Wat
Impact Investing kan doen
Toen
ik bijna 5 jaar geleden per ongeluk op een Beleggen voor Dummies
cursus van ABNAMRO terecht kwam, kreeg ik een college van Wouter
Weijand, fondsmanager bij BNP Paribas. Weijand is een van de
weinige mannen, toen misschien wel de enige fondsmanager in de
bankwereld, met een baard. Zo werd hij serieus aangekondigd. Ik kwam
uit de chari en non profit wereld, had net gewerkt voor Protestantse
ontwikkelingssamenwerking en dat je in de bankwereld al opviel met een
baard was voor mij wel een eye-opener.....
De
afgelopen weken zag ik Joris Luyendijk's portret van de Londonse
City in VPRO's Tegenlicht. Het ging ook over het belang van
uiterlijk en de mooie dure pakken. Luyendijk poneert dat als
vrouwen ophouden bankmannen in pakken aantrekkelijk(er) te vinden, de
(bank)wereld daar heel veel beter van wordt. Weer een eye
opener, nu ook wat betreft de potentiële
macht van vrouwen...
Luyendijk vertelt ook dat de bankwereld ontzettend competitief is. Dat daar de beste en de slimste en de hardst werkende mensen terecht
komen en zich staande weten te houden. Vandaar dat ze de mooie dure
pakken kunnen betalen, want er wordt ook ontzettend veel geld
verdiend. Dat deze slimste mensen producten ontwikkelen waarvan ze
niet kunnen weten hoe die zich op lange termijn gaan ontwikkelen,
maar dat ze door hun constant bedreigde positie ook niet loyaal
kunnen zijn/worden jegens hun werkgevers of klanten. Luyendijk stelt
verder dat hoe ondoorzichtiger de producten zijn en hoe minder
klanten kunnen vergelijken, hoe kleiner de kans is dat ze uit- of
overstappen.
Alleen
wordt soms het geld verdiend met verkeerde producten en
processen, die die wereld vervolgens in economische malaise
storten....
Terug
naar Wouter Weijand. Hij liet ons die avond grafiekjes zien over het
enorm toegenomen aantal medewerkers in de financiële
wereld. Hij concludeerde dat dit een teken was dat het wel fout
moest gaan. Deze mensen waren bezig om de ingewikkelde producten
te bedenken en te verkopen, die de crisis zouden inluiden. En toen we
ontdekten hoe giftig deze producten waren moesten/konden deze mensen
allemaal wegbezuinigd worden. Sinds de crisis ging zo'n 20% van de
banen bij banken verloren (CBS tot 2012). Bovendien zijn de
werkgelegenheids-verwachtingen voor de drie grote banken, ABNAMRO, ING
en Rabobank, somber stemmend. Tot wel een vijfde van de banen gaat
verdwijnen. Amsterdam is als International Financial Centre bijna 10
plaatsen gezakt sinds de crisis en staat nu op de 40ste plaats. Het
blijft wel leider Global Diversified Financing, maar andere sectoren
zijn veel meer dynamic.(Wikipedia.org/GlobalFinancialCentresIndex)
Laat
de financiële sector
weer groeien!
Ik
hoop dat de financiële
sector weer net zo groot en groter wordt als vlak voor de crisis. Dat
alle banken weer gaan groeien, net zoals Triodos en ASN Bank de
afgelopen jaren constant groeien in omzet en omvang. Dankzij hun
focus op duurzaamheid. Het aantal medewerkers van Triodos Bank
groeide in 2014 met 12% naar
1.017. ASN Bank publiceerde haar jaarverslag over 2014 nog niet maar
daar groeide het aantal medewerkers
in 2013 met 22,6% (Pb) naar 137 (Wikipedia). We hebben het dus over
1150 mensen die zich met duurzaam, impactvol bankieren bezig houden. In een
sector met 136.000 banen. Niet dat die zich helemaal niet met
duurzaam bankieren bezig houden, maar het is een marketing niche, geen
uitgangspunt. En dat terwijl de Bankierseed vraagt om altijd alle
stakeholders mee te nemen
in beslissingen....
Ik
hoop dat er bij alle banken het roer wordt verlegd. Dat er
mensen worden worden aangetrokken om spaar- en
beleggingsproducten te ontwikkelen mèt
impact. Producten die onderbouwd worden door professionele
meetsystemen die de impact vooraf bepalen, hoe deze onderweg wordt
geëvalueerd en waar de
impactstrategie kan worden bijgesteld. Daar heb je best slimme mensen
voor nodig. En zij kunnen het aanzien van en vertrouwen in de
financiële wereld in rap
tempo terug winnen. We zagen afgelopen week door de bonuskwestie bij
ABNAMRO weer dat vertrouwen, respect en loyaliteit, te voet komen en
te paard vertrekken. Maar in het geval van impact investing is er zo
veel enthousiasme dat ik denk dat het vertrouwen flink versneld kan
worden teruggewonnen.
Ik
hoop dat de afdelingen kredietverlening van banken
verder kijken dan de resultaten en vooruitzichten van ondernemers,
maar ook naar hun maatschappelijke bijdrage door werkgelegenheid en
de impact van hun diensten en producten mee te wegen.
Ik
hoop dat de ESG teams van investeringsbanken,
vermogens-beheerders en pensioenfondsen vertienvoudigen
in omvang en aantal in impact investment search en scout
teams worden. Dat ze actief zoeken naar de beste ESG opportunities
en impact investments. Dat is
volgens mij een stuk effectiever, want op positieve impact en
rendement gericht, dan het passief scannen van ESG risico's en dan
des- of niet investeren....
Ik
hoop dat ESG bureaus
groeien als kool zodat ze hun kennis en inzicht in processen en
ontwikkelingen die sector- en bedrijfsprestaties hebben kunnen
verbreden naar de totale impact
van een onderneming, ook in de supply chain
en voor alle stakeholders, dus
de gehele, wereldwijde samenleving.
Ik
hoop dat organisaties
als TruePrice,
die de werkelijk toevoegende waarde van organisaties bepalen, dus
meer dan de balans verhonderdvoudigen
in omvang. Dat ze van beursgenoteerde bedrijven de werkelijke waarde,
prijs van hun aandelen en (groene) obligaties
bepalen.
En van bedrijven die de beurs op willen of anderszins vreemd vermogen
aantrekken. Dat ondernemingen die op crowdfundingplatforms fondsen
willen werven ook hun impact beschrijven op ondernemings- èn
maatschappelijk niveau net zoals nu de risico's worden aangegeven.
Kant
en Klare meetsystemen
Voor
public equity staan voorbeelden op de SocialStockExchange, het biedt impact rapporten van mn Britse beursgenoteerde deelnemers. Hierin
wordt de impact bijdrage geschetst
op ondernemingsniveau
en wereldwijd:
Who
benefits globally? Maar
ook de
strategie
om de impact op te schalen, is onderdeel van de bedrijfspresentaties.
Op de website CSRHub staan Environment Social en Governance prestaties van bijna 14000 bedrijven en hun sector gemiddelde. Impact Investor pioneer Investors Circle is niet voor niets investeerder in deze Big Data benchmark.
Op de website CSRHub staan Environment Social en Governance prestaties van bijna 14000 bedrijven en hun sector gemiddelde. Impact Investor pioneer Investors Circle is niet voor niets investeerder in deze Big Data benchmark.
Een voorkeur voor beleggen in Nederlandse bedrijven? de VBDO, Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling, heeft www.duurzaamaandeel.nl een website waar het in de AEX, AMX en Ascx opgenomen bedrijven presenteert met hun ESG prestaties en bredere thema's.
Ook
voor private
equity
hoeft het wiel niet meer te worden uitgevonden, impactmeting en
omschrijvingsmodellen zijn er te over. Bekende zijn die van the
Global
Impact Investing Network,
IRIS, de impactmeting en
reportingstandaarden waar een soort Morningstar aan is gekoppeld
GIIRS:
voor de impactrating. Online zoeken kan in
Impact Base
waarin nu meer dan 300 fondsen zijn opgenomen. Recent publiceerde the
GIIN een snapshot analyse van deze fondsen op basis van thema's,
asset classes, regio's etc. thegiin/ImpactBaseSnapshot
(pdf, 20 pag.).
De
kosten van impactmeting
In
dit verband eerst maar even het verschil tussen duurzaam beleggen en
impact investing. Omdat
duurzaam beleggen heel lang de reputatie heeft gehad duurder te zijn
dan gewoon niet duurzaam beleggen. Maar het 1e is in de praktijk
vooral niet
investeren in schadelijke of risicovolle ondernemingen en sectoren.
De praktijk van het duurzaam beleggen wordt al tientallen jaren
gedomineerd door deze strategie, exclusie. Niet
duur, want een simpel instrument, zeker als fondsen zich al duurzaam
noemen omdat ze niet onrechtmatig beleggen (compliance)
in verboden wapens zoals clustermunitie en anti personeelsmijnen of
handelen met landen op zwarte lijsten. Dat is ook goedkoop omdat je
dan niet beboet en/of gestraft wordt :)
Ironisch
genoeg levert juist investeren in schadelijke ondernemingen soms een
goed financieel rendement op zoals bij het Vice Fund, dat altijd
opvallend veel publiciteit krijgt. Het investeert in de klassieke
uitsluitings-categorieën:
alcohol, tabak, gokken, porno en (hand)wapens. Maar zeg nou eerlijk:
waarom zou je investeren in een product of dienst waarvan je hoopt
dat je (klein)kinderen het nooit zullen gebruiken?
Impact Investing is juist wel
investeren. In ondernemingen die een maatschappelijk tekort aanpakken,
(radicale) besparingen van grondstoffen realiseren en/of het milieu
beschermen. Een fenomeen dat zich vooral op private
equity en debt richt. Maar ook
in public equity markten
wordt steeds meer gekeken naar impact. Dit komt door de opkomst van
ESG geïntegreerd
beleggen, waarbij naar Environment, Social &
Governancebeleid van
ondernemingen wordt meegewogen. Hierdoor wordt -af en toe- ook naar
ESG kansen gekeken bij ondernemingen die zoeken naar oplossingen
voor hun ESG risico's.
Eindelijk
de juiste onderzoeksvraag
De
trend om te zoeken naar ESG kansen is
versneld sinds eind 2011 Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou en George
Serafeim van Harvard BS en de London School of Economics de
resultaten van de juiste
onderzoeksvraag voor duurzaam beleggen publiceerden. Ze keken
retrospectief naar 90 best-in-class
ondernemingen en 'The Impact of Corporate
Sustainability on Organizational Processes and Performance'
i.
Ze vergelijken de high
sustainabality leaders
met 90 low sustainability
ondernemingen. En de 'high
sustainability'
ondernemingen deden het goed, zowel wat betreft koersen +4,8% als
volatiliteit èn ze toonden betere Returns on Assets en Equity. In Maart 2014 publiceerden Beiting Cheng, Ioannis Ioannou and George Serafeim 'The Impact of Corporate Social Responsibility on Investment Recommendations' ii. Ze onderzochten of superieure prestaties in Corporate Social Responsibility (CSR) beter toegang tot kapitaal geven. Inderdaad! Dat betekent dat er meer ruimte is voor innovatie, R&D en het creëren van nieuwe diensten en producten en markten.
Deze onderzoeken zijn belangrijk, want ze rekenen af met het vooroordeel dat duurzaam beleggen financieel rendement kost waarmee het maatschappelijk of ecologisch voordeel -voor iedereen- mee wordt betaald. Het rekent ook af met de tegenstrijdige resultaten van de vele onderzoeken naar de financiële resultaten van zg. duurzame beleggingsfondsen die een ratjetoe van ondernemingen en sectoren vertegenwoordigden. En geen duidelijkheid gaven over de resultaten van 'echt' duurzaam investeren in plaats van minder schadelijk. Nog in 2010 en 2011 publiceerden Jarst Weda, Marco Kerste en Nicole Rosenboom van SEO Research voor de Duisenberg School of Finance 'Financing Sustainability' overzichten van de academische onderzoeken en publicaties naar duurzaam investeren. In het derde deel 'the Performance of Sustainable Funds' waren géén best in class onderzoeken opgenomen. Dat verbaasde mij nogal, want toen ik begin 2011 impact investing ging onderzoeken, kwam ik bij het vermogensbeheer van goede doelen regelmatig tegen dat ze niet alleen sectoren (die hun doelstelling ondermijnden) uitsloten, maar ook dat ze -op advies van hun vermogensbeheerders- in best-in-class ondernemingen investeerden.
Deze onderzoeken zijn belangrijk, want ze rekenen af met het vooroordeel dat duurzaam beleggen financieel rendement kost waarmee het maatschappelijk of ecologisch voordeel -voor iedereen- mee wordt betaald. Het rekent ook af met de tegenstrijdige resultaten van de vele onderzoeken naar de financiële resultaten van zg. duurzame beleggingsfondsen die een ratjetoe van ondernemingen en sectoren vertegenwoordigden. En geen duidelijkheid gaven over de resultaten van 'echt' duurzaam investeren in plaats van minder schadelijk. Nog in 2010 en 2011 publiceerden Jarst Weda, Marco Kerste en Nicole Rosenboom van SEO Research voor de Duisenberg School of Finance 'Financing Sustainability' overzichten van de academische onderzoeken en publicaties naar duurzaam investeren. In het derde deel 'the Performance of Sustainable Funds' waren géén best in class onderzoeken opgenomen. Dat verbaasde mij nogal, want toen ik begin 2011 impact investing ging onderzoeken, kwam ik bij het vermogensbeheer van goede doelen regelmatig tegen dat ze niet alleen sectoren (die hun doelstelling ondermijnden) uitsloten, maar ook dat ze -op advies van hun vermogensbeheerders- in best-in-class ondernemingen investeerden.
Accelerating impact investing De academische bevindingen over best-in-class ondernemingen, met de meeste impact, zijn dus belangrijk. Niet alleen voor (nog niet zo) duurzame ondernemingen en beleggers, ook voor de versnelling van impact investing. Het toetreden van particulier kapitaal en het creëren van grootschalige kapitaalmarkten is hierbij een van de cruciale doelen. Overheden en goede doelen kunnen de grote problemen in de wereld niet oplossen, daarvoor is ook particulier investeringskapitaal nodig. Nu bewezen is dat high sustainability beleid leidt tot goede resultaten voor de onderneming en beleggers en (dus) tot goedkopere toegang tot kapitaal is dat een incentive voor meer sustainability innovatie en R&D. Als ondernemingen en investeerders gestimuleerd kunnen worden om gericht in impact ondernemingen in impact sectoren te investeren zoals in basisbehoeften en impact katalysatoren, kan dit een een flinke kapitaalstroom naar die sectoren betekenen. En hierdoor een krachtige factor zijn om de grote uitdagingen in de wereld op te lossen.
Een
ezel stoot zich in het gemeen...
Het
is belangrijk dat een herhaling van de verkeerde onderzoeken naar de
verkeerde fondsen tijdens de transitie waarin impact
investing
wordt aangejaagd wordt voorkomen. Dat onderzoeken zich richten op
echte impact
sectoren en ondernemingen
zoals in basisbehoeften en niet weer een ratjetoe van bijvoorbeeld
grondstoffensectoren en fondsen waarin ook goud en het destructieve
stripmining
zijn
opgenomen. Of naar de farmaceutische industrie waarbij te weinig
wordt gekeken of ondernemingen investeren
in endemische ziekten en/of het toegankelijk maken van medicijnen in
armere landen. Hoe ESG geïntegreerd
bedrijven of fondsen ook ondernemen, want elke sector heeft zijn
eigen impact stars
en Achilleshiel.
Transparante
markten
Ook
is het belangrijk dat wordt gekeken of fondsen opereren in markten
die worden gemanipuleerd door hedge
funds
en speculanten of die beïnvloed
worden door complexe (knutsel) producten zoals synthetische fondsen
en derivaten, maar waar de echte producenten nauwelijks toegang
hebben tot kapitaal. Zoals bij de voedselproductie waar 500miljoen
boeren voedsel produceren voor 70% van de wereldbevolking. De producenten hebben nu nauwelijks toegang tot kapitaal, maar worden wel geconfronteerd met milieuproblemen en armoede. Financiering voor duurzame productievere technieken geeft ze op termijn meer inkomen, behoudt de vruchtbaarheid van hun grond, bespaart water en beschermt de biodiversiteit. Financiering voor dit soort initiatieven komt nu vanuit de keten zoals Danone en Mars. Gelukkig hebben ze behoorlijk ambitieuze programma's: zie IINieuws-1maart15
Toch kan ook vanuit de financiële wereld een bijdrage worden geleverd. Zie hiervoor IINieuws 1Aug12 over de hoge voedselprijzen in een VBDO/CREM onderzoek naar de (f)actoren in deze markten en de 'UNPRI Guidelines for investing in commodities' met speciale aandacht voor Agriculture.
En:
wat willen impact investors?
Tot
slot is belangrijk dat wordt gekeken naar het totale rendement van
impact investing, dus rendement èn
impact en de
intentie van impact investors.
Afhankelijk van de doelstelling van impact
investors levert
impact
investing
meer of minder rendement op. Dat klinkt raar, maar er is een traditie
van impact
first
investing
waarbij rendement wordt opgeofferd om een sociale- of milieu
doelstelling te realiseren. Bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van
sociale betaalbare huisvesting waarvoor in de VS fiscale faciliteiten
zijn. Zg. Programme
Related Investments
waarbij verlies mag worden afgetrokken van het resultaat. Of
community
development, ook
een
typische impact
investing
sector in de VS, waar de overheid ook fiscale faciliteiten voor
ontwikkelde net zoals nu voor werk (de JOBS Act). Internationaal
ondersteund werd de ontwikkeling van microkrediet, tegenwoordig een
financiële
subsector met 75miljard omzet (2012, A Billion to Gain, ING) die 120
miljoen mensen bereikt via microkrediet instituties. Tegenwoordig is
de ambitie breder: financial
inclusion
of het uitrollen van allerlei vormen van financiële
dienstverlening aan doelgroepen die voor traditionele banken en
financials
nog niet interessant genoeg zijn om uit de kosten te komen. Denk aan
mobiel betalen, micro-hypotheken en -verzekeringen.
Catalytic
impact investing
Investeren
in de ontwikkeling van een sector of investerings pipeline
wordt tegenwoordig catalytic
impact investing
genoemd. Ik zie conceptueel niet veel verschil met de strategie van
de Boston Consulting Group waarbij bedrijven investeren in kansen
(Stars).
Het Break
even Point voor
financial
inclusion, van
de
Base of the Pyramid, het
miljard armsten, of krediet voor micro ondernemingen wordt
langzamer dan verwacht bereikt. Maar we hadden dan ook te maken met
een van de grootste en ernstigste financiële
crisis van de afgelopen 80 jaar. Een antwoord was allerlei beleid,
maatregelen om het toezicht te verbreden en de bewegingsvrijheid van
(investerings)banken en institutionele investeerders te beperken. Ook
de ruimte voor private
equity impact investments. Gelukkig
zijn
er uitzonderingen, zoals investeringsonderneming Leapfrog,
investing for the next billion dat
zich richt op financiële
diensten voor emerging
consumers
en verbluffende groeicijfers laat zien. Dus keer op keer financiering
kan aantrekken om te investeren en recent haar derde fonds sloot met
400miljoen US$ mede dankzij Achmea.
Ontwikkelingen
binnen impact investing
Dat
impact first investing
een beetje old school is
bleek uit recent onderzoek 'Spotlight
on the Market 2014' van
the Global Impact Investing Network en JP Morgan Social Financeiii.
De helft van 125 grote impact
investors
uit Noord Amerika en Europa gaf aan dat zij risico en rendement
balanceert. Net zoals zij risico en rendement balanceren. Bijna een
kwart van de investeerders stelt finance,
rendement, first
en ook bijna een kwart streeft nog impact
first of
capital
preservation
na. Zolang voor alle drie de categorieën geldt dat het rendement
en kapitaal geherinvesteerd worden in
impact investments versnelt dat de ontwikkeling van de
sector. In januari 2009, dus vlak na de financiële crisis, werd
voorspeld dat het ''Over the
next 5-10 years, impact investing could grow to represent about 1
percent of estimated current assets under management—about $500
billion''. Met
groeipercentage van 132% in 2011-2013 in Noord en West Europaiv,
vindt versnelling plaats, maar 500miljard US$ in 2016-2020 blijft
ambitieus. Het is hiermee wel de snelst groeiende sub-strategie
binnen duurzaam beleggen in Europa.
Social Investing
Toch
hebben impact
first investors
bepaald niet afgedaan. Combinaties van impact investeerders, waarbij
impact
first
en finance
first
investeerders samen investeren met verschillende risico en rendement
verwachtingen worden ook gebruikelijker. De
impact first
investeerders zijn veelal filantropen of vermogensfondsen
met als missie een sociaal of milieudoel. Als risico nemende partij
maken zij bijvoorbeeld een fonds of Social
Impact Bond
(SIB) mogelijk waardoor winst nastrevende investeerders kunnen
instappen en het project financieel mogelijk maken of veel groter van
omvang. De Nederlandse Ontwikkelingsbank FMO is zo'n catalytic
investor
die daardoor andere for-profit
investeerders aantrekt. Meer in IINieuws-15okt13
Ook
in de eerste Nederlandse Social Impact Bond (SIB) participeren
investeerders met zulke op het eerste gezicht tegenstrijdige
ambities. Deze levert voor finance
first investeerder
ABNAMRO Social Impact Fund naar eigen zeggen een 'mooi'
rendement op. De SIB investeert een project voor jeugdige werkeloze
schoolverlaters in Rotterdam. (In het Engels hanteren ze de term
NEET: Not in education,
employment or training). De
andere financier is de StartFoundation,
een
Nederlands vermogensfonds dat als doel heeft mensen
met afstand tot de arbeidsmarkt
weer aan het werk te krijgen. Een typische impact
first
investeerder. De gemeente Rotterdam betaalt de investeerders terug
uit de besparingen op uitkeringen voor de jongeren.
Er komen meer SIB's aan. De gemeenteraad in Amsterdam heeft er net een in gang gezet, ook voor werk. De Startfoundation organiseert een congres op 8 oktober 2015 StartFoundation -> Kennispodium. Ook het Nederlandse Society Impact faciliteert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken initiatieven om SIB's van de grond te krijgen voor verschillende sectoren, zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg.
Er komen meer SIB's aan. De gemeenteraad in Amsterdam heeft er net een in gang gezet, ook voor werk. De Startfoundation organiseert een congres op 8 oktober 2015 StartFoundation -> Kennispodium. Ook het Nederlandse Society Impact faciliteert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken initiatieven om SIB's van de grond te krijgen voor verschillende sectoren, zoals bijvoorbeeld gezondheidszorg.
Uit
Engelse SIB resultaten blijkt dat besparingen
voor de eind-financier, aanzienlijk
kunnen zijn: 50%
op directe uitgaven.
Bij de 1e SIB, de Peterborough
Prison Bond,
voor recidivisme preventie van jeugdige delinquenten heeft de de
Britse regering de de financiering van vervolgfasen (dan ook)
naar zich toe getrokken. Èn het gaat het project landelijk
uitrollen. De Britse overheid is al tien jaar geleden begonnen met
Social Investment,
heeft een dozijn operationele SIB's en ondersteunt lokale
initiatieven die het model overnemen door potjes te creëren.
Internationaal wordt het model al uitgerold, m.n. in de VS en
Australië maar ook als Development
Impact Bond.
De Britten zijn sinds 2013 ook bezig met een offensief om Social Investment op politieke agenda's te krijgen. Toen ze G8 gastheer waren, starten ze de Social Investment Taskforce op, die al in 2014 rapporteerde. Ook de OESO (33 landen) is er nu mee aan de slag gegaan. Recent presenteerde het haar bevindingen in een uitgebreid en interessant overzicht van de ontwikkelingen en over building the evidence case. Meer in IINieuws-1maart15 OECD in II Agendasetting
De Britten zijn sinds 2013 ook bezig met een offensief om Social Investment op politieke agenda's te krijgen. Toen ze G8 gastheer waren, starten ze de Social Investment Taskforce op, die al in 2014 rapporteerde. Ook de OESO (33 landen) is er nu mee aan de slag gegaan. Recent presenteerde het haar bevindingen in een uitgebreid en interessant overzicht van de ontwikkelingen en over building the evidence case. Meer in IINieuws-1maart15 OECD in II Agendasetting
Nog
meer werk
Social
Impact Bonds zijn complexe producten om in elkaar te zetten door
de constructie met een opdrachtgever/eindfinancier, uitvoerder(s),
fondsenwerving van financiers, onafhankelijke evaluaties en
coördinators. Soms zijn
er meerdere uitvoerders bij betrokken, omdat maatschappelijke issues
effectiever in een keten of samenwerkings-verband kunnen worden
aangepakt. Bovendien vereisen SIB's specifieke operationele en
inhoudelijke deskundigheid en ervaring. Dat levert extra kosten op,
maar ook meer mensen aan het werk als intermediair, begeleider en
evaluator. En als de gemeenschap tot wel 50% directe uitgaven kan
besparen op kosten is het zeker de moeite waard om flink te
investeren in de ontwikkeling van deze sub sector van impact
investing. Want niet alleen levert het 50% besparingen op het
aanpakken van bijvoorbeeld werkeloosheid en recidivisme. Het betekent
dat we allerlei menselijke ellende kunnen verminderen of hopelijk
zelfs voorkomen. Wereldwijd zijn er
ruim twee dozijn SIB's of Development Bonds, DIB's, operationeel en
ongeveer 100 SIB's in ontwikkeling. Nu dus nog een marginale markt, maar
wel een die door overheden, ondernemingen en vermogensfondsen is ontdekt en wordt ontwikkeld.
Groene
obligaties
Een
ander concreet product is de Climate of
Green bond. Die obligatie
markt groeide in 2014 naar bijna 40 miljard US$ en
tientallen obligaties. Verwacht wordt dat ze in 2015 qua omzet
doorgroeit naar 100 miljard ofwel
+150%. De groei komt doordat vooral
ondernemingen deze speciale obligaties omarmd hebben voor de
financiering van hun groene(re) duurzame activiteiten. Deze
obligaties voldoen bij voorkeur aan per sector vastgestelde
standaarden van het Climate Bond Initiative en zijn extern
geverifieerd door deskundigen. 10 grote banken, waaronder de Rabobank, hebben Green Bond Principles
vastgesteld, waaraan groene obligaties moeten voldoen willen zij
ze als zodanig verkopen aan hun klanten.
Het
zijn vaak de meest duurzame bedrijven van de wereld, zoals het (half)
Nederlandse Unilever en Unibail-Rodamco en per definitie groene
sectoren. Denk aan hernieuwbare energie, maar ook nieuwe of transitie
activiteiten van traditionele energiebedrijven. Ook nieuwe
aanbieders betreden de markt, omdat er is veel belangstelling voor en
vraag naar deze obligaties is. En het groeiende aanbod van groene
obligaties trekt ook nieuwe, niet traditioneel duurzame, investeerders
aan. Jammer genoeg is deze markt voor kleine beleggers weinig
toegankelijk door de hoge nominale waarde van de obligaties. Maar met
institutionele investeerders als afnemers, groeit de markt wel lekker
snel.
In de VS dat veel sneller herstelde van de crisis wordt nu 'opeens' veel meer geld vrijgemaakt voor opvang, pre school ontwikkeling en onderwijs voor kinderen uit kansarme gezinnen. Want de relatief brede kloof tussen arm en rijk beïnvloed ook de kansen van kinderen uit (kans)arme gezinnen waardoor zich dit generaties voortzet tenzij.... Goldman Sachs, ja de bank die in de financiële crisis niet zo'n fraaie rol speelde, heeft het SIB model vroeg omarmd en investeerde in een recidivisme project voor New York's Rikers Island Prison. Recent stapte het in een Utah High Quality Preschool Program.
Impact investing is vaak preventief We hebben het hier over preventie en zelfs het aanpakken van gevolgen van grote ontwikkelingen. Ontwikkelingen waarvan we de kosten nog niet onder ogen kunnen of durven te zien. Maar Sapere aude, Latijn voor; durf te weten! In plaats van zaken voor je uit schuiven omdat ze complex en duur zijn en er toch geen geld of het nog geen prioriteit is. En omdat het altijd zo geweest is en waarschijnlijk altijd wel zo zal blijven. Om op een dag te ontdekken dat deze ontwikkelingen na langdurig ontkennen problemen zijn geworden die te ingewikkeld zijn èn waarvan de aanpak en oplossing onbetaalbaar is geworden.
Een voorbeeld: Je kan tientallen jaren ontkennen dat aardbevingen het gevolg zijn van gaswinning en dan 'opeens' ontdekken dat er miljarden nodig zijn om de schade voor inwoners en hun veiligheid te herstellen. Maar je kan ook tijdig, voordat de nadelige gevolgen op grote schaal optreden, eisen stellen aan nieuw- en verbouw, budget reserveren en investeren in veiligheid in plaats van de productie verkleinen. Waardoor er minder geld is voor het herstel van huizen en het veilig maken van openbare voorzieningen. Wat te denken van het uitblijven van de rapportage van de veiligheid en het risico van de chemische industrie in de Eemshaven? Een gebied dat met subsidies ondersteund wordt om economische activiteiten en werkgelegenheid te stimuleren, maar waarvan burgemeester Groot al sinds 2013 jaar wacht op een risico analyse van het ministerie van Economische Zaken. En een begroting voor de vereiste aanpassingen. Dit is maar een voorbeeld van een ontwikkeling waarvan je op je klompen kan aanvoelen dat je op een dag de rekening gepresenteerd krijgt. En waarschijnlijk op een moment dat het net erg slecht uitkomt....
Dus ontwikkel eens enkele scenario's waarin de kosten van het doorgaan op de oude weg worden afgezet tot het marginaal maar opschaalbaar, radicaal omgooien van het roer. Bijvoorbeeld door alle maatschappelijke kosten, de impact, in rekening te brengen en niet alleen te kijken naar inkomsten minus productiekosten en overhead. En door innovatieve investeringsproducten te ontwikkelen om maatschappelijke problemen bij de wortel aan te pakken en niet pas in actie te komen als mensen en gemeenschappen volledig aan de grond zitten …
i
Robert G. Eccles, Ioannis Ioannou and George Serafeim harvard BS &
London School of Economics, december 2011
http://www.hbs.edu/faculty/Pages/item.aspx?num=47307
ii
Cheng,
Ioannou and Serafeim:
The Impact of Corporate Social Responsibility on Investment
Recommendations. We
investigate whether superior performance on corporate social
responsibility (CSR) strategies leads to better access to finance.
We hypothesize that better access to finance can be attributed to a)
reduced agency costs due to enhanced stakeholder engagement and b)
reduced informational asymmetry due to increased transparency. Using
a large cross-section of firms, we find that firms with better CSR
performance face significantly lower capital constraints. Moreover,
we provide evidence that both of the hypothesized mechanisms, better
stakeholder engagement and transparency around CSR performance, are
important in reducing capital constraints. The results are further
confirmed using an instrumental variables and a simultaneous
equations approach. Finally, we show that the relation is driven by
both the social and the environmental dimension of CSR
http://www.hbs.edu/faculty/Pages/item.aspx?num=43095
March 2014.
iii Beschrijving
en link
naar het onderzoek op:
http://www.thegiin.org/cgi-bin/iowa/resources/research/489.html
(verplichte
gratis registratie) en/of
http://www.thegiin.org/binary-data/2014MarketSpotlight.PDF
(pdf,
52 pag.) Samenvatting
in
http://impactinvestingnews.blogspot.nl/2014/05/impact-investing-nieuws-15-mei-2014.html
iv Eurosif
2014 SRI investing in Europe ExSum pag 5.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten