8 april 2015

Hoe de financiële sector weer kan groeien

Wat Impact Investing kan doen
Toen ik bijna 5 jaar geleden per ongeluk op een Beleggen voor Dummies cursus van ABNAMRO terecht kwam, kreeg ik een college van Wouter Weijand, fondsmanager bij BNP Paribas. Weijand is een van de weinige mannen, toen misschien wel de enige fondsmanager in de bankwereld, met een baard. Zo werd hij serieus aangekondigd. Ik kwam uit de chari en non profit wereld, had net gewerkt voor Protestantse ontwikkelingssamenwerking en dat je in de bankwereld al opviel met een baard was voor mij wel een eye-opener.....

De afgelopen weken zag ik Joris Luyendijk's portret van de Londonse City in VPRO's Tegenlicht. Het ging ook over het belang van uiterlijk en de mooie dure pakken. Luyendijk poneert dat als vrouwen ophouden bankmannen in pakken aantrekkelijk(er) te vinden, de (bank)wereld daar heel veel beter van wordt. Weer een eye opener, nu ook wat betreft de potentiële macht van vrouwen...

Luyendijk vertelt ook dat de bankwereld ontzettend competitief is. Dat daar de beste en de slimste en de hardst werkende mensen terecht komen en zich staande weten te houden. Vandaar dat ze de mooie dure pakken kunnen betalen, want er wordt ook ontzettend veel geld verdiend. Dat deze slimste mensen producten ontwikkelen waarvan ze niet kunnen weten hoe die zich op lange termijn gaan ontwikkelen, maar dat ze door hun constant bedreigde positie ook niet loyaal kunnen zijn/worden jegens hun werkgevers of klanten. Luyendijk stelt verder dat hoe ondoorzichtiger de producten zijn en hoe minder klanten kunnen vergelijken, hoe kleiner de kans is dat ze uit- of overstappen.
Alleen wordt soms het geld verdiend met verkeerde producten en processen, die die wereld vervolgens in economische malaise storten....

Terug naar Wouter Weijand. Hij liet ons die avond grafiekjes zien over het enorm toegenomen aantal medewerkers in de financiële wereld. Hij concludeerde dat dit een teken was dat het wel fout moest gaan. Deze mensen waren bezig om de ingewikkelde producten te bedenken en te verkopen, die de crisis zouden inluiden. En toen we ontdekten hoe giftig deze producten waren moesten/konden deze mensen allemaal wegbezuinigd worden. Sinds de crisis ging zo'n 20% van de banen bij banken verloren (CBS tot 2012). Bovendien zijn de werkgelegenheids-verwachtingen voor de drie grote banken, ABNAMRO, ING en Rabobank, somber stemmend. Tot wel een vijfde van de banen gaat verdwijnen. Amsterdam is als International Financial Centre bijna 10 plaatsen gezakt sinds de crisis en staat nu op de 40ste plaats. Het blijft wel leider Global Diversified Financing, maar andere sectoren zijn veel meer dynamic.(Wikipedia.org/GlobalFinancialCentresIndex)

Laat de financiële sector weer groeien!
Ik hoop dat de financiële sector weer net zo groot en groter wordt als vlak voor de crisis. Dat alle banken weer gaan groeien, net zoals Triodos en ASN Bank de afgelopen jaren constant groeien in omzet en omvang. Dankzij hun focus op duurzaamheid. Het aantal medewerkers van Triodos Bank groeide in 2014 met 12% naar 1.017. ASN Bank publiceerde haar jaarverslag over 2014 nog niet maar daar groeide het aantal medewerkers in 2013 met 22,6% (Pb) naar 137 (Wikipedia). We hebben het dus over 1150 mensen die zich met duurzaam, impactvol bankieren bezig houden. In een sector met 136.000 banen. Niet dat die zich helemaal niet met duurzaam bankieren bezig houden, maar het is een marketing niche, geen uitgangspunt. En dat terwijl de Bankierseed vraagt om altijd alle stakeholders mee te nemen in beslissingen....

Ik hoop dat er bij alle banken het roer wordt verlegd. Dat er mensen worden worden aangetrokken om spaar- en beleggingsproducten te ontwikkelen mèt impact. Producten die onderbouwd worden door professionele meetsystemen die de impact vooraf bepalen, hoe deze onderweg wordt geëvalueerd en waar de impactstrategie kan worden bijgesteld. Daar heb je best slimme mensen voor nodig. En zij kunnen het aanzien van en vertrouwen in de financiële wereld in rap tempo terug winnen. We zagen afgelopen week door de bonuskwestie bij ABNAMRO weer dat vertrouwen, respect en loyaliteit, te voet komen en te paard vertrekken. Maar in het geval van impact investing is er zo veel enthousiasme dat ik denk dat het vertrouwen flink versneld kan worden teruggewonnen.

Ik hoop dat de afdelingen kredietverlening van banken verder kijken dan de resultaten en vooruitzichten van ondernemers, maar ook naar hun maatschappelijke bijdrage door werkgelegenheid en de impact van hun diensten en producten mee te wegen.

Ik hoop dat de ESG teams van investeringsbanken, vermogens-beheerders en pensioenfondsen vertienvoudigen in omvang en aantal in impact investment search en scout teams worden. Dat ze actief zoeken naar de beste ESG opportunities en impact investments. Dat is volgens mij een stuk effectiever, want op positieve impact en rendement gericht, dan het passief scannen van ESG risico's en dan des- of niet investeren....

Ik hoop dat ESG bureaus groeien als kool zodat ze hun kennis en inzicht in processen en ontwikkelingen die sector- en bedrijfsprestaties hebben kunnen verbreden naar de totale impact van een onderneming, ook in de supply chain en voor alle stakeholders, dus de gehele, wereldwijde samenleving.

Ik hoop dat organisaties als TruePrice, die de werkelijk toevoegende waarde van organisaties bepalen, dus meer dan de balans verhonderdvoudigen in omvang. Dat ze van beursgenoteerde bedrijven de werkelijke waarde, prijs van hun aandelen en (groene) obligaties bepalen. En van bedrijven die de beurs op willen of anderszins vreemd vermogen aantrekken. Dat ondernemingen die op crowdfundingplatforms fondsen willen werven ook hun impact beschrijven op ondernemings- èn maatschappelijk niveau net zoals nu de risico's worden aangegeven.

Kant en Klare meetsystemen
Voor public equity staan voorbeelden op de SocialStockExchange, het biedt impact rapporten van mn Britse beursgenoteerde deelnemers. Hierin wordt de impact bijdrage geschetst op ondernemingsniveau en wereldwijd: Who benefits globally? Maar ook de strategie om de impact op te schalen, is onderdeel van de bedrijfspresentaties. 
Op de website CSRHub staan Environment Social en Governance prestaties van bijna 14000 bedrijven en hun sector gemiddelde. Impact Investor pioneer Investors Circle is niet voor niets investeerder in deze Big Data benchmark
Een voorkeur voor beleggen in Nederlandse bedrijven? de VBDO, Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling, heeft www.duurzaamaandeel.nl een website waar het in de AEX, AMX en Ascx opgenomen bedrijven presenteert met hun ESG prestaties en bredere thema's.

Ook voor private equity hoeft het wiel niet meer te worden uitgevonden, impactmeting en omschrijvingsmodellen zijn er te over. Bekende zijn die van the Global Impact Investing Network, IRIS, de impactmeting en reportingstandaarden waar een soort Morningstar aan is gekoppeld GIIRS: voor de impactrating. Online zoeken kan in Impact Base waarin nu meer dan 300 fondsen zijn opgenomen. Recent publiceerde the GIIN een snapshot analyse van deze fondsen op basis van thema's, asset classes, regio's etc. thegiin/ImpactBaseSnapshot (pdf, 20 pag.).

De kosten van impactmeting
In dit verband eerst maar even het verschil tussen duurzaam beleggen en impact investing. Omdat duurzaam beleggen heel lang de reputatie heeft gehad duurder te zijn dan gewoon niet duurzaam beleggen. Maar het 1e is in de praktijk vooral niet investeren in schadelijke of risicovolle ondernemingen en sectoren. De praktijk van het duurzaam beleggen wordt al tientallen jaren gedomineerd door deze strategie, exclusie. Niet duur, want een simpel instrument, zeker als fondsen zich al duurzaam noemen omdat ze niet onrechtmatig beleggen (compliance) in verboden wapens zoals clustermunitie en anti personeelsmijnen of handelen met landen op zwarte lijsten. Dat is ook goedkoop omdat je dan niet beboet en/of gestraft wordt :)
Ironisch genoeg levert juist investeren in schadelijke ondernemingen soms een goed financieel rendement op zoals bij het Vice Fund, dat altijd opvallend veel publiciteit krijgt. Het investeert in de klassieke uitsluitings-categorieën: alcohol, tabak, gokken, porno en (hand)wapens. Maar zeg nou eerlijk: waarom zou je investeren in een product of dienst waarvan je hoopt dat je (klein)kinderen het nooit zullen gebruiken? 
 
Impact Investing is juist wel investeren. In ondernemingen die een maatschappelijk tekort aanpakken, (radicale) besparingen van grondstoffen realiseren en/of het milieu beschermen. Een fenomeen dat zich vooral op private equity en debt richt. Maar ook in public equity markten wordt steeds meer gekeken naar impact. Dit komt door de opkomst van ESG geïntegreerd beleggen, waarbij naar Environment, Social & Governancebeleid van ondernemingen wordt meegewogen. Hierdoor wordt -af en toe- ook naar ESG kansen gekeken bij ondernemingen die zoeken naar oplossingen voor hun ESG risico's.

Eindelijk de juiste onderzoeksvraag
De trend om te zoeken naar ESG kansen is versneld sinds eind 2011 Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou en George Serafeim van Harvard BS en de London School of Economics de resultaten van de juiste onderzoeksvraag voor duurzaam beleggen publiceerden. Ze keken retrospectief naar 90 best-in-class ondernemingen en 'The Impact of Corporate Sustainability on Organizational Processes and Performance' i. Ze vergelijken de high sustainabality leaders met 90 low sustainability ondernemingen. En de 'high sustainability' ondernemingen deden het goed, zowel wat betreft koersen +4,8% als volatiliteit èn ze toonden betere Returns on Assets en Equity. In Maart 2014 publiceerden Beiting Cheng, Ioannis Ioannou and George Serafeim 'The Impact of Corporate Social Responsibility on Investment Recommendations' ii. Ze onderzochten of superieure prestaties in Corporate Social Responsibility (CSR) beter toegang tot kapitaal geven. Inderdaad! Dat betekent dat er meer ruimte is voor innovatie, R&D en het creëren van nieuwe diensten en producten en markten.

Deze onderzoeken zijn belangrijk, want ze rekenen af met het vooroordeel dat duurzaam beleggen financieel rendement kost waarmee het maatschappelijk of ecologisch voordeel -voor iedereen- mee wordt betaald. Het rekent ook af met de tegenstrijdige resultaten van de vele onderzoeken naar de financiële resultaten van zg. duurzame beleggingsfondsen die een ratjetoe van ondernemingen en sectoren vertegenwoordigden. En geen duidelijkheid gaven over de resultaten van 'echt' duurzaam investeren in plaats van minder schadelijk. Nog in 2010 en 2011 publiceerden Jarst Weda, Marco Kerste en Nicole Rosenboom van SEO Research voor de Duisenberg School of Finance 'Financing Sustainability' overzichten van de academische onderzoeken en publicaties naar duurzaam investeren. In het derde deel 'the Performance of Sustainable Funds' waren géén best in class onderzoeken opgenomen. Dat verbaasde mij nogal, want toen ik begin 2011 impact investing ging onderzoeken, kwam ik bij het vermogensbeheer van goede doelen regelmatig tegen dat ze niet alleen sectoren (die hun doelstelling ondermijnden) uitsloten, maar ook dat ze -op advies van hun vermogensbeheerders- in best-in-class ondernemingen investeerden.

Accelerating impact investing De academische bevindingen over best-in-class ondernemingen, met de meeste impact, zijn dus belangrijk. Niet alleen voor (nog niet zo) duurzame ondernemingen en beleggers, ook voor de versnelling van impact investing. Het toetreden van particulier kapitaal en het creëren van grootschalige kapitaalmarkten is hierbij een van de cruciale doelen. Overheden en goede doelen kunnen de grote problemen in de wereld niet oplossen, daarvoor is ook particulier investeringskapitaal nodig. Nu bewezen is dat high sustainability beleid leidt tot goede resultaten voor de onderneming en beleggers en (dus) tot goedkopere toegang tot kapitaal is dat een incentive voor meer sustainability innovatie en R&D. Als ondernemingen en investeerders gestimuleerd kunnen worden om gericht in impact ondernemingen in impact sectoren te investeren zoals in basisbehoeften en impact katalysatoren, kan dit een een flinke kapitaalstroom naar die sectoren betekenen. En hierdoor een krachtige factor zijn om de grote uitdagingen in de wereld op te lossen.


Een ezel stoot zich in het gemeen...
Het is belangrijk dat een herhaling van de verkeerde onderzoeken naar de verkeerde fondsen tijdens de transitie waarin impact investing wordt aangejaagd wordt voorkomen. Dat onderzoeken zich richten op echte impact sectoren en ondernemingen zoals in basisbehoeften en niet weer een ratjetoe van bijvoorbeeld grondstoffensectoren en fondsen waarin ook goud en het destructieve stripmining zijn opgenomen. Of naar de farmaceutische industrie waarbij te weinig wordt gekeken of ondernemingen investeren in endemische ziekten en/of het toegankelijk maken van medicijnen in armere landen. Hoe ESG geïntegreerd bedrijven of fondsen ook ondernemen, want elke sector heeft zijn eigen impact stars en Achilleshiel.

Transparante markten
Ook is het belangrijk dat wordt gekeken of fondsen opereren in markten die worden gemanipuleerd door hedge funds en speculanten of die beïnvloed worden door complexe (knutsel) producten zoals synthetische fondsen en derivaten, maar waar de echte producenten nauwelijks toegang hebben tot kapitaal. Zoals bij de voedselproductie waar 500miljoen boeren voedsel produceren voor 70% van de wereldbevolking. De producenten hebben nu nauwelijks toegang tot kapitaal, maar worden wel geconfronteerd met milieuproblemen en armoede. Financiering voor duurzame productievere technieken geeft ze op termijn meer inkomen, behoudt de vruchtbaarheid van hun grond, bespaart water en beschermt de biodiversiteit. Financiering voor dit soort initiatieven komt nu vanuit de keten zoals Danone en Mars. Gelukkig hebben ze behoorlijk ambitieuze programma's: zie IINieuws-1maart15
Toch kan ook vanuit de financiële wereld een bijdrage worden geleverd. Zie hiervoor IINieuws 1Aug12 over de hoge voedselprijzen in een VBDO/CREM onderzoek naar de (f)actoren in deze markten en de 'UNPRI Guidelines for investing in commodities' met speciale aandacht voor Agriculture.

En: wat willen impact investors?
Tot slot is belangrijk dat wordt gekeken naar het totale rendement van impact investing, dus rendement èn impact en de intentie van impact investors. Afhankelijk van de doelstelling van impact investors levert impact investing meer of minder rendement op. Dat klinkt raar, maar er is een traditie van impact first investing waarbij rendement wordt opgeofferd om een sociale- of milieu doelstelling te realiseren. Bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van sociale betaalbare huisvesting waarvoor in de VS fiscale faciliteiten zijn. Zg. Programme Related Investments waarbij verlies mag worden afgetrokken van het resultaat. Of community development, ook een typische impact investing sector in de VS, waar de overheid ook fiscale faciliteiten voor ontwikkelde net zoals nu voor werk (de JOBS Act). Internationaal ondersteund werd de ontwikkeling van microkrediet, tegenwoordig een financiële subsector met 75miljard omzet (2012, A Billion to Gain, ING) die 120 miljoen mensen bereikt via microkrediet instituties. Tegenwoordig is de ambitie breder: financial inclusion of het uitrollen van allerlei vormen van financiële dienstverlening aan doelgroepen die voor traditionele banken en financials nog niet interessant genoeg zijn om uit de kosten te komen. Denk aan mobiel betalen, micro-hypotheken en -verzekeringen.

Catalytic impact investing
Investeren in de ontwikkeling van een sector of investerings pipeline wordt tegenwoordig catalytic impact investing genoemd. Ik zie conceptueel niet veel verschil met de strategie van de Boston Consulting Group waarbij bedrijven investeren in kansen (Stars). Het Break even Point voor financial inclusion, van de Base of the Pyramid, het miljard armsten, of krediet voor micro ondernemingen wordt langzamer dan verwacht bereikt. Maar we hadden dan ook te maken met een van de grootste en ernstigste financiële crisis van de afgelopen 80 jaar. Een antwoord was allerlei beleid, maatregelen om het toezicht te verbreden en de bewegingsvrijheid van (investerings)banken en institutionele investeerders te beperken. Ook de ruimte voor private equity impact investments. Gelukkig zijn er uitzonderingen, zoals investeringsonderneming Leapfrog, investing for the next billion dat zich richt op financiële diensten voor emerging consumers en verbluffende groeicijfers laat zien. Dus keer op keer financiering kan aantrekken om te investeren en recent haar derde fonds sloot met 400miljoen US$ mede dankzij Achmea.

Ontwikkelingen binnen impact investing
Dat impact first investing een beetje old school is bleek uit recent onderzoek 'Spotlight on the Market 2014' van the Global Impact Investing Network en JP Morgan Social Financeiii. De helft van 125 grote impact investors uit Noord Amerika en Europa gaf aan dat zij risico en rendement balanceert. Net zoals zij risico en rendement balanceren. Bijna een kwart van de investeerders stelt finance, rendement, first en ook bijna een kwart streeft nog impact first of capital preservation na. Zolang voor alle drie de categorieën geldt dat het rendement en kapitaal geherinvesteerd worden in impact investments versnelt dat de ontwikkeling van de sector. In januari 2009, dus vlak na de financiële crisis, werd voorspeld dat het ''Over the next 5-10 years, impact investing could grow to represent about 1 percent of estimated current assets under management—about $500 billion''. Met groeipercentage van 132% in 2011-2013 in Noord en West Europaiv, vindt versnelling plaats, maar 500miljard US$ in 2016-2020 blijft ambitieus. Het is hiermee wel de snelst groeiende sub-strategie binnen duurzaam beleggen in Europa.

Social Investing
Toch hebben impact first investors bepaald niet afgedaan. Combinaties van impact investeerders, waarbij impact first en finance first investeerders samen investeren met verschillende risico en rendement verwachtingen worden ook gebruikelijker. De impact first investeerders zijn veelal filantropen of vermogensfondsen met als missie een sociaal of milieudoel. Als risico nemende partij maken zij bijvoorbeeld een fonds of Social Impact Bond (SIB) mogelijk waardoor winst nastrevende investeerders kunnen instappen en het project financieel mogelijk maken of veel groter van omvang. De Nederlandse Ontwikkelingsbank FMO is zo'n catalytic investor die daardoor andere for-profit investeerders aantrekt. Meer in IINieuws-15okt13

Ook in de eerste Nederlandse Social Impact Bond (SIB) participeren investeerders met zulke op het eerste gezicht tegenstrijdige ambities. Deze levert voor finance first investeerder ABNAMRO Social Impact Fund naar eigen zeggen een 'mooi' rendement op. De SIB investeert een project voor jeugdige werkeloze schoolverlaters in Rotterdam. (In het Engels hanteren ze de term NEET: Not in education, employment or training). De andere financier is de StartFoundation, een Nederlands vermogensfonds dat als doel heeft mensen met afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk te krijgen. Een typische impact first investeerder. De gemeente Rotterdam betaalt de investeerders terug uit de besparingen op uitkeringen voor de jongeren. 
Er komen meer SIB's aan. De gemeenteraad in Amsterdam heeft er net een in gang gezet, ook voor werk. De Startfoundation organiseert een congres op 8 oktober 2015 StartFoundation -> Kennispodium. Ook het Nederlandse Society Impact faciliteert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken initiatieven om SIB's van de grond te krijgen voor verschillende sectoren, zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg.

Uit Engelse SIB resultaten blijkt dat besparingen voor de eind-financier, aanzienlijk kunnen zijn: 50% op directe uitgaven. Bij de 1e SIB, de Peterborough Prison Bond, voor recidivisme preventie van jeugdige delinquenten heeft de de Britse regering de de financiering van vervolgfasen (dan ook) naar zich toe getrokken. Èn het gaat het project landelijk uitrollen. De Britse overheid is al tien jaar geleden begonnen met Social Investment, heeft een dozijn operationele SIB's en ondersteunt lokale initiatieven die het model overnemen door potjes te creëren. Internationaal wordt het model al uitgerold, m.n. in de VS en Australië maar ook als Development Impact Bond. 
De Britten zijn sinds 2013 ook bezig met een offensief om Social Investment op politieke agenda's te krijgen. Toen ze G8 gastheer waren, starten ze de Social Investment Taskforce op, die al in 2014 rapporteerde. Ook de OESO (33 landen) is er nu mee aan de slag gegaan. Recent presenteerde het haar bevindingen in een uitgebreid en interessant overzicht van de ontwikkelingen en over building the evidence case. Meer in IINieuws-1maart15 OECD in II Agendasetting

Nog meer werk
Social Impact Bonds zijn complexe producten om in elkaar te zetten door de constructie met een opdrachtgever/eindfinancier, uitvoerder(s), fondsenwerving van financiers, onafhankelijke evaluaties en coördinators. Soms zijn er meerdere uitvoerders bij betrokken, omdat maatschappelijke issues effectiever in een keten of samenwerkings-verband kunnen worden aangepakt. Bovendien vereisen SIB's specifieke operationele en inhoudelijke deskundigheid en ervaring. Dat levert extra kosten op, maar ook meer mensen aan het werk als intermediair, begeleider en evaluator. En als de gemeenschap tot wel 50% directe uitgaven kan besparen op kosten is het zeker de moeite waard om flink te investeren in de ontwikkeling van deze sub sector van impact investing. Want niet alleen levert het 50% besparingen op het aanpakken van bijvoorbeeld werkeloosheid en recidivisme. Het betekent dat we allerlei menselijke ellende kunnen verminderen of hopelijk zelfs voorkomen. Wereldwijd zijn er ruim twee dozijn SIB's of Development Bonds, DIB's, operationeel en ongeveer 100 SIB's in ontwikkeling. Nu dus nog een marginale markt, maar wel een die door overheden, ondernemingen en vermogensfondsen is ontdekt en wordt ontwikkeld.

Groene obligaties
Een ander concreet product is de Climate of Green bond. Die obligatie markt groeide in 2014 naar bijna 40 miljard US$ en tientallen obligaties. Verwacht wordt dat ze in 2015 qua omzet doorgroeit naar 100 miljard ofwel +150%. De groei komt doordat vooral ondernemingen deze speciale obligaties omarmd hebben voor de financiering van hun groene(re) duurzame activiteiten. Deze obligaties voldoen bij voorkeur aan per sector vastgestelde standaarden van het Climate Bond Initiative en zijn extern geverifieerd door deskundigen. 10 grote banken, waaronder de Rabobank, hebben Green Bond Principles vastgesteld, waaraan groene obligaties moeten voldoen willen zij ze als zodanig verkopen aan hun klanten.
Het zijn vaak de meest duurzame bedrijven van de wereld, zoals het (half) Nederlandse Unilever en Unibail-Rodamco en per definitie groene sectoren. Denk aan hernieuwbare energie, maar ook nieuwe of transitie activiteiten van traditionele energiebedrijven. Ook nieuwe aanbieders betreden de markt, omdat er is veel belangstelling voor en vraag naar deze obligaties is. En het groeiende aanbod van groene obligaties trekt ook nieuwe, niet traditioneel duurzame, investeerders aan. Jammer genoeg is deze markt voor kleine beleggers weinig toegankelijk door de hoge nominale waarde van de obligaties. Maar met institutionele investeerders als afnemers, groeit de markt wel lekker snel.

Ook bij impact investing, is het opschalingspotentieel een van de belangrijkste aspecten. Dat maakt werkelijk grootschalig, hopelijk wereldwijd implementeren van oplossingen voor maatschappelijke en ecologische uitdagingen mogelijk. Dit is vooral belangrijk voor preventieve maatregelen waarvan we de omvang van de kosten èn opbrengsten door besparingen nog maar deels kunnen overzien. Omdat die veel breder zijn dan we nu met budget en beleid kunnen bepalen. Impact investing is een kansrijk(er) antwoord op groeiende vragen en (on)verwachtte problemen waar overheden en filantropie geen antwoord op hebben. Mede door hun beperkte onvermogen om op te schalen. Zeker in tijden van financiële krapte, terwijl de vraag juist dan toeneemt.

In de VS dat veel sneller herstelde van de crisis wordt nu 'opeens' veel meer geld vrijgemaakt voor opvang, pre school ontwikkeling en onderwijs voor kinderen uit kansarme gezinnen. Want de relatief brede kloof tussen arm en rijk beïnvloed ook de kansen van kinderen uit (kans)arme gezinnen waardoor zich dit generaties voortzet tenzij.... Goldman Sachs, ja de bank die in de financiële crisis niet zo'n fraaie rol speelde, heeft het SIB model vroeg omarmd en investeerde in een recidivisme project voor New York's Rikers Island Prison. Recent stapte het in een Utah High Quality Preschool Program.

Impact investing is vaak preventief We hebben het hier over preventie en zelfs het aanpakken van gevolgen van grote ontwikkelingen. Ontwikkelingen waarvan we de kosten nog niet onder ogen kunnen of durven te zien. Maar Sapere aude, Latijn voor; durf te weten! In plaats van zaken voor je uit schuiven omdat ze complex en duur zijn en er toch geen geld of het nog geen prioriteit is. En omdat het altijd zo geweest is en waarschijnlijk altijd wel zo zal blijven. Om op een dag te ontdekken dat deze ontwikkelingen na langdurig ontkennen problemen zijn geworden die te ingewikkeld zijn èn waarvan de aanpak en oplossing onbetaalbaar is geworden.



Een voorbeeld: Je kan tientallen jaren ontkennen dat aardbevingen het gevolg zijn van gaswinning en dan 'opeens' ontdekken dat er miljarden nodig zijn om de schade voor inwoners en hun veiligheid te herstellen. Maar je kan ook tijdig, voordat de nadelige gevolgen op grote schaal optreden, eisen stellen aan nieuw- en verbouw, budget reserveren en investeren in veiligheid in plaats van de productie verkleinen. Waardoor er minder geld is voor het herstel van huizen en het veilig maken van openbare voorzieningen. Wat te denken van het uitblijven van de rapportage van de veiligheid en het risico van de chemische industrie in de Eemshaven? Een gebied dat met subsidies ondersteund wordt om economische activiteiten en werkgelegenheid te stimuleren, maar waarvan burgemeester Groot al sinds 2013 jaar wacht op een risico analyse van het ministerie van Economische Zaken. En een begroting voor de vereiste aanpassingen. Dit is maar een voorbeeld van een ontwikkeling waarvan je op je klompen kan aanvoelen dat je op een dag de rekening gepresenteerd krijgt. En waarschijnlijk op een moment dat het net erg slecht uitkomt....

Impact investing richt zich juist op dit soort ontwikkelingen die zo grootschalig en langdurig zijn dat een oplossing of zelfs maar het bijsturen van de trend vrijwel onmogelijk lijkt. Het investeert niet meteen op wereldwijde schaal, maar wel met groeikapitaal voor oplossingen die wereldwijd opschaalbaar zijn.
Dus ontwikkel eens enkele scenario's waarin de kosten van het doorgaan op de oude weg worden afgezet tot het marginaal maar opschaalbaar, radicaal omgooien van het roer. Bijvoorbeeld door alle maatschappelijke kosten, de impact, in rekening te brengen en niet alleen te kijken naar inkomsten minus productiekosten en overhead. En door innovatieve investeringsproducten te ontwikkelen om maatschappelijke problemen bij de wortel aan te pakken en niet pas in actie te komen als mensen en gemeenschappen volledig aan de grond zitten …


Of je als investeerder nu focust op ESG kansen, best in class investing, impact investing of specifieke producten met impact zoals SIB's en groene obligaties. Het onderzoeken van de impact een essentieel onderdeel van het totale rendement. Daar zijn mensen voor nodig. Mensen die veel gegevens kunnen verzamelen, verwerken en in modellen kunnen zetten die inzicht geven in de werkelijk kosten en opbrengsten. Dus in zowel kwantitatieve als kwalitatieve modellen. En niet op microniveau van een enkele old school onderneming versus een handjevol hippe social entrepreneurs, maar op grote schaal. Want hoe meer inzicht er is en hoe meer visies worden losgelaten op de werkelijkheid, hoe groter de kans is dat er een Eureka moment komt. Waarop we weten hoe de werkelijke totale kosten en baten in elkaar steken. Hoe we negatieve ontwikkelingen kunnen zien aankomen, afremmen en ombuigen en hoe we positieve ontwikkelingen kunnen vertroetelen en versnellen of in het moderne banken jargon kunnen incubaten & accelleraten. Het gebeurt allemaal al, maar op te kleine schaal. Ik denk dat de financiële sector, specifiek de banken, bij uitstek geschikt zijn om dit grootschalig op te pakken. Dus als die zich hiermee intensiever en grootschaliger gaan bezig houden zeg ik: the bigger the banks the better

i Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou and George Serafeim harvard BS & London School of Economics, december 2011 http://www.hbs.edu/faculty/Pages/item.aspx?num=47307

ii Cheng, Ioannou and Serafeim: The Impact of Corporate Social Responsibility on Investment Recommendations. We investigate whether superior performance on corporate social responsibility (CSR) strategies leads to better access to finance. We hypothesize that better access to finance can be attributed to a) reduced agency costs due to enhanced stakeholder engagement and b) reduced informational asymmetry due to increased transparency. Using a large cross-section of firms, we find that firms with better CSR performance face significantly lower capital constraints. Moreover, we provide evidence that both of the hypothesized mechanisms, better stakeholder engagement and transparency around CSR performance, are important in reducing capital constraints. The results are further confirmed using an instrumental variables and a simultaneous equations approach. Finally, we show that the relation is driven by both the social and the environmental dimension of CSR http://www.hbs.edu/faculty/Pages/item.aspx?num=43095 March 2014.


iv Eurosif 2014 SRI investing in Europe ExSum pag 5.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten