Deze
keer AXA gaat voor responsible en Azië
in 2013, Composition
Capital Partners lid van GIIN, Syntrus benchmark voor duurzame EM
staatsobligaties, Millennials willen II, 10 miljoen UK£
injectie voor intermediairs, duurzaam
beleggen in de Eurozone stagneert, duurzaamheidsverslagen van
financials onvoldoende, fondsenwervende chari's potten 7% meer op
tegen 2% rendement en mission investing vermogensfondsen stagneert. ANDE over opschaling, een job bij GRESB de duurzame vastgoed benchmark. Gelezen het verslag van
5 jaar SIRP: academisch ESG onderzoek en als sneue case het Liliane
Fonds
MARKETPLACE
AXA
goes sustainable & Asia
Matt
Christensen is hoofd duurzaam investeren bij AXA en was hiervoor
werkzaam bij Eurosif de Europese koepelorganisatie voor duurzaam
beleggen organisaties als de VBDO. Hij werd geïnterviewd
door Investmenteurope
over de ambities voor 2013. Christensen wijst naar ESG als voorpagina
nieuws en hun eigen plannen in Azië
(EM) waarvoor in Hong Kong een kantoor geopend wordt. AXA
gaat voor markt aandeel en niet voor acquisities. Wel wordt
samengewerkt want in sommige landen als China, India en (Zuid) Korea
heb je een lokale partner nodig om zaken te kunnen doen. Japan vormt
al eenderde van de omzet van AXA IM in Azië.
AXA
gelooft dat verantwoord investeren op de lange termijn betere
risk-adjusted rendementen oplevert. Daarom wordt ESG onderzoek
uitgevoerd in alle asset classes en geeft het investeerders hierdoor
de mogelijkheid hun eigen ESG niveau te kiezen.
Axa
Investment Management startte in 1994 in Paris, breide uit naar
Europe en werkt nu in 22 landen als een van de grootste Europe-based
asset managers met 547 miljard Euro onder beheer. CEO Dominique
Carrel-Billiard (!) zegt “We are number 15 in the world and
we want to move up”.
Met
dank aan de tip van Matt Christensen in de ESG Group op Linkedin
Composition
Capital Partners lid GIIN Network
Haar 2e jaarlijkse conferentie in Amsterdam ging over Fair Judgment within Fund Management. Erwin Stouthamer, CEO van CCP zei daar dat ondanks de sector ondanks de toename van controle systemen en middelen om risico te beheersen de plank mis laat. Het gaat om het verkleinen van de afstand tussen investeerders en de mensen die het rendement produceren. “And it is about making a better and fair judgment. Fair in a way that is honest, transparent, and in a way that is fair to all”. Harry Hummels, Professor in Ethics, Organizations & Society at Maastricht University, GIIN liaison en directeur van SNS Impact Investment was een van de sprekers. Hij sprak over menselijk gedrag binnen een organisatie cultuur. De sector is bewust blind voor de voordelen van II tot de kloof tussen investeerders en investees wordt gedicht, bijvoorbeeld bij microkrediet.
GIIN
Network
theGIIN
Composition
Capital Partners en
het congres Full
House at Composition
Meer
over het Network in IINieuws 15nov12
II
MARKETING
Millennials
worden impact investors
In
de VS worden de generaties geboren tussen 1978 en 2000 Millennials
genoemd. Zij zullen 41 biljoen (1000 miljard) US$
erven van hun ouders, maar hebben andere meer sociale verwachtingen
van vermogensbeheer(ders). Het Social Welfare Research Institute van
Boston College, rapporteerde over de vererving en de enorme
ongekende overdracht van welvaart in periode tussen 1998 en 2052. De
Millennials houding ten aanzien van sociale
verantwoordelijkheid, particulier kapitaal en hun samenhang is
aanzienlijk anders dan die van hun ouders. Vermogensbeheerders moeten
hier op inspelen om de Millennials goed te kunnen bedienen.
De
grote bekende filantropen besteden de helft van hun leven aan geld
verdienen en de 2e helft aan het weggeven ervan volgens Justin
Rockefeller van het Rockefeller Brothers Fund (739miljoen US$
onderbeheer) en achter-achter-kleinzoon van John D. Rockefeller, en
nu 33 dus zelf een Millennial. Hij
zegt 'De Millennials zien de groeiende valse dichotomie
hiervan in'.
METRICS
ESG
Benchmark voor staatsobligaties EM
Pensioenbelegger
Syntrus Achmea heeft een benchmark ontwikkeld om in staatsobligaties
van opkomende landen ecologische, sociale en bestuurlijke
(ESG-)thema’s mee te nemen in alle beleggingsbeslissingen.
Uitgesloten worden landen waartegen de Nederlandse Staat sancties
heeft afgekondigd wegens schendingen van het internationaal recht of
de mensenrechten. De basis voor de portefeuille is een index van JP
Morgan, die bestaat uit liquide staatsobligaties in harde valuta’s
(euro, dollar) met een relatief goede kredietwaardigheid.
Annette
van der Krogt, manager verantwoord beleggen bij Syntrus Achmea zegt
in het persbericht: 'Wij verwachten dat landen die goed scoren op
ESG-thema’s, beter in staat zijn om op de lange termijn aan hun
verplichtingen te voldoen. Dat draagt positief bij aan het
risico-rendementsprofiel. Dat is goed nieuws voor onze klanten en hun
deelnemers'.
De
benchmark is ontwikkeld op verzoek van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw, dat via de
benchmark-op-maat 150 miljoen euro heeft belegd in deze EM
obligaties. Dat is 15% van het totaal voor dit pensioenfonds beheerd
vermogen.
Bron:
Fondsnieuws > google Syntrus of artikel op
IPE/syntrus-esg-benchmark-staatspapier-opkomende-landen
Europese
Duurzame Beleggingsmarkt stagneert
De
Europees georiënteerde website www.sustainableinvestment.org
is een Duits initiatief van Sustainable Business Institute (SBI). Het
is uitgebreide database van Europese duurzame bedrijven en
beleggingsfondsen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland (en soms
ook in Nederland worden aangeboden). In hun nieuwsbrief cijfers over
de ontwikkelingen van de aanbodzijde op duurzame beleggingsmarkt
markt in de negen maanden van 2012.
F&F
Via
382 fondsen werd ongeveer 34miljard Euro geïnvesteerd, hetzelfde als
eind 2011. Er zijn 2 fondsen toegevoegd aan de database. Er zijn 21
fondsen afgevoerd of gefuseerd met andere fondsen. Ergo de omvang van
beleggingsfondsen groeide licht.
Er
werd 21 miljard Euro geïnvesteerd in 205 aandelenfondsen.
De prestaties verschilden: zij zagen
hun waarde met 16% toenemen tot met 18% dalen.
Er
werd 6,6 miljard Euro geïnvesteerd in 57 (pensioen)obligatiefondsen.
Ook hun prestatie verschilden: zij zagen hun waarde 21% toenemen tot
met minus 6% dalen.
Er
werd 5,2 miljard Euro geïnvesteerd in 75 gemengde
fondsen. Ook hun
prestatie verschilden: zij zagen hun waarde 12% tot 3% toenemen.
Er
werd ongeveer 508 miljoen euro
in 15 umbrella
(collectieve
investerings)fondsen.
In
24 duurzame ETF's
werd ongeveer 577 miljoen euro geïnvesteerd. Hun
prestatie verschilden: +16% tot -6%.
In
5 microkredietfondsen
werd ongeveer 603miljoen euro geïnvesteerd , hun waarde nam toe met
3 tot 2%.
Meer informatie, zie sustainable-investment.org/News/Marktberichte Er is nog geen kwartaalbericht in het Engels.
Duurzame
verslaglegging financials onvoldoende
Ernst
& Young onderzoekt 2-jaarlijks de verslaglegging over verantwoord
ondernemen van Europese financiële instellingen. Uit de laatste
meting bleek dat de kwaliteit onvoldoende is, maar wel licht
verbeterd.
Bij de wensen van stakeholders, materiële zaken en kritische
prestatie-indicatoren (KPI's) die voor financiële bedrijven van
belang zijn valt er nog te verbeteren. De stakeholders vragen
voortgang bij verantwoord beleggen, – financieren en –
kredietverschaffen, duurzame producten, initiatieven in de
innovatieketen en klantgerelateerde indicatoren. Maar 35% van de
financials
geeft geen informatie over hun stakeholders.
Nederlandse
Financials UNPRI score 100%
In
Nederland hebben alle top 11 onderzochte* instellingen de United
Nations Principles for Responsible Investment (UNPRI) ondertekend, in
Europa is dat slechts 40%. Slechts 45% (in Europa 80%) publiceert een
apart duurzaamheidsverslag en bij 1/3 is het (al) geïntegreerd
in het jaarverslag (Europa 20%). Nederlandse instellingen hebben
verschillende rapportagesystemen, maar het meest wordt Global
Reporting
Initiative GRI gebruikt (bijna de helft scoort A+ de rest B+).
4/5 laat extern verifiëren.
Wat KPI's betreft steekt Nederland met 1/3 matig af tegen het
Europese gemiddelde van 4/5. Ook wat betreft materiality
analyse** doet Nederland het minder met 2/3 vaak een beschrijvend
verhaal, slechts 1 heeft een matrix opgenomen. ¾ heeft een
stakeholder analyse opgenomen en 91% van de Nederlandse
financials gaat
ook een dialoog aan (Europa 40%). Noot
van de Blogger:
ik vraag me af of er een verband is tussen het hoge dialoog gehalte
en de afwezigheid van kwantitatieve materiality analyse (matrices).
Bron:
Nu.nl/Nederlandse-financiele-instellingen-beleggen-verantwoord
(3dec12) Meer
op EY.com/Newsroom
en het onderzoek (pdf)
The_Path_Forward_Continues
44 pag
Vergelijking Nederland op pag 34-37
*
ING,
Rabobank, AEGON, ABN AMRO, ASR, FMO, SNS-Reaal, MN, BNG, Triodos, Van
Lanschot
**
een rigoreus en reproduceerbaar proces waarbij issues, risico's en
kansen geprioriteerd worden op basis van stakeholder inputs en
inzichten van de onderneming.
ACADEMIA
Lees het Final report van SIRP, het Sustainable Investment Research Platform
(SIRP) van 14 Europese universiteiten, wordt dit jaar afgerond. Onder
Gelezen
een samenvatting van hun bevindingen en aanbevelingen.
II
AGENDA SETTING
10,5
UK£ voor II intermediairs
Het
Global Impact Investing Network (theGIIN.org) ontvangt
in het kader van het nieuwe Impact programme van het Britse
Internationale Ontwikkelings Department (ministerie) 10,5 miljoen
UK£. Het geld wordt gemanaged door CDC Group, de Britse
ontwikkelingsbank en zal worden geïnvesteerd in II intermediairen
die kapitaal verschaffen aan ondernemingen en projecten voor arme
mensen in sub-Sahara Afrika en Azië. Het doel is nieuwe
investeerders aan te trekken voor veelbelovende II intermediairs.
De
volgende activities zullen worden ondersteund:
Een
uitgebreid research &
outreach agenda voor
bewustwording en marktinformatie;
investor
educatie & samenwerking
voor impact investors die werken voor de armsten;
Uitbreiding
van ImpactBase, het
online internationale database van impact investment fondsen,
producten en investeringsvehicles;
Meer
technische training voor
emerging market impact investing fond managers
en ontwikkeling en gebruik van gestandardizeerde impact measurement methoden.
Bron: thegiin
II
THINKING
ANDE's
oplossing voor armoede
Medio
november schreef Randall
Kempner, executive
director van het Aspen Network of Development Entrepreneurs (ANDE)
een artikel op de site van de Stanford
Social Innovation Review:
Solutions
to poverty. Zijn ANDE
leden geven financiële en zakelijk steun aan SGB's (Small &
Growing Business) met economische, milieu en sociale impact in
ontwikkelingslanden. ANDE’s 167 leden zijn actief in ruim 150
ontwikkelingslanden.
Opschaling
is cruciaal
Kempner vraagt aandacht voor
ondernemers in ontwikkelingslanden die met weinig meer dan passie en
vindingrijkheid nieuwe business ideeën realiseren. Maar ze
kunnen (vaak) niet opschalen en zo hun toegevoegde waarde
optimaliseren. Kempner's ANDE startte in 2009 om een beweging/markt
als microkrediet te versnellen, maar mikt (nu) een niveau hoger, op
dat van SGB's. Het steunt groei georiënteerde ondernemers met
investeringen tussen de 20.000 en 2miljoen US$, omdat ze miljoenen
nieuwe banen zullen creëren en bijdragen aan maatschappelijke en
milieu uitdagingen in ontwikkelingslanden.
ANDE
beschouwt zichzelf als onderdeel van de impact investing sector en
werkt samen met de Global
Impact Investing Network
(GIIN) maar werkt breder èn beperkter. Beperkter door de focus
op SGB's in ontwikkelingslanden en breder doordat het niet alleen
investeerders, maar alle spelers die bijdragen aan ontwikkeling van
S(G)B's betrekt bij haar werk.
ANDE
werkt (nog) aan haar eigen organisatie met het opzetten van 6
regionale afdelingen in Brazilië, Centraal America, Mexico, Zuid
Afrika, Oost Africa, India en West Afrika voor netwerken en
kennisdelen. Tegelijkertijd werd het geconfronteerd met sombere
verwachtingen van ondernemers voor 2013 om investeerders aan te
trekken. Daarom lanceerde het de Argidius-ANDE
Finance Challenge
(AAFC in Honduras) om nieuwe middelen en modellen voor financiering
van veelbelovende maar risky
SGB's
te ontwikkelen. Het ontving 70 voorstellen en de 5 winnaars krijgen
elk 200.000 Euro voor hun (business)modellen voor additioneel
kapitaal voor SGBs. De beste krijgt een miljoen Euro. ANDE's
Capacity Development Fund (CDF) competitie voor haar leden, gericht
op hogere productiviteit en effectiviteit, mag bijna een half miljoen
verdelen dankzij 17 donoren en zal de hele SGB sector stimuleren door
inzicht in groei-mechanismen en ervaringskennis.
Kempner
nodigt geïnteresseerden uit om bij te dragen aan de ambitie's
van ANDE. Bijvoorbeeld emerging markets bankiers door gebruik te
maken van de innovatieve middelen die ontwikkeld zijn om de risico's
en kosten van het werken met SGBs te verminderen. Hij noemt
SCOPEinsight,
gericht op het analyseren investment-readiness
van agribusinesses
en
het (Harvard) Entrepreneurial
Finance Lab
dat een psychometrische test ontwikkelde voor het (verantwoord) geven
van (kleinere) leningen.
Geïnteresseerde
geaccrediteerde investeerders kunnen investeren in een van de
fondsen van ANDE leden of doneren aan een organisaties die de
capaciteiten van SGB ondernemers ontwikkelen. ANDE leden werken in
vrijwel elke sector, regio en investeringsproduct. De GIIN’s
Impact
Base
en Impact
Assets50
hebben overzichten met impact fondsen waaronder in emerging markets.
Kleinere
investeerders kunnen kiezen voor crowdfunding zoals KIVA
dat op microfinanciering gericht is. In India en China bouwt New
Ventures (Noot
van de Blogger
met steun van o.a. het ministerie van BuZa/OS)
aan crowdfunding platforms voor deals van ANDE leden. Haar focus is
ondernemingen met milieu impact en het heeft nu 346
bedrijven in 6 opkomende markten in haar investeringsportfolio.
CHARI's
Goede
doelen 32 miljoen Euro rijker
De
Nederlandse fondsenwervende goede doelen hadden op 1 januari 2012
32miljoen Euro meer vermogen dan een jaar daarvoor. Dat was een groei
van 7%. Het Centraal Bureau Fondsenwerving monitort de
inkomsten van (fondsenwervende) goede doelen en rapporteert altijd
een jaar later over de branche.
Vermogen
De
reserves (contuïtiteit, pensioenen evt spaarprogramma's)
bedroegen 8 miljoen Euro meer en er zit 24 miljoen Euro meer in de
geoormerkte fondsen. Samen bedragen de reserves 3082,5miljoen Euro.
De cijfers zijn waarschijnlijk nog een onderrapportage omdat het
aantal instellingen zo'n 20% lager ligt dan over 2011, maar onder de
huidige opgenomen 875 instellingen zitten ongetwijfeld wel alle grote
vermogende fondsen.
Baten
De
baten uit beleggingen in 2011 bedroegen 60,6 miljoen Euro en
zijn meer dan gehalveerd vergeleken met 2010 (125 miljoen). Het
gemiddeld rendement is dus slechts 2%. Noot
van de Blogger:
dat is toch wel erg laag, maar 2011 was ook een erg slecht
beleggings(fonds)jaar wellicht dat de fondsenwervende goede doelen
daar ook door getroffen zijn.
Inkomsten
en doelbestedingen
De
inkomsten stegen in 2011, maar lang niet zo hard met 3,1% naar 3,5
miljard Euro. Opvallend
is dat de inkomsten uit nalatenschappen in 2011 verhoudingsgewijs
meer toenamen (CBF). In
2011 werd 86% besteed aan de doelstellingen (de rest is besteed aan
fondsenwerving en overhead) maar dat is een daling van 1,5% ten
opzichte van 2010 en een trendbreuk. De afgelopen 10 jaar stegen het
percentage bestedingen.
Conclusie
Noot
van de Blogger:
Reserves aanhouden is niet onverstandig en wat extra reserves
begrijpelijk gezien de crisis, maar daarmee rust extra
verantwoordelijkheid op de fondsenwervende goede doelen om het
vermogen optimaal te benutten: de inkomsten moeten omhoog en de
bijdrage aan het realiseren van de missie vergroot.
Bron:
cbf/Donateurs-zijn-goede-doelen-financieel-blijven-steunen
en Overzicht-baten-lasten
NB de
cijfers worden geactualiseerd en zullen dus wijzigen.
VERMOGENSFONDSEN
Putting
mission investing to work
Begin november was de
2e bijeenkomst van 30 Europese Fondsen over missie (gerelateerd)
investeren. Missie gerelateerd investeren betekent voor
(vermogens)fondsen vooral alle middelen inzetten, dus ook het
vermogen om de doelstellingen(en) te bereiken. Kortom het is de
'chari' term voor impact investing.
Strategische
locatie
De
bijeenkomst werd georganiseerd door onValues, de Zwitserse investment
strategy consultancy en een pionier op het gebied van impact
investing. Gevestigde in Zurich, vandaar een cross-over naar de TBLI
Europe meeting waar o.a. ook aandacht was voor de resultaten van SIRP
(zie Academia). meder organisatoren waren de Zweedse Mistra
Foundation (sponsors van SIRP) en de
European
Foundation Centre.
De
EFC heeft een financials & investment officers netwerk, een
initiatief van de van Leer Group Foundation (zie Pagina
Charity cases O-Z
maar
daar wordt impact investing niet genoemd en het lijkt een wat
bloedeloos gebeuren en over het congres staat (nog) niets op de site.
De EFFIO wordt -in een voetnoot- opgeroepen het voortouw te nemen op
dit vlak. De EFC stelde in de uitnodiging dat de lage en steeds meer
wisselende rendementen het traditionele model van fonds management
uitdagen waarbij de investeringen financieel rendement genereert en
de subsidies/giften het sociaal rendement.
Een van de workshops ging over How
can MI help fix a broken endowed foundation model?
En
werd voorgezeten door Henri van Eeghen van Cordaid, de van huis uit
Katholieke ontwikkelingsorganisatie Noot
van de Blogger
die wellicht veel geconfronteerd met Katholieke fondsen die steeds
minder inkomsten hebben om -rekening houdend met inflatie- hun
voortbestaan te verzekeren.
Onvalues onderzocht voor de bijeenkomst de ervaringen met aan de missie geijkt vermogensbeheer. Het rapport presenteert de belangrijkste lessen en een lijst aanbevelingen voor verschillende partijen for “putting mission investing to work”.
De deelnemers benadrukken het onderscheid tussen verantwoord beleggen en impact investing. Maar missie investing kan vanuit beide benaderingen gestart worden. Gewaarschuwd wordt voor te uitgebreide negatieve screening waardoor het universum (spreidingsmogelijkheden) en het rendement geschaad worden en de fiduciaire plicht niet gehaald. De huidige crisis zijn zowel een stimulans als belemmering. Afnemende inkomsten kunnen aanleiding zijn het roer om te gooien (Noot van de Blogger: of de vermeende lagere inkomsten voor lief te nemen?)
Alle aandacht voor II/mission investing heeft nog niet geleid tot een duidelijke toename bij (vermogens)fondsen, het percentage blijft in Europa rond de 30% steken. In sommige landen (Nederland, VK) is het percentage hoger, maar de trend stagneert. De fondsen zijn wel verder vinden ze: van praten naar erover nadenken. Bovendien is men zich er vaak niet van bewust dat gebruik van het (eigen) vastgoed voor de doelstelling, verhuur aan organisaties met gelijke doelstelling ook een vorm van impact investing is.
Er is/was sprake van een kip-ei situatie, banken zijn terughoudend om te investeren in II voor zij voldoende vraag zien (Noot van de Blogger: Nederland vormt ook hier een positieve uitzondering, zo nodigde ABN AMRO PYMWYMI uit voor haar Stichtingen en instellingen dag afgelopen april). Maar voor fondsen zijn nu zo'n 350 II fondsen beschikbaar*, tegen 230 een jaar gelden en 50 7 jaar geleden. Voor ontwikkelings- en natuur organisaties is meer aanbod dan voor anderen.
Net als in het VBDO rapport over duurzaam beleggen door chari's is de board een belangrijke rem of motor voor II. Een van de aanbevelingen is om standaarden te bevorderen om besturen meer inzicht te geven van de rendementen van impact investing, zeker waar het rendement uit private equity II betreft.
Ondanks groeiende aantallen rapporten en publicaties is er weinig data over mission investing (en ander vermogensbeheer) door fondsen. Noot van de Blogger: zie de Pagina's Charity
cases A-N en
O-Z voor bijna 50 Nederlandse vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen. De VBDO onderzocht de afgelopen 3 jaar het vermogensbeheer door chari's (zie IINieuws
15nov12),
maar Nederland vormt hiermee een uitzondering. Het uitdragen van II/mission investing is belangrijk, maar moet niet te missionair of rooskleurig plaatsvinden.
Door de aanwezigheid van Fonds 1818, Noaber Foundation (Shaerpa), het VSB Fonds en Cordaid was er aandacht voor hun MI activiteiten, crowdsourcing fondsenwerving door Cordaid (microkrediet) maar ook voor het Blockbuster Fonds van Joop van de Ende zie IINieuws 1mei12
maar Nederland vormt hiermee een uitzondering. Het uitdragen van II/mission investing is belangrijk, maar moet niet te missionair of rooskleurig plaatsvinden.
Door de aanwezigheid van Fonds 1818, Noaber Foundation (Shaerpa), het VSB Fonds en Cordaid was er aandacht voor hun MI activiteiten, crowdsourcing fondsenwerving door Cordaid (microkrediet) maar ook voor het Blockbuster Fonds van Joop van de Ende zie IINieuws 1mei12
In Zwitserland en het VK zijn aparte mission investing verbanden opgericht. In het VK is men natuurlijk al veel verder, maar interessant is de opmerking dat de overheid druk uit oefent op fondsen om risicovolle en onbewezen impact investments te ondernemen.
Er wordt aanbevolen om:
-Europese en nationale werkgroepen op te richten voor ervarings- en kennisuitwisseling;
-De rol van de missie in het vermogensbeheerder van o.a. overkoepelende gedragscodes nadrukkelijk te noemen; Noot van de Blogger de verenigingvanfondsen FIN heeft een richtlijn voor vermogensbeheer uit 2010 met 'de mogelijkheid van aandacht voor duurzaam beleggen' maar niets over missie investing en de rol van het vermogen in het realiseren van de missie.
-Nationale en EU Wet- en regelgevers te benaderen voor duidelijkheid omtrent fiduciair beheer en (ruimte voor) voor impact en programma gerelateerd investeren (hetgeen bijna impliceert dat ergens in Europa fiscale wetgeving is die vergelijkbaar is met die in de VS). Actueel is de discussie over sociale ondernemingen en sociale investeringsfondsen;
-Regelmatig Europese en nationale onderzoeken (enquêtes) te doen naar missie investeringen in de sector, liefst met compatibele methoden;
-Samen te werken met universiteiten en duurzame beleggingsfora voor onderzoeken;
-(te) Onderzoeken welke fondsen gezamenlijk missie investeren kunnen opstarten of uitbreiden en investeringsvehicles en deal platforms kunnen bouwen
Op fondsniveau wordt aanbevolen om;
Nationale organisaties te vragen de bovenstaande aanbevelingen te overwegen;
Banken en vermogensbeheerders te vragen om II mogelijkheden, speciaal voor charitatieve fondsen;
Actief informatie over II te verzamelen (Noot van de Blogger wordt lid van de Linkedin/groups/ImpactInvestingNews of contact Linkedin/alcannehoutzaager
Zich te verdiepen in II/mission investing en het proactief te bespreken met (fondsen) cliënten;
Intern contact te leggen met de collega's van duurzaam beleggen over de huidige mogelijkheden;
Verbanden te leggen met de ontwikkelingen in II/mission investing en het huidige dienstenpakket.
Het
rapport op onvalues
pdf Putting
Mission Investing to Work
EFC uitnodiging
voor de conferentie:
efc/meeting-on-mission-related-investing
Het programma van
(pdf) 2eEuropeafoundations
meeting mission investing
JOB
GRESB
zoekt Hoofd Duurzaamheid
De
Global
Real Estate Sustainability Benchmark GRESB
is een
internationaal project van institutionele investeerders en private
vastgoedpartijen die samen goed zijn voor 1,7 triljoen US$
investeringen. Het wordt uitgevoerd door het European Centre for
Corporate Engagement (ECCE) van de Universiteit Maastricht en is
ontwikkeld
binnen het SIRP Sustainable Investment (SI)
Research Platform (SIRP) van de Mistra Foundation. Meer hierboven en
over de 1e bevindingen
in IINieuws
1okt2011.
Functieomschrijving
GRESB
zoekt een energieke organisator die de professionele ontwikkeling van
GRESB’s duurzaamheidsmiddelen en dienstverlening kan managen.
Hieronder valt ook de jaarlijkse meting en rapportage van de
benchmark waarvoor zij 50 cliënten
heeft waaronder ruim 50 institutionele investeerders, investment
managers, associaties en sustainability solution providers.
De manager houdt zich bezig met Business & Product
ontwikkeling, strategische planning
in overleg met de raad van bestuur, (contractueel) cliënt
Management, representatie inclusief internationale reizen en
is teamleider (van 4 m/v). Noot van de Blogger
Er is ook een director, Nils Kok (tevens professor at Universiteit
Maastricht). De standplaats is
Amsterdam (maar het kantoor is in Maastricht?)
Gevraagd
wordt een achtergrond in vastgoed (investment) management en minstens
drie jaar werkervaring, passie voor duurzaamheid en de link met
investment performance, dynamische
persoonlijkheid die uitdagingen waardeert, initiatieven neemt en
innovatief is en uitstekende communicatie- en
samenwerkingsvaardigheden heeft. Organisatie-, project- en time
management talent met nadruk op accuraatheid en milestones
& deadlines.
Besluitvaardig zelfstandig werker met minimale supervisie. Noot
van de Blogger
Er is een executive board met 3, een supervisory board met 4 en een
advisory council met 10 leden. Meer
informatie
op GRESB
en (pdf) Job-description-Head-of-Sustainability-GRESB
JOB2
Sustainability
Fund Manager and Sustainability Fund Developer
Op
LinkedIn staat in de ESG group een vacature voor een Sustainability
Fund Manager and Sustainability Fund Developer in The Netherlands van
een VK HR bureau. Gevraagd wordt ervaring
met fonds management en duurzaamheid met uitstekende Nederlandse
taalvaardigheid is essentieel. Een functie omschrijving lijkt er
niet bij te horen, informatie bij Helen Pradas-Page via
helen@acre-resources.com ref: 4313 of sollicteren via
Acre-resources.com/SRI-jobs
GELEZEN
Final
report van Sustainable Investment Research Platform
Een
van de grootste ESG onderzoeksprojecten, het Sustainable Investment
(SI)
Research Platform (SIRP) van 14 Europese universiteiten, wordt dit
jaar afgerond. SIRP
publiceerde recent haar Final Report, Do
sustainable investments add value? Hieronder
staan een samenvatting van de
executive summary
& de research
summary.
SIRP
Final Report Executive Summary
De
doelstelling van SIRP was om te achterhalen hoe:-1- SI toegevoegde
waarde kan creëren voor institutionele investeerders en -2- SI
kan worden uitgebreid. De conclusie is dat duurzaam investeren
inderdaad toegevoegde (financiële)
waarde heeft en dat early adapters voordeel hebben.
Tegelijkertijd evolueert de duurzame praktijk, zoals bijvoorbeeld de
ambities rond beperking van CO2 uitstoot. Als duurzaam ondernemen
door CO2 reductie wordt ingecalculeerd, verschijnen al snel nieuwe
(kosten)factoren. Investeerders die de nieuwe (kosten)factoren (ook)
incalculeren kunnen hiermee voordeel opbouwen.
Focus
op 3 punten
Institutionele
investeerders kunnen SI uitbreiden door SI deskundigheid, ESG data
kwaliteit en SI benchmarks te bevorderen. Als voorbeeld wordt de voor
SIRP ontwikkelde Global
Real Estate Sustainability Benchmark GRESB
genoemd Noot
van de Blogger,
dit is een internationaal project van grote institutionele
investeerders en private vastgoedpartijen en wordt uitgevoerd door
het European Centre for Corporate Engagement van de Universiteit
Maastricht. Meer in IINieuws
1okt2011
GRESB heeft een vacature zie JOBS.
Investeringen
in ESG deskundigheid, data en benchmarks zijn niet gratis en vragen
betrokkenheid. De organisatiecultuur van een investeerder,
bijvoorbeeld pensioenfondsen voor religieuze organisaties, bepaalde
vakbonden, stichtingen en vermogensfondsen met een missie is
doorslaggevend. Hun ervaringen bewijzen dat SI geen verlies en
adjusted
expected returns opleveren
en zij kunnen de groei van SI bevorderen.
Veel
institutionele investeerders (II's) zijn wat passiever, maar omdat SI
minder risico (volatiliteit) en meer voorspelbare toekomstige
inkomsten oplevert is er een sterke case voor (meer) SI. Duurzame
bedrijven lopen minder risico op de lange termijn en in de
obligatiemarkt is het prijseffect al duidelijk, zij lenen goedkoper.
De II's kunnen gebruik maken van de engagement methodologie en data
van de SRI praktijk. Dat is ook aantrekkelijk voor II's met een brede
clientèle.
Een
belangrijk obstakel voor SI blijken de homogene investeerders
kernwaarden van financiële
professionals die cultuur en grens overschrijdend blijken. Noot
van de Blogger
een mooi consultants dilemma: de klant is koning, maar als
professioneel extern deskundige biedt je naast vakkennis ook kritisch
tegenwerk.
Wet-
en regelgevers kunnen gebruik maken van de bevindingen van SIRP. Het
benchmarken van de energie efficiency
van commercieel vastgoed heeft veel effect gehad op de vastgoedmarkt
en wordt nu ingeprijsd. De nog magere kwaliteit van data van
environmental & social performance
vergelijken
met financiële
prestaties zijn deels afhankelijk van de zwakke inhoudelijke
regelgeving. Tot slot merken de auteurs op dat duurzaam
ondernemingsbeleid verder zou moeten gaan dan de wettelijke
regelgeving (compliance).
De CSR ambities zouden hiervan moeten getuigen, omdat regelgeving
evolueert doordat kennis en technologieën
toenemen. Ondernemingen die (al) moderne innovatieve technieken
gebruiken beïnvloeden
nieuwe regelgeving en hebben daardoor een voordeel. Dit gebeurde bij
de regelgeving tegen lucht- en waterverontreiniging en de auteurs
verwachten dat dit ook bij klimaatveranderingsbeleid zo zal zijn.
SIRP
Final Report Research Summary
Het
onderzoek dat de afgelopen 5 jaar is uitgevoerd heeft de SI value
chain gedeconstrueerd,
geanalyseerd en ge(her)waardeerd. Het resultaat bestaat uit
richtlijnen, praktische implicaties en suggesties voor verbetering.
SI
voegt waarde toe op 4 manieren:
-1-
Duurzame bedrijfsvoering geeft meer financiële waarde door de
verwachte toename in positieve cash flows
of winstgevendheid. Naarmate de kosten van duurzame bedrijfsvoering
dalen nemen de baten toe.
-2-
Naarmate duurzame bedrijfsvoering gebruikelijk wordt in bepaalde
industrieën
en de kennis hierover groeit, wordt de intrinsieke waarde van die
duurzame bedrijfsvoering (ook) meegerekend. Duurzaamheid creëert
waarde die niet per sé
hoger rendement oplevert. Regelgeving voor bijvoorbeeld
(hernieuwbare) energie investeringen bewijst dat waarde creëring
door beleid oppervlakkig en onzeker is. Duurzaamheid levert ook imago
& reputatie winst en hogere loyaliteit op bij afnemers en dat
vertegenwoordigt waarde tijdens bij een crisis. De rol van
duurzaamheidsbenchmarks is toegenomen. Selectieve investeerders
vragen transparantie en sectoren antwoorden die met openheid over hun
SRI prestaties. Die blijken steeds meer onderdeel te zijn geworden
van hun financiële
prestaties. De ontwikkeling en publicatie van standaarden geeft
investeerders extra middelen voor waardebepaling en intensieve
benchmarking bij aandeelhouders engagement. Ofwel de investeerder die
streeft naar duurzame beleggingen creëert
(meer) waarde voor duurzame bedrijven.
-3-
Moet een investeerder dan ook extra betalen voor duurzame
investeringen? Of juist een premie of break even verwachten voor die
waarde creatie? Het antwoord op die vraag is na 5 jaar onderzoek nog
niet te geven. Maar er is een first mover
voordeel vroege investeerders in duurzaamheid hebben meer kans op een
premie en het bescheiden extra rendement is aantrekkelijker dan het
risico van niet duurzame bedrijfsvoering. Naarmate duurzaamheid(s
premies) belangrijker worden gaan imago & reputatie waarden meer
wegen.
-4-
Het vierde element van de SRI waardeketen krijgt vaak weinig
aandacht, het verminderd risico voor de
investeringsstrategie. Het is aanzienlijk maar assymetrisch
door het lange termijn karakter. Risico gebeurtenissen met veel
impact zoals milieurampen, arbeids- of mensenrechten schendingen en
slecht bestuur hebben meteen veel effect op de waarde van een
onderneming. Actief aandeelhouderschap kan die schade beperken of
voorkomen maar vereist betrokken aandeelhouders (Noot
van de Blogger
of aandeelhouders die hiervoor deskundigheid inhuren. In Nederland
bijvoorbeeld de VBDO of Sustainalitics, maar ook de in het vorige
blog genoemde specialisten van Hermes
EOS Op de site van Eurosif
staan een aantal mogelijke Europese partijen als EIRIS, Ethos,
Foretica, Inrate AG, Oekom research, Manifest proxy voting, Trucost
etc).
De
auteurs voorspellen dat de belangrijkste ontwikkeling zal komen van
benchmarking op greenness & duurzaamheid en mogelijke
verbeteringen en die te gebruiken als engagement strategie.
Duurzame investeerders kunnen meer invloed uitoefenen door niet
(alleen) best-in-class te investeren, maar juist daar waar ruimte
voor verbetering is. (Noot van de Blogger:
een strategie voor institutionele investeerders en
grootaandeelhouders).
De
GRESB waarbij een aantal van de SIRP onderzoekers direct betrokken
(partij) zijn wordt ook hier genoemd. Maar benchmarks, hun criteria
en compabiliteit zijn nog voor (veel) verbetering vatbaar en hun
beperkingen aanzienlijk, ook bij speerpunt gebieden als
klimaatverandering. Toekomstig onderzoek moet zich toespitsen op
middelen die duurzaamheidsanalyse op ondernemingsniveau op een hoger
plan tillen. SIRP onderzoek naar de waardering van duurzaamheid (SV
of sustainability value) biedt hiervoor aanknopingspunten.
SIRP
& Mistra
SIRP
werd gefinancierd door de Zweedse Mistra
Foundation die 200 miljoen euro per jaar besteed aan strategisch en
mn lange termijn milieu onderzoek. MISTRA publiceerde o.a. 360
degrees for mission
over duurzaam beleggen en impact investing voor Europese
(vermogens)fondsen.
Een
van de geportretteerde fondsen was Fonds 1818. Meer in IINieuws
3aug11
In
het Management Team
van SIRP zit Jaap
Bos
Associate
Professor of Finance aan
de Universiteit Maastricht
en gespecialiseerd
in banking and growth empirics.
Hij was lid van de
Basel II Research Task Force en co-auteur van het BIS
background paper ‘Studies on the Validation of Internal
Rating Systems'.
In
Nederland werkzame onderzoekers van SIRP zijn:
Rob
Bauer
is Professor of Finance aan de Universiteit Maastricht,
School of Business & Economics.
Andrea
Chegut is Principle Researcher for the European Property
Research Institute and European Center for Corporate Engagement van
de Universiteit Maastricht.
Jeroen
Derwall is part-time Assistant Professor of Finance aan de
Universiteit Maastricht, medeoprichter van het European Centre for
Corporate Engagement, part-time assistant professor aan de
Universiteit Tilburg (Tilburg Sustainability Center). Coördinator
en postgraduate teacher active equity portfolio management
voor de Dutch Financial Analysts Association (VBA).
Piet
Eichholz is Professor of Real Estate and Finance en
bestuurslid van het Finance Department aan de Universiteit
Maastricht. Fellow of the U.S. Real Estate Research Institute en de
World Demographic Association. Lid van de Real Estate Council van het
World Economic Forum. Ondernemer/oprichter van o.a. GRESB, the Global
Real Estate Sustainability Benchmark.
Nils
Kok is assisitant professor aan de Universiteit Maastricht en
director van GRESB.
Paul
Smeets,
is assistant
Professor of Finance aan de Universiteit Maastricht en affiliate bij
het European Centre for Corporate Engagement (ECCE).
Zijn promotieonderzoek stond in IINieuws
15juni12.
Michael
Viehs,
doctoraal
kandidaat in Finance aan de Universiteit Maastricht
School
of Business and Economics. Researcher bij het European Centre for
Corporate
Engagement (ECCE).
Hun
publicaties staan in het SIRP rapport, op de SIRP of ECCE website of
op de academische papers site ssrn
(Social Science Research Network)
CASE
Ik
zoek altijd naar positieve voorbeelden van impact investing voor
cases, maar gezien de neiging tot oppotten bij fondsenwervende
instellingen (Chari's F&F) en de inertie bij fondsen om hun
vermogen te benutten (Chari's vermogensfondsen) om de missie te
realiseren deze keer een prachtig fonds, maar wel een
onderpresteerder wat betreft het aanwenden van haar reserves voor de
doelstelling.
Liliane
Fonds
Het
Liliane Fonds is opgericht in 1980 door een spontane hulp actie van 1
echtpaar voor 1 gehandicapt Indonesisch meisje. 32 jaar later werkt
het Liliane Fonds in 27 landen en hielp 84.000 kinderen.
Missie
en werkwijze
Haar
missie is bijdragen aan de verbetering van de levenskwaliteit van
kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden. Daar
hoort ook bij dat de kinderen, nu en later als volwassenen, meetellen
en meedoen in de samenleving.
Het
Liliane Fonds kijkt naar haar input, output, outcome en impact en
steekt de hand in eigen boezem wat betreft het (on)realistisch
gehalte van haar impact ambities. (Jaarverslag 2011 pag 117 ev).
Vermogen
en beheer
Het
vermogen van het Liliane Fonds bedroeg in 2011 ruim 11,6 miljoen dat
was een toename van bijna 20% ten opzichte van jubileumjaar 2010 terwijl de
inkomsten afnamen met 11%**. De
bestedingen aan de doelstelling daalden met 2 miljoen Euro van 16,3
naar 14,3 miljoen Euro.
De
continuïteitsreserve bedroeg 5,2miljoen Euro**, de
bestemmingsreserves voor directe kindhulp 5,7 miljoen Euro en de
bestemmingsreserve voor de renovatie van het kantoorpand 3,5 ton.
Overige reserves bijna 3 ton. De
inkomsten uit dit vermogen bedroegen 56.000 euro het rendement was
dus minder dan 0,5%! Het Liliane Fonds belegt niet in aandelen en obligaties, het betreft de rente baten op deposito's en renterekeningen.
Noot van de Blogger:
In 2011 bedroegen de directe kosten van de fondsenwerving 1,1 miljoen
Euro (kostenpercentage 12,2%). Als het vermogen beter rendement(en)
opleverde, zeg 5%, dan was daarmee de helft van die kosten gedekt.
Vermogensbeleid
Vermogensbeleid
In de jaarrekening van 2009 staat over het vermogensbeheer: 'Het vermogen van de Stichting Liliane Fonds bestaat onder meer uit reserves en fondsen die voor beleggingen in aanmerking komen.
Deze reserves en fondsen dienen ter ondersteuning van de statutaire
doelen van de Stichting. Bij de huidige omvang van de reserves en
fondsen vormen deze voor de Stichting geen structurele zelfstandige
inkomstenbronnen'.
(Noot
van de Blogger
het vermogen bedroeg eind 2009 6,3 miljoen Euro).
'Het
vermogen van het Liliane Fonds dient de continuïteit van de
voorziene werkzaamheden, passend binnen de doelstellingen van de
Stichting, te waarborgen. Het belegde vermogen moet daarom op lange
termijn in
stand
worden gehouden (met de mogelijkheid van waardegroei), met zo weinig
mogelijk waardeschommelingen en een voorzienbare constante cashflow
uit de beleggingen. Terwijl een marktconform(direct) rendement op de
portefeuille
gewenst
is, staat het defensieve karakter van het beleggingsbeleid voorop.
Gegeven
de bovenstaande uitgangspunten en het relatief beperkte vermogen dat
beschikbaar is om voor de lange termijn vast te zetten, heeft het
bestuur van Stichting Liliane Fonds besloten, dat liquiditeiten de
enige vorm is die
past
binnen het beleggingsbeleid van de Stichting'.
Conclusie
Geld
geven aan het Liliane Fonds is ook relatief veel geld op de bank
zetten tegen baten die onder het inflatieniveau liggen. Daar wordt
volgens mij niemand mee geholpen. In het Jaarverslag van het Fonds
staat o.a. Het Liliane Fonds wil kritisch naar zichzelf
kijken. Doen we wat we ons hebben voorgenomen? Zijn we op de goede
weg? (pag 135 onderaan). Wat
mij betreft kan er aan de vermogensbeheer kant wel wat verbeterd
worden.
**Uit
eigen fondsenwerving bijna 9 Euro ton minder en de inkomsten uit
overheidssubsidies (MFS) daalden met 1,7miljoen euro naar 1,2
miljoen Euro. De baten uit acties van derden daalde met anderhalve
ton.
**
Iets lager dan de VFI norm van 1,5x de kosten van de werkorganisatie
in ene jaar kiest het Liliane Fonds voor 1,15% de kosten.