VBDO&CREM:
Beleggen in Voeding
Met
onderzoeksbureau CREM, working
on sustainability
publiceerde de Vereniging van Beleggers in Duurzame ontwikkeling VBDO
afgelopen juli 2012 het rapport Beleggen
& Voedingsgrondstoffen, een maatschappelijk debat. De
historisch hoge voedselprijzen en de hoge prijsvolatiliteit dragen
bij aan de bestaande honger en vergroot onrust en onzekerheid bij
consumenten, producenten en alle betrokkenen bij de verwerking,
handel en distributie. Volgens diverse media en recent in NRC Next
24juli12 Meer
mensen minder mais
is
de Arabische lente ook een uiting van woede over betaalbaar eten.
Voedselproductie
is per definitie gevoelig voor externe factoren: het weer en
misoogsten, zoals nu de grote maismisoogst in de VS die honger in
Afrika veroorzaakt. Volgens deskundigen in het VBDO rapport zal door
de krapte op de markt de prijsvolatiliteit op de korte en middellange
termijn hoog blijven. Dat wakkert speculatie en de ontwikkeling van
nieuwe financiële agri-producten aan.
Inhoud
In
het rapport een overzicht van de vier belangrijkste
beleggingsmogelijkheden in voedingsgrondstoffen: 1. grond, 2.
voedingsgrondstoffen & voorraadbeheer, 3. bedrijven(certificaten)
of mandjes en 4. derivaten (complexe al of niet synthetische
financiele producten). In het rapport ook een overzicht van data van
o.a. De FAO (VN Food&Agriculture Organization), de G20,
ontwikkelings-NGO's en het LEI (Landbouwkundig Economisch Instituut
Wageningen) en hun visies op de recente prijs- em productie
ontwikkelingen in de markt.
Overzicht
De
umfeld analyse bevat interessante data: 4 miljard van de
wereldbevolking eet mn rijst, mais en graan (60%) en maar 15
''crops'' voorzien de wereld van 90% van haar energiebehoefte. (FAO)
NB Het gaat niet goed met de belangrijkste 1e Millenniumdoelstelling:
het terugdringen van honger & ondervoeding. Vanaf de jaren 90 van
de vorige eeuw liep het aantal hongerige mensen terug, maar sinds
2000-2002 stagneerde deze trend. Door het groeien van de
wereldbevolking hebben nu 925miljoen mensen chronisch honger (maar
was ruim 1miljard in 2009). En de voedselproductie moet naar
schatting met 70% toenemen om in 2050 de wereldbevolking te kunnen
voeden.
Insteek
Opvallend
is dat er wel aandacht is in een apart hoofdstuk voor mogelijke
negatieve impact van beleggen op de voedselproductie en
-voorraadbeheer, de rol van internationale wetgeving en het beleid
van enkele voorbeeldbeleggers om deze negatieve impact tegen te gaan,
maar niet voor positieve impact die de voedselproductie en duurzaam
voorraadbeheer kunnen bevorderen.
En
dat terwijl in het begeleidend persbericht staat dat "De
discussie over voedselzekerheid en beleggen spitst zich veel te veel
toe op de negatieve impact van beleggingen op de markt voor
voedselgrondstoffen", zegt VBDO-directeur Giuseppe van der
Helm. "Het moet juist gaan over hoe beleggers kunnen
bijdragen aan voedselzekerheid. We laten daar nu grote kansen
liggen."
Advies
De
VBDO adviseert beleggers overigens wel om: uit
voorzorg maatregelen te nemen om de mogelijke negatieve effecten van
beleggingen in voedingsgrondstoffen te beperken/elimineren.
Noot
van de Blogger:
in de Principles
Responsible Investment in Commodities 2011 (pfd)
adviezen voor insititutionele belegggers zoals PPGM dat periodiek haar
(agro)portefeuille 'herbalanceert'.
(Kleinere)
Beleggers kunnen een positieve bijdrage kunnen leveren aan
voedselzekerheid: meer investeringen in voedingsgrondstoffen die
gericht zijn op de lange termijn, in technologie, innovatie en
productietechnieken, ofwel reële voedselproductie niet in
financiële synthetische producten. Bijvoorbeeld, maar in de
conclusie niet genoemd, het voorbeeld fonds van Sarasin, de duurzame
bank uit Zwitserland en haar Sustainable Agriculture Basket. Noot
van de Blogger Robeco biedt ook een (SAM) fonds)
aan voor Commodities dat
gemanaged wordt door Sarasin.
Interessant
in dit perspectief zijn mijn inziens zijn de genoemde maar niet
toegelichte bedrijfsspecifieke (?) initiatieven om duurzame
voedselproductie te bevorderen* en om beleggings (speculatie)
effecten van voedselhandel te beheersen. Wat het laatste betreft zijn
volgens de VBDO de (invullingen van) oplossingsrichtingen sterk
stakeholder-afhankelijk, haar advies is om deze te integreren of
coördineren. * zie voor een sectorale aanpak het jaarverslag
van het initiatief Duurzame Handel 2011 met haar private partners.
Ook
in het persbericht maar niet in het rapport: De
financieringsbehoeften van kleine agrarische producenten moeten
ondergebracht worden in gebundelde, financiële producten. Op dit
moment blijven juist de kleine producenten vaak buiten het bereik van
grote beleggers omdat institutionele beleggers vaak voor tientallen
miljoenen in een project beleggen. Noot van de
Blogger: hiervoor moeten financiële
aanbieders dis producten ontwikkelen waarin (kleine) beleggers kunnen
investeren, maar dit geldt uiteraard voor allerlei vormen van impact
investing aan zowel vraag als aanbodzijde.
Bron: www.vbdo.nl kies nieuws of publicaties Beleggen & Voedingsgrondstoffen, een maatschappelijk debat.
UNPRI
for Commodities.
In
september 2011 publiceerde de United
Nations Principles for Responsible Investors Guide to Commodities.
Alle
commodities, grondstoffen, ook goud en industriële
metalen, maar met extra aandacht voor landbouw omdat een miljard
mensen honger lijden, de voedselprijzen historisch hoog zijn en de
rol van investeerders niet altijd positief is in deze sector die met
een tekort aan (ODA) investeringen kampt. In de gids dan ook tips
voor (institutionele) investeerders om positieve impact te hebben en
negatieve impact te voorkomen. Het rapport is geschreven door Ivo
Knoepfel en David Imbert van OnValues een fondsbeheerder uit
Zwitserland die als pionier op het gebied van Impact Investing wordt
beschouwd.
Investeerders
worden soms geconfronteerd met de unfaire
kant van de regelgeving rond beleggen in commodities/voedsel,
uit protectionisme , risicobeheersing en soms niet bewezen of
premature opvattingen over de rol van investeren op voedselprijzen.
Soit stellen de auteurs, commodities en mn voedsel vormen een unieke
asset
class
die die uitzondering verdient vanwege de enorme repercussies bij
negatief beleid terwijl de groeiende wereldbevolking meer en niet
duurder eten nodig heeft. De auteurs pleiten voor integratie van
Environmental,
Social & Governance (ESG)
criteria in hun commodities
aankopen
Noot
van de Blogger
maar noemen niet het bestaan of de mogelijkheid van sustainable
investing fondsen....
Landbouw
Ik
kijk vooral naar impact van investeringen in real assets (land,
mijnen) en bedrijfsobligaties of aandelen omdat de auteurs daar de
mogelijke impact als hoog inschatten. De adviezen suggereren
compliance,
eigen of extern onderzoek naar de ESG, engagement etc. Vermijd kleine
illiquide volatiele markten of commodities die niet traceerbaar zijn
(gecertificeerd?)
Wat landbouw betreft: bekijk de mogelijke impact op kleine boeren en
de lokale bevolking, zoek lokale teelten en vermijd land conversie
programma's (ontbossing). Derivaten worden afgeraden vanwege het
mogelijke martkverstorende effect en de prijsvolatiliteit.
Institutionele investeerders kunnen hun portfolio herbalanceren en
een actieve rol spelen in positieve impact op de voedselvoorziening.
Nederland kent sinds 2008 het Initiatief Duurzame Handel dat in haar jaarverslag over 2011 zichzelf omschrijft als agile, resourceful and knowledgeable actor in the field of global sustainable production and trade, and seen as an example of modern, business-like international public-private cooperation and impact investing in the field of economic empowerment of the world’s poor and in ecological sustainability. In IINieuws 4april2011 stond een stukje over over deze organisatie en haar ambities. Ik schreef toen o.a. Dat IDH haar agri-sector data overzichtelijk presenteerde en ik vond de verschillende bijdragen aan de investeringen en de geplande 'opschaling' mn door de investeringen door het bedrijfsleven fascinerend.
De werkwijze van IDH staat in contrast tot engagement want ook vertaald kan worden met deskundig blijven zeuren over niet duurzame productieprocessen en supply chain activiteiten. IDH stelt: Our theory of change is based on
willingness. We believe that there is sufficiently strong commercial
and public interest in the world to allow for committed coalitions of
strong public and private players to drive change for the better. In
many industry sectors, sustainability is no longer about Corporate
Social Responsibility and green washing. Sustainability is rapidly
becoming a core interest in shared value creation by both
multinational and SME companies.
Het
IDH annual report 2011 Leveraging investments, creating
impact beschrijft haar verduurzamingsactiviteiten in 12
'agro' sectoren in samenwerking met het internationale
bedrijfsleven (meer dan 200 multinationals) in 50 landen met
overheidsdiensten uit ontwikkelde & emerging countries en
non-profits. Uit Nederland doen bijvoorbeeld de voor 75% met publieke
ontwikkelingsgelden gesubsidieerde MedeFinancieringsorganisaties mee
als Cordaid, ICCO en Hivos. In haar JV zegt IDH o.a.: “We
still need other approaches such as watchdog fact-finding &
aggressive campaigning of radical NGO's.”
Sector
benadering
IDH
implementeert programma's voor soja, een van de drie belangrijkste
voedselteelten van de wereld, en chocolade, katoen, thee, aquacultuur
en kruiden (light programma). In ontwikkeling zijn de programma's
voor cashewnoten, koffie en fruit&groenten. IDH werkt ook aan een
palmolie programma waar de certificering voor kleine boeren een
barrière vormt.
Resultaten
Over
bijv het cocoa program
vertelt IDH “we have
trained and certified nearly 100,000 farmers; the number of private
partners in the program almost doubled, and the volumes of
sustainably produced cocoa exceeded our initial goals by almost 40%
(became
75.000tons). On top, we managed to
embed the program in local African government structures making the
transformation in the sector itself more sustainable.”
Het
soja programma is nieuw(er) maar verloop ook veelbelovend. In 2010
werden sector breed (industrie, retail, finance en producenten)
standaarden voor duurzame soja afgesproken in de Ronde Tafel voor
Duurzame Soja. In 2011 werd de eerste duurzame soja geproduceerd,
gekocht en verscheept. In december 2011 committeerde de Nederlandse
soja sector zich om haar 6miljoen ton 100% duurzaam te laten zijn
in 2015. (2012 836.000 ton) De private partners voor soja zijn ADM,
Agrifirm, Amaggi, Ahold, Cargill, Cefetra, FrieslandCampina,
Lantmännen, Nutreco, Vion, Unilever, Storteboom, Gebr. Van Beek,
Bemefa en Nevedi..
Partnerships
met het bedrijfsleven
Voor
impact investors zijn denk ik de private partners in de sector
programma's het interessantst als potentiële
belegging. Veel bekende AEX bedrijven* met DJSI vermelding maar ook
kleinere minder als duurzame topper bekende spelers als Friesland
Campina. Noot
van de Blogger:
kleinere minder bekende bedrijven staan soms in de
transparantiebenchmark
van EZ. Ik ben altijd geïnteresseerd in deze partners van
DJSI/grote duurzame bedrijven als investeringsobject, omdat hun
obligaties en aandelen goedkoper zijn en/of het rendement hoger. * In de supervisory board van IDH zitten topmensen van Ahold, Rabobank en Unilever, naast NGO ''kopstukken'' van voor 75% gesubsidieerde door BuZa/OS gefinancierde Mede FinancieringsOrganisaties (MFO's).
UNILEVER Sustainable food & beverages: tea
Het Nederlands-Britse Unilever was de Dow Jones Sustainability Index supersectorleader voor voedsel en dranken, maar is in sept. 2011 van haar troon gestoten door PepsiCo. Maar Unilever is gewoon in Amsterdam te koop en dus een laagdrempelige impact investering, zij het dat haar aanbod voor de belegger groot is en daardoor weer ingewikkeld.
Voor het thema impact investing in sustainable food/agricultural crops heb ik de publicatie Unilever sustainable tea: Leapfrogging to mainstream gelezen omdat het een bijzondere case is, Unilever is nl. wereldmarktleider met haar 12% inkoop van de wereldwijde theeproductie. Sustainability ambities worden meestal voorzichtig uitgeprobeerd op niche markten, maar als marktleider had Unilever ook voordeel: ‘We were formidably placed to win; both as a first mover, and as the catalyst of an industry-wide transformation.’ zegt Michiel Leijnse van Unilever. De theemarkt werd geplaagd door dalende wereldmarktprijzen waardoor aan de productiekant de winstgevendheid en de arbeidsomstandigheden afnamen, de kwaliteit en investeringen terugliepen.
Maar
Unilever had een wereldmerk: Lipton dat een stoffig imago had en
marktaandeel verloor met een consumentengroep die open stond voor
duurzaamheid, zolang de smaak/melange onveranderd bleef.
Tegelijkertijd was een groeimarkt voor luxere theeproducten
('smaakjes' en kant-en-klaar) van jongere consumenten die
duurzaamheid belangrijk vonden.
Stappen
Belangrijke
mijlpaal in het sustainability traject van Unilever was de keuze voor
(welke) externe certificering* mede op grond van de
capaciteiten van de certificeerder (the Rainforest Alliance) om
voldoende thee te kunnen certificeren. De grote theeplantages van
Unilever en haar vaste leveranciers werkten al jaren met
sustainability guidelines, maar nu zouden ook miljoenen kleine
theeproducenten hogere prijzen voor duurzame thee kunnen krijgen.
De
roll out aan de verkoopkant werd gefaseerd gepland vanwege het
beperkte aanbod van gecertificeerde thee, maar ging sneller dan
verwacht door grote vraag vanuit de VS, Japan en Australië.
Maar in China, Turkije en India wachtte een grote uitdaging. In India
waar Unilever een kwart van haar thee verkoopt is eerder weerzin
tegen sustainability dan belangstelling, vanwege de productiecultuur
en het gebruik van pesticiden.
*
een grens die de Ethical Tea Partnership in 2009 ook overging.
Unilever was daar in 2006 uitgestapt vanwege de keuze voor interne
certificering.
Markteffect
Toch
verklaarde Unilever in 2010 al dat ze al haar thee(merken) 100%
duurzaam wil maken in 2015 en daarmee werd sustainability in de hele
theeproductie, distributie en retail(marketing)keten een feit. NB
dit houdt niet in dat alle Unilever merken extern gecertificeerd
worden. Andere grote
theebedrijven en merken volgenden Unilever en zijn hun thee supply
chains aan het certificeren.
Bron: Unilever sustainable tea: Leapfrogging to mainstream www.unilever.com