incentives
De
belangrijkste kenmerken voor impact meting & incentives zijn:
- de prioriteit en verhouding van financiële en impact resultaat beloning;
- evt. boete en wat gebeurt er bij liquidatie van het fonds;
- Lange en/of korte termijn impact resultaat;
- II ambities en criteria;
- II meting & interne of (semi) externe auditing.
CASES:
wie doet wat?
Aureos
African Health Fund is een van Aureos 17 fondsen. Het fonds heeft
100 miljoen US$ onder beheer, is opgericht in 2009 en de geplande
exit is in 2019-2021. Het streeft naar het bereiken van arme(re)
mensen. De basis beloning is 15% (voor het financieel resultaat,
iets onder het marktgemiddelde van 20%) en voor elk bereikt impact
doel (A,B,C) komt er 5% bij. Het beloont bij A > 50% en/of
B >70% bereik van mensen met < 3000 US$ inkomen per jaar
en bij C < 15% bereik van mensen met minder dan 1000US$ per
jaar. Technical Assistance, Impact Resultaatmeting, -verbetering en
-promotie) wordt extern ingehuurd (uit de 2% management fee).
Core
Innovation Capital
Het
doel is Early growth stage capital for profits to increase access to
financial services in the US. (Portfolio
corevc.com)
Het heeft 50miljoen US$ onder beheer, is opgericht in 2010 en de
geplande exit is in 2020. Het financieel resultaat bepaalt 90% van de
eindbeloning en de impact score is 10% voor o.a. leiderschap &
invloed (spreken op II events). De bonus is 100% afhankelijk van het
impact resultaat en de maximale Carry (eindbeloning) is 20% = 18%
financieel & 2% impact resultaat. Bij evt voortijdige liquidatie
van het fonds is bij bijv. 70% impact resultaat → 0,7x2% = 1,4%
+ 18% financieel = 19,4%. Het heeft externe audit per investering
door vertegenwoordiger van de partner the Center for Financial
Services Innovation en 2 II deskundigen (op VS niveau). Evt. (deel
van) de niet uitbetaalde carry gaat terug naar de investeerders of
naar een door de fondsmanager aan te wijzen non profit dat
vergelijkbare doelstellingen heeft.
UBS
(model)
De
impact-criteria zijn ontworpen door 1 externe en 2 UBS II experts. 1
Focus op Emerging countries. a:
Landen met laag GDP per capita b: Least Developing Countries
(minimum) c: Ontluikende sectoren: veel impact maar minder financieel
rendement. 2 ESG beleid: 1.
MT lid voor ESG, ESG trainingen, ESG protocol voor incidenten. 3
Employment growth 4 Meten met IRIS Impact
Investing sector specific metrics. 5 De kwaliteit van
impact reporting moet evolueren. De
carry, de eindbeloning, van de fondsbeheerder is maximaal 10% (het
marktgemiddelde voor fondsen van fondsen management) maar
vermenigvuldigd met de impact coëfficiënt en
die is max 1. Noot
van de Blogger
Eigenlijk dus een boete lager impact resultaat? Het
gebruikt externe auditing.
Incentives
voor impact beloning
Belangrijk
is de gerichte realistische vraag van investeerders, de limited
partners in deze publicatie, en het vertrouwen van fondsenbeheerders
in hun eigen kunnen en hun moed om een nieuwe asset class te helpen
ontwikkelen (met mooi marktaandeel en PR effect). Bron:
thegiin
impact based incentives
THE IMPACT of a CORPORATE CULTURE of SUSTAINABILITY on CORPORATE BEHAVIOR and PERFORMANCE, Working Paper 12-035 (25nov11), Harvard Business School door Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou, George Serafeim. In IINieuws 15jan12
In
Management Team van 29dec11 stond een samenvatting van een
retrospectief onderzoek onder 90 duurzame 'koplopers',
(sectorleiders) en 90 bedrijven met dezelfde karakteristieken die
'niet of 'onvrijwillig' duurzaamheid in hun beleid hebben
geintegreerd. Men is 18 jaar teruggegaan om effecten te vinden, ook
in relatie tot de SAM/Dow Jones Sustainability Index.
De
onderzoeker stellen dat er sprake is van een (bedrijfs)'cultuur van
duurzaamheid' bij de koplopers. Binnen die cultuur is het idee dat
duurzaamheid een overheadfactor is die de winst verminderd of dat
greenwashing (duurzame windowdressing) genoeg is volledig passe.
Conclusie
nr 1, interessant voor beleggers:
duurzame koploper bedrijven presteren 'significant' beter dan
achterblijvers (Low Sustainability firms) zowel extern (op de
aandelenmarkt) als intern (in de boeken). Sterker
nog, duurzame koplopers: -1-
Scoorden
4,8 procent hoger op de aandelenmarkt; (Noot
van de Blogger:
de
mogelijkheid dat duurzaamheidskoplopers als sustainable investor
darlings chronisch overgewaardeerd worden wordt ondergraven door deze
conclusie noot3. -2.
Lieten minder koersschommelingen zien, zijn dus stabieler en 3.
Behaalden een betere ROA (return on assets en equity) dan de low
sustainability-groep. De
hoge prestaties zijn sterker in sectoren met individuele klanten,
sterke merken (-marketing) en hoog gebruik van natuurlijke
grondstoffen.
Andere
belangrijke conclusies uit het onderzoek waren: -a- bij koplopers is
duurzaamheid een (directe) verantwoordelijkheid van het bestuur
(governance) bij de helft ipv een kwart van de bedrijven en
deel van prestatie metingen ('2'x zo vaak gemiddeld 30%). -b-
Koplopers betrekken meer stakeholders bij hun beleid, zowel vooraf,
tijdens als erna. -c- Koplopers hebben een langetermijnhorizon en
-investeringsbasis en communiceren effectiever met (potentiele)
inveesterders. -d- Koplopers integreren 5x vaker 'sociaal' duurzame
informatie in de financiële rapportages (25%) en 3x vaker
milieuprestaties. (33%). De bevindingen staan in heldere tabellen en
in de appendix staan 27 criteria / voorbeelden van duurzaam beleid.
Bron:
MT
duurzaamheid-loont-echt Het rapport: hbs
research (pdf 57pag) Noot
van de Blogger:
In het onderzoek onder Nederlandse bedrijven naar oa duurzaamheid, de
transparantiebenchmark,
worden ook kwualificaties als koploper en achterblijver toegekend.
Noot
van de Blogger3:
banken werden uitgesloten uit de onderzoeksgroep(en) vanwege de
bijzondere bedrijfsvoering.
FINANCING
THE FUTURE TODAY
‘Financing
the Future Today’
is het vervolg op de ‘Tällberg Declaration’ van
29juni11 door (de) The Hague Financing Framework. 70
vertegenwoordigers van ontwikkelingsorganisaties waren dit voorjaar
in Den Haag op uitnodiging van FMO en het Ministerie van OS en deze
zomer in Sigtuna voor de FMO en de Tällberg Foundation. Nu is
een paper gepresenteerd voor de ‘multi stakeholder
collaborative partnership for all engaged in development': overheden,
internationale financiele instituties, ontwikkelingsbanken en de
private (financiele) sector. Want: Sociaal ondernemerschap is volgens
de auteurs ‘de R&D (Research and Development) van de
(internationale) samenleving'.
Agendapunt
1 op de Tallberg Conference was het identificeren van nieuwe,
innovatieve maar grootschalige impact investing modellen: “Proving
by doing”. De nu ontwikkelde implementatie strategie
heet ‘COILED’. Noot van de Blogger: een coil is
een spoel iets dat verbinding creert, een vlechtwerk. COILED staat
voor: 'New 'Capital’ structures, met een focus op
‘Outcome’ models, ‘Intermediaren’
met een 'social mission', innovatieve ‘Legal’
mechanismen, een sterke rol voor social ‘Entrepreneurship’;
en steun voor de zich ontwikkelende ‘Distributie’
kanalen van de civil society. De New Capital structures worden zo
toegelicht: New Social Capital Market Innovation – “Impact
investing” – the application of modern capital market
ideas to social benefit
Het
paper telt 11 pagina's en staat per actiepunt vol concrete
voorbeelden van impact investing activiteiten. Impact investing
modellen en strategien die wereldwijd op behoorlijke schaal worden
toegepast. Wat opvallende aanbevelingen/citaten:
-Een
taak voor de overheid is to 'introduce and catalyse the creation of
new innovative and market-based policy instruments (impact
investing) in order to catalyze private sector development and
capital (p.4).
-The
growth of “Impact Investing” / Social Finance
simply reflects a move to apply more modern commercial and market
practices to social endeavour (p.5).
-The
move (away) from a bi polar investment world to the application of a
plethora of financial and commercial tools for social purpose (Social
Entrepreneurship pursued under the mantra of” Social Finance”
or “Impact Investing” requires new Intermediaries
(p.6). Het gaat dan vooral om 'training for intermediaries in how to
access development finance and grant funding to support high
impact investments & Fund(ing) of technical assistance from
intermediaries to help them develop high impact investment
concepts (p.6).
Noot
van de Blogger: De focus ligt behoorlijk op beleid(slobby).
Daarom is interessant om dit paper te houden naast de 86 pagina's en
17 'to do' punten van het Monitor Institute Rapport voor de GIIN
(2009), waar het accent veel meer op de commerciele marketing van
impact investing richting de private sector ligt.
Financing
the Future Today is actief bezig met de lobby (PA&PR), directeur
John Simon van Total Impact Advisors sprak op de TBLI - Europe 2011
conference in London en presenteerde het paper aan de Wereldbank, en
de staatsecretaris van OS. Bron: totalimpactadvisors
en linkedin
De
Tällberg Foundation
De
Tällberg Foundation is opgericht in 1981. Ze claimt dat een
serie Tällberg Workshops over de rol en het gedrag van 'business
in a global interdependent world' mede aanleiding waren voor het UN
corporate citizenship initiative – the Global Compact.
Www.tallbergfoundation.org
IMPACT
INVESTING, Transforming how we make money while making a difference.
Antony Bugg Levine en Jed Emerson, (7 sept. 2011, Wiley ed., 306p.)
In IINieuws 15okt11
De auteurs van het boek zijn vertegenwoordigers van 1,5 impact investing generaties. Goeroe 'Jed Emerons' bedacht 'blended value', letterlijk gemengde waarde (toevoeging) en Antony Bugg Levine, ex McKinseyn consultant die als directeur van de Rockefeller Foundation samen met anderen de lekker brede en -bekkende term 'impact investing' bedacht.
In
het eerste deel beschrijven ze overzichtelijk de voorgeschiedenis en
het brede gebied van impact investing met de grote rol van overheden
en ontwikkelings-banken (FMO!) in internationale samenwerking en
'best brand: microfinance'. De 'sociale' ondernemingen die in de hele
wereld werken met en voor voor zeer diverse bevolkingsgroepen en de
commerciele banken die joint ventures, obligaties, beleggingsfondsen
en interne 'social economy' afdelingen begonnen.
Een
waardevol richtsnoer vond ik de 'principles of additionality' voor
impact investors (p.31-34). Ook schetsen ze de toekomstige terreinen
waar impact investing kansen heeft (p83) Daar waar zeer grote
investeringen nodig zijn om sociale problemen op te lossen,
winstgevende en opschaalbare ondernemingen ontstaan die nog te klein
zijn voor commerciele (venture) investeerders en daar waar de
overheid en maatschappij impact investing actief ondersteunt. En met
resultaat: waar impact investors pionieren volgt het grote geld.
Specifieke terreinen zijn (p. 93) gezondheidszorg, sociale
huisvesting, onderwijs, landbouw, utiliteitsbouw in
ontwikkelingslanden, en 'restructured social spending' of social
bonds obligaties die uitbetalen op 'sociaal' resultaat. (p.104)
Het 2e deel gaat over de ingewikkelde wereld van charities en de 'uniciteit' van goede doelen organisaties, hun samenwerking onderling en die met impact investors. Zowel goede doelen als sociale ondernemers in de VS, Canada, VK en Japan? lopen aan tegen wet- en regelgeving die als obstakels werken, terwijl ze vaak hetzelfde beogen en alleen de werkwijze verschilt. Maar het tijdperk van de individuele 'ster' pioniers is volgens Emerson en Bugg Levine voorbij. Het gaat nu om -binnen de gevestigde orde- om samenwerking, afstemming en taken verdelen. Wat betreft lobby en regulering, adoptie van impact meting modellen en ratingsystemen, professionalisering en promotie van het concept op bij professionals en onderwijsinstellingen. Het standaard advies aan studenten om 'eerst ervaring op te doen in de zakenwereld' voor idealisten sociaal ondernemer/investor te worden geven ze niet meer, er is al veel specifieke deskundigheid opgebouwd. Belangrijk zijn private banking, vermogens- en fondsbeheerders, impact investors en institutionele investeerders etc.
Noot
van de Blogger: Hiermee geven ze natuurlijk ook de reikwijde
van het veld aan, dat is ook voor dit blogger wel eens wat
overweldigend en lastig bij het selecteren van impact investing
nieuws.
CONCLUSIE
Een
zeer goed
geschreven (geredigeerd) en dus leesbaar boek door twee mannen die er
ongelofelijk veel van afweten. Aan de hand van anecdotes en schetsen
wordt een helder beeld gegeven van de diverse ontwikkelingen, focus
dilemma's, mogelijkheden en obstakels voor de vele 'stakeholders' en
geinteresseerden.
Thien
Nguyen-Trung, schreef voor zijn blog goodgeneration
ook een book review over Impact
Investing: Transforming How We Make Money While Making A Difference.
Hij is management consultant, was Career Chair for The
Kellogg School of Management’s Net
Impact en betrokken bij bij social capital markets,
entrepreneurship etc. Meer:
op
zijn blog > about me of linkedin.
De discussie en de poll (6) over is II an asset class is ook
interessant.
GUIDE to IMPACT INVESTING, Grantmakers in Health GPS Capital Partners (mei 2011) In IINieuws 1sept2011
Grantmakers
In Health (GIH) is opgericht in 1982 en een nonprofit, 'educational'
organisatie voor gezondheidsfondsen en 'corporate giving programs to
improve the health of all people'. Haar missie is gericht op goede
communicatie en samenwerking om de deskundigheid bij en effectiviteit
van gezondheidsfondsen te vergroten. Ze zitten vast niet toevallig in
Washington DC, dus lobbyen ongetwijfeld ook. Noot
van de Blogger, dus vergelijkbaar met de sectie
gezondheidsfondsen van de VFI.
Het
rapport is gemaakt met II consultancy GPS Capital Partners, omdat de
GinH menen dat de mogelijkheden van filantropie beperkt zijn in
verhouding tot de noden en uitdagingen in de gezondheidszorg (in de
VS). Filantropie moet dus 'al' haar mogelijkheden benutten, ook
samenwerking en beleidsontwikkeling. Impact investing is een krachtig
middel om bij te dragen aan de ambities van fondsen. De
(starters)gids begint met een beschrijving van impact investing
opties en ervaringen en heldere tabellen (1: ii in the contecxt of
social investing, 3: debt versus equity, 4: investing through
intermediaries en 5:models for ii).
Op
p.5-6 een heldere uitleg wat een PRI (Programme Related Investment
is, relevant vanwege de 5% verplichte besteding van het vermogen
in de VS) en een MRI (Mission Related Investment) eigenlijk
is. Een PRI is een wettelijk & fiscaal afgebakend begrip, MRI een
brede definitie. Omdat er weinig health impact investors zijn wordt
samengewerkt met ervaren impact investors in sectoren waar gedeelde
belangen zijn zoals 'community development' en raciale ongelijkheid
in gezondheid. Figuur 2, p.11 is een 'Roadmap to impact investing”.
De
focus is op investeringen in health care (centra, producten en
innovatie met cases van asset class investeringen in tabel 7 t/m 10),
health coverage (ziektekosten verzekering cases per asset
class in tabel 11 t/m 13) en healthy communities (cases van
asset class investeringen in tabel 14 t/m 21. De conclusies zijn
veelbelovend, ook tijdens de huidige economische crisis zijn de
Amerikaanse gezondheidsfondsen tevreden over het rendement van hun
impact investeringen. Achterin een uitgebreide woordenlijst (appendix
a glossary) gevolgd door( appendix b) 5 pagina's ii financial
performance.
Link
naar het complete rapport + beschrijving thegiin
resources of de site van Grantmakers in Health gih.org
Noot
van de Blogger
bij 'Grantmakers in Health'. De verschillen met Nederland zijn
natuurlijk enorm, maar er zijn ook overeenkomsten: de grote
Nederlandse gezondheidsfondsen deden in 2009 mee aan het overleg
'krachtwijken' van de overheid en benadrukken preventie en 'gezonde
leefstijl'. Bron gezondheidsfondsen
en gezondheidsfondsen
2009
De
gezondheidsfondsen zijn in Nederland -na 'de' kerk(en)- de
succesvolste fondsen-wervers onder particulieren. 70% van hun
bestedingen komt van de baten uit eigen fondsenwerving (Vergelijk
internationale hulp 31%, natuur & milieu 26% en welzijn &
cultuur 15,5). Bron CBF, PB 2010).
Dat komt zowel door hun historie, de' grote' gezondheidsfondsen zijn vaak al tientallen jaren oud, de enorme erfenissen die ze krijgen en door actieve werving en 'upgrading' door direct mail, telemarketing etc. De grootste, de Kankerbestrijding (inkomsten in 2010 109 miljoen euro) stond in dit blog op 28april2011 en de Hartstichting (bijna 43miljoen euro aan inkomsten in 2010) op 14april2011. Als CASE 1sept2011, de nr 3: de Nierstichting
Dat komt zowel door hun historie, de' grote' gezondheidsfondsen zijn vaak al tientallen jaren oud, de enorme erfenissen die ze krijgen en door actieve werving en 'upgrading' door direct mail, telemarketing etc. De grootste, de Kankerbestrijding (inkomsten in 2010 109 miljoen euro) stond in dit blog op 28april2011 en de Hartstichting (bijna 43miljoen euro aan inkomsten in 2010) op 14april2011. Als CASE 1sept2011, de nr 3: de Nierstichting
Gezondheidsfondsen
zijn bij uitstek 'impact investors' omdat zij veel besteden aan /
investeren in wetenschappelijk onderzoek. Directe inkomsten,
rendement wordt daarmee niet verkregen, wel de 'verplichting'
publicitair 'in beeld' te komen en dat is weer goed voor de
merkbekendheid en particuliere fondsen-werving. De grote
gezondheidsfondsen(wervers) zijn allemaal lid van de VFI (en hebben
zelfs een aparte sectie). Ze hebben zich verplicht zich te houden aan
de VFI Handreiking Verantwoord Vermogensbeheer Link VFI
met toelichting en 'voorgeschiedenis'.
360
DEGREES FOR MISSION, On Values voor de MISTRA Foundation Zweden (mei
2011) IINieuws
3aug2011
360 Degrees for Mission, is een rapport voor de Mistra Foundation in Zweden geschreven door D. Imbert en I. Knoepfel van 'OnValues' en gesponsord door 'Generation Investment Management'.
De
Mistra Foundation
besteedt 200 miljoen euro per jaar aan strategisch en mn lange
termijn milieu (environment) research en heeft 329miljoen euro
vermogen.
On
Values is een consultant voor investeringsstrategieen, die
gespecialiseerd is in responsible, sustainable & social
investing. Generation
Investment Management is het mede door Al Gore opgerichte
investeringsfonds toegewijd aan lange termijn investeringen,
geintegreerd duurzaamheidsonderzoek en 'client alignment' ofwel de
dienstverlening in lijn brengen met de wensen en het beleid van de
klanten.
Op
3 mei 2011 publiceerde de Mistra Foundation het rapport om
belangstelling te wekken voor duurzaam beleggen en impact investing
bij andere Europese fondsen. Het beslaat 40 pagina's met 7
case studies in 6 landen met samen meer dan 10 miljard euro vermogen.
14 key messages op 2A4 en een halve A4 Executive Summary met de 14
key findings nog eens kort samengevat. Ik focus op de aandacht voor
impact investing die ongeveer een kwart beslaat.
Opvallend
zijn de wat boude stellingen -1- dat duurzaam beleggen meer winst
oplevert dan traditioneel beleggen en -2- dat impact investing minder
rendement genereert (oa doordat het intensiever is dan traditioneel
of duurzaam beleggen). Het rapport stelt dat non profits/fondsen een
bijzondere bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van impact
investing door hun unieke deskundigheid en ervaring.
Noot
van de Blogger Ik denk hierbij aan hun beleids-
(missie, visie, strategie) en werkplannen, hun subsidies, de
beoordeling van project plannen vooraf en achteraf en evt
deskundigheidsbevordering daarbij zoals VSB Fonds doet, langdurige
samenwerking en opschalen van activiteiten etc.
Samenwerking
door fondsen is belangrijk zowel in praktische zin, door
beleggingsfondsen te starten, maar ook door informatie uitwisseling
en communicatie over hun activiteiten en ervaringen. Impact Investing
'darling' Fonds1818 doet vooral het laatste, maar volgens de
directeur startte DJSustainablity Index Pacific vooral door de
'belangstelling' van het Fonds 1818 (445 miljoen euro vermogen en 65%
wordt duurzaam belegd). Zo kan een Fonds dus ook 'impact' hebben.
Fonds
1818
Fonds
1818 (zie ook dit blog 26mei2011)
of de PAGINA charity
cases is een van de 7 cases en directeur Boudewijn de Blij wordt
geciteerd in de executive summary over haar duurzaam beleggen “It
is easier than you think and it is the right thing to do for
foundations”.
Uit de case blijkt dat Fonds 1818 haar impact investing activiteiten
eind 2010/begin 2011 uitbreidde door een garantie af te geven voor
een lening van 165.000euro van ASN Bank aan een 'social enterprise'
(Chizone: Centre for Body & Mind en gevestigd in de voormalige
Lourdeskerk op Scheveningen).
Boudewijn
de Blij stelt “Start with simple and pragmatic steps. Find
partners for sourcing and managing impact investments, given that
this is a very time and resource intensive part of the portfolio”...
“ Share what you have tried with others. Communication
multiplies your impact”. Hij kan net weten want “The
Executive Director takes special responsability for finding impact
investment opportunities that are connected to the foundations
mission”.
Fondazione
Cariplo
Nieuw
voor mij, maar inspirerend is de case van de Fondazione Cariplo die 7
miljard euro beheert,
waarvan 7% 450miljoen euro als impact investments. De Fondazione is
onstaan door de verkoop van haar (nuts) bankactiviteiten in 1998. Ze
beschouwt financiele innovatie als belangrijke doelstelling voor haar
brede werkterrein. De Fondazione begon met goedkope garanties voor
bankobligaties voor goedkope leningen aan sociale intiatieven,
infrastructuur, onderzoek, gezondheidszorg, onderwijs etc. In 2005 en
2007 werd 10 miljoen gereserveerd voor impact investing en stapte ze
in een onafhankelijke cooperatie van Katholieke congregaties Polaris
(investment) die nu 7 miljard euro beheert waaronder 75% van het
Cariplo vermogen. (NB
De Polaris site en het rapport bevatten wat tegenstrijdigheden over
de start). Link
(pfd) 360degreesformission
Responsible
Research (RR, Singapore) is een 'onafhankelijk ESG
onderzoekbureau in Azie voor internationale institutionele beleggers
en vermogensbeheerders'. Het publiceerde in mei 2011 'Impact
Investing in Emerging Markets' (II in EM. 110 pagina's, A5 met 5p.
ExecSum, 10 Key Findings en Conclusie.) Het is een sectoraal en
regionaal overzicht van impact investeringen door impact
investeringsfondsen.
Het
onderzoek werd gesponsord door Willow
Tree Impact Investors, een investeringsfirma (in de VAE) die
maximale sociale en milieu impact wil bereiken. Willow Tree
investeert in for-profit-bedrijven die een positieve, duurzame,
sociale em mlieu impact nastreven op basis van een zakelijke aanpak.
Het
rapport is een welkome aanvulling op JPMorgans onderzoek uit nov2010
van meer dan 1000 impact investments (zie dit blog 15maart2011
of gelezen
bronnen) waarvan echter het overgrote deel in de VS plaatsvond.
Tegelijkertijd borduurt het ook verder op de inspanningen van het
Global Impact Investing Network (GIIN) en /of die van haar leden en
the B Lab (metrics & standards). Nadeel is daardoor wel dat de
cases vooral kapitaal intensieve impact investeringen zijn door de
bekende impact investeringsfondsen (p.45-46).
Key
Findings
RR's
10 Key Findings (p.10-15): -1- Het potentieel van de rendementen van
impact investing in emerging markets is 'onweerstaanbaar'. -2- Er
gebeurt veel op het gebied van prestatie meting voor impact. -3- Er
zijn gezonde business modellen (zie bijv. De tabel p.16) die een
afweging van of impact of financieel rendement onnodig maken. -4- II
in EM lijkt geconcentreerd op India en Afrika en in community
development, microkrediet en gezondheidszorg. -5- Privaat (voortgezet
en beroeps) onderwijs in EM vult het gat dat de overheden onvervuld
laten. -6- In Gezondheidszorg zijn liggen DE kansen in medische
faciliteiten, zorg voor armen en innovatieve producten. -7- Duurzame
landbouw en visserij kunnen armoede verlichten en de spanning op
voedselmarkten verminderen. -8- Duurzame bosbouw, hernieuwbare
energie en afvalmanagement zijn sterke groeigebieden. -9-
Watermanagement, hernieuwbare energie en telecommunicatie bieden
kansen in de infrastructuur in EM. -10- Microkrediet, de meest
ontwikkelde II activiteit in EM's kan haar prestaties verbeteren.
Nb
op p. 110 Microkrediet bereikte met 155 miljoen mensen in 2007
slechts 6% van haar potentiele doelgroep van 2,5 miljard clienten. In
2000 bereikte Microkrediet 31 miljoen mensen.
Link
naar het rapport:
Impact
Investing in Emerging Markets pdf
IMPACT INVESTING: Do we need to redefine fiduciary duty?, Kylie Charlton, Social Investment Fellow at the Centre for Social Impact (CSI) University of Western Australia (webartikel, maart 2011) In IINieuws 14 maart2011
Haar
argumentering is overtuigend, waarom niet bijna 2 x zoveel effect
door 10% van het vermogen te oormerken voor impact investing?
Charlton verwijst ook naar het recent gepubliceerde 'draft' Charity
Investment Matters van de UK Charity Commission. Link
blog
impact-investing-do-we-need-to-redefine-fiduciary-duty?
IMPACT
INVESTING HANDBOOK, Capventuresome (feb.
2011) In IINieuws
28april2011.
CAPVenturesome
is een investeringsfonds van de Charity Aid Foundation in Engeland
voor stichtingen, fondsen en social enterprises. Gestart in 2002
heeft zij al 20 miljoen pond
geinvesteerd in 270 projecten/organisaties en nu 10 miljoen pond
onder beheer.
CAP
schetst aan de hand van de ontwikkeling van microfinanciering 13
lessen (p. 43-45) een 21 aanbevelingen (p. 46) voor impact investing.
Opvallend verschil met de veelal Amerikaanse rapporten is de nadruk
op overheidbeleid voor en subsidiering van de branche: minstens 20
jaar!. Interessant is de nadruk die wordt gelegd op open source
(gratis toegankelijke) IT als noodzakelijk voor standaardisering
(p.17) Microfinanciering wordt wereldwijd gemonitord door MIX Market
en dat is een samenwerking aangegaan met the GIIN, Global Impact
Investing Network voor gegevens uitwisseling voor oa benchmark
ontwikkeling.
Een
heldenrol in de ontwikkeling van microfinanciering is voor de
Nederlandse overheid die al vroeg microkrediet steunde en voor FMO.
Dat betaalde de transactiekosten van de ''securitisation deal of the
year' 2006 toen het 1e microkrediet fonds werd gestart door BRAC (een
multinationale NGO uit Bangladesh). Met 150% onderpanden. Nu is de
wereldwijde omzet in microfinanciering 65 miljard US$. Link
cafonline
impact_investor_report_2011
Twee
interessante initiatieven in Engeland benadrukt in het II Handbook:
De
overheid richt -nog dit jaar- de Big Society Bank op die 400
miljoen pond aan ongeclaimde tegoeden gaat beleggen voor impact. Zie
IINieuws 1sept2011. En de Social Stock Exchange van
financials Mark Campanale en Pradeep Jethi die een platform en
gespecialiseerde markt willen creeren voor filantropen, activisten
ondernemers en investeerders. Gepland in 2012.
'The BIG IDEA: Creating shared value', Michael Porter, HARVARD Business Review (january 2011) In IINieuws 14maart2011
Michael Porter
is de man die in
1999 de vermogensfondsen in de VS wakker schudde met zijn HBR artikel
'The business of Giving' met de opvallend wetenschappelijke zin
'money is pissed away on activities that have no impact'. Porter
publiceerde afgelopen januari een artikel in de Harvard Business
Review 'The
Big Idea: Creating Shared Value'.
In dit artikel “Capitalism is an unparalleled vehicle for
meeting human needs, improving efficiency, creating jobs, and
building wealth. But a narrow conception of capitalism has prevented
business from harnessing its full potential to meet society’s
broader challenges”. Link
blog
acumenfund blending-and-sharing-value
How
do individuals become social investors? (kwalitatief en het kwantitatieve vervolgonderzoek) Investing
for the good of society*. (feb en april 2011) Nesta, VK.
Nesta
noemt zichzelf world
leading expert
hoe innovatie enkele van de sociale en economische in het VK kan
oplossen. Noot
van de Blogger:
Door de economische crisis en bezuinigingen bij overheden is dit
urgenter geworden maar ook een lange termijn uitdaging voor alle
Europese welvaartsstaten. Nesta
doet experimentele programma's, onderzoek en analyse, als
investeringen
in early
stage
ondernemingen. Nesta wordt 100% particulier gefinancierd o.a. door de
National Lottery.
Kwalitatief
vooronderzoek
In
het kwalitatief onderzoek, 26 diepte interviews, werd gekeken naar de
barrières
en 'triggers'
katalysatoren voor (zeer) vermogenden en hun belangstelling voor
sociaal investeren als 3e weg naast filantropie en investeren. NB Er
is ook gekeken naar mogelijke kannibalisatie maar daarover werden nog
geen uitspraken gedaan wel zagen respondenten de mogelijkheid
investeringen verder te spreiden als aantrekkelijk. Ook het effect
van een zakelijke activiteit binnen een non-profit op de
organisatiecultuur wordt als positief beschouwd.
Sociaal
ethische waarden en de ambitie het vermogen goed te laten doen
motiveert de (zeer) vermogenden.
Lager rendement voor marktconform risico) of samenwerking met de
overheid (in het VK) demotiveren niet. Fiscale maatregelen kunnen als
katalysator werken, evenals de ambitie om early
adaptor te
zijn. Er is behoefte aan informatie van direct betrokkenen èn
kritische professionals en illustratieve case studies.
Kwantitatieve
onderzoek
Het
kwantitatieve vervolgonderzoek werd mede mogelijk gemaakt door de
Fairbanking Foundation, een charity die banken wil helpen de
financiële
dienstverlening aan klanten te verbeteren. Het doet onderzoek en
helpt nieuwe bankproducten ontwikkelen voor de klanten. In het
onderzoek werden 4 sociale investeringsproducten voorgelegd aan 505
vermogenden of mass affluent die tussen de 50.000
en/of 100.000 en 1 miljoen UK£
investeringen hebben. NB De vermogenden met tussen de
100.000-1.000.000 UK£ aan
investeringen waren het meest uitgesproken in hun positieve houding
tegenover sociaal investeren.
Marketing
De
relevante kenmerken van de vermogenden en hun belangstelling voor in
het onderzoek zijn:leeftijd (hoe jonger hoe positiever), financiële
tevredenheid, budgetbeheer (nb de minst belangrijke factor), early
adopter, financiële
zekerheid (de belangrijkste factor), portfolio prestaties, kennis van
sociale/ethische investeringen en vrijgevigheid. Overigens bleek dat
vermogenden wat optimistischer zijn over de economische toekomst dan
niet vermogenden.
Vier
sociale investeringsproducten
De
vier producten in het onderzoek (ik houd de Engelse termen aan) zijn:
de charity
bond: (lening
aan een goed doel),
community business share issue (aandeel
in een lokale onderneming of voorziening)
, social enterprise property fund (vastgoed
van not-for-profit organisaties)
en social investment fund (investerinsgfonds
in duurzame bedrijven) Noot
van de Blogger:
De laatste 2 producten kennen we in Nederland als duurzame
beleggingsfondsen in verschillende thema's maar vaak internationaal
georienteerd.
-1-
Charity Bond
Een
obligaties aangeboden door bekende goede doelen met de optie van
renteschenking met als voordeel voor de chari constant
werkkapitaal tegen marktrente -1%. Rente en risico voor de
investeerder zijn laag (maar niet gegarandeerd!), de termijn tussen
de 3-5 jaar en investeren kan vanaf 500 UK£. Oordeel:
85% van de respondenten begreep het product en 41% vond het
redelijk aantrekkelijk vanwege de rente (39%), lage risico (68%) en
termijn (45%). 79% vond geld lenen aan een goed doel aantrekkelijk.
Van de 34% waarschijnlijke investeerders dacht 85% aan max 5000 UK£.
71%
vond een fiscaal voordeel aantrekkelijk. Vermogenden met
50.000-100.000 UK£ aan investeringen, met (nog) kinderen thuis,
tot 55 jaar, en actieve vrijwilligers waren meer geïnteresseerd.
-2-
Community Business Share Issue
Een
aandeel in een lokale onderneming of voorziening voor opschaling of
instandhouding; men wordt lid van een co-operatie en beslist ook mee.
Investeerders kunnen vrijwilliger en klant worden. Het risico is
hoog, want afhankelijk van het (evt) succes. Het rendement is meestal
jaarlijks tussen de 1-4%. De termijn is beperkt tussen de 3-5 jaar en
de investering is evt eerder terug te krijgen. Oordeel:
87% van de respondenten begreep
het product, 42% vond het redelijk aantrekkelijk en 32% zou overwegen
te investeren en die investering varieerde tussen de 50 UK£ en
20.000 UK£. Kortom vrijwel identiek aan de charity bond. Overwegingen:
het gunstige (maar
lage) rendement (52%),
het risico (28%) de termijn en de mogelijkheid eerder uit te stappen
(40%) 71% vond geld lenen aan een lokale onderneming of voorziening
aantrekkelijk. Kenmerken van de positieve respondenten: Vermogenden
met 50.000-100.000 UK£ aan investeringen, sociaal/ethische
investering, jonger dan 40, en actieve vrijwilligers waren meer
geïnteresseerd.
Fiscaal is het belastingvrije dividend aantrekkelijk (59%)en evt
aftrekbare verliezen (34% mn bij jonger dan 40 mensen met kinderen en
inkomen boven de 100.000UK£).
-3-
Social Enterprise Property Fund
Een
professionele vastgoedinvesteerder werft fondsen voor social
enterprises om hun huisvesting te behouden/op te knappen. De
fondsbeheerder publiceert financiële
èn impact data. Het
risico is laag (het pand is waarborg), het rendement 2 a 3 % onder de
vastgoedmarkt, de termijn 5 a 7 jaar en de investering minstens 1.000
UK£. Oordeel:
86% van de respondenten begreep
het product, 41% vond het redelijk aantrekkelijk en 30% zou overwegen
te investeren indien wat aanvullende vragen beantwoord werden. Het
evt bedrag varieerde tussen de > 5000 UK£
en 100.000 UK£.
53% van het risico aantrekkelijk, 29% vond de termijn aantrekkelijk
en 60% het lenen aan een social
enterprise via een
vastgoed fonds. Vermogenden jonger dan 40, met kinderen en actieve
vrijwilligers waren positiever. Overwegingen: Fiscaal
is het belastingvrije dividend aantrekkelijk (54%) en evt aftrekbare
verliezen (28%, mn bij jonger dan 54, mensen met kinderen en gulle
gevers.
-4-
Social Investment Fund
Investeren
in een professioneel beheerd investeringsfonds voor sociale
ondernemingen die winst maken en impact hebben en willen opschalen.
Denk aan duurzame handel/producten, publiek transport, primaire
gezondheidszorg. Hoog risico in jonge groeiende ondernemingen,
rendement 2 a 3% meer dan rente, liquide investeringsproduct,
investering van 10.000 UK£ tot 250,000 UK£. Het
evt bedrag varieerde tussen de 10.000 UK£
en 15.000 UK£
maar .50.000
UK£ tot 75.000 UK£werden ook genoemd. Oordeel:
85% van de respondenten begreep
het product, 41% vond het redelijk
aantrekkelijk en 26% zou overwegen te investeren, ondanks het hoge
instapbedrag. Mensen met een lager inkomen waren minder geneigd te
investeren, mensen tot 40 jaar en met kinderen meer. 22% vond het
hoge risico van jonge ondernemingen aantrekkelijk, 38% de
verhandelbaarheid (liquiditeit) en 59% de investees. Overwegingen: Fiscaal
is de belastingvrij sparen optie (Individual
Savings Account)
aantrekkelijk voor 47% en de evt aftrekbare verliezen (37%, mn bij
mensen met grotere investeringen 300.000 UK£
en meer en jonger dan
54)
Bronnen:
Nesta/Summary
How do individuals become social investors,
pdf 14pag.)
Nesta/investing
for the good of society,
(pdf 61 pag.) Voor marktonderzoekers/marketeers/cijfervreters: er
volgen nog 120 pagina's met uitwerkingen, uitsplitsingen,
toelichtingen en appendices met de vragenlijsten en
onderzoeksmethodiek. *
Het marktonderzoek werd voor Nesta uitgevoerd door Ipsos Mori,
onderdeel van de internationale Ipsos groep. Voor het kwantitatief
onderzoek werd samengewerkt met The Shaftesbury Partnership end
Social Finance ontwikkelaars en aanbieders van innovatieve sociale
investeringsproducten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten