De I-book versie: Ibook:een
kapitaalinjectie voor goede doelen
Een
artikel met dezelfde titel verscheen eerder op dit blog. Het is nu ook als I-book beschikbaar en geactualiseerd met
recente voorbeelden van fondsenwerving bij ondernemers, major donors,
vermogensfondsen en andere mogelijkheden. Hierboven staat een recent overzicht van Social
impact en charity bonds)
INLEIDING
Net
als de iPad waar u dit artikel wellicht op leest waren social bonds
in 2009 een nieuw instrument waarvan de meeste mensen en organisaties
niet wisten dat ze het nodig hadden of hoe zij het konden gebruiken.
Inmiddels hebben verschillende partijen de gelegenheid waargenomen.
In
de VS en Engeland zijn inmiddels successen geboekt met social bonds
voor fondsenwerving voor goede doelen en andere maatschappelijke
projecten. Ook in Nederland wordt gewerkt aan nieuwe modellen voor
fondsenwerving, maar er valt nog een hoop te winnen.
Als
goed doel op zoek naar fondsenwerving voor een inentings-programma
tegen kindersterfte of het produceren van dure medicijnen voor
zeldzame ziektes als de ziekte van Pompe of Fabry? Wij, Alcanne
Houtzaager en Harald Machielse, werken voor grote en kleine goede
doelen op marketing en fondsenwerving en geven filantropie-advies.
Ons voorstel: sociaal investeren in opschaalbare projecten van
bekende, betrouwbare, deskundige goede doelen. Daar zien wij een
zonnige toekomst voor goede doelen en sociaal investeren met meer
geld èn meer resultaat. In het Verenigd Koninkrijk zijn de afgelopen
10 jaar grote stappen gezet met zogenoemde social bonds.
Ook in
Nederland wint de opvatting terrein dat maatschappelijke tekorten
effectiever aangepakt kunnen worden door te investeren in
opschaalbare verdienmodellen, dan door structurele subsidies
(belastinggeld) of traditionele filantropie.
Crisis
Moeilijke
tijden vragen nieuwe manieren van denken èn doen. Goede doelen
moeten op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen In 2010 daalden de
subsidies voor goede doelen met bijna 10% of ruim 130 miljoen Euro1.
De branche organisatie VFI rapporteerde in haar Goede Doelen rapport
2012 dat de totale inkomsten over 2011 vooral door de subsidie
kortingen met 4,2% afnamen. Naast de bezuinigingen zijn er nog 2
structurele problemen voor goede doelen aan de aanbod- en vraagzijde.
Aan de aanbodzijde minder giften van vermogensfondsen door de malaise
op de financiële markten. De leden van de Vereniging van Fondsen in
Nederland (FIN) hebben samen zo'n 20 miljard Euro vermogen, met een
gemiddeld jaarlijks rendement van 5% hebben ze elk jaar 1 miljard
Euro om weg te geven. Maar het rendement is sterk afgenomen. Minder
inkomen uit hun gezamenlijke vermogens betekent meteen minder geld
voor hun steun aan fondsenwervende goede doelen. Aan de vraagzijde
komen steeds meer fondsen-wervende acties en de kosten voor
fondsenwerving en ondersteunende branding lopen nog steeds op2.
Impact
Bovendien
willen donateurs en subsidiegevers concrete meetbare lange termijn
resultaten zien: impact. Impact is het resultaat van het werk van
goede doelen. Niet alleen ''productie'' of ''output'', maar het
effect op de mensen die ze willen bereiken. Zowel de door de mensen
ervaren, bedoelde als onbedoelde effecten, liefst gebenchmarked met
ander doelen en wat zou er toch wel gebeurd zijn als wij iets
anders / niets hadden gedaan? Ofwel krijgen de donateurs waar voor hun
geld? Zeker 51% van de donateurs vindt nu nog dat goede doelen vaak
niet efficiënt bezig zijn en slechts een derde heeft nog vertrouwen
in goede doelen3. En als je dan een programma met impact
hebt? Hoe zorg je dan dat je daarmee zoveel mogelijk mensen bereikt?
Door middel van opschaling.
Maar
hoe financier je die opschaling? Inkomsten uit verdienmodellen? In
juni 2011 sloot de overheid het convenant Ruimte voor Geven met de
goede doelen sector met daarin de belofte dat de sector onderzoek zou
doen naar verdienmodellen. Het werd al uitgesteld naar medio 2012 en
nog is het stil, mede door de val van het Kabinet Rutte. De nieuwe
Geefwet ontmoedigt bovendien winst genererende (commerciële)
activiteiten door goede doelen boven de 15.000 Euro en ondermijnt zo
(de interesse voor) mogelijke verdienmodellen. Het onovertrefbare
voordeel van verdienmodellen is dat ze zelfstandig kunnen groeien in
zowel omzet als reikwijdte door lokale, landelijke, Europese of zelfs
wereldwijde opschaling. Denk bijvoorbeeld aan microkrediet dat in
2008 met een omvang van 75 miljard US$ 100 miljoen mensen bereikte en
in 2015 circa 150 miljoen zal helpen. Een markt waar Nederlandse
partijen; (ontwikkelings)banken en organisaties, voorop liepen. Zij
hebben nu met 2 miljard Euro investeringen 8,4% marktaandeel van de
25 miljard internationaal microkrediet 4.
Sociaal
Investeren tot nu toe
Filantropie
is een financieringsvorm voor het werk van goede doelen en hoeft dus
niet altijd uit donaties te bestaan. Al in 1856 haalde Samuel
Sarphati via een premielening 1 miljoen gulden op voor de bouw van
het Paleis der Volksvlijt in Amsterdam. De lage rente voor de
deelnemers (in verhouding tot de marktrente) werd gecompenseerd door
een loterijcomponent. De obligatiehouders maakten kans op een prijs.
Op dezelfde manier financierden in de jaren '50 van de twintigste
eeuw enkele Nederlandse gemeenten hun projecten. De gemeenten
Amsterdam, Den Haag en Delft gaven deelnemers in ruil voor een rente
van 2,5% de kans op een bedrag oplopend tot f 100.000,-. Van recenter
datum zijn de loterijleningen van het NKI-AvL (1988) en het Rode
Kruis (1990) van 275 en 30 miljoen gulden. Een emissie, plaatsing van
(onderhandse, genoteerde of niet-genoteerde) obligaties, certificaten
of aandelen is niets anders dan een ‘crowd’ die voor
financiering zorgt. In dit geval voor een maatschappelijk nuttig
doel.
Voorbeelden
voor Nederland
Moeilijke
tijden vragen om nieuwe manieren van denken en doen. In Amerika,
Engeland en daarbuiten worden die nieuwe manieren al toegepast. Hier
volgen enkele voorbeelden. Te beginnen met social (impact) bonds,
waarbij de particuliere investeerders pas een rendement krijgen als
sociale rendementen behaald worden. In navolging van deze social
impact bonds waarbij goede doelen al in 2010 in Engeland fondsen
wierven bij vermogende particulieren en vermogensfondsen kwamen vorig
jaar de volgende initiatieven naar voren.
Social
Bonds
In het
Verenigd Koninkrijk zijn charitatieve organisaties de afgelopen jaren
steeds actiever geworden met sociaal investeren door social bonds: de
mogelijkheid om geld te lenen en eventueel de rente al vooraf te
schenken aan maatschappelijke- en milieuorganisaties.
Gespecialiseerde sociale financiële intermediairs sprongen in het
gat in de markt en bieden kant-en-klare contracten aan. Twee
voorbeelden: Allia geeft obligaties uit voor goede doelen
gericht op particulieren, met die mogelijkheid de uit te keren rente
vooraf te schenken. Vanaf 1999 tot 2010 haalde Allia 10 miljoen Pond
op voor goede doelen, waarvan 8 miljoen Pond in 2010 na het opschalen
van haar activiteiten. Hiermee financierde Allia onder een
daklozenproject, Places for People Homes. Dat bouwt huizen
(die borg staan voor de lening) en de verkoop van die panden levert
de inkomsten op om de lening af te betalen. Alle rentebetalingen zijn
tot nu toe voldaan. Scope, een goed doel voor gehandicapten
haalde in Juni 2012 2 miljoen Pond op via een andere intermediair en
dit is slechts de eerste tranche van in totaal geplande 20 miljoen
Pond. Het goede doel gaat dit geld gebruiken voor fondsenwerving
zoals een netwerk van charity-shops die voor de lange termijn
inkomsten genereren voor haar werkzaamheden voor gehandicapten. Scope
betaalt 2% rente op de lening. De Scope charitybond is gericht
op verschillende gevers: particulieren, grote gevers en
vermogensfondsen.
Fondsenwerving
voor gevangenen
In
Augustus 2012 kwam Goldman Sachs in Amerika met een social impact
bond voor de Rikers Island Prison van USD 10 miljoen. Het
gaat hierbij om een het reïntegreren van jonge gevangenen. MRDC, een
non-profit verzorgt het project verzorgt dat jongeren tussen de 16 en
18 jaar onderwijs, training en begeleiding geeft en dat er op gericht
is hen weer op weg te helpen in de burgermaatschappij. De bank krijgt
pas geld terug van de overheid als het recidivisme tenminste met 10%
daalt. De Bloomberg Foundation van de burgemeester van New York,
staat garant voor 75% terugbetaling van de lening. Voor u het vraagt,
het rendement voor de bank en de beleggers is gemaximeerd5.
Opbrengst:
een verbeterde gezondheid
Een
ander mooi voorbeeld vindt plaats in Californië. De stad Fresno gaat
met een social impact bond geld ophalen met als doel de
incidenten van chronische astma terug te dringen. In deze regio leidt
20% van de bevolking aan deze kwaal. Een groep van 1100
astmapatiënten krijgt van een lokale non-profit advies over het
maken van veranderingen in hun gedrag en in hun huis om de kansen op
astma-incidenten te verlagen. Het project wil aantonen dat het door
het informeren van patiënten en het ondernemen van actie tegen
astma-bronnen in huis, verzekeraars en werkgevers 30 a 40% minder
kwijt zijn aan eerste hulp-bezoeken en andere kosten. De individuele
astmapatiënten verbeteren hun gezondheid, het belangrijkste aspect
uiteraard. De VS geeft jaarlijks ongeveer 2700 miljard uit aan zorg.
Daarvan wordt het grootste gedeelte uitgegeven aan de behandeling in
ziekenhuis en ziektekosten. Dus er is een groot belang om te
onderzoeken hoe de kwaal voorkomen kan worden, de levens van de
patiënten te verbeteren en de kosten voor iedereen te verlagen.
Voor
grote gevers, bedrijfsdonors en meer
Het
meest recente voorbeeld komt uit Engeland. Een sociale obligatie van
10 miljoen Pond werd in februari van 2013 uitgegeven door Golden
Lane Housing, een onderdeel van Mencap, een goed doel voor mensen
met leerstoornissen. Het geld is bedoeld voor huizen voor deze
doelgroep. ‘In moeilijke tijden hebben we creatieve en
ambitieuze oplossingen nodig6’, zegt
Alastair Graham, directeur van Golden Lane. Met de huurinkomsten
worden de beleggers terugbetaald. Ook de fondsenwerver van Mencap,
verantwoordelijk voor major donors en vermogensfondsen, Kirstie
Howie, is enthousiast. ‘Het is briljant. Een nieuwe stap
voorwaarts voor de sector’. Ze denkt dat deze obligaties zeer
aanspreken bij zowel major donors, corporate sponsors. Maar zeker ook
bij reguliere donateurs'. Tom Hall van Scope, adviseur van het
goede doel. ‘Als je fondsenwerver bent voor major donors of
bedrijven en je publiek bestaat uit mensen die ondernemer zijn of
ondernemingen leiden, dan moet je hun taal spreken. De taal van
investeren en rendement’. En dit zijn geen alleenstaande
voorbeelden. In
Engeland zijn al 14 van deze zogenaamde Social Impact Bonds opgestart
en in de VS is het enthousiasme ook groot. Jeffrey Liebman van de
Harvard University ontving 28 positieve reacties op zijn verzoek voor
aanvragen om nieuwe projecten te ondersteunen.
Venture
Philanthropy
Daarnaast
zijn er ook interessante ontwikkelingen rondom venture philanthropy
en private equity.
Dit zijn dure termen die niets anders betekenen dan met een
ondernemend oog kijken naar oplossen van sociale problemen en het
gebruik maken van de instrumenten van ondernemers. In Engeland worden
bijvoorbeeld bij de Private Equity Foundation ondernemers en
ondernemingen verbonden met projecten om jongeren van school naar
werk te helpen. Hier wordt ingezet op de kennis en ervaring van
professionals uit de financiële sector, private equity en
venture capital bijvoorbeeld, om jongeren te helpen hun potentie
waar te maken. In 5 jaar tijd heeft men al 30 miljoen Pond geworven
en 97.000 levens positief beïnvloed. Ook in Nederland zijn goede
doelen al met dit soort acties bezig die inspelen op deze trend onder
donateurs, beleggers en ondernemers. Niet voor alle goede doelen zijn
alle wervingsinstrumenten toepasbaar, maar velen kunnen wel
toepasbaar gemaakt worden.
Voordeel
voor allen
De
goede doelen die het geld lenen bereiken nieuwe groepen (bemiddelde)
donateurs en potentiële donateurs, die ze ook nog eens voor langere
(de loop)tijd aan zich binden. Friend- and fundraising! Extra
aantrekkelijk voor dit soort leningen zijn projecten die door
bezuinigingen of gebrek aan donaties vertraging oplopen: die kunnen
nu wel doorgaan. Maar nieuwe projecten zijn uiteraard ook mogelijk
zoals de ontwikkeling van verdienmodellen. Voor banken en financiële
intermediairs is er een aantrekkelijk marketing voordeel: met de
sociale leningen voldoen ze aan de stijgende vraag naar concrete
financiële producten die ook een maatschappelijke bijdrage leveren.
Hiermee behouden ze de loyaliteit van klanten en verbeteren hun imago
ten opzichte van de snel groeiende Triodos en ASN bank. Mensen en
besturen van vermogensfondsen die op dit moment geen (grotere) gift
aan een goed doel durven of kunnen doen, kunnen met hun lening toch
een bijdrage leveren. Een lening is een eenvoudig te begrijpen
product (ook erg belangrijk voor vertrouwen bij klanten) en het
eventueel wegschenken van (een deel) van de rente kan zowel voor- als
achteraf.
De
impact van sociaal investeren
Fondsenwerving
via social investing is niet alleen financieel aantrekkelijk voor
goede doelen, intermediairs, investeerders: met meer geld kan meer
gedaan worden om maatschappelijk tekorten aan te pakken. Unicef
meldde in 2012 dat de halvering van de kinder-sterfte sinds 1990
vooral door vaccinatieprogramma’s is verwerkelijkt. Ook in de
toekomst zijn door vaccinatieprogramma's de meeste levens te redden.
Sinds 2006 is met 25 emissies van vaccinatie-obligaties wereldwijd
3,7 miljard USD opgehaald voor vaccinatieprogramma’s in de armste
landen.
De
markt voor sociaal investeren in Nederland: 2 scenario’s
Hoe
groot is de markt voor werving door goede doelen voor verdien-modellen
in Nederland? We maken een schatting: in Nederland wordt ongeveer 5%
van het geld van particulieren duurzaam gespaard of belegd. Deze
markt heeft een omvang van ruim 18 miljard Euro en is ondanks de
afbouw van fiscale voordelen niet gekrompen. Duurzaam sparen en
beleggen kan bij alle bekende banken en zelfs voor bekende
fondsenwervers als Oxfam Novib (via ASN) en Oikocredit (eigen fonds
van 202 miljoen Euro). Het Wereldnatuurfonds heeft samen met de
Rabobank een Greentech Fund en ICCO&KerkinActie investeren in het
Triodos Sustainable Trade Fund. Gaan we uit dat 1% van de bestaande
markt van duurzaam sparen en beleggen haalbaar is. Dan hebben we het
over 180 miljoen Euro ... extra geld voor goede doelen projecten.
Of we
kijken naar de 134.100 (USD) vermogenden in Nederland7.
Het World Wealth Report gaat uit van 134.100 Nederlanders met een
vermogen van 1 miljoen USD (bij huidige wisselkoers ca 779.000
Euro). Van Lanschot8 rapporteerde in 2012 een aantal van
92.000 vermogende huishoudens (meer dan 1 miljoen Euro exclusief
eigen woning) met een gemiddeld vermogen van 2,9 miljoen Euro in
Nederland. Wij gaan voorzichtig uit van 1% extra. Eurosif9,
een pan-Europees netwerk met als doel duurzaamheid via Europese
Financiële Markten te ontwikkelen schatte de markt voor sociale
investeringen door vermogende particulieren in 2012 op ongeveer 14%.
Als Nederland vergelijkbaar is met het Europese gemiddelde zou de
totale markt dus circa 37 miljard Euro bedragen. Deze mensen staan
open voor investeringen die ook maatschappelijk en milieu rendement
opleveren10. Vanwege het dubbele rendement, de lange
termijn voordelen van duurzame investeringen en last but not least
spreiding van risico. Stel dat zij 1% van hun vermogen willen
investeren in verdienmodellen of projecten van goede doelen. Dan
hebben we het over ruim 1 Miljard Euro om projecten mee te
verwerkelijken.
En wat
te denken van de 20 miljard Euro vermogen van de Nederlandse
vermogensfondsen (aangesloten bij de Vereniging van Fondsen)11?
Zij kunnen hun werkkapitaal veel effectiever inzetten door het direct
te investeren in maatschappelijke doelstellingen in plaats van het
uitdelen van hun rendement. Dit noemt men ook wel Missie Gerelateerd
Investeren of MRI (Mission Related Investing). Stel dat ook
zij 1% van hun vermogen willen investeren in verdien-modellen of
projecten van goede doelen, dan hebben we het over 200 miljoen Euro.
Deze drie groepen hebben bij elkaar een marktpotentieel van bijna 1,5
miljard Euro extra inkomsten om projecten mee te verwerkelijken.
Projecten die wel inkomsten moeten genereren om hun social investors
terug te betalen. Maar met die bijna 1,5 miljard Euro groeien de
middelen van goede doelen in Nederland wel met bijna 25% als we deze
afzetten tegen de 4,7 miljard Euro aan giften aan goede doelen per
jaar12.
Dat is
bij een behoudend scenario. Gaan we echter uit van een scenario
waarbij we de cijfers gebruiken van het vermogen van alle
vermogensfondsen in Nederland, dus ook die niet aangesloten bij de
FIN, geschat op 40 miljard Euro. En we gebruiken de cijfers van Van
Lanschot over de vermogenden in Nederland komen we tot een nog mooier
beeld. De 1% extra van alle vermogensfondsen betekent 400 miljoen
Euro (1% van 40 miljard Euro) en de vermogende particulieren brengen
in dit scenario een bijdrage van 2,6 miljard Euro (1% van het
vermogen). In dit positievere scenario komt er in totaal dus ruim 3
miljard Euro extra beschikbaar.
Oplossen
van problemen
De
goede doelen sector ziet zich nu door verschillende factoren buiten
haar invloed geplaatst voor grote uitdagingen. Daarom is het nu het
moment om naar nieuwe inkomstenbronnen met verdienmodellen te kijken.
Zo alleen kunnen goede doelen verder werken aan het oplossen van de
problemen waar zij voor staan: geen kindersterfte meer, ontwikkeling
van onderwijs, betaalbare medicijnen voor patiënten van Pompe en
Fabry, behoud van kunst en cultuur en vele anderen. Social
investing kan daarbij zeker een belangrijke rol spelen om zowel
huidige en toekomstige projecten te doen en donateurs beter bij
projecten te betrekken. Bovendien kan goed ingespeeld worden op de
wensen van donateurs om meer transparantie en resultaten te zien. En
een injectie van bijna 1,5 miljard Euro in het behoudende scenario en
zelfs 3 miljard Euro meer middelen bij het midden-scenario om
maatschappelijk tekorten aan te pakken; bedenk eens wat een impact
dat kan hebben.
Over
de auteurs:
Drs
Alcanne Houtzaager MA is
investigative reporter en
impact investor. Ze
werkte 15 jaar voor grote fondsenwervers als de Hart- en
Nierstichting en ICCO&KerkinActie onder andere als
campagneleidster voor de landelijke collectes. Ze geeft voorlichting
en advies over impact investing mogelijkheden en ontwikkelingen op
haar 2-wekelijks blog ImpactInvestingNews
e-mail: impactinvestmentnews@yahoo.com
Drs
Harald Machielse MA maakt
met zijn bedrijf Chuva
Consulting (www.chuva.nl)
sinds 2007 concepten voor friend- en fundraising voor goede doelen en
adviseert particulieren en andere partijen over hoe zij hun
filantropie-doelen kunnen bereiken. Voor reactie's, vragen of
opmerkingen, mailt u naar: info@chuva.nl
Eindnoten:
1)
CBF dec 2011
2)
CBF cijfers 2010
3)
Geven in Nederland, Vrije Universiteit Amsterdam 2011
4)
A Billion to Gain? The Dutch Contributions to the Microfinance
Sector, ING
5)
Private Investments in Social Impact Bonds, Stanford Social
Innovation Review, M.
Bellinsky,
Augustus 2012
6)
How to get ahead in social bonds, Guardian, 5-3-2013
7)
World Wealth Report van Capgemini en RBC Wealth Management 2012
8)
Vermogen in Nederland. Dutch Wealth Report, Van Lanschot 2012
9)
Eurosif, High Net Worth Individuals and Sustainable Investment 2012
10)
idem
11)
De FIN schat echter het totale vermogen van alle haar bekende
vermogensfondsen
in
Nederland (dus inclusief niet FIN-leden) op ca E 40 Mrd.
12)
Geven in Nederland, Vrije Universiteit Amsterdam, 2011
Uitstekend initiatief om in deze Blog Impact Investing veel, nuttige informatie te behandelen. Zeker relevant om te becijferen wat het mogelijke financiele rendement is van de genoemde € 40 miljard aan ANBI gerelateerde vermogens maar is het mogelijk een indicatie te geven van welk gedeelte van dit bedrag maatschappelijk verantwoord is belegd? Het lijkt me te ambitieus om de impact van het maatschappelijk rendement van dit gezamenlijk vermogen van ANBI's te benoemen. Als ik de beschikbare cijfers van fondsenwervende goede doelen analyseer is het ambitieus maar haalbaar om inzicht te geven van de bestedingen aan diverse maatschappelijke doelen en gehanteerde interventies. Lijkt me zinvol om in een vervolg op deze Blog daarop in te gaan. Wat betreft fondsenwervende goede doelen werk ik daar graag aan mee. Adri Kemps, directeur CBF
BeantwoordenVerwijderen